WLnk&twwU St.hicotaas 34 dagen op een vlot In zijn hut zat kapitein Monter te praten met de detectieve Mac. Brekum. Zo, zei hij. gaat u eens kijken of u dien ontdekkingsreiziger ontdekken kan. Mac. Brecum haalde zijn schouders op. We zullen wel een eind het binnenland in moeten, kap'tein» we zullem hem wel vinden, een Rus was het, niet Ja, ja, Mac Brekum, op onze vorige reis is hij alleen de kust opgegaan en niet terug gekomen en het leek me beter U erbij te halen. U hebt al zoveel van die zaken opgeknapt. Tja, zei Mac Brekum, ik heb vaak wel wat geluk gehad, Matroos Sijmen kwam binnen. Land, kap'tein. Aan bakboord is land in zicht. te maken, en daardoor oolc ons blad zo aantrekkelijk mogelijk te doen zijn. In de tweede plaats wil ik deze gelegenheid graag gebruiken om, mede namens mijn vrouw, gemeen tebestuur en burgerij zeer hartelijk te danken, voor de vriendelijke en spontane ontvangst, die ons bij mijn installatie werd bereid. Deze ontvangst heeft het mij gemakkelijk gemaakt om mijn nieuwe taak hier, waarvan ik de moeilijkheden niet onderschat, met- opgewektheid aan te vatten. Er is veel dat mij hier aantrekt. Zelf plattelander zijnde, zou het mij moeite kosten het platteland geheel vaarwel te zeggen. Maar dat behoeft hier niet. De land bouw blijft in ons dorpsleven een grote plaats innemen. Maar daar naast is er een belangrijke en bloeiende industrie, die voor een gemeente zoveel mogelijkheden biedt. En ten slotte bewijst de winkelweek, die thans gehouden wordt, dat Waddinxveen ook be schikt over een Middenstand die zijn tijd verstaat en actief is. Zo is voor mijn gevoelen Wad dinxveen een ideale gemeente en het zal mij een eer en vreugde zijn aan deze gemeente mijn beste krachten te mogen wijden. Na de ontvangst, die mij ten deel viel, durf ik te vertrouwen op de steun en samenwerking, die nodig zullen zijn om te slagen Moge God onze gezamenlijke arbeid zegenen A. WARNAAR Jz. IxtrbWHistztlUnty DE NEDERLANDSE VROUW A an de Nederlandse vrouwen* In 1948 viert Neerlands Eerste Vrouwe haar regeringsjubileum, 6 September 1948 zal het 50 jaar ge leden zijn, dat de regering door Ko ningin Wilhelmina werd aanvaard. Het behoeft geen betoog, dat dit Jubileum alom in den lande met grote dankbaarheid en vreugde zal worden gevierd en dat het een taak voor de Nederlandse Vrouw is dit waardig te gedenken. 50 jaar geleden werd ter gelegen heid van haar troonsbestijging een tentoonstelling georganiseerd van Vrouwenarbeid, welke uit het gehele land duizenden vrouwen tot zich trok en een blijvende indruk in de lande gemaakt heeft, Bij enige vrouwen is het plan op gekomen de viering van dit jubileum op even treffende wijze te doen plaats vinden door het organiseren van een grote Nationale Tentoonstelling van 18 Augustus-15 September 1948 in „Houtrust" te 's-Gravenhage. Deze tentoonstelling beoogt een beeld te geven van het leven en werken van de Nederlandse Vrouw in de afge lopen halve eeuw. Zij stellen zich onder meer in beeid te brengen. De vrouw in in deNederlandse Ge schiedenis. De vrouw in de Kunst. De vrouw in Staat en Politiek. De vrouw in Onderwijs en Opvoeding. De vrouw in het Gezin. De vrouw in de Oorlog. De vrouw in de Maat schappij. De vrouw in de Sport. De vrouw in Academische Beroepen. De vrouw en de Mode, het geheel opge zet en georganiseerd door Neder landse Vrouwen met de gedachte hierdoor hulde te brengen aan Hare Majesteit de Koningin. Wil men het doel bereiken, dan moet een grote en omvangrijke orga nisatie worden opgebouwd, waarvoor Voor het Kind, III Tot mijn groot genoegen kan ik U hierbij mededelen, dat de hoplieden van de plaatselijke groepen van de Ned. Padvindersvereniging en van de R. K. Verkenners, respectievelijk de heren Van Dijken en Gerts, mij voor deze maand de hulp van hun verenigingen hebben aangeboden bij het verkopen van zegels en kaarten, welke hulp ik natuurlijk dankbaar heb aanvaard. Eerstdaags hopen de jongelui U dus te bezoeken. Stelt hen niet te leur. Koopt veel en maakt hun het werk zo gemakkelijk mogelijk. Kortom, laat hun medewerking een klaterend succes worden ten bate van het misdeelde kind, Namens het Comité, B. VAN GENT. De traditioneel geworden mid denstandsactie, in de St. Nicolaas- week, brengt telkens weer leven digheid en fleur in deze donkere dagen. Al is de herinnering nog levendig aan die tijd toen in de winkelweek de winkels en etalages overladen waren met aantrekkelijke en be geerlijke goederen, op heden doen we het er mee, zoals het is. Alleen al het feit dat de winkelramen weer eens echt ouderwets verlicht zijn en de uitstallingen weet iets behoorlijks te zien geven, doet ons veel vergeten. Zien we naar de jeugd die elke avond ijverig speurt naar de etalageproble*men, op hoop van een prijs en niet minderwaar het aantal kopers dat zich in de winkels bevindt, menen we te kun nen constateren.dat de winkelweek weer een succes is. Juist door deze handeling toont de middenstand dat ze er is, maar ook blijven wil. Zij vormt een ni?t te missen schakel in het economische leven. Bovendien propageert zij daar door telkens weer de stelling „koopt ergens anders niet, wat uw eigen plaats u biedt". Het is daarom zo prettig te constateren dat het grootste deel van bet kopend publiek ^"hieraan gehoor geeft. Vanzelfsprekend werkt hieraan mede de lokkende wijze van ver kopen, waarvoor elke koper een kans is een prijs te winnen, een prijs uitgedrukt in goederen.Wan neer deze regelen onder de ogen der lezers komen, zal iedere win- door ROBERT TRUMBULE 10 En ik houd vol dat ik er in slaagde het vlot bestuurbaar te maken. Ik werkte als de duivel om het zoo ver te krijgen, en ik neem het hoogst kwalijk als iemand beweert dat we eenvoudig dreven op goed geluk af. Controle over de bewegingen van ons vlot was mijn eerste en voornaamste zorg, want zoolang we water noch voedsel aan boord hadden, zat er niets anders op dan te wachten tot ons een regenbui werd gezonden of ons de gelegen heid werd gegeven eenig voedsel te bemachtigen. De wind groeide aan tot een stevige bries van ongeveer 12 knoo- pen per uur, en ik bracht het grootste gedeelte van dien eersten dag door met nauwkeurige waar neming van het gedrag van ons vlot. Ik wist uit vroegere ervaring, zooveel van mijzelf als van vrien den die dit soort vaartuigen ge probeerd hadden, dat een plat- bogmd vaartuig zooals het onze behoorlijk voor den wind zeilde. keiier bezig zijn met het opmaken van de winkelweek-balans. De een zal tevreden zijn, een ander niet of heel matig. Vergeten dient niet dat de grote koopkracht van voor enkele jaren weer aan het slinken is. De duurte van vrijwel alle artikelen en niet het minst de zo gekrompen voorraad tex tielpunten zijn hieraan niet vreemd. Al met al menen we toch, dat gezien de bedoeling van deze op gezette reclame, de organiserende commissie tevreden kan zijn met het verloop. Hun komt een com pliment toe. L. S. De uitgever van het „Weekblad voor Waddinxveen" verzocht mij deze week een stukje voor zijn blad te schrijven. Daarvoor is het échter nog wat te vroeg. Wel wil ik er nu alvast mijn blijdschap over uitspreken dat Waddinxveen over een eigen weekblad beschikt. Dat is van grote betekenis voor het dorpsleven. Zo n eigen blad legt een band onder de bewoners, is van belang voor het plaatselijk verenigingsleven en de plaatselijke middenstand Het is ook voor de Burgemeester en het Gemeente bestuur van betekenis dat men in het eigen weekblad beschikt over een spreekbuis, waardoor steeds de gehele Burgerij kan wor- <3en bereikt. Daarom zullen we, allen met elkaar, moeten trachten van deze mogelijkheden een goed gebruik Het werd mij spoedig duidelijk dat het vlot niet slechts behoorlijk aan de kracht van den wind gehoor zaamde, maar tevens geen neiging vertoonde tot gieren, Het vlot was aldus met zijn volle lengte blootgesteld aan de kracht van den wind, terwijl de bolle zijden er van min of meer als zeil dienden. Ruim achttien uur nadat we in het water beland waren, ..draaide de wind naar het Noordwesten en begon ons in Zuidelijke richting te drijven. HOOFDSTUK IV. Het gebrek aan hoofdbedekking deed zich ernstig gevoelen. De stralen van de zon leken gloeiend heete kurketrekkers, die ons jji de hersens boorden. Overdag was de hitte schier onverdraaglijk. Tony was de gelukkige bezitter van een trui, en daarom nam ik zijn hemd dat ik in stukken trok om er een soort mutsen van te maken, die athans eenige bescherming bodep tegen de tropenzon. Van tijd tot tijd doopten we deze^vodden in de zee, om onze hoofden koel te hou den. We bezaten echter niets om er onze gezichten mee te beschermen. Van 's morgens tot laat in den middag was de hemel een gloeiend heete blauwe spiegel, die de hitte van de zon nog versterkt terug kaatste. Soms, wanneer de zee ef fen was, werd het vlot te heet om aan te raken. Het eenige wat we konden doen om het te verhelpen was het vlot en ons zelf met zee water te begieten. Bijna voortdurend moesten we onze kleeren natmaken. Amper een kwartier na ze onder te hebben ge dompeld, waren ze echter weer kurkdroog, en al heel spoedig werden ze zoo Hard als een plank van het zout; hetgeen het allemaal niet prettiger maakte. Dan zat er niets anders op dan onze kleeren uit te trekken en uit te spoelen om tenminste iets van het zout kwijt te raken. Het was een moeizaam, nimmer eindigend karwei. 's Nachts, vooral wanneer er een ruwe zee stond, hadden we met te genovergestelde problemen te kampen. Dan waren onze kleeren klam en kil, De twee van ons die geen wacht hadden, kropen dan doorgaans dicht tegen elkaar om warm te blijven. We spaarden onze krachten zooveel mogelijk. Al deze ongemakken waarmee we te kam pen hadden, zonder voedsel, wa ter of slaap, maakten ons prikkel baar, maar we gaven ons er reken schap van dat we alle drie letter lijk in hetzelfde schuitje zaten en dat niemand er beter van werd als we onze zelfbeheersching verloren. Zoodoende deden we onze uiterste best elkander te verdragen en ver beten onze wederzijdsche ergernis sen. Dikwijls echter kostte het ons schier bovenmenschelijke inspan, ning. Den eersten dag schoot ik een heelen houder patronen af bijna de helft van onzen voorraad bij een poging een vogel te schieten. We dachten dat het makkelijk ge noeg zou zijn een vogel te schieten, omdat er honderden van die nieuwsgierige beesten om ons heen fladderden en soms zoo dichtbij kwamen dat we meenden ze met de hand te kunnen grijpen. In wer kelijkheid bleven ze natuurlijk steeds buiten ons bereik. Ik hield het pistool gericht tot een vogel recht boven ons vloog, om dan te mikken en te •vuren. Deze vogels kenden geen vrees, maar we moesten dan ook al spoe dig toegeven dat ze weinig van onn te vreezen hadden. De boot dansti als een kurk, zoodat mikken vrij wel onmogelijk was. Op z'n mooist slaagde ik er in er een paar vee- ren af te schieten, en zoodoende gaf ik het tenslotte op, (Wordt vervolgd)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1947 | | pagina 2