EEN AUTO dames en hei enhorloges JAC. SATON c&ute pAijA FEUILLETON door TOM LODEWIJK £and- en Xuin&aiuu. Bel Bü Brand No. 300 No. Zo mevrouw zei Andriessen, we gaan weer een stapje verder. Achter uitrijden de bocht om., dat kunstje gaan we nu oefenen. Hebt u geen last van die zonnebril? Er is helemaal geen zon. M'n ogen worden anders zo gouw moe, redde zich Mien. Een andere wagen met een L op de bum par schoot langs hen heen. Andriessen stak groetend de hand op. Zo, constateerde hij, Maartens heeft die Opel toch gekocht. U bent hier de enige niet, consta teerde Mien, ietwat angstig vissend. In daze buurt zeker niet. De po litie heeft bepaalde buurten aange wezen. Het is niet de bedoeling, dat op iedere straathoek instructeurs be zig zijn achteruit te rijden. Dus ze komen hier zowat allemaal? O nee, er zijn meer van die buur tjes. Maar we zitten hier soms met eén half dozijn, en dan is het uitkij ken geblazen. Mien kreeg het benauwd. Zal ik het raampje openzetten? vroeg Andriessen behulpzaam. O nee. niet nodig. Nou mevrouw. nu in z'n achteruit zo helemaal om, hier die armen nu zorgen dat u gelijk met de stoep blijft. Gedurende het ingespannen oefenen vergat Mien haar vrezen. Dat gaat heel best, prees Andries sen En nu draaien. Vooruit maar. Links uw stuur.. Links.. Op datzelfde ogenblik kwam een leswagen de hoek omzetten. Die stopt wel, kalmeerde Andries sen. Maar hij stopte niet, vermeer derde vaart, Mien rukte zenuwachtig aan haar stuurmet een schok stond de andere wagen stil, reed dan ach teruit. Een leerling die zenuwachtig werd, grinnikte Andriessen, gaf gas inplaats van te remmen. Sander Bakker wist er wel raad mee. en meteen ach teruit er weer uit, inplaats van te blijven wachten en u hardstikke ner veus te maken. Aardige jongen, dis Sander, goeie collega.... Kom me- vrouwtje, blijft u hier staan? We moeten de andere kant op, hoor. Met sidderende hand greep Mien 't Stuur. ze had de leerling van Sander Bak ker herkend. Achter 2^jn brilleglazgp ep bovep zijn hangsnor puilden de beangste ogen van Hendrik Winkelaar! Dag man, zei Mien hartelijk, ben je daar weer? Hendrik keek wat achterdochtig. Zoals je ziet, Mientje. Ja, legde ze ijverig uit, met dat au torijden, ik ben tooh altijd maar weer blij dat je heelhuids thuis bent. Je leest zoveel van ongelukken. Pah! antwoordde Hendrik hooghar tig, meest eigen schuld. Je hebt van die volksstammen die het nooit le ren. Haspruitjes! Jaja. en saucijzen. Schiet maar op en kom gauw aan tafel, Hes is er ook al en we hebben honger. Zich behaaglijk schurkend, zette Hendrik zich aan tafel en snoof de verkwikkende geur van de maaltijd op. Ha, die autocoureur, begroette hem Hester. Hoeveel hebt u gereden, va der? Honderd? of honderdtwintig? Kind sprak Hendrik vaderlijk, snel rijden is geen kunst; veilig rijden, daar gaat het om. Mien bespiedde het gezicht van haar man, maar afgezien van zekere teke nen van agitatie, verried het niets bijzonders. Zou hij haar toch niet herkena hebben? Dan was ze gered! Je ziet er moe uit, man zei ze en legde bezorgdheid in haar stem. Geen wonder klaagde Hendrik tus sen twee happen. Bakker zegt altijd, houdt rekening met de fouten van an deren. Nou, als je ziet wat er zo langs de weg uitgehaald wordt, dan snap je niet, dat er niet pieer dooien vallen. Mien knipte sympathiek. Hester luisterde verstrooid. Wat ik vandaag weer beleefd heb begon Hendrik zwaar, alle aandacht opeisend voor zijn belevenissen. Je hebt toch geen aanrijding ge had, vader? informeerde Hester, maar haar toon was te luchthartig en Hen driks gelaat bleef zwaar van ernst. Rij ik daar in een van die straten, le weet wel, in de zeeheldenbuurt, kom een bocht om. Staat me daar 'n wagen dwars over de weg. een wijf achter het stuur. Een wat? vroeg Mien scherp. Een wjjf, zei ik. Zo'n schepsel met een kanjer van een zonnebril op dr was notabene geen zon te zien en daarom zag ze zeker verder door niks inplaats van door te rijden blijft ze diaar middep op sfragt staart, geen muis kon er meer in of uit. U had er wel bovenop kunnen vlie gen, leefde Hes mee met een knipoog naar haar moeder, maar Mien knip oogde niet terug. Dat deed ik ook haast, maar ge lukkig wist ik nog tijdig te remmen. Nou, en toen ben ik maar even ach teruit de straat uitgereden, dat was de enige manier, 't Kan best zijn dat ze d'r nog staat, hoopte hij wraak zuchtig. Dus jij deed 't goed en zij deed 't fout, stelde Mien kortaf vast. Haar stam was ijzig als de Noordpoolwind. Natuurlijk, ze moet de rijweg vrij laten! Dat is het abc van autorijden. Enfin, ze moest het ook nog leren maar als je het mij vraagt, leert dat soort vrouwen het nooit. Welk soort bedoel je? wilde Mien weten en haar stem klonk zo scherp, dat Hester lachte, Moeder neemt het voor onze zwakke sekse op! Mien kookte inwendig. Hoe graag had ze Hendrik verteld hoe ze over het avontuur van die middag dacht, hem voor de voeten gegooid dat hij had moeten remmen in plaats van meer gas geven. maar haar lippen waren verzegeld. Nu hij haar niet herkend had, kon ze haar geheim niet prijs geven. Een vrouw, decreteerde Hendrik mannelijk-superieur, hoort niet ach ter het stuur. Da's mannenwerk. Ik zie jou al achter het stuur zitten, Mientje. Je zou d'r vast niks van te recht brengen. Waarom niet? vroeg Hester en Mien zag haar dochter achterdochtig aan. Die reageerde ook fel! Nou, ik heb het nou zelf meege maakt, besloot Hendrik het debat. Een gevaar op de weg, dat zijn ze. Gelukkig, zei Mien honingzoet, dat hij zoveel tegenwoordigheid van geest had, vader. Wie weet wat er anders gebeurd zou zijn. STOPPELBEWERKING EN BEMESTING. Nu de oogst grotendeels is binnen gehaald, liggen de akkers weer klaar om de noodzakelijke stoppelbewer kingen (ploegen, eggen, cultivateren) te ondergaan. Aan de bemesting van de grond wordt hierbij echter nog veel te weinig aandacht geschonken. Hieraan denkt men vaak pas als de winter voorbij is. Tegen deze foutieve gedachtengang moet echter met klem worden ge waarschuwd. Wat reeds nu in de herfst aan bemesting kan en moet worden gedaan dient ook werkelijk te zijn. Dat zich wil bezighouden ten koste van anderen. Dat, gekleed in spijkerbroeken en leren vesten, en met vlossig, afgevreten haar, de ou deren en de jongeren brutaliseert. Die jongemensen, die menen, dat het le ven dat hun toekomt verschaft moet worden door anderen. Dat leven is voor hen: de bromfiets met een open knalpot, de radio met pick-up, bra nie schoppen en herrie maken. Zij menen, dat leven is: vernielen, mis handelen, verspillen. Wij kennen een geval uit de mobili satiejaren toen er zich al een zekere ontwrichting vertoonde door het op roepen van wat oudere militairen. In een der garnizoensplaatsen dreig de een Nozem een troepje behoorlijke jongelui mee te sleuren. Het was een bende in de kamer waar de zwetser en snoever als een meest potrad in de avonduren. Tot een wapenbroeder bij dat stelletje kwam die hoger onder wijs genoten had en aan de officiers opleiding was ontsnapt. Hij verzamel de enige goedwillenden om zich heen, praatte over de wonderen der natuur, liet de jongens een aquarium maken. Het groepje groeide aan en na een week was de opschepper uitgepraat. Hij vertoonde zich zelfs niet meer. Laten de ouderen niet afgeven op de jeugd doch haar leiding geven. Haar houden uit de kleauwen van de wilde dieren, die we nu Nozems noe men. Dat vergt tact en geduld, maar het is een stokje mensenwerk, dat tot het geldk van medemensen zal bij— dragen. Sch. worden uitgevoerd. Een tijdig toege paste bemesting geeft uiteindelijk het beste financiële eindresultaat. In de eerste plaats dient de aanwe zige stalmest te worden uitgereden en op doelmatige wijze op de akkers te worden verdeeld en ondergebracht. Stalmest bevordert de structuur en stimuleert het bacteriënleven van de grond. Vervolgens vraagt een Thomas- meelbemesting thans reeds sterk de aandacht (fosforzuur, kalk) en daar naast in vele gevallen de bemesting met kalizouten, die met het Thomas- meel kunnen worden «emengd en in één gang uitgestrooid, werkt arbeids besparend! Juist een „geleidelijk aan" werken de meststof als slakkenmeel kan door de verschillende grondbewerkingen goed door de bouwvoor worden ver deeld, hetgeen de werking van deze meststof ten goede komt. Men heeft nu veelal meer gelegen heid om de fosfaat- en kalibemesting toe te passen dan in de reeds zo druk bezette voorjaarsmaanden. En vergeef u vooral niet dat de orijzen van de meststoffen nu lager liggen dan in 't voorjaar. Wjj kochten op de Jaarbeurs de nieuwste modellen Horloges waarvoor wij voor 100 °/0 instaan. De vanouds bekende zaak met de buitenklok. DANKBETUIGING Hiermede danken wij U hartelijk voor Uw blijk van belangstelling bij ons Huwelijk op 25 augustus j.l. Deze dag blijft mede hier door voor ons onvergetelijk. A. Brouwer A. E. M. Brouwer- Boxhoorn Waddinxveen, sept. 1959. Nesse 34 Heden werd zacht en kalm, uit ons midden weggenomen onze geliefde Broeder, Zwager en Oom, de heer ALBERT TOL in de ouderdom van ruim 85 jaar. Nieuwerkerk a.d. IJssel Wed. J. Vis—Tol Waddinxveen C. Tol E. TolStout W addinxveen K. Tol Gouda Wed. A. TolStouthart Neven en Nichten Waddinxveen, 24 september '59. Kerkweg 20 Verzoeke geen bloemen. De teraardebestelling zal plaats hebben op maandag 28 sept. a.s., des nam. tussen 12 en 1 uur op de Algemene Begraaf plaats te Waddinxveen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1959 | | pagina 9