Weekblad voor Waddinxveen
i
11
van het jaar
Kris-Kras
Op tie
drempel
Weekagenda
f
*ÏUNIS BROEF
Maandag 31 December 1951
7e Jaargang
Adres Redactie en Administratie:
Oranjelaan 30, Waddinxveen, Telef. 438
Verschijnt elke Vrijdag
Abonnementsgeld per kwartaal f 1,00 bij vooruitbetaling
Advertentieprijs 6 ct, familieadvertenties 7 ct per m-m.
Bijdragen, Verslagen, etc. uiterlijk
's Woendagsavonds inzenden.
Een goed begin is hét halve werk.
Ons begin was niet goed. Immers op
1 Januari 1951 ging de huurverho
ging in. De spanning tussen lonen
en prijzen, die reeds viermaal tot
een looncompensatie aanleiding had
gegeven, zou mede door deze ver
hoging nog groter worden. Die
lonen en prijzen hebben ons in de
maag gezeten, het gehele jaar door.
Spanningen, die voor de vijfde maal
moesten worden verlicht door loon-
ronden. Velen vroegen zich af:
„Waar moet dat heen? Raken wij
niet op deze manier in een vicieuze
cirkel?" Het was voor ons maar een
schrale troost, dat deze spanningen
niet alleen in Nederland, maar over
de gehele wereld werden gevoeld.
Op 19 Maart begon die nieuwe
loonronde, die het vol hield tot in
November, toen voor de zesde
maal (de eerste loonronde was in
1945) een compensatie mócht wor
den gegeven. Wat hebben we in het
afgelopen jaar getobd met het geld.
De middenstand kampte eveneens
met gebrek aan vlottende middelen,
doordat er geen geld meer onder de
mensen was. In uiterste noodzaak
gingen zij over tot het voeren van
een prijzenoorlog. Deze werd nl.
gestreden in de grote steden, maar
vond automatisch zijn terugslag in
het gehele land. „Geld moeten wij
zien voor de goederen!" Reclame
stunts waren het gesprek van de
dag. Weet u het nog? Bij aankoop
van een costuum een regenjas ca
deau, pakken gingen weg voor 1, 2,
3, 4 en 5 cent. Het werd een wed
loop met de tijd. Immers de winke
liers moesten geld hebben om hun
aankopen voor het winterseizoen te
kunnen financieren. Gelijk een storm
in een glas water keerde de rust
hier spoedig weer. Dit was niet het
geval bij de kabinetscrisis, die we
reeds in de eerste maand kregen te
verstouwen. Inderdaad een goed
begin is het halve werk, 1951 begon
niet goed
Tijdens een =debat over Nieuw-
Guinea werd Minister Stikker over
het beleid inzake dat land door zijn
partijgenoot Mr. Oud aangevallen.
De bewindsman trok hieruit de con
sequenties en diende zijn ontslag in.
Dit had weer tengevolge dat het
kabinet als één man zijn ontslag
aanbood. Vele formateurs hebben
geprobeerd een nieuwe regering sa
men te stellen, even zovele op één
na zijn gefaald. Die éne was Prof.
Romme. Vijf nieuwe ministers wer
den in het nieuwe kabinet opgeno
men. Minister Stikker, door wiens
„schuld" de regering vielbe
hield zijn portefeuille van Buiten
landse Zaken. De bewindsman bleef
het goed doen. Steeds meer zijn we
er in Nederland van overtuigd ge
raakt, dat ons kleine landje zich
zelve niet kan beschermen. Vele
kleine maken één grote en in deze
geest wordt ons leger thans opge
bouwd. Samenwerking tussen de
Europese landen moet het doel zijn,
waarnaar wij streven. Vele malen
werd in internationaal verband ge
oefend, zowel door de Luchtmacht,
als door de Zee- en Landmacht. Wij
denken aan de oefeningen in Duits
land en aan de actie „Umbrella"
enz. enz. Wij hebben het kunnen
merken door de grote financiële
offers, die van ons worden ge
vraagd. Het blijkt echter bittere
noodzaak
Het is óók noodzaak, dat wij onze
handelsbetrekkingen met het buiten
land op peil houden enindien
het mogelijk is uit te breiden.
Het is voor Nederland een uitkomst
een goede goodwill-ambassadeur te
bezitten. Z.K.H. Prins Bernhard
maakte dit jaar zijn goodwill-reizen
naar Uruquay, Argentinië en Chili.
Ongetwijfeld zullen zijn bezoeken
te zijner tijd hun vruchten afwerpen.
We blijven nog even bij onze bui
tenlandse betrekkingen, nl. die met
onze Zuiderburen. De Benelux gaat
nog steeds niet, zoals wij graag
willen. Wél werd tijdens een con
ferentie der ministers te Goes al
gejuicht: „Van Goes begint de Be
nelux", maar ^-nog steeds zijn er
grote bijna onoverkomelijke hinder
nissen dte het vlot functionneren
der -üe/ielux verhinderen. Wij noe-
Lslechts net Moerdijkkanaat
omt het er, k* het er niet?
ou de Bene. jn kinderziekten
-leven7.
Weer blijven we internationaal,
whs de kwestie Nieuw-Guinea al
de oorzaak van een kabinetscrisis,
zij is nog1 steeds de twistappel tussen
ons en Indonesië. De overeenkomst
van de R.T.C. kwam hierdoor op
losse schroeven te staan. Indonesië
kan blijkbaar niet leven zonder
Irian, maar wij vrezen: wij ook niet.
Een moeilijk probleem blijft deze
kwestie in elk geval voor onze re
gering.
Wij hebben dit jaar wél narigheid
gehad. Groot was de ontsteltenis
toen in Tilburg verscheidene pok-
kengevallen werden geconstateerd.
Het aantal geïnfecteerden liep snel
op en in geheel Nederland werden
maatregelen genomen om de drei
gende epidemie te voorkomen. Ge
lukkig zijn de doktoren daarin ge
slaagd.
ZiekteEen blij geluid kunnen
we laten horen over de bestrijding
van de kanker. Onder leiding van
Johan Bodegraven werd door de
N.C.R.V. ten behoeve van het Ko
ningin Wilhelminafonds ruim drie
millioen bijeengebracht. Alles tegen
ziekte
In 1951 werd begonnen met de
massadoorlichting ter bestrijding van
de tuberculose. Behoudens een enkel
geval verloopt deze doorlichting
volgens de plannen. Alles tegen
ziekte,- zowel voor mens als dier
De pseudo-vogelpest kwam ook dit
jaar voor. Nog telkens blijft ge
lukkig plaatselijk pseudo-vogel
pest de kop opsteken.
De communisten roeren zich nu
meer dan ooit. Dit was voor de re
gering aanleiding om de communis
tisch georiënteerde organisaties voor
zijn ambtenaren te verbieden.
De geschiedenis herhaalt zich
Hebben zij dan niets geleerd?
Er zijn meer nare dingen gebeurd in
1951. Wij herinneren slechts aan de
zaak Schallenberg, de Velser-
affaire, de affaire Menten, alle nog
afkomstig uit de jaren 1940-'45. Het
is een lichtpunt, dat deze zaken nu
eindelijk eens worden uitgezocht.
Het onderzoek er naar is in volle
gang. Nog meer narigheid? Door de
Eeuwen Trouw bleek ontrouw.
Ook hier dook weer een bekende
naam op! Westerling. Naar een vrij
AmbonDe Ambonnezen heb
ben van zich doen spreken. Vele
relletjes zijn er getuigen van, dat zij
het wachten moe WordenIs
het te begrijpen, dat de Ambonnezen
soms met weemoed aan het warme
land terugdenken?
Ook met weemoed maar dan van
andere aard zullen velen van
ons terugzien aan de in het water
gevallen vacanties. De weergoden
waren dit jaar tijdens de „officiële"
vacantiemaanden niet met ons. Sep
tember viel ondanks de pessimis
tische voorspellingen nog goed uit.
In die maand werd ook de traditio
neel troonrede door onze Koningin
uitgesproken. Met schrik vernamen
wij dat slechts 40.000 woningen in
het komende jaar zouden worden
gebouwd. Dank - zij echter de bur
gerzin van ons volk zullen wij mis
schien toch aan de oorspronkelijk
geraamde 50-000 woningen komen.
Vele gemeenten sloten n.l. een
particuliere lening, die alle direct
waren voltekend, waardoor de wo
ningnood toch volgens plan kan
worden bestreden.
Televisie ging ook volgens plan.
Begin October deed zij haar wan
kele intrede. Er waren meer nieuwe
dingen. Er kwam radar op Schip
hol waarmee de vliegtuigen netjes
zouden worden „binnengepraat",
ook tijdens de zwaarste mist.
Helaas, was het apparaat nog niet
in werking, toen half December een
Zwitsers toestel tijdens slecht zicht
trachtte te landen. Boven wonder
liep alles goed af.
De Zwitserse piloot poogde te lan
den op de gok. Hij gokte echter
verkeerd. Daar is ook wat over te
doen geweest, over dat gokken,
maar dan van speelclubs en in voet-
bal-pools. De voetbal-pool is offi
ciéél veroordeeld, hetgeen echter
nog niet het geval is met roulette,
hazard en meer dergelijke fraaie
middelen om je geld kwijt te raken.
Schrille tegenstellingen eigenlijk
de een weet niet hoe hij het moet
verdi de ander niet hoe hij
het ijt moet rakenHet is
en .dloop geworden tussen Jus
titie en goocheme advocaten. Wie
wint de pot?Ach is het gehele
leven eigenlijk niet een kans
spel?
Dit jaar is ten einde1951 is
geen gokspel meer. Hebben wij ge
wonnen?Hebben wij verlo
ren?Wat komt het er op aan:
doe wel en zie niet om. En daarom:
Moge het ons ailemaal in 1952 goe.d
Wij brengen onze
jaren door als een gedachte.
Want het wordt snel-
lijk afgesneden en wij vliegen
daarhenen.
Psalm 90
OP DE GRENS VAN TWEE
WERELDEN.
Wanneer een buitenlandse reis ge
maakt wordt, dan krijgt men op het
ogenblik, dat de grens gepasseerd
wordt een eigenaardig gevoel.
Immers, de oude vertrouwde om
geving verlaten we en voor ons
ligt het nieuwe, waarvan wij niets
weten.
Zo is het ook vandaag, 31 Decem
ber 1951. We leven op de grens
van twee werelden. Wij nemen af
scheid van het oude, vertrouwde
jaar. Voorbij is straks 1951. Oude
jaarsdag. Een dag van inkeer, van
bezinning, maar ook van bezieling.
Ontzettend veel kan er op zulk een
dag in ons omgaan, omdat we op
de grens van twee werelden leven.
Aan de ene kant het oude, aan de
andere kant het nieuwe. Bladzijde
1951 van het levensboek is volge
schreven. Voor de een is het een
bladzijde met een feestrand, voor
de ander een zwarte bladzijde. We
kenden veel zorg in 1951 op aller
lei gebied. Het kan ook zijn, juist
omdat we op de grens leven, dat we
datgene willen vasthouden waarop
ons leven is gebaseerd.
Niemand neemt ons kwalijk wan
neer we op oudejaarsdag terugden
ken. De vraag kan ons beklemmen
of we in het afgelopen jaar goed
voor onze naaste zijn geweest. Of
we de juiste verhouding tot onze
naaste hebben gevonden.
We kunnen ons ook schamen.
Mopperden wij niet op alles, omdat
het in onze maatschappij niet ging,
zoals wij het wensten? Over lonen
en prijzen, over inwoning en het
gebrek aan huizen? Wat dachten
wij van de vakbeweging? Deden wij
daaraan wat? Dat was -toch niet
nodig? De overheid regelt het wel.
Zo staan wij vandaag als mannen
en vrouwen van Nederland: wij zijn
onze koers kwijt!!
Straks slaan wij een bladzijde om
en op de volgende prijkt in fraaie
cijfers 1952. De rest van het blad is
leeg. Het nieuwe, waarvan wij niet
weten wat het ons zal brengen, ligt
voor ons, met al zijn mogelijkheden.
De nood en de onrust van deze tijd
kijkt ons midden in het gelaat. En
als wij straks de grens over zullen
zijn, zal er aan het wereldbeeld
niets zijn veranderd. Dat beeld gaat
uit het oude mee naar het nieuwe.
Tegen die nood en onrust zullen
wij ons geestelijk moeten bewape
nen. We zullen weer de strijd moe
ten aanbinden tegen de zorgen die
in 1951 ons deel waren. En toch,
als we de grens passeren, vleien we
ons met de hoop, koesteren we ons
met de gedachte, dat het nieuwe
jaar ons iets beters zal brengen. En
wie zal ons dat kwalijk nemen? Dat
is iets echt menselijks.
Maar op de grens van twee werel
den zullen wij ons besluit moeten
nemen; hoe wij het nieuwe tege
moet zullen treden. Zullen we een
afwachtende, of een aanvallende
houding moeten aannemen?
Dat is de grote vraag waarmede
wij op de grens geconfronteerd
zullen worden. Het ligt aan ons
hoe de verhoudingen straks zullen
zijn. Of we zullen zijn: massa-mens
of een persoonlijkheid.
1952 kan ons veel goeds geven, als
we op deze vraag het juiste ant-
woor weten te geven
Daarom wenst Kris „s en uit
geefster én lezers van dit blad een
voorspoedig nieuw jaar.
Tot de volgende week.
KRIS-KRAS.
Vóórdat we overstappen van het
ene jaar in het andere, zijn we door
gaans geneigd om stil te staan en
nog eens een blik te werpen achter
ons. Als in een kaleidoscoop door
leven we in enkele ogenblikken dat
hele voorbijgegane jaar. Was het
goed? Was het slecht?
Wij moesten in deze laatste dagen
van 1951 onwillekeurig denken aan
die Oosterse vorst, koning Ahasve-
ros, die op zekere nacht niet kon
slapen. Om zijn verveling te ver
drijven, liet hij het dagboek van zijn
koninkrijk, de kronieken komen om
er zich uit voor te laiten lezen. En
daaruit vernam hij, dat een een
voudige jood, Mordechai, eens s
konings leven had gered, door een
aanslag van twee hovelingen op de
koning te voorkomen.
Koning Ahasveros is zeer verbaasd,
als hij dit hoort en hij vraagt aan de
man, die dit leest: „Wat eer en ver
hoging is Mordechai hiervoor ge
daan?" Het antwoord is dan: „Aan
hem is niets gedaan."
Nu zijn wij geen koningen, maar ge
wone mensen, die dagelijks werken
voor onszelf en ons gezin. Toch zou
het wel eens goed zijn, als we ook
zo'n dagboek hadden, dat niet door
ons, maar door anderen was ge
schreven. En het kon met ons wel
eens zo zijn als met Ahasveros, dat
we tot de ontdekking kwamen, dat
we nog iets goed te maken hebben
vóór we overstappen in het nieuwe
jaar. Met andere woorden: het zou
goed zijn, wanneer we ons even be
zinnen op hetgeen we in het achter
ons liggende jaar gedaan of niet
gedaan hebben. Of we onrecht
goed gemaakt hebben ofdat
we onszelf moeten antwoorden op
de vraag: Heb je die en die, weet
je wel, die je toen en toen geholpen
heeft, die je een waardevol advies
gaf, die je waarschuwde voor een
ondoordachte handeling, heb je
hem beloond? Gaf je hem er een
stevige handdruk voor? Was je hem
werkelijk erkentelijk voor zijn tip?
We vrezen, dat we in de meeste
gevallen met de kamerlingen van
koning Ahasveros moeten antwoor
den: Aan hem is niets gedaan.
Je hebt van die mensen, die het
nieuwe jaar ingaan met goede voor
nemens: ik ga minder roken, minder
drinken, ik blijf meer thuis, ik ga
bezuinigen op dit en op datik
zalik zal niet meer
Het voorbijgegane jaar beschouwen
ze niet meer. Dat is afgedaan. Mis
schien schamen ze zich er wel voor.
Ze zijn niet als Ahasveros, die een
blik sloeg in het verleden.
We geloven, dat het opslaan van
de kronieken beter is dan goede
voornemens. Het is nuttig om stil te
staan op de drempel van het nieuwe
jaar en om te zien. Dan zullen we
tot de slotsom komen, dat we veel
gedaan hebben, dat we beter kon
den laten en veel gelaten hebben,
dat verricht moest worden. En als
we eerlijk zijn, zullen we ook een
Mordechai ontdekken, die we ver
gaten te belonen.
De keerpunten der jaren zijn ogen
blikken van bezinning. Vooral in
deze tijd. Natuurlijk zijn er men-,
sen, die zeggen: Brrr, het was zo'n
akelig jaar, laat ik er maar niet
meer aan denken; wie weet, wat het
nieuwe jaar weer voor narigheid
brengt
Maar er zijn ook mensen, die met
dankbaarheid in hun hart erkennen:
We hadden het vaak moeilijk in
1951, doch er waren ook lichtpun
ten. Het nieuwe jaar zal zijn zor
gen meebrengen, maar ook zijn
vreugden. Het leven is immers een
wisseling met ups en downs.
Koning Ahasveros was een recht
vaardig man. Hij heeft naderhand
nog aan Mordechai de beloning ge
schonken. Hij heeft het goed ge
maakt en zelfs zeer goed. De koning
verzuimde het herstel niet.
Zaterdag 5 Januari tentoonstelling Post
duivenvereniging „De Zwaluw" in de
Lunchroom Van de Water
Woensdag 9 Januari 1952 Uitvoering
„Voorwaarts" in de cantine Dobbel-
Zaterdag 12 Januari Sjoelmiddag en avond
Concordia, in het Gymnastieklokaal
Woensdag 16 Januari Sportavond van
het Sportweekbestuur in Cantine N-V.
Dobbelmann
Dinsdag 15 Januari Lezingencomité
Spreker Aafje Top, de Parel
Vrijdag 18 Januari Uitvoering' Fanfare
corps „Concordia'', in Cantine Dob
belmann.
Donderdag 24 Januari Vergadering A.R.
Kiesvereen. Spreker de heer van Eysden
Zaterdag 26 Januari Uitvoering Mannen
koor „Onvermoeid Vooruit" in de
Cantine N.V. Dobbelmann
Op de drempel
Zo is het jaar dan nu weer rond.
Er bleven veel problemen,
We moesten twalef maanden lang
Wat geven en wat nemen.
Er was veel zorg, veel moeite en strijd
Maar toch ook zegeningen.
Ze waren klein, maar bleken vaak
De allerfijnste dingen.
En ook al lijkt de toekomst zwart,
We zullen niet versagen;
We weten toch, na elke nacht
Zal 't morgenrood weer dagen.
We hebben toch nog moed en durf,
Vertrouwen, trots de zorgen;
We komen er wel weer doorheen,
Is 't heden niet, dan morgen!
En daarom, lezers, weg die frons,
De rimpels glad, keep smiling;
Al staat ons lhnd er niet best voor,
't Komt toch niet op de veiling
Komt tijd, komt raad,, ook in 't
[Nieuwjaar,
We zullen overwinnen
En die gedachte zij Uw deel
Als 't nieuwe jaar gaat beginnen!
Dat jaar geve U gezondheid, kracht,
Steeds arbeid, al Uw dager.;
Wie stoer begint, hij komt er wel,
Die wordt nimmer verslagen!
Zie moedig twee en vijftig in,
We gaan als vrije mensen!
Houdt rechte koers, blijf één van zin,
Dit zijn mijn beste wensen
H. v. H.
Gevonden en Verloren voorwerpen
Gevonden: 1 blauwe handschoen,
1 groene handschoen, 1 broodzak
met inh., 1 bruine want, 1 schakel-
armbandje, 1 bruine handschoen.
Verloren: 1 licht bruine want, 1
gouden broche, 1 boodschappentas,
1 bruine want.
Kan dit ook altijd van ons gezegd
worden? De jaarwende is een ge
schikte gelegenheid, om hierop
Uzelf een antwoord te geven. In
vele gevallen immers moeten we
erkennen: „Aan hem is niets ge
daan"; we hebben* het verzuimd,
zuimd, vergeten of niet nodig ge
acht.
Goede voornemens? Best. Denk dan
aan Uw verzuim. Begin het jaar
goed, door aangedaan ^onrecht te
herstellen, vergeten beloningen als
nog te geven, dank te betuigen voor
de tip, die zo waardevol bleek te
zijn; de eens aangeboden vrienden
hand alsnog te drukken.
Zal het dan niet zó zijn, dat we het
nieuwe jaar ingaan met voldoening,
met blijdschap enoptimisme?
O ja, we weten er alles van: 1952
zal een moeilijk jaar worden. Maar
we hebben wel eens meer moeilijke
jaren gehad, nog maar zeer onlangs
Of bent U de jaren 19401945 ver
geten? De hele historie van ons
land door kennen we die jaren:
1914-1918, 1795-1813, 1672
Maar we kwamen er altijd door
heen. Waarom zouden we niet door
1952 komen, zelfs als zijn de pers
pectieven nog zo bedenkelijk?
Daarom wensen we U, van harte,
een goed 1952. We zullen onze
<Z>dccaunla.ntjla.nti L -
J-. vcu^ dp c JLc^a Qr 3:/ i
\\cadcLin x. veen
\ven*st cliënten en velenden een cj-ezetsend /9S2