öe sméAs&ppeL
Sport in Uocl.
KINDEI
IWAGEN
J. van der Po uw en M. A. Steen
bergen, Bloemendaalseweg 71;
Ondertrouwd: M. Th. van Zuilenen
G. de Heer; H. B van der Oest en
H. J. Overvliet;
Gehuwd: J. C. Verstoep en W. C
Schipper; L. P. J van Lindt en C.
E. M. Moons
Overleden: Bakker, Jan, oud 61 jr.
Gevonden en verloren voorwerpen
Gevonden: 1 bruin kinderwantje; 1
schaaf; 1 bruine hond; 1 doublé
armband; 1 bruine glacé handsch.
1 gele dameshandschoen; 1 gouden
ring;
Verloren: 1 achterwiel met band; 2
muntbiljetten, 1 groene want; 1 dou
blé armband; 1'paar bruine glacé
handschoenen; 1 shawl; 1 bruine
portemonnaie met inh.; 2 bankbil
jetten; 1 beige regenjas; 1 donker
bruine portemonnaie met inh.; 1 zw.
portemonnaie met inh.; 1 bruine
handschoen; 1 paar zwarte glacé
handschoenen; 1 bruine fietstas- 1
blauwe ceintuur; 1 groene want'
DAMVERENIGING „EXCELSIOR"
Uitslag 14e ronde.
A. BlomD. la Grand 0-2
W. van dér Heijden—T. Twigt 0-2
D.Zwanenburg—A. A. Rietveld 2-0
H. TroostG. Heeren 2-0
A. Zwanenburg—F. M. P Jacobi afg.
J. de Heer—A. Blonk 0-2
A H. KrampH. Schuurhannes 2-0
De eerstgenoemde speelde met'wit.
Uitslag Excelsior 1Boskoop 1
A. BlomJ. Mesman 0-2
C. BlonkW. D. van Es 0-2
F M. JacobiC. J. Hoogenbrug 2-0
A, N. Littooij—T A Venema 1-1
C. H. Kramp—A. M de Jong 1-1
T. TwigtO. van Wijk 1-1
A. A. RietveldJac Schoemaker 1-1
H. Troost—H. van Klaveren 1-1
D. ZwanenburgJ. Burggraaf 2-0
D. la GrandH. Glazenburg 0-2
Totaal 9-11
Excelsior 2—Boskoop 2
W. v. d. HeijdenJ. v. d Berg 1-1
G HeerenH. Trimp 0-2
P. van Tol—D. van Staveren 1-1
N. T. Hilgers—W. A. v Otterloo 2-0
H. SchuurhannesD. Lankhui'zen 1-1
A. Zwanenburg—M. van Wijk 1-1
J. de HeerD. W. v. d. Leeuw 2-0
A v. Ringelenstein-C. v.d. Hoorn f-0
Totaal 10-6
SCHAAKVERENIGING W.S.V.
;De 4e wedstrijd voor de R.S.B.
W.S.V. olde is voorlopig uitslag 4-4.
Dus heren houdt moet en komt al
len s.v.p.
VOETBAL
WADDINXVEEN-DUBBELDAM 1-2
Waddinxveen heeft deze wedstrijd
minder gekregen dan haar toe
kwam want hoewel zij vooral na
rust steeds in de aanval waren,
wjisten de gastheren een kwartier
voor het einde het winnende doel
punt te maken. De beide vleugels-
van Waddinxveen waren zeer ge
vaarlijk, maar de schutter ontbrak
nog. Na 19 min. wist Waddinxveen
de leiding te nemen toen kant een
goede pas gaf en Ringelenstein met
een prachtig schot Waddinxveen de
leiding gaf 0-1. Hoewel de gasthe
ren ook de Waddinxveen verdedi
ging op de proef stelde maar doel
man van Vuuren was er weer pri-
ma in en gaf geen kans weg. Toch
moest hij een halve min. voor rust
zwichten voor een prik van m.voor
Valster 1-1. Na rust was het al
Waddinxveen wat de klok sloeg en
aanval na aanval werd op het doel
der gastheren opgezet maar doel
man v. d. Linden gaf niet thuis,
en toen 15 min voor het einde Dub
beldam een uitval deed was het r.
buiten van Efferen die een schot op
doel loste dat precies onder de lat
zakte en zo was de stand tegen de
verhouding in 1-2. Wat Waddinx
veen ook probeerde er was steeds
een been dat doelpunten voorkwam.
De Waddinxvenersspeelde een
sportieve wedstrijd met de verdedi
ging als uitblinkers. Jammer is het
dat Waddinxveen dat steeds op
goede sportvelden speelt in uitwed
strijden dat hier in Waddinxveen
nog steeds moet missen.
Waddinxveen tegen de Mussen
uit Rotterdam dit zal een spannen
de wedstrijd worden met kans op
winst voor Waddinxveen.
W.S.E.-NIEUWS
Als terrein en weersomstandighe
den meewerken speelt W.S.E. I te
gen haar plaatsgenoot Waddinxveen
II. Dit belooft een spannende strijd
te worden. Mag de sterkste in een
sportieve strijd als overwinnaar op
treden.
W.S.E. 2 gaat om 12 uur bij Wad
dinxveen 4 op bezoek.
De dames spelen om 12 uur tegen
DONK.
JODAN BOYS 4—BE FAIR 1 2-5
Ofschoon Be Fair tijdens de gehe
le wedstrijd tegen Jodan Boys een
grote veldmeerderheid had, mocht
het met de rust tevreden zijn met
een 2-3 voorsprong. Want op een
onbespeelbaar terrein kan men niet
tot goed voetbal komen. Er werd
dan ook aan beide kanten veel ge
mist. A. Monster gaf Be Fair dp
leiding: 0-1. Maar door een misver
stand in de Waddinxveense achter
hoede maakt de thuisclub spoedig
gelijk. Prachtig beheerst spel van
Poot leidde tot een tweede doelpunt
Hoewel hij zelf een schietkans had,
gaf hij keurig door naar dé vrij
staande Monster, die de doelman v.
Jodan Boys kansloos passeerde 1-2.
De thuisclub maakte echter spoe
dig weer gelijk: 2-2. Daar nam Mon
ster geen genoegen mee en hij
scoorde zijn derde doelpunt: 2-3.
Na de rust was het van Kempen
die er spoedig 2-4 van maakte. Het
was deze zelfde speler dio ook het
vijfde doelpunt scoorde 2-5. Met
welke stand ook het einde kwam
van deize wedstrijd. Waardoor Be
Fair zich handhaafde op de boven
ste plaats.
CONTACT-AVOND VAN BE FAIR
De Chr. Sportvereniging „Be
Fair" hield haar eerste Contact
avond voor leden en belangstellen
den. De voorzitter, de heer Graaf
land, opende deze avond met allen
en bedankte al vast ieder die deze
avond hebben opgezet. Hij wees er
op dat zo'n avond de band tussen
de leden en ouders moet verstevi
gen. Daarna riep hij een woord van
welkom toe aan dfe heer Van der
Loo, die deze avond opluisterde met
muziek. Toen de voorzitter gewaag
de van de bloei van deze vereni
ging betrok hij ook hierbij de trai
ner, de heer Rupke, die ook een
groot aandeel heeft in deze. in 't bij-
zondler het eerst elftal. Daarvoor'
werd hem bij monde van de voor
zitter een schemerlampje aangebo
den, waar deze avond stond! op af
gebeeld, en mevr. Rupke ontving
een bos bloemen.
Hierna volgde het toneelspel van
TOG met het stuk „De Gouden
Kooi". Daar hier reed's al veel over
gepraat en geschreven is, gaan we
hier niet verder op in. Wat hier
werd vertoond, was in een woord af,
en een woord van dank is hier ze
ker op zijn plaats. Aan het eind van
deze avond dankte'de voorzitter al
len voor hun werk, met de wens dat
nog vele van deze avonden mogen
komen. jj
JUBILEUMTENTOONSTELLING
B P. en K.V.
Op de dezer dagen te Bodegraven
gehouden Jubileum-ten.toonstellling
B.P. en K.V. wisten onze plaatsge
noten, allen leden van Nut en Sport
de volgende successen te behalen.
HOENDERS.
P. Noordam, Deense legbar II G en
I G; B. M. van As Sabelpoot krielen
II GG en I ZG; Th. Bouwman Brah
ma kriel I ZG-I ZG-II GG-II G-
IIIG en G; J. van Gils Orpington
zwart I ZZG en I ZG.
KONIJNEN: Franse Hangoren.
L. W. Versluis konijn grijs I GG;
bont III ZG; A. Versluis ijzer grauw
III G; J. J. Bankhuizen bont II ZG
-GG;
POSTDUIVEN:
P. Kersbergen Z.E.V.-I E-3 E E.V-
I E-Z.E.V.-2 E.
Ons Kerstverhaal voor de Jeugd
Markt i'n de grote stad.
De lichten .in de kramen zijn al
ontstoken, al is het nog geen avond,
t Is een van de donkere dagen in
December en er hangt een vrij
dichte mist, die alles nog donkerder
maakt. Toch golft een dichte me
nigte van vrouwen en mensen en
ook kinderen tusisen de kramen
heen en weer. Er is van alles te
koop, vleeswaren, groenten, bloe
men en fruit en nog tal van andere
dingen,
De kooplui prijzen hun waren
aan en ondanks het sombere weer,
wordt er flink verkocht, 't Is druk.
Menig koopman heeft ogen en han
den te kort.
Jaap, het jongetje uit de achter
buurt, mager ventje van een jaar
of dertien, bleek gezichtje met de
wangen wat ingevallen en de juk
beenderen wat uitstekend, maar
met twee pientere donkere ogen, glipt
tussen al die mannen en vrouwen
door. Hij geeft zijn ogen, waarin nu
de begeerte brandt, goed de kost.
Achter een dikke dame blijft hij
staan en gluurt langs haar heen
naar de hopen fruit, uitgestald i
het kraampje. Rode en gele appels
bruin glanzende dadels en vlak
voor hem grote oranjekleurige sit-
naasaappels. Het water komt hem
i'n de mond. Een snelle blik op de
koopman, die druk bezig is het ver
kochte fruit af te wegen, en
schiet zijn hand laag uit, langs
dame, die niets merkt, en zijn ma
gere vingers sluiten zich om de ge
lige .sappige vrucht. Maar dan, o
schrik,, een hand drukt zwaar op
zijn schouder. Los laat hij de si
naasappel, wil zich snel bukken,
maar de krachtige hand houdt hem
rechtop. Hij keert zich half om en
kijkt met een blik, waaruit de angst
spreekt, op naar de man, die hem
vasthoudt.
„Een agent", zo was het door hem
heen geflitst, maar neen, 't is geen
agent. In plaats van in de strenge
ogen van een diender der wet te
zien, vangt hij een blik op, waaruit
enkel mededogen spreekt. Dit is
voor Jaap zo iets vreemds, dat hij
zijn ogen beschaamd neersloot De
man bukt zich en zegt: „Ga mee".
En nu gebeurt er eigenlijk een
wonder, want, ofschoon Jaap het
nooit erg op gehoorzamen heeft en
hij, vooral in dit geval, er heel
graag van door zou zijn gegaan,
gaat hij toch met de man mee.
Er gaat iets van deze man uit,,
waartegen Jaap zich niet verzetten
kan. Zijn blik, zijn stem boeien
binnen. Hij gaat mee.
De man houdt hem niet eens
meer vast. Jaap gaat naast hem in
zijn hart is geen wantrouwen.
Zo gaan ze door verscheiden
straten, tot zij komen aan een huis
met een hoge stoep er voor. Daar
houden ze stil, gaan de stoep op en
de heer opent de deur. „De Bruyn"
leest Jaap op het naambordje en
stapt dan ook de ruime gang bin
nen. Toch begint hij zich nu minder
op zijn. gemak te voelen. In zijn
ogen is alles hier prachtig. En loper
op de vloeari, een kapstok aan de
muur dat zijn weeldeartikelen. In
't steegje, waar hij woont heeft
niemand zo iets. En nu brengt Mijnh.
de Bruyn hem in een kamér en al
is het daar s.ervoudig gemeubi
leerd. Jaap kijkt zijn ogen uit.
Nauwelijks durft hij te gaan zitten
op de stoel, die mijnh. voor hem
neerzet bij de tafel. Dan haalt deze
een flinke boterham en een glas
melk voor hem.
Honger heeft hij en daarom valt
hij op de boterhammen aan, die
spoedig met de melk verdwenen is.
Eerst dan begint Mijnh. de Bruyn
met hem te praten.
Weet Jaap wel, dat het wegne
men van een sinaasappel stélen is
Ja, dat weet Jaap, maar hij had
zo'n trek in die sappige vrucht en
centen had hij niet.
Vader heeft geen werk en moeder
is vaak ziek. Honger hebben zijn
twee zusjes en hij soms en dan, ja
dan gaat hij er met andere jongens
wel op uit om weg te pakken alles
wat maar van enige waarde is.
Mijnh. de Bruyn luistert naar djt
droeve verhaal en in zijn verbeel
ding ziet hij Jaap al naar de tucht
school. Groot wordt zijn medelijden
en onwillekeurig denkt hij terug
aan zijn eigen jongen, die pas van
hem werd weggenomen en van wie
hij vast gelooft, dat hij nu bij Jezus
in de hemel is. Zijn jongen was al
tijd goed verzorgd geweest, had
dergelijke vierzoekïngen niet ge
kend. Zou Jaap....?
En plotseling schiet de vraag op
Jaap af „Heb je wel eens gehoord
van Jezus, Jaap?" Het antwoord
wordt onmiddellijk gegeven, is kort
en verrassend
Jezus neemt de zondaars aan
Van de Heilssoldaten Mijnh. Ze ko
men soms i:n ons steegje zingen, en
mooi, mijnh. „Zing jij zelf wel
eens, Jaap?"-
Zonder één eigenlijk antwword
te geven begint Jaap al te zingen
en zijn hoge, klare jongensstem
vult het vertrek.
Stom verbaasd luistert Mijnh. De
Bruyn naar het zuiver gezongen. „Er
ruist langs dfe wolken een iiei'lijke
naam".
Nog heeft Jaap echter het eerste
couplet niet uit of open vliegt, de
deur en binnen holt een robbedoes
van een meisje met blonde krullen
die dansen om haar blank gezichtje
Ze is van plan vader om de hals te
vliegen, maar blijft als ze Jaap zïet,
midden in de kamer staan. Met
grote ogen neemt ze hem op van
top tot teen, zijn gescheurde jas,
zijn gerafelde broek, zijn scheefge-
trapte schoenen, zijn mager bleek
gezicht en dan gaan haar ogen,
waarin een olijke lach tintelt naar
vader, alsof ze zeggen wil: „Weer
zo'n schooiertje?"
Het schooiertje kijkt op zijn beurt
met verbazing naar deze drukke
robbedoes en een glimlach komt
ook op zijn gezicht. Op heel wat
minder drukke manier dan haar
dochtertje komt Mevr. de Bruyn
binnen.
Ze begroet haar man en even ver
wonderd gaat haar blik dan naar
Jaap. „Vrouw", zegt mijnh. De
Bruyn, „di't ventje zal een lied voor
ons zingen. Zou je een ogenblik
naar hem willen luisteren?"
Mevr. knikt en mijnh. zet zich
voor 't orgel, slaat een paar tonen
aan en zet dan „Er ruist langs de
wolken" in. Jaap heeft alles goed
begrepen en precies op tijd begint
hij te zingen. Weer vult zijn klare
jongensstem de kamer en zuiver en
goed zingt hij nu het lied uit.
Nauwelijks is de toon verklonken
of de robbedoes roept met oprechte
bewonderng uit: „Maar, vader, hij
moet meezingen met het koortje'.
„Dat bad ik ook al gedacht", zegt
uiijnr. De Bruyn, „maar wat denkt
moeder van zijn zingen''t Is prach
tig", zegt Mevr. De Bruyn, maar hoe
zou de jongen het zelf vinden, en
weet hij wel, wat het koortje is?"
Mijnh. De Bruyn vertelt Jaap nu,
bat er een zangkoor is onder zijn
leiding van jongens en meisjes van
ongeveer Jaaps leeftijd en dat dit
koor oefent in een zaaltje aan de
Dindenstraat, niet zo ver van
t steegje, waarin Jaap woont.
kiKe Maandagavond van 78 le
ren ze daar liedeiren zingen.
Zou Jaap dit ook wel willen?" Jaap
houdt wei van zingen, maar hoe kan
hij nu zo naar een koor gaan, an
dere kieren heelt hij niet. Mevr.
begrijpt hem en ze zegt: „Ga maar
eens mee. Jaap! Jaap volgt Mevr. en
na enige tijd komt Jaap terug. Han
den en gezicht zijn gewassen, zijn
liaar is gekamd, een behoorlijke jas
en broek heeft hij aan en paar nog
goede schoenen aan de voeten, 't Is
een andere Jaap en trots als een
pauw stapt hij door de'kamer. „O",
zegt Robbedoes, „nou kun je wel
naar n kooortje". „Ja", zegt Jaap,
„zo wil ik wel komen".
„Maar Jaap", vraagt Mijnh. De
Bruyn, „Ken jij al een boel
liederen?" Een paar brokstukken
blijkt Jaap nog te kennen, maar
dat is dan ook alles. Wel kent hij
nog andere liedjes, maar dat blijken
echte straatdeunen te zijn.
Mijnh. De Bruyn weet nu genoeg
en laat Jaap gaan, z-n ouwe plunje
in een net pakje onder de arm en
een grote sinaasappel in zijn broek
zak. Mijnh. De Bruyn en Robbedoes
laten Jaap uit en Robbedoes roept
hem na „Komen Jaap, Maandag
avond!" Jaap keert zich om en
zvyaait met zijn arm.
In 't Steegje.
Voordat Jaap thuis komt. bren
gen we even een bezoek bij het ge
zin Geurtsen, zo heet Jaaps vader.
Door de deur komen ze 'in een por
taal, waar een kale trap naar boven
leidt en een andere deur brengt ons
in de huiskamer.
Een kale vloer, een tafel met ver
sleten zeiltje er over, enkele wan
kele stoelen met zittingen, die om
herstelling schreeuwen, een kastje
met wat portretten er op en een
potkacheltje. Dat is alles wat er in
de kamer te zien is, 't is armoedig,
maar dat zou nog niet zo erg wezen,
als op alles niet het stempel der
verwaarlozing stond.
Men zou de conclusie willen trek
ken, hier wonen mensen; die de
moed hebben verloren tegen de el
lende, die hun overkomen is op te
tornen. En dat is in elk geval voor
de moeder van het gezin. Met haar
zwak lichaam kan ze niet meer te
gen de moeiten op. Ze heeft het
worstelen opgegeven en ligt daar in
dat vertrekje achter deze kamer op
een armzalig bed met zware hoofd
pijnen.
En Geurtsen, van morgen wegge
gaan om te stempelen en nog niet
weer thuis geweest. De beide kleine
meisjes zwerven op straat. Als
Geurtsen werk heeft is het geen
kwade man, maar nu hij werkloos
is, komt hij onder de invloed van
slechte kameraden, met wie hij het
grootste deel van het steungeld ver
drinkt. Het gezin Geurtsen is bezig
te gronde te gaan. Maar deze dag
is er dan toch iets verblijdends ge
beurd.
Als Jaap met zijn beide zusjes,
die hij van de straat heeft opge
pikt, thuis komt, en zijn afgetobde
moeder hem ziet in zijn nieuwe kle
ren en Jaap zijn geschiedenis heeft
verteld, dan krijgt haar geest een
schok en dringt in haar donkerheid
toch een lichtstraaltje door. Er zijn
dan toch mensen, die zich om haar
jongen bekommeren.
Die avond gebeuren er nog won
deren. De bakker brengt brood met
dé mededeling: „Is betaald".
De kruijdeniersjongen komt met
boter, rijst, erwten en bonen, een
worst, 't Is geen Sinterklaasavond,
maar 't lijkt er wel op. En nog dit.
Geurtsen komt thuis en is niet
dronken. Hij heeft zelfs een kar
weitje voor iemand kunnen op
knappen en brengt het verdiende
geld voor di't maal thuis. Als Geurt
sen het verhaal van Jaap hoort, dan
praat hij niet over Jaaps mislukte
diefstal, ofschoon de sinaasappel
van mevr. De Bruyn midden op de
tafel pronkt, maar dan is zijn vraag:
„Wat zong je toch, dat die mensen
zo mooi vonden?" Jaap antwoordt
met het lied. In het armoedige ka-
Te koop
Te bevr. bïreau van dit blad
mertje ruist Jezus' naam. Lang ver
geten dingen springen in de harten
van vader en noeder Geurtsen
naar boven.
En als de laatste regel gezongen
is, zegt Geurtsen tegen zijn zoon
»Doe jij maar wat die Mijnh. De
Bruyn tot je zegt. Dat lijkt me lang
niet slecht".
En nu zou het van die avond met
het gezin Geurtsen steeds excelsior
moeten gaan, maar helaas de wer
kelijkheid is vaak niet zo prachtig,
al waren die uiterlijke omstandig
heden nu wat verbeterd. Geurtsen
breekt niet op eenmaal met zijn.
slechte kameraden en de drank is
in zijn leven een macht geworden,
die hij niet maar zo kan overwin
nen.
En Jaap zelf, helaas, hij begint
een dubbel leven te leiden.
Op de zangavonden, die nu vaker
dan eens in de week worden gehou
den, omdjat het Kerstfeest nadert,
verschijnt hij in zijn goede pak en
leert vlot en goed het ene lied na
het andere en Mijnh. De Bruyn is
nog altijd vol verbazing over de
Maar in de duisternis van de lange
avonden weten zijn kameraden hem
over te halen te gaan naar plaat
sen, waar wat te halen is.
Vaak doet hij het met tegenzin
en met een kloppend hart, maar
meegaan doet hij en soms springt
hij geheel uit de band en zijn de
gewaagde ondernemingen vjoor
hem. Zo zou dit lam zich eeuwige
schade gedaan hebben als niet de
goedie Herder het ook op zijn duis
tere wegen was gevolgd.
Op een avond weet een van Jaaps
vrienden een konijn in een achter
tuintje van een huis, maar om bij
het hok te kunnen komen, moet
men over een muur heen.
Jaap als de lenigste moet de zaak
opknappen. Zijn kameraden helpen
hem op de muur en Jaap kan langs
de latten en ranken Van een nu
kale wilde wingerd naar beneden.
Tastend zoekt hij in de dichte duis-
rerns naar het hok. Alles is boven
dien nat en glibberig van de mot
regen, die Steeds maar neerdruipt.
Eindelijk meent hij een hok te
voelen. Tot zijn verwondering lijkt
het hok hem open te zijn. Tocht
tast hij toe, maar in plaats van de
zachte vacht van een konijn te voe
len sluiten zijn vingers zich om een
zachte, ronde bal, een halfgare
aardappel uit de vuilnisbak. En
dan opeens als i'n een flits wordt
de aardappel een sinaasappel en
staat hij op de markt en zijn vin
gers sluiten zich om de sappige
vrucht en een hand drukt zwaai
op zijn schouder. Een panische
schrik doorhuivert hem. Weg slin
gert hij de aardappel en haastig
zocht hij tastend de muur; grijpt
de latten en de ranken, slingert
zich op de muur, laat -zich aan de
andere 'kant naar beneden glijden
en holt weg, alsof de boze hem op
de hielen zit. Aan zijn kameraden
denkt hij niet, hij holt maar dloor,
tot hij plotseling halt houdt voor
een huis met een hoge stoep en in
zijn grote nood, zonder te beden
ken, dat hij zijn oud smerig pakje
aan heeft, trekt hij als een razende
aan die bel. Intuïtief voelt hij: „Hier
ligt mijn redding".
(wordt vervolgd).
KERSTCONCERT JEUGDKOOR
„INTER NOS"
Woensdagavond gaf het jeugd
koor „Inter Nos" in het Verenigings
gebouw aan de Stationsstraat een
Kerstconcert onder leiding van de
heer J. Boodla, met medewerking
van W. Karreman en J. Kwaak,
viool.
Het koor zong allereerst' een ze
vental kerstnummers, waaruit wij
speciaal willen noemen „Gloria in
excalsi'us Deo", een oude Franse
melodie en „Ere zij God" van G. A.
Schluz.
Hierna werden de heren Karre
man en Kwaak, viool, aan de piano
begeleid door de heer Booda, de
sonate in 6 mineur Opus 2 no. 8 van
G. Fr. Handel uit. Deze sonate be
staande uit 4 delen, werd op gave
wijze ten gehore gebracht.
Vervolgens bracht het 'koor een
3' tal Duitse en een Frans kerstlied.
Vooral in „von Himmel hoeh" en
„Noël" steeg het koor tot grote
hoogte.
Na de pauze werd op fraaie wij
ze de kerstcantate van Cath. van
Hennes gebracht.
Door ziekte moest het nummer
„Het lied der Engelen" vervallen
Hiervoor kwam in de plaats het
goed gezongen nummer „Joseph,
lieber Joseph mein, een oud Weih-
nachtsli'ed.
Tot slot zong het koor het dank
lied op het Kerstfeest van Cath
van Rennes.
Dit was een waardig besluit van
een prachtige avond, die door een
goed bezette zaal aandachtig werd
gevolgd. n.