elastieke kousen V.YPEREN DE SLEUTEL DIE OP ALLE DEUREN PAST Bietje Bluil eti jantje fo-pjie VElLICi VERKEEK Onze Jeugdprqsvraag Wf Het KALASIRIS corset OORSETSPECIRRLZfiflK MARKT 18 GOUDA Pluimveehoekje A. BROUWER „Moeder", zei Kees, ik geloof niet meer aan Sinterklaas. „Zo, jongen", zei moeder, dat is jammer voor je. Want als je niet meer aan Sint ge looft, dan zul je ook wel geen ca- deautjs meer van hem willen hebben. Kees gezicht betrok. Het was één ding om te zeggen, dat je niet meer aan Sint geloofde. Dat bewees, dat je geen klein kindje meer was. Het was een heel ander ding om nu maar meteen van al het lekkers en de mooie cadeautjes af te zien. Ik denk, dat ik dan toch in hem blijf geloven, zei hij half lachend. Dat zou ik maar doen, zei moeder en ze lachte ook. Maar Kees begreep wel, dat je dat eigenlijk niet kon doen. Net zo min als je echt van iemand kon houden, terwille van cadeautjes en lekkers, kon je in hem gelóven. Neem maar tante Jeanne! Als die kwam, nam ze altijd lekkers voor de kinderen mee; maar ze waren altijd blij als ze weer weg was, want ze had altijd van al les aan te merken. Hij hield niet van tante Jeanne, ondanks het lekkers. Moeder had het zeker aan vader verteld, want toen die 's avonds de auto in de garage had gezet en een goede sigaar had opgestoken, zei hij tegen Kees: „Wat hoor ik, geloof jij niet meer aan Sinterklaas? Neen, vader, zei Kees eerlijk. Hij wou er niet om liegen, ook niet ter- wille van de cadeautjes. Hoe kom je daar zo bij? vroeg va der belangstellend en blies een geu rige rookwolk uit. Kees schikte wat dichterbij. Kijk, dat had je nou met vader. Die maak te zich er nooit met een smoesje af, en zei niet, dat je daar nog te klein voor was. Die praatte net alsof-ie je vrind was. Nou kijk es, vader, antwoordde Kees en zijn ogen glommen bij de ont dekking, ik had zo gedacht: wij moe ten onze schoenen klaar zetten en dan zit daar 's morgens wat lekkers in. bij de schoorsteen. En op 4 december komt Sint 's nachts door de schoor steen en dan brengt hij cadeautjes. Maar als ie toch' iedere keer door al die schoorstenen moet, wordt ie toch zo zwart als roet? Zou hij dat Piet niet laten doen? vroeg vader ernstig, die is toch zwart, dus dat geeft niet. Haha! lachte Kees, dus dan zou een neger zich nooit behoeven te wassen! Vader glimlachte geheimzinnig en zweeg. En hoe kan dat dan bij Geert van Loon thuis? ging Kees verder met zijn aanval op het geloof in de Sint. Daar hebben ze op alle kamers cen trale verwarming. Hoe komt Sint door die buizen? Nou ja, vader knipoogde, jij moet ook niet alles zo letterlijk nemen, Kees. Vroeger hadden ze van die grote, wijde schoorstenen en toen kon het misschien. Maar hoe zet Sint dan al die ca deautjes klaar? hield Kees vol. Sint, zei vader ernstig, 'heeft een sleutel, die op alle deuren past. Rrrringrrringging de te lefoon. A. VAN DER HEIDEN Met Ruyters, zei vader. Hij luister de, knikte, zijn gezicht betrok. Het spijt mij, dat ik het niet verder met je kan uitzoeken, Kees, zei hij, ik wordt opgebeld, en moet nu meteen nog even naar kantoor. Kees knikte. Maar bevredigd was hfj niet. Twee dagen later was het Sinter klaasfeest op school. Een waardige, baardige Sint zat daarin het gymna stieklokaal; een zwarte Piet stond naast hem en liet zijn ogen rollen, tot schrik van de meisjes uit de eerste en tot groot plezier van de jongens uit de vijfde klas. Er werden er een paar naar voren geroepen; enkelen, die de besten van de klas waren, en ook een paar bel hamels. Kees Ruyters, klonk opeens de stem van Sint. Kees schrok op, maar liep onder 'het gegrinnik van de anderen naar vo ren. Ik hoor, dat jij niet meer in mij gelooft, sprak Sint gestreng. Kees schrok even. Wie had dat overgebriefd? Maar ja, hij had het in de klas en op de speelplaats nogal erg duidelijk gezegd: „Ik geloof d'r niet meer in". En had meneer Houtman, zijn onderwijzer, daar niet vlakbij ge staan? Ik geloof niet, zei hij, en zijn stem beefde toch een beetje, dat U door de schoorsteen kunt komen. Jij weet niet wat ik kan, zei Sint gewichtig. En mijn vader zegt, dat 't ook niet waar is, maar dat U een sleutel hebt, die op alle deuren past, voegde Kees er haastig aan toe. Daar kon jouw vader wel eens ge lijk in hebben, sprak Sint ernstig. Mag ik die sleutel dan eens zien? vroeg Kees, die preciese, die altijd erg graag zeker van zijn zaak was. Ze lachten allemaal, de onderwijzers ook, en Piet maakte een dreigend gebaar met de gard, maar Sint wees hem te rug. Het was even stil. Vanavond zei Sint, zal ik jou de sleutel laten zien, die op alle deuren past. Blijf straks maar even, dan zul len wij een afspraak maken. Nou, daar ben je goed van afgeko men vader, grinnikte Geert van Loon. Ik dacht eerst, dat je de zak inging! Die avond stond Kees om half acht te wachten op de hoek van de Kwar tellaan. Daar zou Sint hem ophalen. En ja, warempel, daar naderde een grote auto en in die auto.zag hij 'n witte baard schemeren en het rood van een mantel! Het portier zwaaide open. Stap in Kees, klonk de zware stem van Sint. De bisschop zat alleen ach terin, Piet zat voorop bij de chauffeur en liet, achterom kijkend, zijn grote ogen rollen in zijn zwarte gezicht. Wij gaan niet ver zei Sint, en je moet lopend terug, want ik heb nog een heel programma af te werken. Is dat erg? Welnee vond Kees. Zo'n loopje in het donker leek hem hem wel. Ze waren al in de stad, reden door duistelre straten met kleine huizen. Opeens stopte de auto. Kom eens mee, zei Sint. Kees volg de gedwee. Kjjk hier es door het raam, noodde de bisschop. Kees keek. De mensen, die in dit huis woonden, waren niet rijk, dat zag hij zó. Het zag er schamel uit. En bij het licht van de damp zat een jongen van zijn eigen leeftijd, bleek en mager, in bed met een verveeld gezicht naar plaatjes te kijken. Opeens kwam er een vrouw in het licht van de lamp. Haar gezicht stond moe en verdrietig. Die jongen ligt al een jaar ziek, zei Sint. Durf jij er in om te vragen hoe het met hem is en wat hij krijgt voor zijn Sinterklaar? Kees dacht aan zijn eigen goede kleren, zijn volle speelgoedkast, het DE WERELDREIS VAN 57. Zo gezegd, zo gedaan. Ze liepen met hun drieën naar de plaats des onheils en duwden het gestrande pontje weer in het water. Ziezo, zei de pontjesbaas, nou ga ik naar huis tot de pijn over is en kom over een paar uur terug. Maar opgepast, hoor! - Vast en zeker, baas, daar zal geen sikkepitje meer aan mankeren! zei Pietje. 58. Maar.toen ze tien minuten later hun eerste vrachtje naar de overkant brachten, zagen ze, net voor dat ze de kant bereikten, tot hun schrik een politie agent staan. De man moest met het pontje over, maar de jongens dachten niet anders of hij was gekomen, om hen te halen. Terug! fluisterde Jantje, en ze draaiden uit alle macht het pontje weer terug. mooie huis, waarin hij woonde, va ders auto. Dat paste allemaal niet bij deze.... armoe. Neen zei hij, zij zou den mij d'r niet eens inlaten. Zij zou den zeggen: Wat moet jij hier? Misschien wel, zei Sint, jouw sleu tel past niet op deze deur. Maar er is, zoals jouw vader zei, één sleutel, die op alle deuren past. Die krijg jij van mij. Maar je moet eerst geven. Hoe bedoelt U? vroeg Kees ver ward. Breng je mooiste cadeau morgen avond naar dat jongetje, zei de Sint, dan zul je zien, dat je de sleutel hebt die op alle deuren past. Dag Kees! Hij hoorde het portier dichtslaan, de wagen trok op. Hij stond alleen voor het raam. Toen draaide hij zich langzaam om en liep diep ingedach- ten naar huis. Nou, en waar is je sleutel? vroeg vader vrolijk, toen Kees binnenstapte. Ik moet eerst géven, dan krijg ik 'em pas, zei Kees en vertelde zijn verwonderde vader, wat Sint hem ge zegd had. Vader knikte. Jongen, zei hij, van nu af aan kim jij rustig weer in Sin terklaas geloven, want het gaat er niet om of ie echt bestaat en of ie echt op de daken rijdt, en of de stou te kindertjes echt in de zak mee naar Spanje gaan. Sinterklaas is een feest, waarop de mensen elkaar vreugde be reiden. Niet in de eerste plaats een feest van krijgen, maar een feest van géven. Als je dat hebt begrepen, heb je de sleutel, die op alle deuren past. En weet je wat er op dit sleutel staat? Kees schudde zijn hoofd. Heb U naaste lief als U zelf, zei vader. „Morgen gaan wij samen pro beren, of-ie past". OVERWEG OVERWEGING. Iedter jaar weer gebeuren er ei genaardig genoeg speciaal in het na jaar-ongelukken, ernstige ongelukken op overwegen. Nu zijn er doortastende geesten, die daarvoor al direkt hun remedie klaar- stellen: ruim op die overwegen, die dingen zrn uit de tijd. Dat laatste is moeilijk te ontken nen als men de hoeveelheid produk- tiviteit in aanmerking neemt die wij allemaal zitten te verzitten of staan te verstaan voor de hele, halve of helemaal geen slagbomen. Maar wat dat opruimen betreft, dat kan alleen door wat de vakmensen noemen het maken van vrije kruisingen en daar zijn de Nederlandse Spoorwegen di rekt - de dubbeltjes echter helaas minder vlot - voor te vinden. Maar er wordt wèl aangewerkt, alle on vindbare dubbeltjes ten spijt: in 1920 waren er 270, in 1956 472 en in 1958 al 488 van die vrije kruisingen. Nog niet genoeg, zult u zeggen. Akkoord. Daarom zullen u en wij als wegge bruikers voorlopig moeten blijven le ren met de overwegen overweg te kunnen. De Spoorwegen zitten niet stil. Er verschijnen gelukkig steeds meer be veiligingen met halve overwegbomen, waarbij de wachttijd per treinovergang tot 30 a 40 sekonden wordt geredu ceerd in 1958 werden 18 openbare en 27 particuliere overwegen opgeheven, steeds meer onbewaakte overwegen worden met de bekende doordringen de knipperlichten voorzien en bij de selektie, opleiding en taakvervulling van re6p. door de overwegwachters worden steeds strengere maatstaven aangelegd. Op 31 december 1958 wa ren al 91 vroeger onbewaakte over wegen uitgerust met halve overweg bomen, waarvan 70 met automatische bediening. Maar de liefde kan niet van één kant komen. Nog maar al te veel weggebruikers miskennen de gevaren van de overweg. Nog altijd geloven veel fietsers, motor of scooterrijders en automobilisten, dat het met de trein prettig kat- en muisspelen is op zo'n onbewaakte overweg. Ze verge ten, dat de trein allerminst een ple zierige „spelpartner" is. Dat het ar beidsvermogen van een 750 ton zware sneltrein, die met 120 km per uur komt aandaveren 42.500 eenheden be draagt. Een vernietigingskracht, waar tegen een automobilist in zijn 80 km per uur rijdende auto van 1,5 ton 38 eenheden - heeft Over ontmoetings maar weinig - nl. in te brengen gevaar gesproken Altijd en overal kan men wegge bruikers aantreffen - ook onder de wandelaars - die het rode licht ne geren omdat het „nog net kan". Of automobilisten, die alweer op hun gaspedaal drukken, voordat bij het omhooggaan van de halve overweg boom ook het rode knipperlicht ge doofd is. Hier loert de dood letterlijk om de hoek van de trein, die juist passeerde. Als er één plaats is in het verkeer, waar men zijn korrektheid en zelfbe heersing kan en moet tonen, dan is het wel de overweg. In het afgelopen jaar werden 44 ge sloten en 167 dalende overwegbomen min of meer ernstig aangereden. Een bewijs, dat nog velen hun zelfbeheer sing bfj de overweg verliezen in plaats van die te tonen door tijdig snelheid vermindering, ordelijk opstellen, te rugschakelen of klein licht, niet te vroeg oprijden, afstand bewaren, enz. Extra oplettendheid is ook geboden bij het nog altijd te grote aantal on bewaakte overwegen in ogenschijnlijk stille spoorlijntjes waar men alles be halve een trein verwacht. Want al knipoogt daar misschien (nog) geen licht om de komst van een trein tij dig aan te duiden, de dood knipoogt er wèl Verbond' voor Veilig Verkeer. Het aantal ingezonden oplossingen van onze prijsvraag, bij gelegenheid van de opening onzer Boekhandel, was bijzonder groot, zo groot zelfs dat wij de prijswinnaars door middel van een loting moesten aanwijzen. Hoewel het grootste aantal keurig was inge vuld, waren er tal van slordig inge vulde formulieren bij, welke vanzelf sprekend afvielen. De woorden, welke aan die hand van de 17 boektitels moesten gevormd worden, warenBOEKHANDEL VELDWIJK. Voor een prijs kwamen in aanmer king Bert Buikenima, Burg. Trooststr. 1; Rie de Lang, Noordkade 121; Ria Roos, Julianastraat 8; Tineke de Joode, Prunusstraat 22; Dikkie Hoogendioorn, Zuidkade 55; met zijn steungevende constructie, is de oplossing bij al Uw moeilijkheden met Uw figuur. Onontbeerlijk bij corpulentie, verslapte spieren, rug pijn, na operaties etc. Komt vrijblijvend passen!! V &LLEENVERKOOP Henk van Gils, Emmastraat 1; Kees Los, Oranjelaan 6; Cornells van Bruggen, Noordeinde 51c Aart Sliedrecht, Zuidkade 229; Koos Koopman, Brugweg 41; Marius Tiele, Ringvaartsingel 6; Ansje Roodenburg, Noordkade 43; Nellie van Leeuwen, Kerkweg 169; Hans Roubos, Oranjelaan 22; Marrie v. Ringelenstein, J.D. Kade 49; Paula Blonk, Pr. Hendrikstraat 34; Theo van Gils, Henegouwerweg 117; Agna Zaal, Acaciastraat 4. De prijzen kunnen aan onze winkel worden afgehaald tot zaterdagavond 6 uur. UITSLAG WAARDEBONNEN. De nummers van de tijdens de ope ning van onze Boekhandel uitgegeven waardebonnen, welke tevoren waren vastgesteld door Notaris D. B. van der Most, komen in aanmerking voor de volgende prijzen: le prijs: Een Parker vulpenhouder 21 310; 2e prijs: Een complete Succesagenda 368; 3e prijs: Een scrabble spel 425; 4e prijs: Een foto album 499; 5e prijs: Een vulpenhouder 503; 6e prijs: Een roman 581; 7e prijs: Een luxe doos post 620; 8e prijs: Een roman 679; 9e prijs: Een prima balpen 749; 10e prijs: Een roman 782; Deze prijzen liggen ter beschikking op vertoon van de waardebon in onze winkel, Oranjelaan 9, tot a.s. zater dagmiddag 6 uur. £and- en JaiUiAcmw. Nieuw in te zaaien grasland. Zo op het oog is menig perceel, dat na de droogte helemaal vergaan leek, dioox de herfstregens weer tamelijk opgefleurd. De vraag blijft, welke grassen zijn hier opgeleefd? De goede, of die van minder soort? De laatste zijn meestal taaiste. In zo'n geval lijkt lijkt nieuwe inzaai toch geboden. De boer die tot scheuren nu be sluit, staat voor het probleem: welk mengsel zaai ik voorjaar 1960 in? Dat is wel even om bij stil te staan. Er zijn twee mogelijkheden. Wee gras-weide. Of nu eens klaverrijke weide. Het eeste is geen probleem, de Ras- senlijst geeft ruim keus. Maar de zui vere gras-weide heeft toch ook en kele nadelen getoond. Eenzijdig wei- weidepoeder, waardoor kans op voe- dingsziekten in voor- en najaar. En meestal een verminderde zomerpro- diuktie, speciaal op droogtegevoelige grond. Da klaverrijke weide - en met na me de klaverrijke kunstweide - heeft daarentegen voor het gemengde zand- of zavelbedrijf enkele grote voordelen. Hat uitschakelen van de genoemde risico/: droogte- risico, ziekte-risico D.w.z. dat de klaverrrijke weide een betere zomerproductie geeft, ook tij dens abnormale droogte, met sterk verminderd ziektegevaar door meer gevarieerd weidevoer van betere kwa liteit! Er is nog een voordeel: verhoging van de bodemvruchtbaarheid. En dat betekent: goedkoper gras. Maar ook zodra de klaverrijke kunstweide weer opgenomen wordt in de vruchtwisse ling een hoger van de akkerbouwge wassen. Drie punten dus van groot belang voor de economie van het gemengde bedrijf. Men heeft nu de kans. Scheu ren en nieuw inzaaien. Maar wat? Kielst U de klaverrijke weidei, laat U dan over de mengelskeuze goed in lichten. Zaai in op goed bezakte voor, onder een licht graangewas als dek- vrucht, begin april. Nog een kleine raad: besluit spoe dig, er zal meer worden besteld. Zorg dat U het zaad, wat U ook kies, tij dig in huis hebt. Een probleem dus, wij zeiden het reeds, om wel even bij stil te staan!! IDBlimiDDllM Iets over de oren onzer hoenders Wat wij bij onze hanen en hennen oren noemen heeft met het eigenlijke oor niets te maken. In de eerste plaats omdat onze hoenders geen uit wendig oor bezitten. De toegang tot het gehoororgaan is een kleine ronde opening aan weerzijden van de kop, goed gedekt met fijne veertjes, die meer bewegelijk zijn dan de omring ende veertjes. Juist beneden deze openingen bevinden zich de oor schelpen, die wij bij verkorting ge woon zijn oren te noemen. Deze be staan uit onbevederde huidplooien en zijn al naar het ras meer of minder groot, rond of amandelvormig, rood, wit of zelfs blauw. Het weefsel, waar uit deze oorschelpen gevormd zijn is fijn en glad en doet bij witte oren denken aan fijn, glacé-leer. Nu ko men door de kruissingen in sommige oren, die volgens het ras geheel rood moesten zijn, enige witte delen voor en omgekeerd in de eigenlijk geheel wit te oren vertonen zich wel rode vlekjes of aartjes. Bij een controlerende be schouwing ziet men ook in hetzelfde oor veranderingen optreden, die naar onze mening verband houden, behalve met de afkomst, ook met de aktuele afkomst van haan of hen. Deze kleur- wijzigingen zijn niet altijd blijvend en in ieder geval onschuldig. Ook vertoont zich wel op het witte oor nu en dan een eest doorschijnend blaasje, met vocht gevuld, hetwelk na enige tijd indroogt en een bruin of geel korstje achterlaat, dat gemak kelijk te verwijderen is. Daartoe masseert men dat oor met een weinig vaselinieV waardoor een druppeltje terpetijn. Deze aandoening heeft met de gevreesde hoender pok niets te maken. Ze komt alleen bij de haantjes voor en misschien ook wel bij het geheel rode oor, maar /laar valt het natuurlijk niet op. Soms kleding., de. tpxudUe cmdeMcfieiding Sn alle. goede. fieAerMedinggolen HEREN COSTUUMS 129,— 135,— 149,— 155,— (ook in Teclenka) Regenjassen, Sportcolberts en Pantalons in Waddinxveen alleen verkrijgbaar bij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1959 | | pagina 2