Weekblad voor Waddinxveen
Moede* de Vrouw.
De> Spiead van de week
Kris-Kras
öenk gr eens &&n!
De eerste Raadsvergadering in 1954
IJS,
No 451
Vrijdag 5 Februari 1954
9e Jaargang
Adres Redactie en Administratie:
Oranjelaan 30, Waddinxveen, Telef. 438
Verschijnt elke Vrijdag
Abonnementsgeld per kwartaal f 1.00 bij vooruitbetaling
Advertentieprijs 6 ct, familieadvertenties 7 ct per m-m.
Bijdragen, Verslagen, etc. uiterlijk
's Woendagsavonds inzenden.
Hoewel het in Nederland een ge
waagde onderneming is, over het
weer te schrijven niets verander
lijker dan dat, ziet het er toch
naar uit, dat de voorspelling van
sommigen, dat de dooi nu wel zal
invallen, omdat de elfstedentocht
werd uitgeschreven niet zal uitko
men. Even voor wij met dit over
zichtje begonnen, draaiden we nog
eens het telefonische weerbericht.
En dat luidde voor degenen, die
zich verheugden op de beroemdste
nationale schaatsengebeurtenis, bij
zonder gunstig Temperaturen
van 7 tot 15 graden werden op
gegeven de metalen stem had het
over koude lucht uit Siberië en
sprak over overwegend matige tot
stevige vorst. Het is maar goed, dat
wij mensen aan het weer niets kun
nen veranderen en dat wij het moe
ten „nemen zoals het valt", hoewel
wij ofschoon beter wetend diep
in ons hart wel eens „de Bilt" de
schuld van het, dan natuurlijk ons
niet passende weer geven. „De Bilt",
het Koninklijk Nederlands Meteoro
logisch Instituut dan, heeft zijn
eeuwfeest gevierd. Zoals dat hoort:
met vele ere-gasten onder wie Prins
Bernhard, die was gekomen om
medailles uit te reiken aan 10 gezag
voerders der Nederlandse Koopvaar
dij, die het K.N.M.I. belangrijke
diensten hadden verleend door hun
waarnemingen geregeld door te ge
ven.
Om nog even bij het weer te blij
ven: Er zal wel geen Nederlander
zijn geweest, die Zondag lj. er niet
even aan heeft gedacht, dat het een
jaar geleden heel ander weer was.
Een jaar geledende Ramp. Zij
werd Maandag in verscheidene
plaatsen herdacht. Zo te 's Graven
deel, waar een monument werd ont
huld ter herinnering aan de 38 do
den, die de watersnood hier had
gevergd te Amsterdam, Den Haag
en Rotterdam, waar tentoonstellin
gen over de Ramp worden gehou
den. De radio, in de Rampdagen
van zo grote betekenis, liet zich bij
de herdenking ook niet onbetuigd.
Het traditionele jaardiner van de
Buitenlandse Pers, was geheel aan
de herdenking gewijd. De minister
van Waterstaat, mr. J Algera, hield
een rede, waarin hij verklaarde,
voorstander te zijn \sn het afslui
ten der zeedijken. De reeds op 21
Februari 1953 geïnstalleerde Delta
commissie zal de vraag moeten be
antwoorden of een afsluiting van
óe zeegaten behoort tot de maatre
gelen, die moeten worden genomen
om de veiligheid van ons land te
vergroten. Zou men niet tot afslui
ting overgaan, dan moeten alle dij
ken, die bij deze zeearmen zijn be
trokken, worden verzwaard en ver
hoogd. Wel zijn de kosten voor het
grote plan hoog, doch dit geldt ook
voor de verzwaring der bestaande
dijken. De deskundigen achten de
afsluiting der zeearmen technisch
mogelijk. „Hier is een stuk werk te
aoen, dat past bij onze volksaard en
bij onze speciale deskundigheid", al
dus besloot de minister.
De afsluiting der zeegaten zou in
derdaad vele voordelen geven, ook
voor de landbouw, daar de verzil-
ting der bodem erdoor zou worden
tegengegaan. Dat de Zeeuwse mos
selen- en oestercultuur erdoor zou
verdwijnen staat hier weer tegen
over, doch van groot belang moet
evens worden geacht, dat de Zeeuw
se eilanden, gemakkelijker zouden
zijn te bereiken. Lang voor de Ramp
waren er reeds gegronde klachten
over de slechte verbindingen, die
Schouwen Duiveland bijvoorbeeld
(Zierikzee) met de overige delen van
ons land had. En ook nu weer, nu
door de vorst de verbinding Katse-
veerGoes moest uitvallen en het
veer bij Zijpe alleen overdag kan vo
ren, ondervindt men, wat het wil
zeggen, vrijwel geïsoleerd te moeten
leven.
Dat het dijkherstel ook door de
vorst vertraging ondervindt, spreekt
welhaast vanzelf. Een groot deel der
„uitgevroren arbeiders" is naar huis
gezonden.
Ten slotte nog een enkel woord
over het Amsterdamse tramschan
daal. Het hoofd van dit trambedrijf,
ir. Hofman, is bij de Pers nooit per
sona grata geweest. Want hoewel hij
bet trambedrijf indertijd rendabel
maakte, hield hij er niet van, met
de Pers op goede voet te komen. De
critiek, die in ingezonden stukken
op de tram werd geoefend sug
gesties voor verbeteringen, die de
directeur aan de hand werden ge
daan, werden door de jaren heen
min of meer hooghartig getorpe
deerd. Het verwondert dan ook nie
mand, dat de Amsterdamse dagbla
den nu B. en W. hebben medege
deeld, dat „buiten de directie om"
een onderzoek naar het wagenpark
zal worden ingesteld unaniem
van mening zijn, dat deze directeur
nu maar heen moet gaan. Een onge
luk komt nooit alleen: de Amster
damse tram zit nu eenmaal in het
hoekje waar de slagen vallen en er
gaat haast geen dag voorbij, of de
tram is bij een aanrijding betrok
ken.
DE TIMMERMAN.
Niet om wat te zeggen, maar de
timmerman, die vroeger in het dorp
waar ik als kleine jongen woonde,
zijn boterham met of zonder beleg
ging moest verdienen, was gelijk
koster van beroep. En omdat hij
koster was, was het helemaal niet
vreemd, dat hij op gezette tijden een
hoge hoed droeg en een lange zwar
te jas, behorend bij de uniformen
van het doodbiddersgilde. Zijn vrouw
hield er ook nog een water- en
vuurstokerij op na en dan kwamen
de vrouwen op Maandagmorgen
voor twee centen een hete emmer
water halen. En omdat haar man
koster was, was zij het die de kerk
schoon hield. De koster zelf was te
gelijkertijd de tuinman van de do-
miné en je mocht dat tuintje best
bekijken.
Ach, hoe was de situatie in zo'n
dorp. De meesten hielden er een ne
venbetrekking op na en je wist niet
beter of het hoorde zo. De schoen
maker was wethouder en kruide
nier, waar de jeugd voor de cent
die zij eens per week van hun
ouders kregen, drop of zoethout
konden kopen.
Maar de timmerman spande de
kroon met zijn betrekkingen. En
daarom werd hij voor de meest ge
ziene man van het dorp aangezien.
Zijn raad werd dikwijls gevraagd
enopgevolgd.
En op een goeie dag werd hem
het dorp te klein en vertrok hij om
van de verdiende centen te gaan le
ven in een bosrijke omgeving.
Toevallig was ik deze week bij
hem. En ik stond verbaasd dat hij
nu de timmerman van het dorp was.
Als een heer gekleed deed hij mij
open en zijn vrouw herkende ik he
lemaal niet meer, zo chique zag zij
er uit.
Natuurlijk sprak zij over het dorp
waar we vandaan kwamen en zo
langzamerhand vertelde zij me, dat
zer er nu een pension op na hield,
wat ettelijke duizenden guldens per
jaar opleverde en zij er nu best van
korfden komen. Haar „timmerman"
verzorgde de inkopen en admini
stratie en haalt en brengt de bagage
van de gasten van en naar het sta
tion. Ik stond perplex. Wat een ge
luk had die eenvoudige koster-tim
merman gehad. Wat een zaken
mensen! Toen ik weg ging had ik
een bewijs in handen, dat ik veer
tien dagen welkom was van de zo
mer tegen betaling van een aanzien
lijk bedrag, een bedrag waarvan ik
weet, dat geen enkele vacantie mij
dat gekost heeft. Een snuggere wa
ter- en vuurvrouw heeft mij dat ge
lapt!!!
Tot de volgende week.
KRIS-KRAS
Over enkele maanden zullen weer
een groot aantal kinderen de eerste
etappe van hun theoretische bekwa
ming voor het komende leven hebben
voltooid. Dan zullen de zes klassen
van de lagere school zijn doorlopen
en openen zich nieuwe perspectie
ven, zijn er nieuwe wegen, waar
langs het kind, het Uwe en het mij
ne, verder zal kunnen gaan. Ik denk
aan de Huishoudschool, de Ulo, de
Ambachtschool en het voortgezet
Lager Onderwijs. En er zullen al
wel heel wat ouders zijn die wel
licht gevraagd zullen hebben aan
hun kind of kinderen: wat wil je
later worden?
Daarop krijgt men vaak de meest
fantastische antwoorden. Toen wij
een paar jaar geleden met onze oud
ste zoon een dag op Schiphol waren,
stond voor hem de toekomst reeds
vast: hij wilde piloot worden. Maar
toen we een maand later een reis
maakten met de nieuwste diesel-
trein, leek het hem aardiger, om wa
genvoerder te worden bij de Spoor
wegen. Wij hebben ten slotte zelf de
knoop maar doorgehakt en gezegd:
Best, je gaat voorlopig maar naar de
U.L.O. en dan kunnen we over een
paar jaar wel verder zien. En onze
zoon is daarmee tevreden.
Geen twee kinderen zijn hetzelfde.
Vaak ziet men in hetzelfde gezin,
dat het ene kind op 12-jarige leef
tijd al positief zijn toekomst ziet en
er zich serieus op toe gaat leggen,
terwijl een ander drie jaar later nog
niet weet, welke richting hij uit zal
gaan. Nu is dit voor een jongen dan
ook moeilijker dan voor een meisje.
Want het is in de regel zo, dat de
jongen straks als man en vader het
brood voor zich en zijn gezin zal
moeten verdienen en het leven is te
genwoordig zo gecompliceerd ge
worden, dat men vrijwel voor iedere
branche of bedrijf een diploma moet
hebben om de vereiste vergunning
te kunnen bekomen.
Het probleem der beroepskeuze
wordt dus over enkele maanden
weer actueel. Onze lezeres uit Lisse,
mevr. Th. G. de Z—V., is dan ook
beslist niet te laat, als zij mij nu al
schrijft over deze aangelegenheid en
mij in een uitvoerige brief vertelt
van haar beide kinderen, die straks
de zes klassen der lagere school
doorlopen zullen hebben. En in deze
brief komt tenslotte de kernvraag:
„Wat is Uw oordeel over de psycho
techniek?"
Ik zou in mijn antwoord eigenlijk
ste geval ga zeggen: Mensen, laat je
kinderen psycho-technisch testen,
want dat is je ware, zwijg ik ook
over de mislukkingen. Ik ben niet
deskundig genoeg, om er mijn oor
deel over te vormen.
Maardaar hebben onze leze
ressen en lezers, ouders van op
groeiende kinderen natuurlijk niets
aan. En daaróm vraag ik onze leze-
ressenkring (en natuurlijk ook de
lezers!): hebt U goede of minder-
gunstige ervaringen met psycho
technisch onderzoek? Schrijf het me
dan eens. Dan kan ik in deze ru
briek het voor en tegen afwegen.
Ik wil er graag nog een rubriek aan
wagen, want ik ben er van over
tuigd, dat heel wat ouders wel wat
meer over deze materie wensen te
weten. Afgesproken? Ik wacht dan
eerst even Uw brieven af. Daarna
praten we er nog eens over.
DORA WERTH
heel kort kunnen zijn: ik heb er
geen oordeel over, omdat ik geen
mijner kinderen ooit psycho-tech
nisch heb laten testen en het waar
schijnlijk ook wel niet zal laten
doen. Hieruit moeten onze lezeres
sen niet gaan opmaken, dat ik er
vijandig of onverschillig tegenover
sta. Want dit is niet het geval. Dat
ik mijn kinderen niet laat testen
heeft verschillende oorzaken. Wij
beiden, mijn man en ik, zijn van me
ning, dat de beroepskeuze voor ons
kroost tot nu toe geen moeilijkheden
heeft opgeleverd; onze beide oud
sten weten zo ongeveer al wel, wat
ze willen, en de twee jongsten heb
ben nog de tijd. Als onze oudste
zoon zijn Ulo-diploma heeft, dan
kunnen we hem altijd nog laten
testen, als dit nodig zou blijken.
Al sta ik dus geheel niet vijandig
tegenover de psycho-techniek (inte
gendeel: ik neem aan, dat dit sy
steem onder bepaalde omstandighe
den zeer nuttig kan zijn), toch heb
ik twee bezwaren. In de eerste
plaats vind ik het tarief te hoog.
Voor de massa is deze manier van
onderzoek naar de mogelijkheden
voor een kina onbetaalbaar. Maar
het grootste bezwaar tegen de psy
cho-techniek, voor wat betreft dan
het onderzoek, is, dat ik nog nooit in
een of ander rapport practische re
sultaten heb gezien. Nog zeer on
langs was, ik als lid van het school
bestuur qp een ouderavond, waar
een directeur van een psycho-tech
nisch instituut een lezing hield. De
lezing was beslist interessant en ik
kreeg respect voor de wijze, waarop
deze deskundige dit onderzoek met
vele voorbeelden illustreerde in zijn
betoog. Maar op een vraag van een
der ouders, of men ook een stati
stiek kon tonen van de practische
resultaten, moest de spreker het
antwoord schuldig blijven; die was
er niet. Na het advies verbreekt
men meteen weer het contact met
het kind en zijn ouders en men
weet dus in het geheel niet, of het
advies goed of niet goed is geweest.
Nu kan ik misschien wel met en
kele voorbeelden aantonen, dat be
paalde uitgebrachte adviezen juist
zijn geweest. Ik heb in mijn kennis
senkring mensen, die hun kind of
kinderen hebben laten testen. Zij
kozen het beroep, dat werd geadvi
seerd en het ging goed. Aan de an
dere kant kan ik ook gevallen sig
naleren, dat het gegeven advies on
juist was. Zo min als ik in het eer-
Zijn we 's zomers s' morgens buiten
Dan genieten wij steeds weer
Van 't gemengde vogel-zangkoor,
Van hun mooi gekwinkeleer.
Zijn we 's zomers 's middags buiten
Dan doet zich ons oog te-goed
Aan hun licht, gracieus bewegen,
Aan hun bonte kleurengloed.
Zijn we 's zomers 's avonds buiten,
We genieten allemaal
Van de koning aller zangers,
Onze vriend de nachtegaal.
Zijn we 's winters 's morgens binnen
Bij het lekker warme vuur,
Vriest het, dat de stenen kraken,
Is de wind echt schraal en guur,
Laten we dén óók efcns kijken
In de vogel-maatschappij:
Gooi wat kruimels, geef wat water,
Maak je zomer-vrienden blij!
CLINGE DOORENBOS
In de vergadering van de ge
meenteraad van vorige week Vrijdag
heeft burgemeester Warnaar in zijn
Nieuwjaarsrede zijn blijdschap uitge
sproken over het feit, dat de gemeen
telijke molen thans weer op volle
toeren kan draaien. Het stratenplan
aan de Sniepweg nadert zijn vol
tooiing, waarmede de laatste bouw
grond aldaar wordt opengelegd. In
middels is opdracht gegeven voor het
ontwerpen van een nieuw uitbrei
dingsplan ten noorden van de Kerk-
weg, dat uiterlijk in 1956 geheel ge
reed moet zijn. Na dat jaar zal de
bouwerij zich in die richting moeten
bewegen.
De verdere uitvoering van het we-
deropbouwplan is dezer dagen aan
besteed. De onderhandelingen met
het R.K. kerkbestuur die tot enige
stagnatie hebben aanleding gegeven,
zijn tot een voor alle partijen gunsti
ge oplossing gekomen. De electrifica-
tie van de straatverlichting is goed-
gevorderd en de plannen om daar in
1954 mee voort te gaan liggen gereed.
De vooruitzichten van de woning
bouw zijn minder gunstig. Het bouw
volume, dat aan Zuid-Holland wordt
toegewezen is beslist onvoldoende.
Op deze wijze zal de woningnood, die
de minister in 1960 wenst verdwe
nen te zien, nog in onverminderde
mate voortduren. Waddinxveen zal
tenminste 100 huizen per jaar moeten
kunnen bouwen en spreker heeft
hierin zeer weinig vertrouwen.
De burgemeester bracht hulde aan
de firma Rehorst, die de particuliere
woningbouw gaat ter hand nemen.
Tot dusver is de activiteit op dit ter
rein teleurstellend geweest. Gehoopt
wordt, dat vele anderen het goede
voorbeeld zullen volgen. B. en W.
overwegen om te beslissen personen,
die in staat geacht kunnen worden
zelf een huis te doen bouwen, niet
meer in aanmerking te laten komen
voor toewijzing van woningwetwo
ningen. Burgemeester Warnaar be
handelde verder nog enkele onderde
len van het rapport van de advies
commissie woonruimte en deelde
daarbij mede, dat de woningbouw
nummer één zal blijven.
Bij de behandeling van ingekomen
stukken deelde de voorzitter mede,
dat van Gedeputeerde Staten het ver
zoek is ontvangen om het raadsbe
sluit tot toekenning vna voorschot
ten aan de Schoolbesturen op de
vijfjaarlijkse afrekening in te trek
ken, omdat dit besluit in strijd zou
zijn met de wet. B. en W. zijn van
mening, dat de raad aan de school
besturen wenst te geven, waarop de
ze recht hebben, zodat werd geadvi
seerd niet tot intrekking van het be
sluit over te gaan. Hiertoe werd met
algemene stemmen besloten. Zonodig
zal een beslissing van de Kroon wor
den uitgelokt.
Aan de orde kwam een voorstel
van B. en W. om het burgerlijk arm
bestuur op te heffen en te vervan
gen, voor een instelling voor sociale
zaken en een dienst van sociale za
ken. Op voorstel van mevr. Van der
TorrenVeendorp werd in het reg
lement de bepaling opgenomen, dat
de leden van de instelling op 70-ja-
rige leeftijd dienen af te treden. Een
voorstel van de heer Pille om de
directeur van de dienst te laten be
noemen door de raad en niet door
B. en W. vond geen ondersteuning.
De heer Van Oosten was van me
ning, dat de leden der instelling, die
met hun werk naastenliefde be
trachten, niet in aanmerking mogen
komen voor presentiegeld voor het
bijwonen van vergaderingen. Ook dit
voorstel vond geen ondersteuning.
Meer succes had de heer Huizer, die
de zitting hebbende leden van het
burgerlijk armbestuur niet automa
tisch wil laten overgaan naar de in
stelling voor sociale zaken, maar de
raad de leden afzonderlijk wil laten
benoemen. Dit voorstel werd aange
nomen met 10 tegen 2 stemmen. Te
gen wethouder Buitelaar en de heer
Pille.
Op verzoek van de aannemer,
werd de beloning voor het schoon
houden der openbare scholen met 5
pet. verhoogd. Mevr. Van der Tor
ren bracht rapport uit inzake een
door haar ingesteld onderzoek naar
de wijze waarop de scholen worden
schoongemaakt. Zij was van oordeel,
dat dit niet geheel feilloos geschiedt
en zij acht het raadzaam hiervoor
een reglement samen te stellen. Hier
toe werd besloten.
De Goudse stichting voor de rheu-
mabestrijding kreeg een subsidie
toegewezen van 2 cent per inwoner.
Het verzoek om subsidie van de
bond van mobilisatie-invaliden werd
afgewezen. Zonder discussie of hoof
delijke stemming werden nieuwe sa
laris-verordeningen voor het perso
neel vastgesteld en werden de huren
van de woningen, in eigendom der
gemeente met 15 procent verhoogd.
De raad verhoogde de grens, waarbij
B. en W. inzake huur en verhuur,
en koop en verkoop voor de raad
kunnen optreden tot f 500.Ver
der werd nog besloten een geldle
ning aan te gaan voor woningbouw
van f 500.000.— en een verkeersma-
quette aan te schaffen voor het vèr-
keersonderwijs op alle scholen. Deze
maquette krijgt de Vereniging voor
Veilig Verkeer in bruikleen.
Bij de rondvraag vroeg mevr. Van
der Torren naar een verslag over de
adoptie van Stad aan 't Haringvliet.
De voorzitter deelde mede, dat de
werkzaamheden nog niet zijn be
ëindigd en dat het comité nog eens
bijeen moet komen, nadat hij en de
gemeentesecretaris nog eens ter
plaatse een bespreking gehad zullen
hebben. Dit onderhoud zal als ge
volg van de bevroren rivieren nog
even uitgesteld moeten worden.
Na een korte bespreking in gehei
me vergadering werd nog besloten
tot aankoop van de woningen Noord
kade 16 en 18.
IN PROZA EN POËZIE
Als de thermometer in ons land
beneden nul Celsius daalt of boven
de 70 graden Fahrenheit stijgt, dan
krijgt de Nederlander belangstelling
voor ijs. In het laatste geval verdie
nen een hedeboel mensen er geld
aan, maar in het eerste geval ook.
Zomers zijn het de ijscoventers, die
aan deze lafenis verdienen, in de
winter de kolenboeren, de loodgie
ters en de schaatsenfabrikanten.
IJs, ja, wat is nu eigenlijk ijs?
Vraag twintig kinderen in een
schoolklas een opstel over ijs te ma
ken en je krijgt twintig verschillen
de visies.
„IJs", schreef Jantje, „is een mazzel,
want dan krijg je vrij van school;
dat betekent: baantje glijden,
heel veel pret en heel veel jool.
'k Zou graag schaatsen willen
(rijden,
net als d'and'ren, op de Vliet,
maar ik kan er niet aan meedoen,
want ik heb die dingen niet.
Vader is nou uitgevrpren,