Schooldammen Uit het Parlement e k ag De goede vakman „DeGouv'uèrs" in het _J Gereformeerd Jeugdgebouw aanvang 19 Mei n.m. 3 uur. Men hoort in de laatste jaren, Van voogdij en overheid, Telkens weer gegronde klachten, Over de baldadigheid. Dat de jeugd van tegenwoordig, Niets meer kan dan kattekwaad, Om dan verder maar te zwijgen, Welke taal hun mond uitgaat. Enkelen laken de politie, Alsof zij hun plicht niet doen. Want er is geen ruit meer veilig, En geen boom blijft in t plantsoen- Wees toch soepel in uw oordeel, Sla niet door en blijft spontaan, Moet er nu bij iedere heester, Die men plant een diender staan? Want ieder kan begrijpen, Dat de tijd dit medebrengt. Daar de jeugd van onze kinderen, Zeker drie jaar is verlengd. Voor de nodige ontspanning, Schoten wij heel vaak te kort. En wij dienen toch te zorgen, Dat dit opgevangen wordt. Met wat tact en met wat leiding, Krijg je doorgaans veel gedaan. En voorkom je dat de kinderen, Het verkeerde pad op gaan. En zo komen we dan eindelijk, Aan het kardinale punt. Wie de dammers van Excelsior, Nu een kans van slagen gunt. Helpt haar in hun edel streven, Wat zij aanbied aan de jeugd. Kan slechts leiden tot ontwikkeling, Vrijheid, blijheid, levensvreugd. Alles wat 't uw kinderen bijbrengt, Komt ten goede aan 't gezin. In het denkbeeld zitten zeker, Goede perspectieven in. Wanneer men zo de Schoolstrijd [strijdt, Met de zwarte tegen witte. Blijkt pas, in welk kinderhoofd, Geen zaagsel schijnt te zitten. Jongens uit het meubelcentra, Hier kun je elkaar verslaan. Kosteloos, aan de grootste vechtjas Bieden zij nog prijzen aan, Wie kan Dammen, naar het [Jeugdhuis, Want daar ben je van de straat. Daar is g'lijk, mee uit de wereld, Hij kan niets, dan kattekwaad. A.B. De schoolkwestie heeft ons land de vorige eeuw en in het begin van deze eeuw in rep en roer gebracht. Het is een lange strijd geweest, voordat de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onder wijs een feit werd. Een strijd, die - hoe kan het anders - voornamelijk op het politieke veld werd uitge streden. In 1917 is dit moeilijke pro bleem definitief geregeld. De pacifi catie werd een feit. En sinds die tijd is de schoolstrijd voorbij. Neen, toch niet helemaal. Een paar dagen per jaar laait die strijd weer op. Niet in die mate als dit vroeger het geval was. Gelukkig niet. Maar toch kan men bij de behandeling van ie dere onderwijsbegroting in ons Par lement horen, dat geen van beide partijen volslagen tevreden is. De voorstanders van het bijzonder on derwijs halen artikelen uit de wet aan, waaruit zal blijken, dat het openbaar onderwijs nog altijd wordt bevoordeeld. En de tegenstanders proberen een zelfde klacht aan de man te brengen. Dit hebben we dezer dagen in de Tweede Kamer weer sterk beleefd, Daar waren bijv. de woordvoerders van het openbaar onderwijs, Mevr. Fortanier de Wit en de heet Van Sleen, die de leer trokken tegen de heren Terpstra en Stokman. Erg belangrijk was dit debat overigens niet. Zoals de ge woonte is, hield Minister Rutten zich op de vlakte. Het debat had hem bepaald niet geschokt. Dat de Kamerleden het ook niet zo erg menen, bleek wel uit het feit, dat zij genoegen namen met de vage repliek van de bewindsman, die alle opmerkingen gaarne zou overwegen. Daar kwam zijn antwoord tenminste op neer. Het wordt langzamerhand een af gezaagd praatje, maar Nederland moet bezuinigen. Ook op de begro ting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De regering heeft de daad bij het woord gevoegd en deze begroting met f 1.662.000 terug gebracht- Het vervelende van de zaak is echter, dat men het meestal niet eens is over de posten waarop be zuinigd moet worden. Enkele leden verzochten de Minister nadrukkelijk om niet te bezuinigen op culturele uitgaven- Anderen toonden aan, dat de bezuiniging van de regering ei genlijk maar een druppel op een gloeiende plaat was, zij bedraagt slechts een half procent. Een doel matige concentratie van het onder wijs achtte men noodzakelijk, want er zijn in ons land nog altijd vijf openbare scholen met minder dan tien leerlingen, zeven en dertig met minder dan 20. drie bijzondere scho len met minder dan 20, twee en vijf tig openbare scholen met minder dan 30 en tien bijzondere scholen met minder dan 30 leerlingen. In die ge- gemeenten, waar een gemeentelijke kleuterschool is, zal men ook een financiële gelijkstelling moeten heb ben met het bijzonder kleuteronder wijs. Dit is nl. tot op vandaag niet het geval. Weliswaar is een wets ontwerp in deze richting ingediend, maar de algemene bezuiniging laat het niet toe, dat dit in behandeling wordt genomen. Minister Rutten heeft tijdens de debatten twee belangrijke medede lingen gedaan. De eerste was over de vestiging van de Tweede Tech nische Hogeschool te Eindhoven. De tweede mededeling betrof de school geldregeling. Deze is zeer ingewik keld. Zo zelfs, dat de Kamerleden er niet veel van snapten Maar op al hun vragen kregen zij geen ant woord van de Minister. In grote lijnen komt de regeling er op neer, dat ge streefd zal worden naar een onder linge verhouding tussen het school geld voor L.O., T.L.O. en VHMO van 10 1214. Bovendien krijgen de ouders reductie als zij meet dan één schoolgaand kind hebben op het L.O., V.G.L.O., U.L.O., N.O. en VHMO. Verder wordt gestreefd naar verlaging van het schoolgeld bij het Voorbereidend Hoger Middel baar Onderwijs van 30 procent, waarbij dan aan gemeente- en school besturen als compensatie een financi ële tegemoetkoming zal worden ver leend. wel eens minder duidelijk door. On danks de vooruitgang in de vakop leiding ontbreekt het hier en daar aen de lust daarvan een dankbaar gebruik te maken. Men schrijft deze onlust wel toe aan de maatschappe lijke oorzaken als de gelijkschakeling van de lonen waardoor er te weinig verschil is tussen de geschoolde en ongeschoolde werkkrachten. Waarom zou men zich dan toeleggen op kundig vakmanschap, als men er toch zo goed als niets meer door verdient aldus vragen sommige jongelieden zich af. En dan is er tengevolge van de oorlogsomstandigheden het te kort aan personeel, waardoor de wedijver wordt opgeheven. Men hoeft bij gebrek aan concurentie zijn best immers niet meer te doen Toch kunnen er behalve de gelde lijke ook andere beweegredenen gelden. Arbeid behoort voor de geestelijk gezonde mens met vol doening gepaard te gaan. Hij moet liefhebberij in zijn werk hebben en er een eer in stellen dit goed te doen. Mensen, die door dergelijke motieven gedreven worden, krijgen iets eer biedwaardigs over zich, ook al is het vak, dat zij uitoefenen, maat schappelijk gesproken, nog zo weinig in tel. De goede vakman, welk am bacht of welke betrekking hij dan ook bekleedt, is een soort edelman, die alleen reeds door zijn verschijning respect afdwingt. In het tijdperk der gilden bracht dit meesterschap op zichzelf reeds aanzien mede. Of men meester smid of meester in de rechten was, maakte geen onderscheid. Op het meesterschap kwam het aan. En op het meesterschap komt het nog altijd aan. Het vak is bijzaak, de wijze waarop men het uitoefent hoofdzaak. Een hedendaags Frans romanschrijver laat een zijner per sonen zeggen„In bet kiezen van een vak ben je dikwijls niet vrij maar in de wijze waarop je het uitoefent, toon je wat je voor iemand bent En met deze uitspraak kan men het van harte eens zijn. H. G.C. Donderdag 24 Mei alge vergadeiinï Lezingen Uentrurr azar T.B 1 en 2 Juti ande-s las in het .Draagt e Centrum. Gevondenen Verloren 1 E.H.B Gevonde Verloren :|1 boek en schrift Touw) mens te zijn op weg worden, ons leven vj Gaan wij z< houding en ilevenswij jeugd wotdan overgi kan een fatale uit Wij oudere» moetei tot dat pei zeggen: nu met al zijn om te wc keert onze le4e rwihi leidt naar ijet doelj voetballende jongei Tot de volgende vJ mede de levensvre Het overwïpnen en dat hebben rhejifen kunnen er zijn :n daar jkheden bij die Men hoort heden vaak klagen, dat er zo weinig goede vaklieden meer zijn. Deze klacht betreft hoofdzake lijk de jongeren. Nu is het altijd ge vaarlijk vergelijkingen te maken tus sen vroeger en nu. Het verleden lijkt meestal mooier dan het in werke lijkheid is geweest. En wij moeten ons tot het heden bepalen. Afgezien dus van de vraag, in hoever de bovengenoemde klacht waarheid bevat, kan het geen kwaad, de betekenis in het licht te stellen van de verhouding tussen de mens en zijn vak. De meesten onzer zien iemand aan op het vak dat hij uitoefent. Het vak geeft hem zijn aanzien of brengt hem in minachting. Deze opvatting is nog steeds zo algemeen verbreid, dat de ouders er rekening mee houden bij de beroepskeuze. Zij zoeken voor hun kinderen niet de betrekkinguit, waarvoor deze geschikt zijn, maar kiezen iets wat in hun ogen en in de ogen der wereld aanzien verschaft. Louter hierom is het, dat vele ouders zich afsloven om een dure studie te betalen en de kinderen gekweld met het onderwijs, dat veel te moei lijk voor hen is. Deze opvatting kweekt beunhazen en brekebenen en zij is de oorzaak van menige levenstragiek. Men moet haar vervangen door het inzicht, dat niet het vak de mens maakt, maar de wijze waarop hij dat vak uitoefent. En dit inzicht schijnt in onze tijd ook KRIS-KRAS. LEVENSLUST. Op mijn vaste plaats, die ik door gaans gebruik voor mijn overpein zingen en waarin ik uitzie op wijde polderverten, waarin alles rust en vrede ademt, zie ik, op enkele tien tallen meters bij mij vandaan, een groep schooljongens een partijtje voetbal spelen. Ik heb dit een poos je gadegeslagen en bemerkt, dat zij tijdens dit spel alles vergeten. Zij zien alleen de bal, het doel en de moeilijkheden die het doordringen tot het doel verhinderen. Het doel vooral heeft hun inten sieve aandacht. Er wordt zeer fel gespeeld en ge schreeuwd om het gestelde doel te kunnen bereiken. Zij hebben rode gezichten van inspanning. Vol le venslust spelen zij alsof het de strijd van hun leven is. Wij ouderen kunnen wel een voor beeld nemen aan die 'voetballende jongens. Zijn wij zo levenslustig? Jagen wij met inspanning van al onze krachten het doel na wat wij ons hebben gesteld en wat ons is opgelegd? Neen, wij mopperen liever op aues en nog wat. Als we het aandurfden, zouden wij nog gaan saboteren, omdat niets naar onze zin gaat. We moeten teveel betalen en we ver dienen te weinig. We moeten versoberen en willen er niet aan, omdat wij twijfelen of die noodzakelijke versobering in a*Je groepen wordt doorgevoerd, of de overheid ons wel voorgaat. Zo zouden we kunnen doorgaan. Al deze dingen nu benemen ons de levenslust en ook de levensvreugde. Daarom zien wij het doel niet meer, namelijk het dienen van het alge- meen belang. Want dat is toch een van de grootste factoren in onze samenleving. Maar zolang wij blijven mopperen, zolang keert ook de lust om iets meer te presteren niet terug. Wij In het kader hei ïilveren Jubileumjaar van £>nin»ke Ne derlandse Federatan lèdelijke Rij verenigingen, i °P en 23 Mei a.s. een grot^fettajt paard door Nederland fjdennet als eindpunt Paleis S|k wf H.M. de Koningin op vlei oor konde zal word&flebain. Er zullen totaX) a i00 rui ters deelnemen ffametjk een afstand zullen a* varbngev. 3000 km. Ook onze ruiopen in deze Estafette déél t»en envel op 22 Mei. Dé eefher v» onze vereniging fal 200 uur op het krufepuftljem I. Er wordt opthillendiplaat- sen overgeno ^)cI.1rae is als volgt: - Klaa/aal - Barendrecht - agaal "Pa nisse - Voornoen naBriel- seveer - Rofl j jd Schipluiden - Nngen-Ottsthie Zevenhuizen '€m ~)op - Brug - HenecPyeg - Guca. De oorkon'rdt aWe: tc Gouda om 2™ aaa d ast startende ruif onze zutettr- eniging. Blinden en ziendt. Het lijde^e blinden spret, wellicht mc{®enig and" M, tot de verb* omdat de bhe in zovele in geheel vane hulp zijner mensen afhankk iS, Toch isj medelijden de omgeviel13 zo 2waai; Indische 1< lie door de wS behandeltij kamP hejf vlies van IJner ogen geheel duisterd |°n het ,nictfl la* verdrageiref99afnafkcu een baaf handelsreiziger geen daQjv°<jij of be ang: lenden <*hjdende reizigers formeerder de oorzaék van c misvorm-/ «an aad hej c' moeilijk dat bil t^mde een ojerzocht het oog n te :h en er een kunst voor i®|ats te 9CVC1 was hi bet gezeur a Maaas is deze oiderott weer Fcve dienst' hrkreeg herkeu *['n oude V inplaat' M oog wed we d overplanting/an ho "J™ 'past, met het ,evolg hct aaiste oog toch wer de h 9CuJPsteltheuw Rde Kru staat velc takcn vannastenli tc veten. Geeft daanm gul de „inzamelings-acti, die 2i 3 Juni inhet|ehele zal gehouden!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1951 | | pagina 2