Ito uw ii ij verheid
FEUILLETON
Geleefd tussen twee werelden
No. 28 door TOM LODEWIJK
van de tuberculose, die in 1898 een
gevaarlijke volksvijand bleek, kwam
daarbij naar voren. Koningin Emma
bestemde dit grote buitengoed, haar
bij erfenis ten deel gevallen, voor ge
nezing ook van onvermogende pa-
tienten, en zij had indirect de hand
in de jaarlijkse collecte van Emma-
bloem, die zelfs in een tijd als deze,
waarin men weieens zucht onder de
vele openbare collecten, aan popula
riteit niets heeft ingeboet.
De drie dames haalden hoorbaar
adem. Mevrouw Agnes verbleekte.
Dit liep mis.
Ik dacht, vervolgde Rie, en haar
stem sneed als een mes, ik wil ook
wel es zien hoe in aristo-cra-ti-sche
milieu's de dames zich gedragen. Ik
wil ook wel eens echte dames zien.
Ben ik even bekocht uitgekomen? Ze
stond op van haar stoel. Als de dames
soms nog iets meer te vragen hebben,
of nog verdere inlichtingen willen
hebben dan bij voorkeur schriftelijk,
met postzegel voor antwoord. Hoewel
ik wat ik denk, niet graag zwart op
wit zou zetten!
Ze draaide zich om en liep de ka
mer uit.
Wat een brutaal varken, kreet me
vrouw Midema.
Het vat gaf uit wat het in had, stel
de mevrouw Bikkers vast.
Rob is wel te feliciteren! vond Isa-
beau. Maar mevrouw Agnes lachte
niet. Haar plannetje, Rie te intimi
deren, had gefaald.
Toch begrijp ik niet. Agnes, dat jij
zulke schepsels in je huis duldt, be
gon meteen mevrouw Midema de
aanval. Dat je je gasten rustig laat
beledigen.
Och. zei mevrouw Agnes hoog, 't is
voor het laatst.
Ze wist zelf niet hoezeer ze de
waarheid sprak.
Rob kreeg een onrustig gevoel en
hij wist niet waardoor. De beide he
ren hadden hem aan de praat ge
houden en hij had Rie uit het oog
verloren. Maar hij vermoedde haar
rustig in gesprek met Vera en me
vrouw Laarman. Alles was zo goed
gegaan vanavond boven verwachting.
En toch luidde er ergens een alarm
sein. Hjj zocht de kamer rond. Rie
was er niet.
Zoek je jemeisje? vroeg zijn
Koningin Emma leefde, tot op ho
ge leeftijd, temidden van het volk,
dat haar eigen volk was geworden.
Zij werd geëerd en geëerbiedigd,
maar voor alles werd zij bemind.
Het kleine paleis aan het Voorhout
dat zij vanaf 1901, toen koningin Wil-
helmina trouwde, betrok, zal zeker
voor de ouderen onder ons, nog al
tijd blijven het paleis van de ko
ningin-moeder
v. d. M.
moeder. Die is even naar boven ge
gaan.
Op dat ogenblik klonken de tonen
van een meeslepende tango uit de
luidspreker van de gramofoonkast.
Isabeau kwam op Robbert toe.
Hij accepteerde gretig de uitnodi
ging, blij dat Isabeau begon te ont
dooien. Onder het gesprek zou hij
haar wel even laten voelen, dat ze
een beetje anders tegen Rie moest
optreden.
Ik wist niet dat jij zo'n vrouwen
veroveraar was, scherste Isabeau. Ze
keek hem aan met haar grote ogen,
waarin een geheimzinnig lichtje
danste.
Ach, dat ben ik niet, weerde hij
af. Je kent je zelf niet, antwoordde
ze, opeens met een bijzondere klank
in haar stem. Haar ogen waren half
gesloten, haar mond bijna smartelijk.
Hij zag op haar neer. Isabeauze
was als een orchidee, zo mooi en
teer
Wat bedoel je daarmee? vroeg hij.
Wat zou ik bedoelen? antwoordde
ze. Haar ogen lichtten op. Rob voelde
zich warm worden.
Het was alsof alleen zij tweeën
in de kamer waren, dacht hij, een
intimiteit tussen hen die al het an
dere bruten sloot.
Robzei ze zacht.
Wat is er, Isabeau?
Ik. nee. haar stem brak af.
Haar gezicht kreeg weer de gesloten
uitdrukking. Hij wist niet waardoor,
maar hij kreeg het gevoel als had hij
haar pijn gedaan, gekwetst. Bijna
schuldig hield hij haar in zijn armen.
Bezorgd gleden zijn ogen over dat
mooie, nu bijna pijnlijk vertrokken
gezicht. Hij wilde aardige, lieve,
troostende dingen zeggen. Hij boog
zich over haar heen, terwijl zij als in
trance, zich door hem liet leiden.
Opeens sloeg ze haar lange wim
pers op en de blik van haar ogen trof
hem rechtstreeks en onverhoeds.
Je haat me, nietwaar? fluisterde
ze. Hij kleurde fel.
Waarom? vroeg hij geschokt.
Za zweeg, haar blik dwaalde weg.
Isabeau, je praat onzin! verweerde
hij zich tegen jets onbestemds.
Ze glimlachte, triomf in haar blik.
Dus je geeft nog wel iets om me?
Op dat ogenblik vergat hij al het
andere. Hij staarde diep in haar ogen
zag haar geheimzinnige glimlach, de
glans van haur haar, voelde haar
slanke, Ijle gestalte in zijn armen.
Voorzichtig en galant drukte hij 'n
kus on haar hand, die hij zo stevig
in de zijne hield geklemd.
Ze glimlachte tevreden.
Buiten, voor het raam zag Rie Kos
ter het gebeuren.
Resoluut draaide ze zich om.
Vastbesloten liep ze in de stille
avond, de weg naar het station. En
verbeten vocht ze tegen de tranen die
het niet winnen mochten
Juffrouw Vera! het was de be
scheiden stem van het kamermeisje.
Vera draaide zich om.
Wat is het, Lies?
Wilt U even meekomen? vroeg het
meisje dringend.
Vera zag haar verwonderd aan, be
greep toen, dat er iets ernstigs was
gebeurd.
Ze heeft vast een fles champagne
laten vallen! schertste ze tegen me
vrouw Laarman, en haastte zich ach
ter het zwart-en-wit-figuurtje naar
de hla.
Ik dacht dat ik het U even moest
zeggen, fluisterde het meisje, juf
frouw Koster is weg
Weg?
Ja. Naar huis.
Ik mocht het niet zeggen van haar.
Ze ging naar boven en kwam al vijf
minuten later met haar valies bene
den. Zeg niet dat ik weg ga, zei ze,
want ik wil geen spelbreekster zijn.
Ennn
Nu, wat?
Ze zag er..niks vrolijk uit.
Ach, dat heb je je verbeeld, lachte
Vera, je ziet te veel films, Lies. Maar
er is niets aan de hand, hoor.
O, ik dacht....
Nee, ik vind het best, dat je het
even gezegd hebt, maar ik wist er
van. Wil jij even wat borrelvoer rond
dienen voor de heren. Lies?
Ja juffrouw.
Weg was Lies
Juffrouw Vera was een schat, dacht
ze, maar ze kon slechts toneelspelen.
Want waarom schrok ze anders zo?
Zeker mot met die andere. Jammer,
ze leek wel aardig. Had haar nog een
gulden gegeven. Enfin, dat zochten ze
zelf maar uit.
HOOFDSTUK XII.
Vertreksein.
Het was Rob geweest of hij een
klap in het gezicht kreeg, toen hij
hoorde, dat Rie plotseling vertrokken
was. Zijn moeder had er zich kort
maar krachtig over uitgelaten. Haar
weggaan had bij de gasten bevreem
ding gewekt. Verschillende dames
waren gekwetst door de onbeleefde
manier waarop ze hen te woord had
gestaan. De familie was in opspraak
gebracht! Rob kon tegen dit alles niet
op.
De burgemeester had gezwegen en
zijn vrouw wat achterdochtig aange
zien. Haar verontwaardiging was hem
een beetje te heftig. Hij moest bij ge
legenheid eens precies uitvissen wat
er gebeurd was, waarom het meisje
zo plotseling vertrokken was. Hij was
in haar teleurgesteld.
Het meest was Rie Koster in zich
zelf teleurgesteld. Reeds in de trein
was de twijfel in haar gerezen, of ze
juist gehandeld had. Ze had gevolg
gegeven aan een impuls. Ze was niet,
zoals ze dacht meester van de situatie
gebleven, die was haar uit de hand
geglipt. Maar als ze dan weer dacht
aan de manier waarop die vrouwen
haar hadden bejegend, zo hautain en
minachtend, vond ze verontschuldi
ging voor haar optreden. De toorn
bleef baas. En zo schreef ze Rob een
koel briefje.
Beste Rob.
Zaterdagavond is mij gebleken,
dat het beter is, dat wij elkaar
niet meer zien. Wij horen niet bij
elkaar. Doe geen moeite me t»
bezoeken of te schrijven, mijn
besluit staat vast. Het beste.
RIE KOSTER.
Haar hand had gebeefd toen ze die
brief in de bus stopte. Maar ze ver
telde zichzelf, dat dit het beste was.
En mocht ze nog twijfelen, dan dacht
ze maar aan het moment, dat ze Rob
verliefd, naar ze dacht, de hand zag
kussen van dat elegante meisje, dat
haar zo vernederd had. Nee, zo'n rid
der kon haar gestolen worden.
wordt vervolgd.
DE GOUWE HEEFT LAATSTE
COMPETITIE - WEDSTRIJD
OOK VERLOREN
De Gouwe speelde een niet gein-
tresseerde wedstrijd tagen Pinguïns
te Woerden. Daar het kampioenschap
reeds behaald was en niets meer op
het spel stond, heeft het op revanche
belustte Pinguins in een felle wed
strijd met 4-3 van een onvolledig
Gouwe gewonnen.
Alsof het zit in de lucht
is 't. Om het grote karwei
haerst spanning: Het gerucht
van arbeid voor dagelijks brood.
Het bedrijvig rumoer is daar
van de hamers, slag op slag.
En steeds hetzelfde gebaar,
van metselen, één voor één,
vele stenen tot een muur.
Uit de muren groeit een straat
in steigers.Van uur tot uur
stijgt spanning op het karwei.
Als de betonmolen draait,
spuwt hij knarsend specie uit.
Het bouwterrein is bezaait
met brokken materiaal,
een fles die hier en daar glimt.
proppen boterhampapier
En ook met de spanning klimt
de hoop van een jong geslacht,
op een nummer uit de rij
en een eigen onderdak.
Eindelijk de ingang vrij,
met zelf de sleutel op zak.
.want liefde zonder een lach
is, zoals het mooiste werk
is, zonder een snipperdag.
Wij wachten nu al zo lang
wij elkaar hebben gekust.
Zolang vinden de passer
en de driehoek ook geen rust....
.Maar een sein verbreekt de ban.
't Is de sirene die gilt!
Daarop is immers gewacht.
Want de honger moet gestild.
Nu is het tijd voor de schaft.
Anno Domini 1958. M. J. Sliedrecht
NIEUWE VERKEERSREGELS
Voor duopassagiers van tweewieli
ge voertuigen is het verboden de bei
de benen aan dezelfde kant te hou
den.
Bromfietsen moeten voorzien zijn
van een deugdelijke, geluiddempende
gasafvoer, welke over de gehele leng
te gasdicht moet zijn - het hinderlij
ke knallend geluid wordt verboden.
Achteruitrijdend verkeer moet
voortaan altijd voorrang verlenen aan
al het andere verkeer.
Als bij bruggen een rode lamp of
de letters stop in rood licht gaan
branden, moet alle verkeer stoppen,
ook het voetgangersverkeer het
mag dus niet meer voorkomen, dat
men, na het aansteken van het rode
licht, nog snel probeert over de brug
te komen.
Eerst per 1 oktober wordt van
kracht het voorschrift, dat bromfiet
sen van een gele plaat moeten voor
zien zjjn.