K.N.A.B. JEUGDSPORTKAMP 1953
Hoe Gerrit de Graaf
het Kroningsfeest vierde
beschaafd Dienstmeisje
Woensdag 12 Aug. G.Z.C. ADe
Gouwe A.
WATERPOLO.
Gouwe 1B.Z.C. 1.
Voor de wedstrijd welke alleen
van belang was voor de bezetting
van de tweede plaats was veel be
langstelling.
In een vlotte wedstrijd heeft „De
Gouwe" revance genomen voor de
51 nederlaag in Bergambacht. Het
was vooral Van der Linde, die ge
weldig op dreef was en de gehele
achterhoede van B.Z.C. uit het ver
band speelde. Al direct zette de
thuisclub het B.Z.C.-doel onder druk
en het was v. d. Linde die met een
fraai schot zijn club de leiding gaf.
Even daarna scoorde hij weer. Daar
na volgde enige aanvallen op het
Gouwe-doel, maar De Oudsten gaf
niet thuis en weer was het Van der
Linde die de stand op 30 bracht.
Zo kwam de rust.
Na hervatting kreeg de wedstrijd
een minder prettig karakter, daar de
B.Z.C.-mensen de in het vooruitzicht
gestelde nederlaag moeilijk konden
slikken. Er werd ruw gespeeld en op
een gegeven moment moesten twee
spelers het water uit. Maar de Gou
we bleef het offensief voortzetten en
voerde de stand op tot 50, daarna
was het van Wijngaarden die de eer
der gasten redde en de stand op 51
bracht.
Gouwe 11 dames zijn kampioen ge
worden met een 50 overwinning
op de dames uit Bodegraven. Onze
hartelijke gelukwensen.
De Adsp. 11 wonnen met 40 van
de G.Z.C. adsp.
Ook dit jaar hebben Junioren van
de voetbalverenigingen „Waddinx-
veen" weer aan één der Jeugdsport-
kampen deelgenomen en wel in de
week van 25 Juli t.m. 1 Aug. 1953.
Niet minder dan 36 jongens (12 meer
dan verleden jaar) namen hieraan
deel, terwijl 4 leiders (met hun da
mes) meegingen.
Direct bij het vertrek al zat de
stemming er goed in. Wij vertrok
ken met een grote trailer waarop
ook de fietsen en de bagage was ge
laden. Ieder die deze wagen voorbij
zag gaan, keek deze met een lach
na. Het was ook een fantastisch ge
zicht om de vol beladen wagen voor
bij te zien suizen met de jongens
die bijna de gehele reis hebben ge
zongen. Het „leve de Geel- met
Zwarten" was niet van de lucht.
Trouwens wat zingen betreft heeft
Waddinxveen getoond dat zij dat on
der de knie hebben, want in het
kamp hadden zij al gauw de naam
van „Zingende jongens met een fan
tastische geest" te pakken en dat is
de gehele week zo gebleven. Om c.a.
4 uur kwamen wij in Doetinchem
aan en werden gelijktijdig de tenten
aangewezen waar onze jongens ver
der cte gehele week zouden bivak
keren. Daarna werd eerst het mee
gebrachte brood genuttigd waarna
verschillende groepen erop uit trok
ken om Doetinchem en omgeving
eens te verkennen. Eén groep heeft
b.v. „de Kruisberg" bezocht, terwijl
een andere groep Kasteel „Slangen
burg" gingen bezichtigen met het
daarbij behorende bos. Omstreeks 11
uur was iéder weer iri het kamp
aanwezig en werden de slaapplaat
sen opgezocht. Van slapen is echter
de eerste nacht niet veel gekomen
want om 2.30 uur had nog niemand
geslapen en om 5 uur waren de
meeste al weer present. Maar ach
zo'n eerste nacht in de tent is altijd
wat onwennig en de andere nachten
was dit al gewend en sliep ieder zijn
volle nachten uit. 's Maandags h d
onze vereniging corvéé. Nu dat liep
allemaal even vlot en de corvéélei-
der had dan ook voor onze jongens
niets anders dan lof.
Nu moet u niet denken dat dit een
gemakkelijke taak was, want eer 450
jongensmagen gevoed zijn komt er
heel wat kijken. Er moeten b.v. 3000
boterhammen besmeerd en belegd
worden. Ruim 300 kg. aardappelen
gepit, gamellen moeten schoonge
maakt worden. W.C.'s moeten een
goede beurt hebben. Het Kampter
rein moet schoongehouden worden
van papier en stro. Kortom om al
les vlot te laten verlopen waren on
ze jongens practisch de gehele dag in
de weer. Dat de Maandag dan ook
spoedig om was behoeft u niet te
verwonderen. Dinsdags begonnen de
sportwedstrijden. Welnu onze jon
gens hebben het zeer goed gedaan.
De A-junioren eindigden opde twee
de plaats onder E.D.O. uit Haarlem,
doch boven S.V.V. uit Schiedam en
D.S.O. uit Zoetermeer. Ook B be
haalde de 2e plaats, terwijl d'e C-tjes
ook niet onderaan eindigden. Ook
bij de andere wedstrijden was
.Waddinxveen" vaak favoriet.
Een Kampzevenal speelde nl. een
Polowedstrijd tegen D.D.D. uit Doe
tinchem. In dit zevental kwamen
niet minder dan 4 Waddinxveners
voor, terwijl een der Kampstaflei-
ders in het doel lag. Er speelden dus
slechts 2 junioren van andere ver
enigingen mede. Bij de 50 meter vrije
slag plaatste onze junior A. Schildt
zich in de finale als 2e, terwijl P.
Hogerbrugge als 3e aantikte. De 4 x
50 meter estafette werd een over
winning voor onze jongens, na zware
strijd met de vereniging Maarssen.
De jongens die dit succes behaalden
waren P. Hogerbrugeg, J. de Leeuw,
N. de Leeuw en A. Schildt. Tenslot
te wist N. de Hartog nog beslag te
leggen op de le prijs bij tafeltennis.
Voorwaar dus mooie successen van
onze jongens.
's Woensdags mochten wij ons in
veel belangstelling verheugen. Er
Kwam nl. een bus van Buitelaar op
oezoek waarin verschillende ouders
/an de aanwezige junioren waren
fezeten. Jammer, zeer jammer was
het, dat in deze bus ook niet. een
der oprichters van de op te richten
Zaterdagmiddagvereniging was ge
zeten. Hij had dan van nabij kunnen
aanschouwen dat door ons geen on
derscheid wordt gemaakt tussen
jongens welke later naar de Zondag
dan wel naar de Zaterdagmiddagaf
deling zullen overgaan.. Hij had dan
kunnen zien dat hierin ook door de
K.N.A.B., waarin zij toch eventueel
uit zullen komen, geen onderscheid
wordt gemaak. In het kamp waren
wij allen één. In het kamp waren
aanwezig R.K. verenigingen, neutra
le verenigingen en christelijke ver
enigingen, doch alle jongens waren
vrienden en van een groepjesgeest
was niets te bespeuren. Helaas staat
Waddinxveen echter bekend door het
vormen van groepjes en deze geest
is nu ook helaas tot onze vereniging
doorgedrongen. Echter hopen wij
Jeugdleiders en Junioren dat de een
heid tussen de leden van Zaterdag
en Zondagafdeling behouden blijft
en dat onze leden zich niet zullen
laten bewegen tot een stap in het
donker door verkeerde voorlichting.
Keren wij nu weer tot de kampweek
terug, dan dient nog vermeld te wor
den dat de Vrijdag werd gebruikt
om een tocht te maken naar Hoog
Elten. Jammer was het dat het
's middags begon te regenen en wij
in de stromende regen naar Doetin
chem terug moesten fietsen. Op deze
tocht hebben onze jongens kunnen
genieten van het natuurschoon wat
in de Achterhoek in zo grote mate
aanwezig is. Wij fietsten door Mont-
ferland met zijn prachtige bossen.
Wij bezichtigden het Kasteel in
's Heerenberg en wij genoten van het
panorama in Hoog Elten. Drijfnat
keerden wij in Doetinchem terug,
doch dit verhinderde ons niet om
luidkeels zingende het kamp binnen
te komen. Werkelijk de geest onder
onze jongens is de gehele week puik
geweest, 's Zaterdagsmorgens om 12
uur vertrokken wij weer uit het
kamp en kwamen om c.a. 3'.30 uur
weer in Waddinxveen aan.
Junioren zowel als leiders kunnen
niet anders zeggen dan dat een
mooie vacantieweek weer achter de
rug was en verschillende junioren
gaven zich nu reeds op voor Jeugd-
sportkamp 1954. Vanaf deze plaats
willen wij dan ook ieder dank zeg
gen voor de hulp welke wij mochten
ondervinden bij het organiseren van
deze Kampweek.
Namens Junioren en Leiders.
W. DE LEEUW.
door J. W. OOMS.
Het is ontaard, zoals vele manlui
in Braank (gew. voor Brandwijk) en
wijders in de Alblasserwaard het
Kroningsfeest in '98 gevierd hebben.
Wie dat in deze contreije heeft
meegemaakt, kan daar barre staal
tjes van verhalen.
Eerstens zal verteld worden op hoe
afschuwelijke wijze acht Braanksche
boeren aan hun endje gekomen zijn,
die met nog vijf andere manlui,
allegaar boeren uit Braank op een
boerenwagen met opgelegde burrie
naar de stad van Dordt gereden zijn
om de Kroningsfeesten van de stad-
sche snuiters te zien. Wijders zal
verhaald worden van de verfoeilijke
braspartij in „Boerenklaas" waar het
zo merakels is toegegaan, dat het zo
hevig nog nooit eerder vertoond is
in deze contreije.
Niet dat iedereen zo ontaard ge
feest heeft, dat niet! Want, waar
om zou men er om liegen zonder
veel vijf en of zessen zal men ook
vertellen van het armetierige dag-
geldertje dat in een krotje op Gij-
beland woonde en één van zijn twee
keugies verkocht om van de daar
door verkregen guldens een bijster
mooi vlaggedoek te kopen, want,
zegde die goeiige vent, 't is Kro
ningsfeest, feest in mijn hart en dat
moet aan mijn kotje gezien kunnen
worden. En daar dan nog bij zal
men ook verhalen van Gijsbert Ver-
w'eij, boer op grote doening en we
duwnaar, die ze op Kroningsdag nog
bruiner gebakken heeft door met
opgesierde tilbury naar Giessen-
Oukerk te rijden om daar een jong
meidje als vrouw te vragen, zeggen
de: er is nou 'n Koningin op de
troon, er moet ook een Koningin op
mijn doening; zeven jaar ben ik
weêuwenaar, maar zonder wijf le'ven
is voor een boer niet te harden.
Ja, zo legde die Gijsbert Verweij
dat aan op de Kroningsdag; en als er
zijn, die het niet geloven, die gaan
maar eens horen bij de familie van
Zwaantje de Jong zo heette dat
meidje dan zullen ze wel nader
van deze zaak vernemen.
Maar Gerrit de Graaf, die in '98
op de Armenhofstee boerde, heeft in
die Septembermaand al heel eigen
aardig feest gevierd, dat is ook ge
weten in deze streek.
Gerrit de Graaf was in die tijd
goed veertig jaren oud en vijftien ja
ren getrouwd met Aafje Zwijnen-
burg, die geboren en getogen was
op Alblas, dat ook in de Waard ligt.
Keinders hadden ze in hun trouw
dag echter niet ontvangen. En dat
was een lee geval voor deze beide
mensen. Ze waren allebei erg op
keinders, dus dat was een moeilijke
zaak, dat is toch te verstaan. Samen
poerden ze stug op de doening, hun
pokkei begon al te buigen van het
moeie werk. Het viel niet mee op
zo'n huurhofsteedje en ware het niet,
dat het bestuur van de Nederlands
Hervormde Gemeente nogal soepel
was wat betreft de richtige nako
ming van de betaling der huurpen
ningen, dan was Gerrit de Graaf
misschien al daggelder instêe van
boer geweest.
Het was nog vroeg in de morgen
op de dag, waarop Koningin Wilhel-
mina gekroond zou worden, toen
Piet Blokland, doodgraver en klok
luider, de vlag op de Braakschen to
ren zette. Krek kwam Gerrit de
Graaf met de melkemmer onder de
leste ty>ei vandaan, toen Piet de vlag
uitrolde. Gerrit de Graaf zag dat.
We kunnen van deze dag blijd zijn
dat God ons een vorstin geeft, dacht
Gerrit. En wijdens: wat is het ont
aard mooi als een volk 'n Koningin
ontvangt.
Maar toen ook opeens dwerrelde
weer door zijn hoofd het grote ver
langen van hem en zijn vrouw; een
keind! Jarenlang hadden ze gehoopt
maar deze was ten leste gaan tanen.
Het wier hem opeens zo moei toen hij
naar de vlag stond te kijken.
We krijgen een Koningin, prakke-
zeerde hij, dat is om dankbaar te
zijn; doch een jonkie krijgen wij
niet.
Toen hij met de volle melkbussen
de wurf opkwam en Aafje hem tege
moet liep met een juk, zegde hij
tegen zijn vrouw wat hij zo net be
peinsde.
Aafje zegde echter niks weerom.
Gerrit vond dat vreemd.
Maar toen hij in het achterhuis
een bakje koffie zat te slobberen
kwam Aafje naar hem toe met een
krant: „De Schoonhovense Nieuws-
krant".
Ze zegde niks maar wees naar een
advertentie.
Gerrit zette de grote kop op tafel
en las:
Wie is genegen en in staat om
een kind van IJ jaar (jongen)
,dat ouderloos is, liefderijk tot
zfch te nemen? Men vervoege
zich bij den directeur van het
Gasthuis te Gouda.
Nadat hij dit gelezen had, keek hij
zijn vrouw aan.
,,'t Is ommers vandaag Kronings
dag?" vroeg Aafje.
„Jaat meid, dat is het. Heel Hol
land viert feest; maar dat is toch
different aan dit
„Eigens zeg je dat het feestdag is
voor heel Holland", viel Aafje hem
in de rede, „dus ook voor ons bei
den. Wat zou jij er van denken om
naar Tergouw te rijen?"
„Een kind van een ander?" vroeg
hij verbaasd. Nog nimmer was dit
in hem opgekomen. „We krijgen om-
qiers zelf geen keinders?" vroeg
Aafje daarop.
,,'t Is lee", zegde hij, meer niet. Hij
las de advertentie nog eens netjes
over. Daarna zegde hij niks, een
half uur lang niet. Hij zat almaar
voor zich uit op de blank geschuurde
tafel te kijken.
Maar ten leste stond hij op en zeg
de: „Aafje, we rijen met de brik
naar Tergoüw". Hij voegde er niks
naders aan toe. De mensen in de Al
blasserwaard hebben niet veel praat
als het zware opgaven betreft. Hij
gong de zwarte uit het land halen en
voor de brik spannen.
Ondertussen trok Aafje haar beste
jak aan en zocht de duurste neepjes
muts die ze bezat, op. Toen Gerrit
het paard ingespannen had, trok hij
zijn Zondagse jas aan, een kwiek
billetikker.tje. Hij stak zijn voeten in
een paar glimmende petiens. Eer
weer een half uur verstreken was,
reden ze weg.
Het gong over de Ammersche
kaai op Bergstoep aan; daar voeren
ze met de trekpont over de Lek en
wijders gong het over Stolwijk en
Bergambacht rechtevoort op Gouda
af.
,,'t Is toch een ontaard lee geval,
meid", zegde Gerrit onderweg. „Nou
gaan wij een keind halen en bij de
meeste mensen worden ze gebracht,
zoals dat dan gezegd wordt
„Het kan dan zo ook nog wel goed
worden", zegde Aafje weerom.
Verders zegden ze weinig op deze
vreemde rit.
In Gouda bij het Gasthuis aange
komen zijnde, wier hun allereerst
gevraagd waarom ze juist krek op
deze dag kwamen, de directeur was
eigentlijk niet te spreken. Maar Aafje
zegde manhaftig tot den mijnheer,
die hun te woord stond: „We doch
ten zo, 't is feest vandaag, belnou,
wij wouen rechtevoort ook eens iets
feestelijks hebben".
Dit gezegde deed een hoop goed
bij de vent, constateerde Gerrit blijd.
Toen ze na een uur weer buiten
stonden, hadden ze de Directeur ge
sproken. Deze zou de zaak in behan
deling nemen en had al toegezegd,
dat, als de verdere inlichtingen klop
ten, de zaak voor mekaar zou ko
men.
Daar waren Gerrit en zijn vrouw
bar blij om. Toen ze weer op de
brik uit Gouda reden, zegde Aafje:
„Gerrit, 't is Kroningsfeest. Jonk, we
maggen blijd zijn met onze Konin
gin. Daar behoren we God voor te
danken.
„Jaat meid, we zijn dank ver
schuldigd", stemde Gerrit verheugd
in.
„Nou moesten wij de lui in Braank
ens laten zien hoe blijd wij zijn met
onze Koningin en met het keind dat
wij krijgen. We moeten in Bergam
bacht siergesnor kopen en onze brik
optuigen
„Neeë, dat kost geld ommers
„Beljaat, ik weet dat. Maar ik ben
zo bli»c# met deze dag, dat die paar
schellingen er nou maar af moeten".
En zo deden ze. In Bergambacht
kochten ze een paar vlaggedoekjes,
groene slingers en ander gesnor en
dat tuigden ze allegaar aan de brik.
De zwarte kreeg een paar oranje
rozetten in de manen.
Zo reden ze in de namiddag
Braank weer in.
Op het Braanksche dorp wier hij
opgehouden door enkele manlui die
vraagden of hij somwijlen naar de
Stolwijksche kermis geweest was.
Maar Gerrit gaf die lui aardig be
scheid.
„Nee", zegde hij, „ik en Aafje
zijn naar geen kermis geweest, maar
als je het weten wil, we zijn naar
het Gasthuis in Tergouw geweest en
we hebben de brik opgesierd omdat
het ommers Kroningsdag is en wij
blijd zijn.
Toen reed hij weer door. Ze had
den ontzettend veel bekijks en dat
is te verstaan, want het is geen alle
daagse zaak dat er een opgesierde
brik door Braank rijdt.
Maar bar en bar, wat is die eigen
ste avond nog hierover in Braank en
wijders in de contreije druk gepraat.
Gerrit de Graaf is gek geworden,
wier al gauw gezegd.
En om deze dwaze praat te bewij
zen wier er bij verteld, dat hij met
zijn frommes naar het Tergouwsche
Gasthuis geweest was en terugkwam
met opgesierde brik en daar nog bij
gezegd, dat ze blijd waren!
Mensen met het volle verstand ko
men niet met opgetuigde brik weer
om als ze op bezoek geweest zijn in
een ziekenhuis, zegde men er nog
achteraan.
En Jan van Adriaan van Geel, die
gezelschappen hield in zijn groot
voorhuis, zegde toen hij van deze
zaak hoorde, dat de wereld nu aan
het endje geraakte, want als er zo
locht over een Gasthuis en zieken
gedacht wier, zoals Gerrit de Graaf
gedaan had, was dat werk van Sa
tan eigens en zoude het oordeel
gauw vort komen.
Maar dezelfde avond, de avond
van Kroriingsdag, hebben Gerrit de
Graaf en zijn vrouw den Heere ge
dankt voor bet heil op dien dag.
Een Koningin op den troon en een
keind in huis. En al was dan het
brakkie niet van eigen bloed, zo
dochten ze, God had het dan toch zo
bestuurd, dat ze 't keind mochten
opvoeden en bij zich houden.
Drie weken later gongen ze weer
naar Gouda; ze gongen toen het
kind halen.
En toen nog wier in Braank ge
praat over de onte daad van Gerrit
de Graaf en z'n frommes, die naar
een Gasthuis gongen en met opge
tuigd spul teruggereden kwamen.
Want ont was het, dat moesten ze er
van zeggen. En de mensen in Braank
en wijders in de Alblasserwaard
vonden het een eigenaardige manier
van feestvieren.
Gerrit noch zijn vrouw hebben ooit
verdere uitlag gedaan van hun reis
op 6 September 1898.
Jaren later wier er soms nog over
hun tocht gesproken.
Maar Gerrit en Antje waren blij
met hun keind, hun levende herin
nering van het Kroningsfeest.
AANTAL EMIGRANTEN IS
DALENDE.
Daarvoor zijn verschillende oorzaken
Canada en Australië vragen emi
granten, voornamelijk Nederlanders.
Dit is officieel verklaard en de beide
bekendmakingen kwamen slechts en
kele dagen na elkander.
Vergeleken bij het le halfjaar van
1952, is de emigratie in de eerste zes
maanden van dit jaar sterk terugge
lopen. Zo gingen er van 1 Jan.30
Juni 1953 naar Australië 3600 emi
granten (zelfde periode in 1952: 7700)
en naar Canada c.a. 12.000 (v. j.
15.000), terwijl er naar Nieuw-Zee-
land 1300 vertrokken tegen 2700 in
dezelfde periode van 1952.
Hoe komt het, dat er plotseling
veel minder Nederlanders emigreren?
Daarvoor zijn verschillende oorza
ken aan te wijzen. In de eerste plaats
de ervaringen van reeds vertrokken
emigranten. Vooral uit Australië
kwamen in de laatste maanden van
het afgelopen jaar verontrustende
berichten. Deze waren weliswaar
dikwijls overdreven maai een feit
was tevens, dat verscheidene Austra-
lië-gangers naar hun vaderland re
tour gingen. Dikwijls ervaart men,
dat bepaalde reeds geëmigreerde
journalisten de toestanden in hun
nieuwe vaderland wat al te roos
kleurig geschilderd hadden en geble
ken is, dat vele emigranten daardoor
zo teleurgesteld en gedeprimeerd wa
ren, dat ze het liefst maar terugkeer
den. Vanzelfsprekend slaagt iemand
met vastberaden wil en energie, door
zettings- en aanpassingsvermogen in
de meeste gevallen en iemand met
een zwakke ruggegraat doet beter
niet te emigreren, onverschillig naar
welk land.
Een tweede oorzaak is te zoeken
in het feit, dat het oorlogsgevaar in
West-Europa steeds geringer wordt.
De eerste jaren na de oorlog vertrok
ken er grote aantallen Nederlanders
uit vrees voor het communisme, als
gevolg van de desillusies in ons land
na de vrede en ook doordat tal van
gedemobiliseerde militairen geen
passende werkkring meer konden
vinden. Deze aantallen werden steeds
kleiner en zij, die nu nog emigreren,
gaan hoofdzakelijk met het oog op
de toekomst van hun kinderen. Het
is voornamelijk de landbouwende
bevolking, die uitziet naar een
nieuw vaderland, waar grond en
werk is en toekomstmogelijkheden,
die men in het te kleine Nederland
mist. En ook dit aantal wordt min
der. Er zijn hoe langer hoe minder
mensen in ons land, die de moed
kunnen opbrengen om alle bestaan
de banden in het vaderland te ver
breken en te vertrekken naar een
nieuw land met weliswaar onbe
kende mogelijkheden, maar dan
toch mogelijkheden. En als laatste
factor kan niet over het hoofd wor
den gezien: het geld. Emigreren
kost geld en er zijn nog heel wat
adspirant-emigranten, die geen
geld bezitten. Voeg hierbij nog, dat
er ook heel wat mensen zijn, die op
zien tegen de administratieve romp
slomp, die de emigratie-voorberei
dingen met zich meebrengen, dan
nog het feit, dat er procentsgewijs
heel wat mensen in ons land zijn,
die principieel tegenstander zijn
van inenting en dit als een onover
komelijk bezwaar zien voor emigra
tie, dan kent men zo ongeveer de
oorzaken, die vele Nederlanders
weerhouden naar de vreemde te
vertrekken.
Misschien ziet de regering kans
om de emigratie-administratie wat
te vereenvoudigen. Dat zou al voor
velen eert stimulans zijn om alsnog
te emigreren, want Canada wil het
volgend jaar 25.000—30.000 Nederlan
ders toelaten, dus aanmerkelijk meer
dan thans het geval is. De helft van
de emigranten zal moeten bestaan
uit agrariërs of naaste bloedverwan
ten van reeds in Canada gevestigde
Nederlanders. Deze twee categorieën
kunnen zich reeds in September aan
melden. Zij vertrekken dan in Fe
bruari.
En uit Australië is officieel mede
gedeeld, dat in het belastingjaar 1953
—1954 uit Nederlands 20.000 „gezins
eenheden" zullen komen. Dit was het
resultaat, aldus de Australische mi
nister van Immigratie, Holt, het re
sultaat van zijn besprekingen met de
Nederlandse regering. Hij voegde er
aan toe, dat er geen limiet is vastge
steld voor het aantal immigranten.
Gevraagd een net
voo r dag en nacht in kleingezin
te Bergen (N.H.)
Aanmelden Brugweg 130,
Waddinxveen