EXTRA BULLETIN
10 pCt Korting
extra trekking
Hoe Sinterklaas zwart en
Zwarte Piet wit werd
Hoe laat is het
j Ho->i£ag,e>iie VeAntey, j
ST NICOLAAS AANBIEDING
WINKELWEEK 1958
Wegens enorm sueees
O, wat was het een drukte in de
bakkerij van bakker Kneedgraag. En
geen wonder, morgen zou het immers
5 december zijn, de verjaardag van
Sint Nicolaas. Dan zou de Sint komen
in bijna alle huizen van heel Neder
land. En dan was het overal feest.
Ook voor Marja, Rinus en kleine
Jan, de kinderen van de bakker. Ze
verlangden er zo verschrikkelijk naar,
dat het toch maar morgen was. Ze
konden er bijna niet van slapen. Bak
ker Kneedgraag verlangde er zelf ook
naar. Dat was niet omdat de Sint zou
komen, maar omdat de drukte dan
voorbij zou zijn. Want de bakker was
zo verschrikkelijk moe. Hij viel bijna
om van de slaap.
Hoe dat zo kwam? wel, de bakker
had de laatste week bijna niet gesla
pen, zo druk was het geweest. En met
zijn knecht Janus was het al precies
zo. Janus zou bijna vergeten grapjes
te maken bij zijn klanten. En dat von
den de mensen helemaal niet leuk,
want ze mochten Janus graag. Glad
janus noemden ze hem. Maar als hij
geen grapjes maakte, zeiden ze ge
woon Janus.
Bakker Kneedgraag had nog een
ouderwetse bakkerij. Het was er altijd
erg gezellig. Als de bakker aan het
werk was, zong hij het hoogste lied.
En Janus sloeg op het deeg, dat het
klapte.
En lekker warm dat het was in de
bakkerij. Als de bakker zijn oven heet
wilde maken, stopte hij er eerst een
paar takkebossen in. Dan nam hij een
stuk papier. Het papier stak hij met
een lucifer in brand. En dan bracht
hij het brandende papier met een lan
ge ijzeren stok bij de takkebossen ach
ter in de oven. Eerst zag je nog maar
kleine vlammetjes. Maar al gauw gin
gen de takkebossen branden. Het dro
ge hout knapte en knetterde. En even I
later was de hele oven een vuurzee.
Je kon er niet eens vlak bij komen
met je gezicht. Zo heet was het. En
de rook van de oven ging door de
grote schoorsteen omhoog, naar bui
ten.
Kneedgraag bakte geen taartjes en
allerlei andere lekkere dingen. In ben
broodbakker, zei hij. En daarom bak
te hij alleen maar brood. Maar dat
brood was zo lekker, dat de mensen
het allemaal erg graag lustten.
Er was eens een tijd, toen
j men het antwoord op deze
p vraag niet kon geven, dan i
na 'n blik op de torenklok, i
d Een zakhorloge kende men
toen nog niet.
j> De eerste instrumenten
waren, in onze ogen, on-
j handelbaar, groot en bol, 1
maar bovendien
een luxe voor enkelen
o Sindsdien is er veel ver- 5
anderd. Fabriek na fabriek
j bracht steeds betere en
o kleinere horloges op de p
markt. 5
5 Door gestadige reclame
f steeg de omzet en daalden o
o de productie-kosten. i
X De prijs ligt thans
binnen het be eik van een ieder
o Laat U eens voorlichten I
j door de vakman:
Soms vroegen ze wel aan Gladja
nus Waarom bakt je baas toch geen
koekjes en taartjes? Die willen we
ook graag van hem kopen. Dan grin
nikte Janus maar een beetje en zei hij
Daar heeft mijn baas geen tijd voor.
Dat begrepen de mensen niet. Maar
ja, er was nu eenmaal niets aan te
doen.
"pDan werd het winter. November
kwam in het land. Buiten was het
koud en guur. De wind huilde door
de bomen en gierde om de hoeken
van de dorpsstraat. En dan wisten de
mensen: nu kunnen we koekjes kopen
van Gladjanus. En kiezen hoeven we
niet, want hij heeft maar een soort
speculaasjes.
Ja mensen, zei Gladjanus dan, 't is
weer lekker hoor; speculaasjes van
mijn baasje. Nu, dat ze lekker was,
wisten de mensen wel. Dat behoefde
Gladjanus er echt niet bij te zeggen.
Iedereen kocht een half pond en som
migen zelf een pond. En de mand van
Gladjanus was al gauw helemaal leeg.
hij kon verder die dag alleen nog
maar brood verkopen. De speculaas
was op. Maar morgen is ze er weer,
mevrouw. En dan bent u aan de beurt
Gladjanus dan. En als Janus thuis
kwam met de broodmand, ging hij
ïauw weer zijn baas helpen, om spe-
<mmasjes te maken voor de volgende
Zo kwam het nu, dat bakker Kneed
kaag tegen de tijd van Sint Nicolaa»
80 verschrikkelijk druk was.
Toch was de bakker nog nooit zo
«Uk geweest als dit jaar. Hij wist
"et. hoe hij alles klaar moest krijgen.
noe dat zo kwam? Wel, bakker
Kneedgraag had er een nieuwe klant
bij gekregen. En geen gewone klant,
maar een heel bijzondere. Die nieu
we klant had geen half pond specu
laas besteld en ook geen pond, maar
veel, veel meer. En had hij gezegd
Kneedgraag, je moet niet alleen klei
ne speculaasjes voor mij bakken maar
ook grote, wel zo groot als een pop.
Dan heten ze ook geen speculaasjes
meer, maar speculaaspoppen.
En weet je nu al, wie die nieuwe
klant was Ja, dat was Sint Nicolaas
zelf. En hoor eens Kneedgraag, had
de Sint gezegd, de avond voor mijn
verjaardag moet alles klaar zijn. Dan
kom ik met Piet om alle speculaasjes
en alle poppen op te halen.
Maar nu, op de laatste dag voor St.
verjaardag, stonden al een heleboel
zakken met speculaasjes netjes in de
rij. En er lagen wel tien, twintig, der
tig, nee, nog veel meer speculaaspop-
Op alle wollen en zijden stof-
fen van tot 5 december
GEBR.
STOFFENHUIS
Wat U zelf maakt is het eerste verdiend.
Voor Appels en Peren
tegen de bekende lage prflzen, naar
SEKERIS
pen netjes naast elkaar op de bakkers
dis. Grote poppen en kleine poppen
waren het. Maar de allergrootste was
bijna net zo groot als kleine Jan, het
broertje van Marja en Rinus.
Bakker Kneedgraag had aan de kin
deren verteld, dat Sint en Piet straks
zouden komen om alles op te halen.
Krijg Jan een dootje van Sinterklaas,
had kleine Jan tegen zijn vader ge
zegd. Mamma had Pappa eens aange
keken. En die zei tegen Jan: Nee Jan,
vandaag niet. Morgen krijgt Jan mis
schien een dootje van Sinterklaas.
Maar dan moet Jan heel zoet zijn.
Jan zoet zijn he had de kleine ben
gel gezegd. Hij wist helemaal niet wie
Sinterklaas was, want hij had hem
nog nooit gezien.
ken de drie kinderen van bakker
Kneedgraag naar de oude bisschop en
zijn jonge knecht.
Toen kleine Jan Sint Nicolaas zag,
wou hij eerst zeggen Dag Sinter
klaas, krijg Jan een mooi dootje
Maar toen de kleine baas die zwarte
Piet zag, met zijn rollende ogen,
schrok hij zo, dat hij gauw zijn hoofd
terugtrok en wegkroop onder de ta
fel. Hij stootte zijn hoofdje ook nog,
zodat er een grote bult op kwam. Jan
tje bang, huilde hij. Jantje wil niet
Zwarte Piet. Jantje wil dootje.
Maar Sint Nicolaas deed net of hij
niets merkte. Vandaag was de Sint
ook nog niet jarig. Morgen, dan kwam
het feest en dan zou hij ook komen bij
de kinderen van bakker Kneedgraag,
bij Marja, Rinus en kleine Jan. Nu
stapte de Sint alleen maar naar de
bakkerij om te halen wat hij besteld
had. Piet pak alles maar in, zei de
Sint tegen zijn zwarte knecht, toen
bakker Kneedgraag alle zakken met
speculaasjes en alle poppen had laten
zien. Sint betaalde de bakker en fluis
terde hem in het oor; morgenavond
komen wij terug voor Marja, Rinus
en kleine Jan. Bakker Kneedgraag
knikte. Hij gaf Sint en Piet een hand
te gevaarlijk vond. Maar Piet is een
waaghals .Die is toch op het dak ge
klommen. Laten we maar eens kijken,
waar hij blijft. En Sint liep naar de
bakkersoven toe. Daar had je immers
de grote schoorsteen, waar overdag
de rook van de oven door naar bui
ten moest.
En ja vel hoor, terwijl Sint Nicolaas
al bezorgd naar boven keek, hoorden
ze allemaal gestommel op het dak.
Marja en Rinus waren ook wat dich
terbij gekomen en kleine Jan keek
voorzichtig om het hoekje van moe
ders rok naar de grote witte Sint.
In de schoorsteen was het zo don
ker, dat je niets, maar dan ook hele
maal niets kon zien. Opeens dacht
bakker Kneedgraag aan de grote vet
te worsten, die in de schoorsteen hin
gen om gerookt te worden. Sint, m'n
worsten riep hij. Maar het was al te
laat. Een hevig gekraak, geproest, ge
steun en geglij in de schoorsteen maak
te, dat niemand de woorden van de
bakker hoorde. Vette worsten en stuk
ken hout vielen links en rechts neer.
Grote wolken en stukken roet stoven
om Sint Nicolaas en de anderen heen.
Maar de Sint stond het dichts bij de
schoorsteen en daarom kreeg hij het
zijn werk, had hij de laatste zak meel
maar gauw tegen de oven gezet. De
zak was nog bijna helemaal vol en hij
stond toevallig net onder de schoor
steen. En toen Piet nu naar beneden
kwam met de worsten en het roet,
viel hij zo maar pardoes midden in de
zak meel. Grote witte wolken stoven
in het rond.
Piet had niets gebroken. Maar toen
de meelvlokken een beetje waren
weggetrokken, zagen de anderen geen
En naast herp stond een zwarte Sin
terklaas. O. o wat was dat een vreemd
zwarte, maar een witte Zwarte Piet.
gezicht.
Ze moesten allemaal even bekomen
van de schrik. Alleen kleine Jan
kwam achter moeders rok vandaan en
zei: Jantje niet bang voor Zwarte Piet
Jantje dootje. Toen moesten ze alle
maal lachen, met Sinterklaas en Zwar
te Piet erbij.
En ja hoor, Jantjes dootje kwam al
gauw voor de dag. Maar ook Marja
en Rinus kregen wat en vader en
moeder erbij. Zo was het wel een
vreemde, maar toch nog een mooie
Sint Nicolaasavond geworden.
Voor alle soorten Noten
naar Sekeris
en de zeer grote vraag naar Winkelweekbonnen
heeft het Comité besloten een
te houden op maandag 8 december a.s.,
(na de normale trekking) uit ALLE ingeleverde
opplakvellen, behalve die inzendingen waarop
prijzen zijn gevallen.
Dus alle inzendingen behouden hun waarde.
Vraagt dus uitsluitend
WOKELWEEKBOeEJT
HET COMITÉ
Marja en Rinus wel. Maar die wa
ren ook al een stuk groter dan kleine
Jan. Ze gingen allebei al naar school.
Maar Marja en Rinus hoopten net zo
goed als kleine Jan, dat Sint een ca
deautje voor hen zou meebrengen.
Daar ging de winkelbel weer eens.
Die had wel honderd keer gegaan de
ze middag. Het leek wel, of alle men
sen boodschappen moesten doen van
daag. Moeder Kneedgraag slofte weer
naar de winkel. Maar wie stonden
daar nu? Sint Nicolaas en Zwarte
Piet.
Toen Sint en Piet langs de huiska
mer kwamen, keken er drie kinder
hoofdjes nieuwsgierig om de hoek van
de kamerdeur. Dat waren natuurlijk
de hoofdjes van Marja, Rinus en klei
ne Jan. O, wat was Sint Nicolaas toch
een grote man. En wat zag hjj er oud
uit. Zijn haar was helemaal wit. En
zijn gezicht was wit, met een hele
boel rimpeltjes. En zijn baard was nog
witter dan wit. Die was eigenlijk het
witste van alles.
En wat was Zwarte Piet toch rwart
Zijn hoofd was rwart, zijn haar was
rwart zijn handen waren zwart, zijn
benen waren zwart, hij was helemaal
zwart. Alleen zijn lippen waren rood.
En zijn ogen waren wit. En die ogen
rolden door zijn hoofd als knikkers
in een potje. En hij glom als een spie
gel, die Zwart» Piet. Vol ontzag ke
en toen vertrokken de oude bisschop
en zijn trouwe knecht weer gauw,
want ze hadden nog veel te doen.
Eindelijk werd het 5 december,
Marja, Rinus en kleine Jan mochten
wat langer opblijven. Kleine Jan ging
al vast maar weer onder de tafel zit
ten. Jantje bang, Jantje niet Zwarte
Piet. Jantje dootje. Maar moeder nam
hem op schoot en zei. Jantje hoeft
niet bang te zijn. Jantje is een zoete
jongen. En straks krijgt Jantje een
dootje.
Daar werd aan de deur van de bak
kerij gerammeld. Ze schrokken er al
le maal van. Vader liep naar de bak
kerij en moeder ging mee. Jantje hield
zich stevig aan moeder vast en kroop
weg achter moeders rok. En Marja
Autopeds en Driewielers
Grote sortering
L. WIELAARD
Ke'kweg 112 Telefoon 209
en Rinus keken voorzichtig om de
hoek van de kamerdeur. Dag Sinter
klaas, hoorden ze zeggen. Komt u
binnen. Heel graag, zei de Sint. Maar
u weet toch wel, dat Piet het liefst
door de schoorsteen naar binnenkomt.
Zelf rijd ik ook wel graag met mijn
schimmel over het dak. Maar er staat
vanavond zoveel wind. dat ik het echt
meeste van dat zwarte goedje over
zich uitgestort. Sints mooie witte
baard was ineens helemaal zwart ge
worden. Zjjn haar was half wit, half
zwart. En over het mooie oude ge
zicht liepen dikke roetstrepen. Het
leek wel, of zijn mantel ineens vol
met inktvlekken zat en of Sints mooie
witte handschoenen in de modder had
den gelegen.
Van schrik liet Sint zijn staf los en
die viel boven op het hoofd van Ri
nus. O, o, wat was dat een conster
natie in de bakkerij van bakker
Kneedgraag.
Wat er dan was gebeurd? Wel,
Zwarte Piet was eerst boven op het
dak toen heel voorzichtig in de schoor
steen naar beneden geklommen. Dat
had hij al wel duizend keer gedaan en
nooit was er nog iets gebeurd. Ook
dit maal ging alles goed. Totdat Piet
Plotseling met zijn hand tegen een
paar van die vette worsten aan kwam,
die in de schoorsteen hingen om ge
rookt te worden. O, o, wat schrok die
Piet. Zo iets had hij nog nooit mee
gemaakt Van louter schrik liet hij
zich los en toen tuimelde hij me* wors
ten, roet en al naar beneden.
En als die arme Piet nu op de sto-
nen vloer wag terechtgekomen, had
h« wel allebei z'n armen en benen
kunnen breken. Maar toen Gladjanus,
d« knecht, die middag klaar waa met
Burgerlijke Stand
Aangiften van 20 tot 26 november.
Geboren: Petrus Johannes Wilhel
mus Maria, z.v. P. J. Ketelaar en H.
C. W. Eggink, St. Victorstraat 11;
Teuntje, d.v. T. G. Prins en W. de
Knegt, Noordkade 225;
Maria Johanna Antonia, d.v. A. A.
van Vliet en A. Vermeulen, St. Vic-
torplein 3;
Robert Jan, z.v. W. van Klaveren en
C. A. Groenewoud, Noordeinde 154;
Alida, d.v. A. Kooijman en L. Re-
horst, Stationsstraat 22;
Hendrika, d.v. B. Hendriks en M
Klompmakers, Ieplaan 137;
Ondertrouwd: J. Achterberg en H.
A. Biesheuvel; B. Versluis en E. C.
Sleeuwenhoek; A. Verblaauw en H.
Koppelman;
Gehuwd: T. van Velde en A.
Grundmann; J. de Gier en G. H. La-
grouw; G. H. Roodzant en S. J. Ou-
dijk; A. Gorsselink en W. J. Vergouw
Overleden: Dronkert, Schilleman,
oud 73 jaren.
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN.
Gevonden: gereedschap; vulpen; br.
glacé herenhandschoen; plaat hard
board; bruine glacé handschoen; 3
sleuteltjes; fietssleutel; muntbiljet;
geruit jasje; kinderwantjë; zwarte
poes; dameshorloge; blauw wantje.
Verloren: zwarte glacé dameshand
schoen; 1 jaar bruine glacé heren
handschoenen; toverplaatje; bieten-
riek; bruine herenportemonnaie met
inh.; kickstarter; blauwe pet; porte-
monnaie met inh.;
(Vervolg van pagina 2)
gen met het tegenwoordige in gebruik
zijnde materieel, kennismaking met
bekende redders en enige opnamen
van gestrande schepen.
De pauze werd benut voor een
kopje koffie.
Als tweede film werd vertoond:
„Redding bij Latrabjarg". Een unie
ke film van een werkelijke redding
met lijnwerp- en wippertoestel bij de
woeste n.w. kust voor IJsland.
Een aangrijpend filmwerk, dat in
zwart-wit de beklemmende strijd van
de IJslandse redders weergeeft.
Aan het slot van de avond dankte
Mevr. Ripping-van der Breggen de
heer Wittpen voor de mooie film en
causerie.
Namens de Hollandse Mij van
Landbouw dankte de heer J. F. Hij-
koop de presidente voor de ontvan
gen uitnodiging.
LEZING.
Dinsdagavond 25 nov. hield het In
stituut voor Arbeidersontwikkeling
haar tweede lezing over de verschil
lende levensbeschouwingen. Ditmaal
werd door de heer Warffemius uit
Delft het Humanisme besproken. De
heer Warffemius zeide dat naar de
leer van het Humanisme de normen
van goed en kwaad uit de mens zelf
voortkomen en niet door geboden
kunnen worden opgelegd. Ook wisse
len deze normen in tijd en omstandig
heden. Zo kan in oorlogstijd het do
den van mensen soms als een nood
zaak gezien worden terwijl dit in
vredestijd iedereen met afschuw ver
vult. Het Humanisme wil niet gelo
vige mensen tot onkerkelijkheid
brengen, maar wil zich slechts rich
ten tot die steeds groeiende groep van
mensen die met buitenkerkelijke
worden aangeduid. Aan het eind van
zijn met belangstelling aangehoord
betoog beantwoordde spreker nog en
kele vragen.
Maandag 1 december spreekt tot
siot van deze reeks lezingen de
Zeereerw. Heer Pastoor J. Gronheid
O.F.M., over de Katholieke levensbe
schouwing Ook deze avond wordt in
hotel De Unie gehouden.
WERKENDE JEUGD.
Op verschillende vergaderingen
waar we de laatste maanden aanwe
zig waren, hoorden we steeds dezelf
de klacht: „met geen stok kan je de
mensen ertoe krijgen ergens heen te
gaan. Dat deze klacht niet onge
grond is, staat vast Op vergaderingen
waar, als er 50 pCt van de leden aan
wezig zou zijn er toch zeker tachtig
mensen konden zijn, waren er zeven.
Dit is niet uit de lucht gegrepen
maar een vaststaand feit.
Behoort u ook bij die grote massa