Weekblad voor Waddinxveen
Tflaedec de Vrouw.
De Spiead van de week
Kris-Kras
Uit het Parlement.
Sinterklaas
Ook Spierpijn
1-7*1 SI =1.1
NÜTSSPAARBANK te WADDINXVEEN
No 441
Vrijdag 27 November 1953
9e Jaargang
Adres Redactie en Administratie:
Oranjelaan 30, Waddinxveen, Telef. 438
Verschijnt elke Vrijdag
Abonnementsgeld per kwartaal f 1.00 bij vooruitbetaling
Advertentieprijs 6 ct, familieadvertenties 7 ct per m-m.
Bijdragen, Verslagen, etc. uiterlijk
's Woendagsavonds inzenden.
Heeft de mens nu reeds krachten
ontketend, welke hij niet meer de
baas kan blijven? Men komt op zo'n
gedachte, als telkens weer straalja
gers of sneltreinen „in het nieuws"
verschijnen,.in het „ongelukken-
nieuws".
De snelheid kan niet meer worden
ingetoomd zo lijkt het tenminste.
Onze gejaagde wereld wil vooruit en
laat zich blijkbaar maar al te graag
opjagen. De maatregelen om naast
die opgevoerde snelheid een zelfde
veiligheid te garanderen, schieten te
kort en men kan alleen maar ho
pen, dat hierin op de duur verbete
ring zal komen.
Nog was ondanks het lange en mo
derne zoeken de 'plaats waar een
Thundorjet in de golven van het
IJsselmeer verdween, niet met ze
kerheid bepaald, of een nieuwe vlieg
ramp trof ons. Achttien toestellen
gingen bij helder zicht te Eindhoven
de lucht in, Dat heldere zicht werd
echter steeds minder. Zes toestellen
konden terugkomen, doch een dozijn
moest elders zijn fortuin zoeken.
Drie piloten landden „ergens in Ne
derland", zeven kwamen op Duitse
grond terecht en twee moesten zich
zelfs met de schietstoel in veiligheid
brengen, waarbij hun toestel uiter
aard verloren ging. Gelukkig kostte
dit alles geen mensenlevens, doch
de materiële schade loopt in de mil-
lioenen.
Nu is men al weer aan het harre
warren over de vraag, of dit grote,
kostbare ongeluk niet kon wordën
voorkomen. Men heeft toch z'n uit
voerige weerberichten men had
die mist toch kunnen voorzien?
Het zicht was, toen de toestellen op
stegen toch eigenlijk al onvoldoen
de?
Ja, zegt de een. Nee zegt natuur
lijk de man, die voor het opstijgen
der jagers de verantwoording droeg.
Bij dit napleiten is de eenvoudigste,
maar tevens de angstwekkendste
verklaring, dat hier krachten optre
den, die men niet meer de baas kan.
De veiligheidsmaatregelen, hoe in
genieus ook, blijven bij de tot in het
krankzinnige opgevoerde snelheden
te achterzowel in de lucht als
op het land. Voor dit laatste lever
den de Spoorwegen weer het bewijs.
Bij Breukelen ontsnapten drie
Amsterdammers in een auto te nau-
wernood aan de dood, toen een snel
trein door hen niet tijdig kon worden
pgemerkt, omdat huizen het zicht op
de spoorbaan belemmerden.
De treeplanken van de trein sloe
gen tegen de auto, doch mede door
dien de chauffeur de rem stevig
hield ingetrapt, werd "de auto niet
meegesleurd.
Ernstiger nog was het ongeluk bij
de bewaakte overweg, eveneens on
der Utrecht, waarvan de overweg
wachter de bomen niet had gesloten.
Een agent van politie, die daar
met een collega reed, werd door de
sneltrein AmsterdamUtrecht ge
grepen en gedood zijn collega, die
als door een wonder aan dit lot ont
kwam, moest echter met een shock
naar huis worden gebracht.
Kort geleden kwam een dergelijk
geval het openlaten van een
spoorwegovergang bij Twello
voor de Zutphense rechtbank in be
handeling.
De Officier van Justitie hield toen
een scherp requisitor, waarin hij o.m.
zei, dat de Spoorwegen snel, maar
niet meer veilig zijn.
Als deze nieuwe zaak voor komt
reeds is gebleken, dat de overweg
wachter al meer een dergelijke fout
had gemaakt en nochtans het zelfde
werk was blijven doen kan men
hetzelfde zeggen
Fouten zullen er altijd worden ge
maakt de mens is nu eenmaal feil
baar. Bij het tegenwoordige snelver
keer ook met auto's e.d. dient
men zich echter af te vragen, of niet
voorkomen moet worden, dat de fout
van een enkeling zulke ernstige ge
volgen met zich brengt.
Een fout die in de Gemeenteraad
van Den Haag werd gemaakt, door
dat no. 1 van een voordracht als
benoemd werd verklaard, ofschoon
in werkelijkheid de stemmen staak
ten, is voor de betrokkene niet pret
tig, doch zij kan nochtans worden
hersteld. Die eerste geneesheer bij
de ziekenhuizen aldaar zal er,toch
wel komen, al moet zijn benoeming
in de volgende zitting, 3,0 November,
wederom aan de orde worden ge
steld.
Prins Bernhard kwam deze week
gezond en wel per vliegtuig terug
uit Abessinië. De Abessijnse keizer
heeft de Prins zeer welwillend ont
vangen en hem medegedeeld dat er
voor Nederland goede kansen open
liggen in zijn land. 't Is nu maar te
hopen dat ons land niet de fout
maakt, deze kansen onbenut te laten.
IN DE KNOEI.
Onder ons gezegd wordt er aardig
over gebabbeld in Waddinxveen. De
ze week ontmoette ik een Waddinx-
vemer op een vergadering ergens in
de omgeving en die was bezig, tij
dens de pauze, zijn zakboekje te
raadplegen waarin een verlanglijstje
was geborgen van zijn vrouw, waar
op onderscheidene artikelen waren
geschreven die zij graag van de goe
de Sint zou ontvangen. Wat zat die
man te tobben! En reken maar dat
honderden mannen in Waddinxveen
met hetzelfde probleem zitten en er
over babbelen.
Maar ik heb reeds een goede keus
gemaakt en een koekoeks-klokje
voor mijn vrouw gekocht. Dat ding
heb ik geprobeerd in de winkel waar
ik hem kocht en een ogenblik dacht
ik in het voorjaar te leven, 'n Pracht
geluid, dat koekoek-geroep. Afijn,
met het apparaat onder mijn jas ben
ik thuisgekomen en ik heb het geval
in een kleerkast opgehangen. En mijn
vrouw maar raden en nog eens ra
den naar hetgeen ik gekocht had.
„Klets nou niet en wacht rustig 5
December af", zei ik. Het mag dan
niet fair zijn van me, maar ik heb
mijn vrouw geen antwoord meer ge
geven als zij over cadeaux begon.
Toch ben ik in de knoei geraakt met
die koekoek. Hoe het bestaat snap
ik niet, maar op een gegeven mo
ment begon die koekoek te koekoe
ken. Die klok hing in de kleerkast
en ik had hem niet opgewonden.
Een kwartier later deed ie het weer.
Of mijn vrouw, het hoorde weet ik
nog niet, want geen spier vertrok op
haar gezicht en ze zei niets. Even la
ter weer dat geroep. Ik werd er ner
veus van en ik wist niet wat ik doen
moest. Ging ik naar die kleerkast,
dan verraadde ik alles en dat kon
toch niet. Ik bleef dus rustig zitten
en hoorde dat gekoekoek maar aan.
Ik heb die klokjes altijd ontzettend
leuk gevonden, maar nu, op dit mo
ment, mocht voor mijn part de koe-
koekklok naar de koekoek lopen. En
intussen mijn vrouw maar naar me
kijken. En ik mijn ogen maar neer
slaan. Eindelijk zegt ze: „Hoor je on
ze koekoek niet?" „Ja, ja, ja", zeg
ik, „wat is dat eigenlijk?" „Dat hoor
je toch,een koekoeksklok, heb ik
gewonnen met een prijsvraag en is
straks thuis gebracht. Hij hangt in
de keuken. Vindt je het mooi?" „Ja,
ja, prachtig", zeg ik.
Maar ik zit er mee. Wat moet ik
nu met mtfn koekoek doen? Ik denk
dat ik hem maar ga ruilen voor een
koekoek met een basstem. Dan heb
ben we nog elk kwartier concert
ook!
Tot de volgende week.
KRIS-KRAS
WEL OF GEEN SINTERKLAAS
FEEST?
Lezeressen oordelen:
Beslist handhaven!
De vraag voor de maand Novem
ber heeft heel wat pennen in bewe
ging gezet. Ditmaal is er, voor wat
betreft de antwoorden zowel als de
uitspraak een record te noteren; er
kwamen 393 antwoorden uit vrijwel
alle delen des lands en alle 393 leze
ressen en lezers waren het er una
niem over eens, dat het Sinterklaas
feest moet blijven. Hierover bestaat
dus geen twijfel.
U herinnert zich ongetwijfeld nog:
wel de vraag van onze lezeres uit
Terneuzen, Mej. Th. de W. In het kort
kwam deze vraag hierop neer: Sin
terklaas is bedrog, want hij bestaat
niet. Verdient het daarom geen aan
beveling om het geven van geschen
ken te verschuiven naar Kerstmis?
In vrijwel alle landen geeft men el
kaar bij de Kerstboom geschenken.
En de middenstand ondervindt geen
schade, want geschenken koopt men
toch.
Wij vroegen het oordeel van onze
lezeressen en prompt volgde er een
stroom van brieven.
Als we conclusies gaan trekken uit
de meningen, die onze lezeressen ten
beste geven, dan komen we tot de
volgende stellingen:
1. Het Kerstfeest staat volkomen
los van het Sinterklaasfeest. (Mevr.
G. B.M. te Winsum).
2. Het Sinterklaasfeest is een pret
tig feest; hetKerstfeest een mooi
en heerlijk feest. (Mevr. C. H. v. d.
M.M. te Gorinchem).
3. Het Sinterklaasfeest is een sym
bool van naastenliefde. (Mevr. A. H.-
B te Sappemeer).
4. Verschuiving van 5 naar 25 Dec.
met het geven van geschenken, zou
ten gevolge hebben, dat de werkelij
ke betekenis van het Kerstfeest op
de achtergrond zou geraken. (De
heer T. S. te Hoogezand c. a.)
5. Sinterklaas is een specifiek Ne
derlands feest (folklore). (Mevi'. A.
Z.N. te Gorinchem c.a.)
We zouden zo nog wel een aantal
stellingen kunnen neerschrijven aan
de hand van uitspraken van onze
lezeressen. Zo schrijft mevr. G. v. d.
W.M. te Gorinchem o.m. „Kerst
feest is veel te ernstig om pakjes te
maken, zoals met Sinterklaas, waar
men elkaar tracht beet te nemen", enz.
En mevr. H. P.E. te Harkstede
neemt het op voor het Sinterklaas
feest, omdat het „een sprookje is
voor de kinderen, in deze zakelijke
wereld".
Aan de andere kant waren er ook
een aantal onlogische argumenten.
Zo verdedigt een lezeres het Sinter
klaasfeest door te beweren: „Sint, in
zijn bisschoppelijk gewaad en Zwar
te Piet in zijn even kleurige costuum,
de grote zak met geheimzinnige pak
jes, dit alles spreekt voornamelijk tot
de kleine kinderen en dat mis je met
Kerstmis" Ik kan hiertegen aanvoe
ren: De Kerstman kan ook in een
veelkleurig gewaad worden gestoken
en hij draagt, volgens de overleve
ring ook een zak met geheimzinnige
pakjes bij zich, terwijl bovendien een
„brandende" kerstboom minstens
evenveel tot de verbeelding van de
kinderen. Dus dit argument gaat in
geen geval op. Ook Kerstmis spreekt
tot de jeugd, zeker evenveel als het
Sinterklaasfeest, wil het goed zijn.
Maar de meeste lezeressen hadden
dit bezwaar. Ik citeer uit de brief
van Mevr. A D.de J. te Arkel: „Met
Kerstmis gedenken wij de geboorte
van Jezus Christus. Dit feest béhoort
gevierd te worden met een zekere
wijding.' De huiselijke gezelligheid
mag hierbij natuurlijk niet ontbre
ken, maar doel en strekking van
't Kerstfeest is niet elkaar cadeau
tjes géven, maar wel: samen blij
zijn om het wonder van Christus'
geboorte. Volgens mij wordt men
door deze geschenkengeverij hiervan
afgeleid, ja, het kan hoofdzaak wor
den".
Zo dacht het grootste aantal brief
schrijfsters en -schrijvers er over.
Het komt dus hierop neer: beide
feesten moeten beslist gescheiden
worden gehouden. Het ene (Sinter
klaas) is meer een feest van foppe
rijen en verrassingen, van plezier en
jool; het Kerstfeest daarentegen
moet een feest zijn van herdenken
en innerlijke verdieping, onverschil
lig hoe men ook denkt over het feit
op zichzelf: de geboorte van Chris
tus.
In ieder geval is dit komen vast
te staan: Het Sinterklaasfeest moe
ten we beslist handhaven.
En nu de gelukkige voor de prijs.
Aangezien in wezen alle antwoorden
op hetzelfde punt neerkwamen, was
het ditmaal erg moeilijk om uit te
maken, wie met het beste en kortst
geformuleerde antwoord uit de bus
kwam. Na wikken en wegen heeft de
jury, bestaande uit mevr. M. Zelden-
rijk, de heer H. van Heeswijk en on
dergetekende besloten als het beste
antwoord te belonen met een boek
de mening van mevrouw A. Dulle-
meyer—de Jonge, Jeugdherberg „De
Pinksterblom" te Arkel in Zuid-Hol
land. Het zou te veel plaatsruimte
vergen, als we de antwoorden van de
prijswinnaressen publiceren; trou
wens, van mevrouw Dullemeyer
plaatsen we hierboven al een gedeel
te. Gefeliciteerd, mevrouw, en harte
lijk dank voor Uw goed gefundeerd
antwoord.
Het tweede boek gaat naar Mej. C.
A. Vermeulen, Tuinstraat 35 te Bos
koop. In haar antwoord schrijft me
juffrouw Vermeulen o.m.: „Sint Ni-
colaas, vroeger bisschop, heeft in zijn
tijd veel goeds gedaan en dit wordt
in feite herdacht, waarbij dan Sin
terklaas (met zijn knecht) wordt uit
gebeeld. Ik zou zeggen, wie van een
gezellige avond houdt, die doet mee
met de pakjesavondEn met
Kerstmis geschenken te geven? Dat
vind ik niet zo op zijn plaats, want
we zullen dan geneigd zijn ons te
verheugen op de geschenken, die ons
te wachten staan, inplaats van op de
viering van de geboorte van Chris
tus.
Ten slotte heeft de jury besloten
ditmaal nog een derde boek beschik
baar te stellen, aangezien een derde
antwoord in grote trekken gelijk
was aan dat der twee bovengenoem
de lezeresssen. Dit boek gaat naar de
heer T. Schutter, Kerkstraat 157
te Hoogezand. Zijn antwoord komt,
zoals gezegd, in feite weer op de
der beide bovengenoemde dames.
Ten slotte nog een eervolle ver
melding voor de heer K. D. te Men-
singeweer (Gr.), Mevr. M. v. D.H.
te Slochteren (Gr.), en Mevr. J. D.
v. d. G. te Zuilen. De drie boeken
zijn inmiddels aan de betrokkenen
verzonden. En alle andere 390 leze
ressen en lezers, die mij hun visie
gaven op dit punt: hartelijk dank
voor Uw moeite.
De December-prijsvraag hoop ik
volgende week in deze rubriek op te
nemen. Ik kan wel reeds verklappen,
dat het een interessant en actueel on
derwerp is, en ik hoop, dat ook dit
maal weer veel antwoorden zullen
komen. Ook worden er nog eens twee
boeken beschikbaar gesteld voor de
beste antwoorden. Ik moet wel ver
zoeken om beknopte antwoorden.
Een goed antwoord op een bepaalde
vraag ligt niet in veelheid van woor
den. Laten we als maximum aan
houden één velletje kwarto papier,
aan één zijde beschreven. Dat is voor
ons ook gemakkelijker te beoordelen.
De deze week binnen gekomen
vragen zullen volgende week behan
deld worden.
DORA WERTH
De begrotingsslag in de Tweede
Kamer is in volle gang. Men is op
het tijdschema ten achter geraakt,
maar dat is niet alleen de schuld
van de Kamer. Het blijkt steeds dui
delijker dat de Ministers dit tempo
onmogelijk kunnen bijhouden. Bo
vendien worden vele belangrijke on
derwerpen aan de orde gesteld, die
veel tijd vergen, zodat de tien dagen
voorsprong, die men oorspronkelijk
had op verleden jaar, weer geheel
verloren zijn gegaan. Voorzitter Kor-
tenhorst heeft een „feestprogramma"
zoals hij dat zelf noemde aan
gekondigd. En dat hield in de Zater
dagavond vrij te houden. De zweep
ligt over de Kamerleden, die soms
tot diep in de nacht of tot de vroege
ochtend moeten ploeteren. Tenminste
als ze er zijn. Ook nu de vooruitzich
ten op een verhoogde schadeloosstel
ling zo gunstig zijn, is het bezoek
niet verbeterd. Niet zelden komt het
voor, dat de grote zaal slechts door
zes a tien mensen bezet is. Dat zijn
dan de sprekers, die over het onder
werp dat behandeld wordt, het woord
voeren. Neen. verheffend is dit
schouwspel niet altijd. Men kan van
een Kamerlid niet verwachten, dat
hij week in week uit op zijn bankje
zit. Maar anderzijds zou een trouwe
re opkomst in de avonduren stellig
niet te veel zijn gevraagd.
De begrotingen, die tot nu toe aan
de orde zijn geweest, hebben nog
niet veel opgeleverd. De belangrijke
hoofdstukken moeten nog komen.
Zo af en toe komt er echter plot
seling een verrassende mededeling
van achter de Regeringstafel. De ver
klaring van Minister Witte over de
bouw van te kleine woningen werd
algemeen als verrasend beoordeeld.
De cijfers daarover zijn verontrus
tend, aldus de bewindsman. In Am
sterdam is in 1952 van het totaal van
de nieuwgebouwde woningwetwonin
gen 12.6 pet. besteed voor de bouw
van 1 slaapkamerwoningen, 3'7 pet.
voor twee slaapkamerwoningen, 39
pet. voor 3 slaapkamerwoningen, en
9.1 pet. voor 4 slaapkamerwoningen.
Voor Rotterdam bedragen deze per
centages resp. 6.9, 67.4, 20 en 5.7.
Voor Den Haag: 31.4, 43,4, 20.4 en
1.6.. De bouw van zulk een groot
aantal kleine woningen bevordert
niet een gezond huwelijksleven, al
dus Minister Witte. Deze hoopte ver
der zonder zich definitief te wil
len binden dat het woningtekort
in 1960 opgeheven zal zijn. Dat is
zoals de papieren nu staan moge
lijk, maar dat wil nog niet zeggen,
dat op die datum ook een einde is
gekomen aan de woningnood. Voor
deze is opgeheven, zijn er al heel wat
jaren na 1960 verstreken, want zo-
wuptütziHg..
Sinterklaas is weer gekomen
in ons dierbaar Nederland;
kleine en grote mensen dromen
van de gaven van zijn hand.
Zal hij ook weer aan ons denken?
Komt hij ook naar ons wel toe?
Brengt hij ons straks zijn geschen-
[ken?
Of is het misschien een roe?
Kleine en grote mensen weten:
weldra komt de goede Sint.
Niemand zal hij hier vergeten:
noch de groten, noch het kind.
Gul zal hij zijn gaven geven,
d' een wat minder, d'ander meer.
Vijf December, 't duurt nog even,
en Sint legt zijn gaven neer.
Och, in deze blijde dagen
zijn wij, ouderen, als het kind,
dat, wil 't Sinterklaasfeest slagen,
't weer een groot genoegen vindt',
als we dan surprises krijgen,
'n pakje, dat 'n verrassing is;
alle veeten blijven zwijgen,
alle ruzie, dat 's gewis.
Mocht van deze geest iets blijven
ook na 't Sinterklaasfestijn;
'n einde kwam er aan het kijven,
er zou altijd vrede zijn.
Mocht die geest ons meer regeren,
ook als Sint er is geweest.
'k Durf dan haast wel te beweren:
't Leven was dan immer feest.
HENK VAN HEESWIJK
lang er nog krotten zijn in Neder
land, zolang is er nog woningnood.
Overigens is het opheffen van het
woningtekort natuurlijk het belang
rijkste. De huizenbouw zal daarom
voor de duizenden ambtenaren voor
dit doel worden beperkt.
Minister Donker is een zeer be
kwaam man. Er is niemand in de
Kamer die het waagt dit te betwijfe
len. Met grote energie is hij verleden
jaar op het departement aan het
werk gegaan en nu kon hij aankon
digen dat er binnenkort 25 wetsont
werpen van hem te verwachten zijn.
Dat is een ontzaglijke hoeveelheid.
Temeer, daar deze voorstellen vaak
uiterst moeilijke problemen betref
fen, zoals de politiekwestie, de ad
ministratieve rechtspraak en een
nieuw Burgerlijk Wetboek. Het was
Prof. Gerbrandy die op zijn eigen
wijze bezwaar maakte tegen deze
arbeid. De Minister is volgens hem
te wetgeverig. En dat zou verband
houden met zijn socialistische uit
gangspunt. Het recht moet naar zijn
mening niet te centraal worden ge
regeld.
Minister Donker nam met dit ver
wijt geen genoegen. Er moeten veel
wetten komen, omdat we een enorme
achterstand hebben. Gedurende de
oorlog en de jaren daarna heeft het
departement, wat de wetgevende ar
beid betreft, stilgelegen/fau is het de
tijd.
Het was een principieel debat, dat
de moeite waard was om aan te ho
ren. Maar het was ook het
enige interessante punt, dat aan de
orde is gekomen. De politiek delin
quenten, die nu nog zitten, heben
van Minister Donker niet veel goeds
te verwachten. Zij hebben allen cri-
minale delicten gepleegd. De tijde
lijk gestraften (tot hoogstens 20 jaar)
kunnen over vier jaar vrij komen, als
zij zich goed gedragen. En na vier
jaar wordt bekeken wat met de le
venslang gestraften gaat gebeuren.
Het is uitgesloten, dat sommigen van
hen dan op jaren worden gesteld.
en rheumatische pijnen
wrijft U weg met
Een krekeltje zei eens tot een miertje
Dat sparen helpt je immers geen ziertje,
Maar de winter brak aan
En 't was met de krekel gedaan.
Doch niet met het spaarzame diertje.
Spiegelt U aan deze wijze les. Spaart voor de tijden waarin grote
uitgaven gedaan moeten worden, Brengt geregeld iets weg of laat
het wekelijk of maandelijks halen door de OPHAALDIENST van de
Kanaalstraat 9 Telefoon 668
Bijkantoor van de Nutsspaarbank te Gouda