Weekblad voor Waddinxveen
munu
i
IVOROL
IfHoedet de Vrouw.
sFI
De Spiegel van de week
Mei HAftlEA Gelei
Kris-Kras
Elke land
een brillant
Huidgenezing
Uit het Parlement
Moeder - Baas
HOOFD Sn KIESPIJN
No 490
Vrijdag 5 November
10e Jaargang
Adres Redactie en Administratie:
Oranjelaan 30, Waddinxveen, Telet. 438
Verschijnt elke Vrijdag
Abonnementsgeld per kwartaal f 1.00 bij.vooruitbetaling
Advertentieprijs 6 ct, familieadvertenties 7 ct per m.m.
Bijdragen, Verslagen, etc. uiterlijk
's Woensdagsavonds inzenden.
Wat men elders kan, kunnen wij
in Amsterdam ook. Sterker: Amster
dam stak Londen naar de kroon. Die
Londenaars toch hadden een auto
nodig om een serie goudstaven on
rechtmatig in te rekenen. Zij lieten
nog vage sporen na, al i's die beken
de overval toch wel zó goed uitge
voerd, dat de daders nog steeds niet
zijn gevonden.
De geheimzinnigheid waarmede te
Amsterdam uit een postauto een
deel van de Inhoud kon verdwijnen,
is veel groter dan in het Londense
geval. Hoewel er huiszoekingen wer
den verricht hoewel de chauffeur
en zijn bijrijder werden gearresteerd,
die twee verklaren een normale
rit te hebben uitgevoerd en alleen
ten aanzien van het sluiten van de
auto in gebreke te zijn gebleven,
door de deur van hun wagen niet
extra met het Lipsslot te sluiten
is er tot nu toe van de 60.000 die
in de verdwenen postzak zaten, geen
spoor gevonden.
Kan men op een ander terrein
te Amsterdam ook, wat men el
ders kan fen aanzien van de
oeververbindingen van Noordzeeka
naal en IJ is men administratief
,en stapje verder gekomen, door
dien de Commissie van Advies inza
ke deze oeververbindingen haar rap
port heeft uitgebracht. Het advies
luidt: een brug over het Buiten-IJ
bij Schellingwoude, een spoorweg
tunnel ter vervanging van de Hem-
brug plus twee autotunnels, een on
der het IJ door en een onder het
Noordzeekanaal bij Zaandam. De
kosten van een en ander worden ge
schat op het bijna astronomische
bedrag van 270 millioen. Het is we.
de moeite waard.
Als wij nog even in de hoofdstad
blijven, dan zij opgemerkt, dat de
verontwaardiging over het plan van
de Hoofdcommissaris van politie, de
heer Kaasjager, een paar grachten
te dempen om parkeerruimte voor
auto's te krijgen, vrijwel algemeen
is. Amsterdam moge dan al de plan-
nenstad worden genoemd, het staat
wel vast, dat zulk een plan geen
kans van slagen heeft. Deze week
komen in de gemeenteraad voorts
de plannen voor de bouw van een
stadhuis aan de Amstel ter sprake,
alsmede het opera-gebouw, dat aan
het Frederiksplein zou verrijzen.
Verder was voor ons land deze
week der bezoeken. Als wij in de
eerste plaats daarbij de filmster An-
drey Hepburn noemen, dan gebeurt
dit niet alleen omdat zij ook het
eerst aankwam, maar ook, omdat de
ze koningin uit „Vacantie te Rome",
haar Nederlandse bezoek in dienst
der liefdadigheid heeft gesteld. Een
handige reclame? Misschien wel,
maar dan toch een reclame, die de
Bond van Nederlandse militaire oor
logsslachtoffers ten goede komt.
Voor dat goede doel, kon men in de
zelfde zaal met de filmster eenvou
dig dineren kosten 100,dan
wel een lunch met haar gebruiken.
De tweede bezoeker, wiens komst
al lang van tevoren was aangekon
digd en die wij misschien in de eer
ste plaats hadden moeten noemen is
dat van Haile Selassie, de keizer van
Ethiopië. Als we dit staatsie-bezoek
vergelijken met dat van de filmster,
dan treft een merkwaardige over
eenkomst. Want is in feite zulk een
bezoek ook geen reclame voor het
land, dat de keizer vertegenwoor
digt? We werden en worden in deze
dagen ten minste overstroomd met
vaak mooi gekleurde verhalen
over Abessinië.
Een tweede punt van overeen
stemming zit in het programma.
Toen dit de Negus werd voorgelegd,
was zijn mening, dat het overladen
was. Hij wenste het bezoek aan Eind
hoven aan Philips en aan de D.A.
F., eenvoudig te schrappen. Een en
ander gaf nogal moeilijkheden, daar
het volledige programma reeds offi
cieel was vastgesteld en gepubli
ceerd. Bovendien waren er reeds
aanzienlijke kosten gemaakt om de
keizer naar behoren te kunnen ont
vangen.
De gewone Nederlander neemt dit
niet zo tragisch op. Hij is er alleen
benieuwd naar, of de keizer al dan
het ogenblik dat wij dit schrijven, is
hierover nog niets bekend. Men
heeft de hoop, dat het alsnog zal ge
beuren
Misschien weet u, als u deze re
gels leest, al, of Haile Selassie toch
in Eindhoven i's geweest. Als het zo
is, zou u eruit kunnen concluderen,
dat zelfs een keizer niet aller heeft
te zeggen, maar u kunt ook zeggen:
„die goeierd is toch gegaan. Aardig
van hem"
Van geheel andere, maar veel ern
stiger aard is het ongeluk, dezer da
gen nabij Pernis, waar een militaire
auto in botsing kwam met een olie-
trein. Gevolg drie militairen gedood
en enkele gewond.
handen om trots op te zijn
OOM
Je hebt mensen en mensen. Be
grijpt U wat ik bedoel Nou ben ik
iemand die tot de eerste groep be
hoor) (het kan ook wel verbeelding
zijn) en oom Keés wordt geacht tot
de tweede groep te behoren. Dus U
voelt wel levendig dat oom Kees en
ik altijd overhoop liggen met elkaar.
Mijn vrouw heeft wel eens gepro
beerd daar verandering in aan te
brengen, maar die pogingen misluk
ten omdat ik ben die ik ben en oom
Kees nu eenmaal oom Kees is.
Het waren dus geen prettige da
gen na de ontvangst van de brief
kaart van oom Kees waarin hij me-
deleelde het voornemen te hebben
een paar dagen te komen. Allereerst
was mijn vrouw overstuur, want die
ging het gehele huis aan het bewer
ken met zeem en was. Want o, die
oom Kees is zo'n echte zeur, als hij
hier of daar wat stof vindt vraagt
hij heel gewoon of de stofdoeken
versleten zijn In de tweede plaats
vond ik het ook niet leuk om een
paar avonden tegen het verweerde
gezicht van oom Kees aan te kijken
en allerlei „beste raadgevingen" aan
te horen. Maar ja, wat doe je al niet
als je een oompje heb die zijn koe
tjes op het droge heeft.
Afijn, Maandag is oom Kees dan
gekomen. Toen ik 's avonds thuis
kwam zat hij heerlijk op zijn gemak
in mijn luie stoel uit een Goudse
pijp te roken, die kennelijk gevuld
was met tabak, afkomstig uit mijn
tabaksdoos, die zo maar voor 't grij
pen op de rooktafel stond. Nadat ik
hem de vereelde hand geschud had,
vroeg hij: „Is dat nu een tuin laten
liggen, die had je al lang moeten
omspitten. Nou, 't is goed, dat ik
toevallig mijn vrouw aankeek die
knipoogde, anders was er in die eer
ste minuut al ,een huis vol herrie"
geweest. Ik zei daarom erg rustig:
„Kom, oom Kees, laten we gaan eten
en doe je niet tekort". Maar dat
deugde ook al niet en hij zei. „ik
ben in alles matig, jongen, onthoud
dat nu eens" En even later was het
mijn vrouw die een opmerking
moest incasseren, want de jus was
veel te vet.
Afijn, ik zou U nog meer .kunnen
vertellen, maar ik doe het niet. Het
zit me nog tot aan mijn keel. Hij is
Donderdagavond vertrokken. We
hebben hem naar de trein gebracht
en hem goede reis gewenst, ,,'t Is
wat met dat treintje", zei' hij nog.
Wilt U wel geloven, dat ik blij ben
dat oom Kees weg is En al heet ik
nu ook Kees, ik zal toch nooit wor
den als hij, want je hebt mensen en
mensen. Maar het i's een grote kunst
er mee om te gaan Begrijpt U wel?
KRIS-KRAS
HOE ANDEREN DENKEN OVER
..DE HUISWERKMISERE".
De pennen zijn wel losgekomen
over de huiswerkmisère. Zowel van
moeders, vaders, Ulo-leraren, als H
B.S.-leraren krégen we brieven. En
uit alle delen des lands. Zoveel
hoofden, zoveel zinnen, want veel
gelijkvormigheid viel er in deze
epistels niet te bespeuren. De reac
ties variëerden van „de gemiddelde
Ulo-leerling krijgt beslist niet te veel
huiswerk mee" (Leraar H. van V te
Haarlém) tot „Inderdaad zijn de
huiswerk-opgaven de laatste jaren,
vooral voor de hogere klassen, m.i. te
zwaar" (lerares G. S. te Arnhem). Er
was ook een reactie die van mening
was dat „moeder de vrouw dit maar
moet overlaten aan bevoegde en ter
zake kundige onderwijskrachten,
omdat een leek daarover toch niet
op de juiste wijze kan oordelen",
(rector B. uit Leiden). Maar ik ben
van mening, dat een dergelijke me
ning negatief is en ons geen stap
verder brengt tot earn beter begrip,
laat staan tot een oplossing.
Mij is bizonder opgevallen, dat
verschillende leraren spraken over
„de gemiddelde leerling". Wat moet
ik daaronder verstaan? Ik zou het
liever zó zeggen: de middelmatige
leerling. Dus niet de uitblinker en
evenmin de jongen, die niet mee kan
komen. Overigens heb ik zo het idee,
dat het percentage middelmatige
leerlingen vooral op de Ulo-scholen
wel het grootste zal zijn.
Ik kreeg een zeer terzake kundige
reactie van een leraar (of lerares?)
uit Slochteren. Deze heer of dame, J.
v. D. schrijft met het volgende:
„Als een leerling van een Ulo
school helemaal geen vrije tijd voor
zichzelf overhoudt, kan dit m.i. een
gevolg zijn van:
a. een verkeerde schoolkeuze. Ve
len denken namelijk, dat de eisen
voor het Ulo-examen lichter zijn
dan later blijkt. Toch is het niet zo,
dat een leerling met een behoorlijke
aanleg, tenminste ïn de lagere klas
sen, zich „over de kop" behoeft te
werken.
b. het ingewikkelder worden van
de maatschappelijke verhoudingen
brengt de ouders er toe, hun kinde
ren naar de Ulo-school te sturen, in
de hoop, dat ze het zullen kunnen
bolwerken, ook al zijn ze minder ge
schikt voor „verder leren".
c. de tegenwoordige jeugd mist
dikwijls de rustige omgeving van
voorheen. Het luisteren valt velen
moeilijk, misschien èen gevolg van
het achteloos „horen" naar de radio.
Veel tijd wordt in beslag genomen
door het verenigingsleven, terwijl
het ook wel eens voorkomt, dat kin
deren 's avonds vaak door de ouders
aan hun lot worden overgelaten,
waardoor ér geen controle mogelijk
is.
d. verder mag niet worden verge
ten, dat niet alleen het antwoord op
de vraag, „hoelang wordt er ge
werkt", maar ook: „op welke wijze
wordt er gewerkt'' invloed heeft op
het resultaat.
e. de eisen van tegenwoordig
zijn minder hoog dan vroeger, maar
toen ging alleen iemand, die goed
mee kon „verder leren" terwijl te
genwoordig practisch elk kind ver
volgonderwijs krijgt met het gevolg,
dat het gemiddelde peil is gedaald
(zie punt b). Daarom wordt èn werd
er gewerkt aan een aanpassing van
de examens aan de toestand, zoals
die is gegroeid, door het facultatief
stellen van enkele hoofdvakken en
het beknotten van verschillende bij
vakken.
f. het ligt voor de hand, dat er
veel wordt onderwezen, dat niet elke
leerling later nodig heeft, want de
Ulo-school is géén vakschool; de
leerlingen gaan na het examen ver
schillende wegen Inslaan".
Tot zover de voornaamste punten
van een leraar of lerares, die sedert
1930 aan een Ulo-school is verbon
den.
Belangrijk is ook het schrijven
van de Ulo-leraar G. S. uit Over-
veen. Deze acht de Ulo-school in
haar huidige vorm een onding en
schrijft dan: „De juiste oplossing zou
zijn, als men het Lager onderwijs
een verlengstuk gaf (verplicht) en
uitbreidde met een zesde en zevende
klasse. Deze beide klassen zouden
dan ongeveer het onderwijs dienen te
geven; wat nu op de beide le klas
sen van de Ulo geleerd wordt Klas
drie en vier kan dan geheel ver
dwijnen Na het met vrucht doorlo
pen van de 8 voornoernde klassen
kan de leerling kiezen, welke weg
hij of zij verder wil inslaan. Dan i's
er de mogelijkheid van:
a. van school gaan (het kind is dan
ruim 14 jaar); langer verplicht on
derwijs dan 8 volle jaren acht ik be
slist uit den boze;
b. voor de jongen met een middel
matig verstand: de ambachtsschool;
c. idem voor het meisje: de huis
houd- en industrieschool;
d. voor de begaafde leerlingen de
A- of B-richting, ter verdere bekwa
ming voor de toekomstige taak.
Het grootste voordeel is m.i., dat
de overgang van het Lager op het
Middelbaar onderwijs meer geleide
lijker aan gaat. De sprong van nu
(van de 6e klasse der Lagere School
naar de le klasse der Ulo) is voor
veel kinderen tè groot. De practijk
toont dit ieder jaar opnieuw aan. De
onderwijsmethode in de nieuwe 7e
en 8e klasse zou dan zodanig moe
ten zijn, dat 'de leerling geleidelijk
aan gaat wennen aan het „huiswerk
maken". Heeft het kind de 8e klasse
van de Lagere School doorlopen,
dan zal de sprong naar H.B.S. of
Gymnasium veel minder groot zijn".
Ten slotte nog een mening van de
H.B.S. leraar Ph. v. D. te Amers
foort, dié o.m. schrijft: „De methode
op de Ulo-scholen is: tijdens de les
uren een berg practijk, welke thuis
schriftelijk uitgewerkt moet worden.
Ik heb me al vaker afgevraagd, of
dit wel de juiste is. Op de H.B.S.
(althans bij ons) wordt de laatste
jaren gepoogd hierin een evenwicht
te vinden. Het staat de kinderen wel
aan en kweekt wat meer verant
woordelijkheidsbesef".
Zo hebben dan verschillende „vak
lieden", als ik de kracfiten bij het
middelbaar onderwijs zo eens mag
noemen, hun mening weergegeven.
Op een enkele uitzondering na kan
wel worden geconcludeerd, dat men
algemeen van mening is, dat het
kind, dat op de Ulo-school is, een tè
overladen huiswerkprogramma mee
krijgt. Ik voel veel voor de mening
van leraar P. K. te Purmerènd, die
schrijft, „het leerprogramma van de'
Ulo is afgestemd op bovenmiddel-
matige leerlingen en daarom niet
meer in overeenstemming met de
practijk van deze tijd. Daar staat
echter tegenover, dat jaarlijks dui
zenden kinderen toegelaten worden
in de le klasse der Ulo, die er be
slist de leercapaciteiten voor missen.
Vandaar ook het tè grote percentage
mislukkelingen op onze Ulo-scho
len".
U ziet, waarde vaders en moeders
van kinderen, die middelbare scho
len bezoeken, het probleem i's niet
zo heel eenvoudig. Maar uit boven
staande reacties hebben we toch
kunnen merken, dat de betrokken
onderwijskrachten een open oog
hebben voor genoemd probleem. En
dat stemt ons allen tot tevreden
heid. Dora Werth.
Huidzuiverheid - Huldgezondhold
Het wachten is op de behandeling
van de verschillende begrotings
hoofdstukken. Volgende week Dins
dag zal de afmattingsslag in de
Tweede Kamer beginnen. Het wordt
weer de jaarlijkse tijdrace, want
voor de Kerstmis moet het beleid
van alle ministers besproken zijn.
Men behoeft van de behandeling der
verschillende hoofdstukken der rijks
begroting ook geen wonderen te ver
wachten. Natuurlijk zal er critiek
zijn op onderdelen van het beleid
van verschillende ministers, maar
het is voor hen ongetwijfeld een
prettige gedachte, dat de grote strijd
reeds gestreden is. Der traditie ge
trouw zijn nu allereerst de finan
ciële beschouwingen aan dë beurt.
De millioenennota wordt dan be
sproken.
Moeder heeft het zélf gelezen
in de schemer, bij het raam
Vrouwen worden as-het-doorgaat
nou ook handelingsbekwaam.
,,'t Is al weer een poos geleden,
wel een maand, misschien wel twéé;
Maar i'k weet het nog héél zeker
want ik at die dag haché.
Tante Pietje was gekomen,
och, dat wéét je toch wel, man
Die mag thuis nooit uien eten
en toch hóudt ze d'r zo van
't Was die dag dat zij vertelde
van die ploegbaas van oom Giel,
Die een beetje aangeschoten
zómaar van z'n bromfiets viel
Nou, toen tante met de vaat hielp
heeft zij het aan mij verteld
Vrouwen krijgen wat te zeggen
over alles en het geld
Ja, het stond in alle kranten;
zij wou wedden om een riks
Dat jij het óók wel gezien had,
maar die mannen zeggen niks
Toen ze weg was, ben 'k gaan
[zoeken,
het was wéér, het stond er écht
En toen heb ik bij mijn weten
nog dié krant opzij gelegd.
Maar ik zal hem heus wel vinden,
want vanovond zoek ik straf
Alle kasten, alle hoeken,
alle keukenlaatjes af.
En als jij-en niet gebruikt hebt
voor je vuile scheergerei,
Móet dat blad er ook nog wezen,
dus dan sleep ik jou d'r bij
„Best", zegt vader in zijn rookstoel,
„zoek jij dan maar lekker hoor,
Want als jij 't niet kan bewijzen
gaat het spul vanzelf niet dóór
JAAP MIJDERWIJK
Mijnhardt Kiespijnpoeders. Doos 50 ct.
Mijnhardt Hoofdpijnpoeders. Doos 50ct.
Alleen ECHT met de naam MIJNHARD!
Minister v. d. Kieft moet dus het
eerst opkomen. En men behoeft geen
al te groot ingewijde in ht politieke
Jeruzalem te zijn om te veronder
stellen, waarover dit debat zal gaan.
Natuurlijk over de belastingverla
ging. D© Kamer zal wel concrete
plannen willen horen Ook wat be
treft de datum van invoering. Voor
al op dit punt zal nog wel menig
woordje vallen, want in de officiële
stukken van de bewindsman van Fi
nanciën kan men lezen dat de belas
tingverlaging eerst op 1 Januari 1956
zal ingaan. Nu het zo goed gaat,
moet men geen belasting verlagen,
zo zeggen de economen. Belasting
verlaging betekent immers vergro
ting van de koopkracht. De bedrij
ven werken reeds op volle toeren en
zelfs i's er een gespannen arbeids-
markt. Van werkloosheid is tenmin
ste nauwelijks sprake. Belastingen
moet men verlagen als de tijden
slechter worden. Als men dan de
koopkracht vergroot, dan ondervin
den de bedrijven daarvan de gunsti
ge gevolgen. Zij kunnen zodoende
een grotere binnenlandse afzet voor
hun producten vinden. Het is een
schone theorie, waartegen niet veel
valt te zeggen. Twee dingen echter
wel. Ten eerste en daar hebben
we reeds eerder op gewezen waar
om noemt minister v. d. Ki'eft dan
de datum 1 Januari 1956? Het kan
best zijn, dat ook dat jaar de over
spannen hoogconjunctuur, zoals we
die nu meemaken, nog zal voortdu
ren. En ten tweede gaat deze stelling
niet op als de belastingen abnor
maal hoog zijn en dat Is in Neder
land het geval. Wie de uitkomsten
ziet, zal moeten toegeven, dat het
opschroeven van de belastingen ze
genrijk is geweest. Nederland kwam
ontredderd uit de oorlog, het heeft
zich wonderwel hersteld. Nederland
zat met een zware defensie-inspan
ning. Eind 1594 wordt deze eniger
mate verlicht. En het is bovendien
gebleken, dat die zware defensie-
inspanning best kan worden opge
bracht. Dit zijn allemaal redenen
om de verlaging van de belasting
eerder te doen Ingaan dan op 1 Jan.
1956. Minister-President Drees heeft