18 Waller Zeper, Jan van Henegouwen, bijl. V p.478.
19Blois zie: 01/(1989) p.454, 01/40 (1985) p.387/388 nr. 187 samen met de
visserij in de IJssel tussen de Gouwe en de Wierikke, voor 1325 zie ook inv.
OA Gouda regest nr. 4. -Arkel zie: OV 38 (1983) p.165/166 nr. 5: beleningen
van 1389 t/m 1649, voor 1389 zie ook inv. OA Gouda regest nr. 32, voor
1443 regest nr. 128, voor 1457 regest nrs. 155 en 158. A.J. Kölker, Haast
recht. Hoofdstukken uit het ontstaan en de ontwikkeling van 'die Steede ende
Landen van Haestregt' tot het begin van de 19e eeuw (Holl. Studiën 6, Dor
drecht 1974) p.119 verwart de beide helften met elkaar. Belangrijke verbeter
ingen en aanvullingen op deze studie bij: N. Plomp, 'Haastrecht en de Van
Haestrechts', in: Holland 1975 p.63 e.v., waar helaas de noten her en der in
het ongerede lijken te zijn geraakt.
bekende belening d.d. 1299, dan nog van de familie Van der Goude, in
1325 in erfpacht gehouden door Jan van Henegouwen, grootvader van
de graven van Blois, van de proosdij van Oudmunster) en voor de ande
re helft aan de hofstede Haastrecht van de heer Van Arkel (oudst beken
de belening d.d. 1389 aan Hr. Paulus van Haastrecht, neef van de leen
heer). Het veerstalland in Haastrecht wordt gevonden in de oudste Bloi-
se rekening van 1356 en is dan in erfpacht uitgegeven en blijkbaar uitge
zonderd van de koop van het veer in 1325 door ridder Dirk Alras van Ar
kel, vader van Paulus van Haastrecht.18 In 1443 kwam ook de helft die
roerde van Blois aan de heerlijkheid Arkel toe. In 1457 kocht de stad
Gouda het veer en hield een poorter als sterfman het voor de stad tot
een onversterfelijk erfleen.19 Vanaf 1461 is hierdoor voor het eerst in de
Goudse stadsrekeningen de verpachting van het veer van Haastrecht te
vinden.
De eerstvolgende bewaarde rekening van 1469 spreekt van de
brug van Haastrecht. In 1467 had Gouda namelijk, op verzoek van de
zoon van Hertog Filips de Goede (de latere hertog Karei de Stoute), toe
stemming gevraagd en verkregen van de hertog een wagenbrug te leg
gen. Op de brug mocht hetzelfde tarief geheven worden als op het veer,
op voorwaarde dat schepen er zonder de mast te laten strijken onder
door konden varen. De brug diende boven (=stroomopwaarts van) de
kerk van Haastrecht te worden gelegd. Dit laatste hield verband met een
oudere bepaling uit 1402 die op een ander veer over de IJssel bij Gouda
naar Gouderak van toepassing was.