i
Afb. 2. ‘rijke kleurenzee van wens- en kinderkaarten’
21
Oom Willem en tante An bedankten voor de mooie tekeningen en Aa
gje zou een doos met kleurpotloden ontvangen. Ruim een derde van
de kinderkaarten was afkomstig van de familie. Oom Jan en tante Keet
stuurden kaarten vol met goede raad. Bij de tweede kaart van een hon
denschool luidde het: ‘De vorige keer op de wandeling, nu netjes in de
klas. Zoo zit jij volgend jaar ook hoor! Van opa en oma gehoord dat jij
een flinke dikkerd wordt’. Opa en Opoe Zijderlaan misten hun enige
kleinkind die een zijstraat verder op woonde: ‘Aagje, we beginnen heel
erg naar je te verlangen en zullen hopen dat als wij komen [je] dik en
gezond aan te treffen. Oom Jan heeft de griep dus die komt ook niet,
het is dus erg stil overdag’.
Buren, buurkinderen en vriendinnetjes lieten zich niet onbetuigd
met zoetige kinderkaarten. Jongens en meisjes met bloemenmandjes,