Weekblad voor Waddinxveen yKwde-t de Vrouw. De> Spieqd van de week Kris-Rras Uit het Parlement Vacantie No. 423 Vrijdag 24 Juli 1953 9e Jaargang Adres Redactie en Administratie: Oranjelaan 30, Waddinxveen, Telef. 438 Verschijnt elke Vrijdag Abonnementsgeld per kwartaal f 1.00 bij vooruitbetaling Advertentieprijs 6 ct, familieadvertenties 7 ct per m m. Bijdragen, Verslagen, etc. uiterlijk 's Woendagsavonds inzenden. ter K; Veertig jaar Soesterberg125 jaar Koninklijke Militaire Academie te Breda wij werden er wel bij bepaald, dat ook voor Nederland „het militaire" van groot, zo niet van overwegend belang moet zijn. De tij den zijn wel veranderd! De veertig jaar vlieg-vooruitgang werd te Soes terberg overduidelijk gedemonstreerd en men kon zich haast niet voorstel len, dat die oude „Spin" met z'n kale motor, z'n fietswielen en spandraden toch nog de lucht in ging. Welk een vooruitgang in 40 jaar, de nieuwste en modernste toestellen die overda- verden in machtige formaties of oor verdovend gierden vliegende ver huiswagens, die parachutisten bij tientallen losten. Onze gedachten gingen bij dit alles uit naar een vlieg tuig-demonstratie na de eerste we reldoorlog in 1918, toen een enkele parachutist, genaamd Fehrenbach, te Amsterdam z'n demonstraties gaf naar de Elta, waar destijds een pa rachute-springer van het toestel moest worden afgeslagen, omdat hij de bemanning door zijn angst in ge vaar bracht. En hier hier vielen de parachutisten als dorre bladeren van een boomGelukikg is er bij het grote vliegfeest geen enkele onge val gebeurd, ofschoon straaljager piloten, die tegen de risico's van de deelneming aan dit vliegfeest een on gevallenverzekering wilden afsluiten, hierin niet slaagden. Dit is weer te begrijpen, als men weet, dat in twee maanden tijds niet minder dan negen straaljagers verongelukten. De ge weldige vooruitgang wordt ten deze duur betaald. Ook te Breda werd eigenlijk de verandering der tijden gedemon streerd. Degeen, wiens oude partij voorheen het „geen man en geen cent" in het vaandel schreef, sprak de openingsrede voor de K.M.A Veranderde tijden Zulks heeft te Alphen aan den Rijn de zo bekende Avifauna onder vonden. Niets is zo grillig als de gunst van het publiek. De grote trek naar dit vogelpark werd minder de inkomsten hielden daarmede ge lijke tred en na het uitstel van beta ling dat móest worden aangevraagd, heeft de Amsterdamse rechtbank nu het faillissement uitgesproken. Tegen deze beschikking is bij het Amster damse Gerechtshof oppèl aangete kend, doch de curatoren menen dat ook al zou de surseance worden ver lengd, de Avifauna toch in October zal moetenr liquideren, daar de schuld f 750.000.bedraagt. Men schijnt nu te onderhandelen om de inventaris en de levende have naar elders over te brengen, waarbij werd gesproken over Amsterdam en Den Haag. Zelfs Nice en Brussel zouden voor deze onderneming wat voelen. Voor vele inwoners van Alphen is de ver dwijning van de Avifauna een ge duchte tegenvaller. Tegenvallers komen overal voor dit zij hun een (schrale troost. Zo had een hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat te Haarlem de te genvaller, dat een van zijn onderge schikten protesteerde tegen de ver bouwing en verfraaiing van zijn kan toor. Om dit eens nader te onderzoe ken werd een commissie ingesteld, die ontdekte, dat de gelden voor een gedeelte waren onttrokken aan fond sen, bestemd voor onderhoudswerken van het Noordzeekanaal. Het gevolg van een en ander was, dat de hoofd ingenieur per 1 September zal wor den overgeplaatst naar Middelburg dat een ander in zijn mooie antoor zijn intrek zal nemen. Moet deze meneer dus naar Mid delburg emigreren, onze autori teiten zijn over zijn handelwijze min der goed te spreken dan de Canadese autoriteiten over de 80.000 Nederlan ders, die sinds de oorlog naar Canada vertrokken. Met optimisme zien die autoriteiten de komst van meer Nederlanders te gemoet. Zij laten landbouwers zon der enige beperking toe. Voor ande ren geldt, dat eerst moet worden na pegaan, of zij wel in het bedrijf ste en passen. In de intellectuële beroe- en zijn niet veel vacatures, doch 'ervoor geldt, dat een beheersing fan de Engelse taal een eerste ver- piste is. Zijn dit gunstige berichten uit het buitenland, ook uit Rusland werd van een geslaagde handelstransactie melding gemaakt. De Russen aan vaarden dit jaar niet minder dan 200.000 vaten haring. Een overeen komst voor de levering van 150.000 vaten werd dezer dagen afgesloten, terwijl er reeds meer dan 40.000 va ten zijn geleverd. Gunstig of niet gunstig zo men het wil noemen, er komt dezer dagen een proef-mobilisatie. Manschappen wor den opgeroepen en auto's gevorderd. Gelukkig maar bij wijze van proef. BRUILOFT. De kogel is door de kerk. Ik stond er gewoon versteld van toen ik het bericht hoorde. En ondanks alle waarschuwingen die ik haar gege ven heb, heeft zij toch doorgezet. Ik ben nu bang dat het niet goed zal gaan, die avond. Maar ik ben nu helemaal de kluts kwijt, want ik merk nu pas dat ik U nog niet eens gezegd heb wat ik be doel met die kogel door de kerk. Welnu, ik ben al 24 jaar peter en mijn vrouw meter. Nu gaat onzé be schermelinge toch tróuwen! Dat heb ik zo maar niet kunnen verwerken en daarom ben ik naar haar huis ge gaan en gevraagd of dat trouwbe- richt waarheid was. „Ja, zeker, lief petertje, zegt ze, „waarom zou ik dat niet doen. Mijn uitzet is klaar, mijn toekomstig man mag dan nog niet zo'n hoog loon hebben, maar U weet, dat ik ook best mijn handen kan ge bruiken en desnoods enkele werk huizen niet laat schieten. We hebben ruim een jaar gewacht met dat huis, weet u wel, maar nu krijgen we dat huis en waarom zou ik dan niet gaan trouwen met mijn jongen, die er al lang naar hunkert op een eigen stoel aan een eigen tafel te zitten. Hi] is 2£ nu en ik 24. Vindt U dat geen mooie leeftijd om een eigen huishou ding te stichten? Maar ik heb nog iets anders te vragen, petertje. We houden een gezellige avond en zoudt U dan ceremoniemeester willen we zen? Toe, petertje, geef me daar eens antwoord op?" Ik weet dan nu zeker dat ze trou wen gaat met haar held van stille dromen. Nou ja, vooruit maar, tegen houden kan ik het niet. Maar dat ze nu juist mij vraagt ceremoniemees ter te zijn op de avond van de brui loft, nu, daar zit ik mee omhoog. Wat moet ik verzinnen om dat stel mensen een hele avond bezig te hou den? Ik heb niet veel tijd meer om dat karweitje voor te bereiden. En toch, toen ze het mij vroeg wist ik op hetzelfde moment, dat ik het doen zou. En graag ook. Het is het laatste wat ik voor haar doen kan. Met moeilijkheden na haar huwelijksdag moet ik overal buiten blijven, dan heeft ze haar man. En die moeilijk heden komen onvermijdelijk. Want in ieder huwelijk gebeurt dat. Maar die kunnen ze samen oplossen, daar heb ben ze mij heus niet voor nodig. Maar ik ga ceremoniemeesteren op haar avond, de avond die zij nooit meer mag vergeten. En hoeveel maal wordt er niet meer gedacht aan de bruiloftsavond? Tot de volgende week. KRIS-KRAS P.S. Op onverklaarbare wijze werd mijn vorig artikel aan het eind ontij dig afgebroken. De met spanning verbeide inter pellatie Roosjen over de lerarensa larissen is enigszins wonderlijk ver lopen. Ongetwijfeld werd zij geboren uit het vermoeden dat Minister Cals niet uit het voortvarende hout is ge sneden, dat men wel zou wensen. In verschillende weliswaar moeilijke problemen heeft hij het verlos sende woord nog niet gesproken. En hoewel hij reeds geruime tijd gele den heeft beloofd dat het overleg met de lerarenorganisaties vóór Septem ber geëindigd zou zijn, is daarvan tot op heden niets gebleken. De heer Roosjen viel hem daarom lastig met een minder prettige interpellatie. Eerlijkheidshalve moeten we zeggen niet overtuigd te zijn van de spoed, waarmede de Regering deze kwestie behandelt. Zij sleept reeds drie jaren. Minister Cals is daarvoor verant woordelijk sinds September van het vorige jaar, want toen is hij minis ter geworden. Hij behoefde dus slechts voor een paar maanden aan te tonen dat er niet getreuzeld is. Nu zeide hij, dat het overleg in Februari is begonnen en dat het Kabinet eind Juni zijn standpunt heeft bepaald. Tussen December en Februari zitten dus ruim twee verloren maanden en nadien hebben de leraren onderhan deld. Neen, overtuigend was dit niet. Maar de Minister beloofde nog eens, dat hij zal proberen vóór September de zaak in kannen en kruiken te hebben, Deze herhaalde belofte had de heer Roosjen voldoende kunnen zijn. Zou de bewindsman zijn af spraak niet nakomen, dan had hij al tijd de gelegenheid er na het korte zomerreces op terug te komen. Maar hij diende een motie in, waarin „te leurstelling" werd uitgesproken. Op een wijze die eigenlijk afkeuring be tekende. De Minister nam dit niet. Hij sprak het onaanvaardbaar uit en dreigde dus met aftreden voor het geval het voorstel zou worden aan genomen. De heej Roosjen koos de wijste partij en trok zijn voorstel in. Daar mee was dit onnodige incident van de baan. Wat in de Tweede Kamer span nend kan zijn, is vaak in de Eerste Kamer een tam geval. Heel duidelijk bleek dit deze week toen men in de Senaat het veelbesproken ontwerp, rechtshandelingen landbouwgron den, behandelde. De eindstemming wordt pas Dinsdag a.s. gehouden. Maar de standpunten zijn inmid dels wel duidelijk geworden. Van de grote strijd die de Tweede Kamer destijds heeft gevoerd over de prijs- beheersing van de landbouwgronden is niet veel meer overgebleven. Zoals zich aan de grote lijn, zonder de po- het een Senaat betaamt, hield men litieke hartstochten een rol te laten spelen. De twee grote fracties, de k.v.p. en de p.v.d.a., zullen de be windsman steunen. De eerste omdat de wet nu een tijdelijk karakter heeft; de laatste omdat zij het prin cipieel met Minister Mansholt eens is. Zij betreurt hoogstens, dat door deze wet grote noodtoestanden in de landbouwwereld niet kunnen worden opgelost. Evenals in de Tweede Kamer zijn de fracties der a.r. en de v.v.d. op verschillende punten verdeeld. Dat zal ook bij de eindstemming wel blij ken. De c.h. zal echter tegenstem men. Mr. Kolff had overwegende be zwaren tegen dit voorstel, dat het arbeiders onmogelijk zou maken om ooit zelf een middelgroot bedrijf te bezitten. Nieuwe argumenten heeft dit debat echter niet meer opgele verd. Dat kon ook moeilijk, want het ging om een kwestie, die sinds 1945 op de agenda van vele topfunctiona rissen in de landbouworganisaties staat. Er is veel tegen en er is veel voor. De voordelen zijn ongetwijfeld, dat de versnippering van grond wordt voorkomen, dat een redelijke prijsbasis mogelijk wordt, dat de pachter een voorkeursrecht krijgt en dat er niet een al te vrij spel van vraag en aanbod zal zijn. Een nadeel is de onzekerheid of het systeem van prijsbeheersing wel effectief is, ter wijl ook de termijn van 5 jaar (hoe men er ook over denken moge) een verkeerde mentaliteit kan kweken. Wellicht zal men vijf jaar wachten om een stuk grond te verkopen in de hoop, dat dan de prijzen vrij zullen zijn. Voor de Kamerleden is het nu maar de vraag hoe men al deze voordelen tegen de nadelen laat op wegen. HET OUDERLIJKE GEZAG. Van een lezeres, die haar naam en adres liever niet in de krant gepubli ceerd ziet, ontving ik een klacht over de tegenwoordige jeugd. Het is een zeer uitvoerig schrijven, waaruit ik niet ga citeren. Ik wil slechts een kort resumé geven en dan zullen on ze lezeressen wel begrijpen, waar het over gaat. Schrijfster, moeder van vijf kinde ren in de leeftijd van zeven tot zes tien jaar, vraagt, of ik niet van me ning ben, dat de mentaliteit van de tegenwoordige jeugd anders en be denkelijker is dan van vorige gene raties. „In mijn kinderjaren", zo zegt deze lezeres, „was het „ja" van va der of moeder" zonder meer bin dend. Daar werd niet meer over ge- discusseerd. En wij legden er ons bij neer. Natuurlijk was het in de mees te gevallen spijtig, als onze wensen niet werden vervuld, maar het gezag van vader en moeder was onaantast baar". Dan vertelt de lezeres enkele gevallen van haar eigen kinderen en het zijn vooral de oudsten, die zich maar moeilijk'bij een negatieve be slissing kunnen neerleggen. En ten slotte vraagt de briefschrijfster zich af, of ze soms in de opvoeding van haar kinderen tekort is geschoten. Waarde mevrouw, laat U dit al lereerst een troost mogen zijn: Niets is zo moeilijk als kinderen opvoeden. Daar kun je geen generale regels voor geven omdat er geen twee de zelfde kinderen in de wereld zijn. Ieder kind heeft zijn eigen aard, fou ten, gebreken en onhebbelijkheden, goede kanten, nukken, luimen, enz. Het is niet waar, dat een kind het product is van de som der beide ouders. M.a.w.: de karaktertrekken van de beide ouders vindt men ook altijd terug in het kind. Dat behoeft helemaal niet zo te zijn; integen deel. Heel dikwijls vindt men de heb belijk- en onhebbelijkheden van voorouders tot in drie en vier ge slachten terug in het kind. En hoe vaak vraagt een vader of een moe der zich af, bij het constateren van een karaktertrek in zijn of haar kind: Van wie zou hij dat hebben? Waren de kinderen vroeger volg zamer, gehoorzamer en minder eisend dan tegenwoordig? Ja. Mijn oudste dochter laat zich wel eens woorden ontvallen, die ik nu nog niet tegen mijn vader en moeder zou durven zeggen. Ligt de oorzaak hiervan in een fout in de opvoeding? Wij heb ben het onszelf wel eens afgevraagd. Maar ook dit is niet altijd het geval. Onze jongste kwam eens op een mid dag thuis van de kleuterschool. Het was in het late najaar en het eerste, wat de vierjarige dreumes zei: „Het is verrekt koud vandaag". Niemand bij ons in huis bezigt dergelijke uit drukkingen, maar het kind had het gehoord van de concierge. En vond het zo mooi, dat het deze gepeperde uitdrukking had onthouden. Zou een schoolconcierge een goede dertig jaar geleden ook iets dergelijks ge zegd hebben in het bijzijn van kin deren? Ik betwijfel het. Waarmee ik maar zeggen wil, dat de jeugd wél het product is van alle ouderen van deze tijd. Daar kunnen de ouders in dividueel weinig aan veranderen. Natuurlijk hebben we onze jongste op duidelijke wijze aan zijn groeien de verstand gebracht, dat die uit drukking een lelijk woord inhield. En nadien hebben wij het nooit meer uit zijn mond gehoord. Wij, ouders, zullen het er allemaal wel mee eens zijn, dat onze kinderen ons in deze tijd veel spoediger ont groeien dan een paar generaties eer der. De kinderen zijn veel zelfstandi ger, vrijer en misschien ook wel vlotter. Dat heeft z'n voor en z'n tegen. Het tegen is, dat de mentali teit in vele gevallen wel eens beden kelijk wordt. Het voor is, dat het kind eerder op eigen benen leert staan. Er moet tegenwoordig ontzag gelijk veel geleerd worden. Men kan niets meer beginnen zonder diplo ma's of vergunningen. Een timmer man, die zijn zoon later de zaak wil overdoen, zal er voor moeten zorg dragen, dat het kind het midden standsdiploma heelt. Misschien ook nog wel een vestigingsvergunning, dus: vakbekwaamheidsdiploma. Vroe ger ging dat alles veel eenvoudiger: op zekere leeftijd ging vader stil le ven en de zoon, die al jaren in het bedrijf van vader werkte, nam dit geruisloos over. Bij de gratie van va der. Nu is dat anders en kan vader er weinig of niets aan doen. De zoon kan in het bedrijf komen bij de gra tie van de vereiste diploma's. Het gaat dus veel eerder een zijweg in van het leven. Die zijweg bestond vroeger niet. Is er reden om ongerust te zijn? Naar mijn mening niet. Wanneer de ouders hun kinderen een zo goed mo gelijke opvoeding geven en in be paalde gevallen, als het beslist nood zakelijk is, het been absoluut strak houden, ook op latere leeftijd, dan zullen er gewoonlijk geen ongeluk ken gebeuren en goen déraillementen We kunnen ons grijzende hoofd dan wel eens schudden over de „menta liteit van de hedendaagse jeugd", iedere tijd heeft zijn eigen zeden, gewoonten, fouten en gebreken. Waarschijnlijk hebben op hun beurt onze ouders ook wel eens hun eer biedwaardige hoofden geschud over De zomervacanties zijn weer aan de gang en anders staan ze voor de deur; je ziet al veel bussen, en blij klinkt gezang van kind'ren, met blozende kleur. We kijken des morgens al vroeg naar het weer en lezen vóór 't nieuws eerst „De Bilt"; misschien heb je ook eens geluk deze keer en is 't buiten min of meer mild. Een regendag is een verliespost altijd voor wie z'n vacantie geniet. De zon en de wolken, ze voeren een strijd: het eeuwige, zomerse lied. Ons land met z'n grillig klimaat heel het jaar, maakt dat je vertwijfelend staat; mooi weer als je werkt, en maak je je klaar, dan regent 't van vroeg tot laat Vacantie, dat is in ons landje een gok, voorspellingen zeggen niet veel; zo vaak schiet „De Bilt" in deez' dagen een bok, dan kijk je van nijd welhaast scheel. Je moet het maar nemen zoals het is en heb je geluk: wees dan blij; tien maanden lang is 't in ons landje steeds fris en dan neemt geen mens immers vrij Enfin, niet getreurd, lieden, trek er op uit, trek je van het weer maar niets aan; neem in deze weken maar fiks een besluit om fijn met vacantie te gaan. De een zal het treffen, de ander heeft pech: mooi weer, regen, onweer, een hoos; Doch gaat het in 't leven gewoon lijk, zo, zeg, bij U en bij mij niet altoos? HENK VAN HEESWIJK. ons. Wij spreken immers ook zo vaak en zo graag over „die goeie, ouwe tijd". Waarmee we dan zeggen wil len, dat de tegenwoordige tijd niet veel bizonders is. Maar is dat ook niet voor een goed deel onze eigen schuld? En ten slotte nog dit: Op een ge geven ogenblik gaat een kind zijn eigen weg. Dat geschiedt bij het ene kind eerder dan bij het andere. Het kind ontgroeit langzamerhand het gezin, waarin het is geboren en ge togen. Dat is zo de loop van 's men sen leven en er zijn heel wat ouders, die dat wel eens kunstmatig probe ren tegen te houden. Het is als bij een nest vogels: op een gegeven ogenblik slaan de jongen hun vleu gels uit en vliegen weg. In het be gin komen ze nog terug op het ouder lijke nest, maar na een poosje ver dwijnen ze en komen niet weer. Ze beginnen zelf. Zo gaat het ook in het mensenle ven. Langzamerhand ontgroeien onze kinderen aan het gezin. Ze leren op eigen benen te staan en worden zelf standig. Dat is voor ons, ouders, te vens het bewijs, dat wij ouder wor den. Endat er langzamerhand een einde komt aan onze taak. Wan neer dan het kind blijkt op eigen benen te kunnen staan, wel, dan zul len we voldoening kunnen hebben van ons opvoedende werk. En kun nen we dankbaar zijn, dat we aan de maatschappij weer een waardig lid hebben afgeleverd. Dat klinkt misschien wat materialistisch, maar in wezen is het de bekroning van de taak der ouders. Laat onze brief schrijfster zich maar niet te onge rust maken over haar kroost. Niets van hetgeen zij opgesomd heeft, is verontrustend! DORA WERTH. Arbeid overwint alles Dit weekend zal op de inwoners van Waddinxveen een beroep wor den gedaan om een gave ten bate van het werk van de A.V.O. Wat is en doet de A.V.O.? Zij is: De Nederlandse Vereniging Sociale Zorg voor Minder-validen „Actio Vincit Omnia" (Arbeid over wint alles). Haar doel is:

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1953 | | pagina 1