Waddinxveen
Wat doet u voor uw kind
SJAAK NOTEBOOM
Voor FILM en FOTO
Pas foto's
FotoDcRooy
in „Nederlandse
Gedachten44
Nederlandse raketten
I
„SPIEGEL VAN DE WEEK”
De avonturen van Freddy Fox
Bea heeft het pleit gewonnen
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN VRIJDAG 21 JULI 1961.
PAGINA 2
1
I
FEUILLETON
f'
in Venlo begint onze ruimtevaart;
Kabinet op volle kracht;
Politieman verkoos de ruimte;
Niuwe chef staf;
Getemperde vakantievreugde;
Woningbouw nog meer aan banden.
f
'I
VOOR ALLE DOELEINDEN
NESSE 2
TEL: 2102-WRDDINX VEEN
^jdoor Henk van Heeswijk
LlJ
Veilig Verkeer
L'wd
In
stond
Het oude
I
een
PASSAGE
8e HOOFDSTUK, nr 11
Renaon-
,<be een
stichten.
Wie wil gaan bouwen in zijn vrije
tijd, krijgt er edhter de kans niet
niet meer voor Minister van Aartsen
heeft de woningbouw in de vrije sec
tor en de verbouw, ombouw, herbouw
Alsof het lot bet zo beschikte, li'ep ik
twee dagen later op woensdagmiddag
in de stad. Plotseling ontwaarde ik
voor mij Erna mett Hansje aan de
hand. Snel realiseerde ik me, dat het
woensdagmiddag was en dat ze er dus
samen met haar kereltje op uit was.
Vanuit de achterhoede zag ik hoe, Er
na voj aandacht voor iedere mode-
etalage stilstond om alles op haar ge
geleden: Voor gemoedsbezwaren. De
■verbeterde rijmpsalmen. Volgens on
derstaand voorbeeld heeft ondergete
kende de Rijmpsalmen gezuiverd van
het woord Heer, met het doel om met
genoegzame deelname deze in te voe
ren Psalm 84 2 de eerste, tweede en
zesde regei gewijzigd:
1 Zelfs vindt de Mus ’n Huis voor haar
2 De Zwaluw legt haar jongste daar.
6 Geduchte Heere der Heirscbaren.
Veler instemming en medewerking in
deze tegemoet ziende teken ik mij U
aller dienaar A. J. van Beest, Zuid-
kade F 233, Waddinxveen.
Lang niet alle moeders zijn zo zelf
zuchtig als onze Erna, maar toch zijn
er nog velen, die met de beste be
doelingen bezield, niet kunnen inzien,
dat grotemensen genoegens voor kin
deren ten enenmale noch ontspanning
noch spej betekenen, ’t mee mogen be
tekend voor ’n kind in zo’n 'geval mee
moeten. Maar er zijn gelukkig nog
gezellige, vrolijke moeders, die echt
met hart en ziel kunnen meedoen,
moeders, die weten wat spelen is en
Inmiddels zijn de vakanties op gang
gekomen. Wie kinderen heeft en ge
bonden is aan de schoolvakanties,
trekt er in deze weken op uit en vult
Met even 'grote vaart als dr. Veld
kamp iS waarschijnlijk wel de gene
raal-majoor A.V. v.d. Wall Bake ge
stegen, zij het dit maal op de ladder
van de militaire rangen. Alhoewel er
verschil van mening heeft bestaan
inzake de benoeming van een chef van
de generale staf, is thans toch deze
jonge hoofdofficier tot deze belang
rijke functie geroepen en tegelijker
tijd benoemd tot bevelhebber van de
landstrijdkrachten. De nieuwe chef
staf heeft een schitterende staat van
dienst en wij kunnen er alleen maar
blij om zijn, dat er thans jeugdig
bloed stroomt in de gelederen van de
hoogste legerleiding. Het is toch im
mers juist iu deze tijden minder wen
selijk, dat er een figuur wordt gesteld
op een zo verantwoordelijke post als
hij binnen twee jaar reeds moet wor
den gepensionneerd. Een droeve noot
in de militaire geschiedenis was deze
week de ter aardebestelling van een
dienstplichtige soldaat, die was over
leden tijdens een mars. Gezien de
achtergronden van deze affaire en de
hierover circulerende geruchten, ho
pen wij dat onderzocht zal worden
hoe dit ongeval kon geschieden.
Als een raket verdween uit Neder
land de Dordrechtse politieman C. G.
v. H., die naar achteraf bleek - in
wijde kring schulden maakte. Het
heette dat hij met vakantie naar Zee
land was getogen, maar veertien da
gen later ontving de Dordtse commis
saris een vriéndelijk briefje, dat deze
commies behouden in Canada was aan
gekomen en niet van ^his was naar
Nederland terug te keren om zijn
schulden te betalen. Blijkbaar is het
toezicht bij de uitreis onvoldoende ge
weest, want wij stellen ons toch voor
dat politiemensen niet zó maar mogen
emigreren. Het zal 'misschien niet al
tijd zijn te controleren hoeveel schul
den een emigrant op het laatste ogen
blik maakt, maar het moet wel moge
lijk zijn bij de aanvrage van de vele
benodigde papieren te controleren of
betrokkene handelt in overleg met z’n
werkgever, dan wel met de stille trom
wenst te vertrekken. Wij leven in de
tijd van de ruimtevaart, maar aan
verdwijningen in de ruimte hebben
wij geen 'behoefte.
Als ware het een raket, zo ziet ook
de loopbaan eruit van dr. G. M. J.
Veldkamp, de staatssecretaris van
economische zaken die deze week
werd benoemd tot minister van socia
le zaken. Het is een jonge bewinds
man, geboren in 1921, dile snel op de
maatschappelijke ladder naar boven
klom en via de gemeenteraad van
Breda een politieke carrière opbouw
de. Men moet bewondering hebben
voor figuren als deze, die er ook niet
voor terugschrikken een zware porte
feuille over te nemen, beladen met
de stukken van een kinderbijslagwet
die zijn voorganger deden struikelen.
Het is te hopen, dat dri Veldkamp ten
volle zal zijn opgewassen tegen de ve
ie voetangels en klemmen, welke nu
eenmaal een minister in zijn loop
baan te wachten staan. Algemeen
wordt geoordeeld dat het kabinet
versterkt is door deze benoeming. Met
de teiugkeer van de inmiddels gene
zen minister Luns aan buitenlandse
zaken is onze regering thans wel weer
in staat de moeilijkste problemen an
der ogen te zien.
en uitbreiding van woningen aan
strenge banden gélegd. Dit is geschied
om een verstoring van de reeds zo
gespannen bouwmarkt te voorkomen.
Er zou anders een ernstige prijsstij
ging uit de situatie voortvloeien. De
premies voor woningwet-woningen en
voor woningen in de premie-sector
werden verlaagd met het oog op de
komend jaar in te voeren huurverho
ging van 10 12 pet. Een en ander
heeft natuurlijk ten gevolge, dat er
weer minder huizen zullen worden
gebouwd en dat de woningnood nog
iets langer duurt dan reeds was
voorzien. De meest optimistische
voorspellingen waren, dat in 1970 toch
wel een einde zou zijn gekomen aan
de 'benarde situatie op huisvestingge-
bied. Als er evenwel telkenmale nieu
we maatregelen moeten worden ge
troffen, die de bouw belemmeren,
ziet het er niet zo gunstig uit voor
de huwbare jeugd en voor al dege
nen die reeds enige tijd op betere
huisvestingsmogelijkheden wachten. In
Utrecht is het reeds voorgekomen dat
de bewoners van enkele blokken klei
ne huizen hun kinderen in de hal van
het stadhuis lieten spelen, uit protest
tegen de (langdurige noodsituatie,
waarin zij moesten leven. Wij voor
zien dat er meer moeilijkheden drei
gen, indien niet spoedig een uitweg
wondt gevonden voor de betere huis
vesting van te klein behuisd® grote
gezinnen.
voor wie het kinderspeelgoed leeft,
moeders, die kunnen tollen en knik
keren en bellenblazen, die verrukke
lijke scheve beesten kunnen maken
van klei. Het kind dat zo’n moeder
heeft, kan zd'eh gelukkig prijzen, zoals
het zesjarig jongetje, dat met glin
sterende ogen kwam vertellen, dat hij
zijn moeder acht knikkers had afge
wonnen en er de verzuchting op liet
volgen: ,,Jk heb een fijne mams!”.
Elly Martins.
de bussen en de treinen, maar ook de
wegen tot ver over de grenzen. Op
vallend is het teruglopend aantal
Amerikaanse touristen. Vermoedelijk
hebben de 'politieke verwikkelingen
inzake Berlijn en Zuid-Tïirol hun
weerslag gevonden in een verminderd
bezoek aan Europa. Ook het langzaam
op gang gekomen touristenbezoek uit
de Zuidamerikaanse staten is aanwijs
baar achteruit gegaan. Zo kunnen de
politici een domper zetten op de va
kantievreugde en op de seizoeninkom-
sten. Vanzelfsprekend wensen alle
betrokkenen, dat niet alleen de Ne
derlanders er op uit zullen trekken,
maar dat wij ook voldoende vreemde
lingen het land zien inkomen. Willen
de verdiensten echter zijn als in voor
gaande jaren, dan zal er toch nog iets
moeten veranderen, vooral met het
weer. In verscheidene plaatsen heb
ben hotels en pensions nog ruimte
over. 'Geruime tijd lagen de stranden
leeg en verlaten. De vertragingen bij
de spoorwegen en de gemiste aanslui
tingen nemen ook al een deel van het
plezier weg. Heel veel grote kinderen
hebben voor hun vakantie tijd «en tij-
deüjke betrekking aangenomen om
wat geld te verdienen. Zij hebben het
misschien nog het beste bekeken.
Toevallig kwam ik bij Riek in de
buurt en ik besloot even aan te wip
pen. Riek is een van mijn oudste
vriendinnen en moeder van vijf kin
deren. Ik hoopte al, dat ik niet onge
legen zou komen, want zij heeft bet
uiteraard altijd erg druk. Maar neen,
ik trof haar juist aan de koffie sa
men met Erna, een vriendin, die ik
nog van de schoolbanken kende en
waarmee Riek in kontakt was geble
ven. Natuurlijk was het leuk elkaar
weer eens te zien en we hadden dui
zend en één dingen te vertellen. Al
heel spoedig kwam het gesprek op de
kinderen.
„Hoe jij dat allemaal voor mekaar
krijgt zonder noemenswaardige hulp,
dat snap ik niet!” bewonderde ik Riek
Heb jij ooit wei eens een ogenblikje
tijd om met het grut te spelen? Nou,
fijn hoor! glunderde Riek, 's Zondags
maken we er altijd iets gezelligs van.
Dan mogen ze bijv, de treinen over
hoop halen en dan doen we allemaal
mee, we kruipen de hele middag over
de grond! Daar blijf je bovendien le
nig van! En zo door de week vind ik
altijd wel wat tijd om met ze te spe
len. Bellen blazen, knikkeren, boet
seren met klei of wat dan ook. Och
zo’n ogenblikje is altijd wel vrij te
maken. En dan hebben we een lol!
besloot ze lachend. Ema had verveeld
zitten luisteren Heb jij ook kinderen?
informeerde ik. Ja, Hansje, een jon
gen van zeven jaar. Ja, die 'boft, Viel
Riek in het gesprek, die is alleen en
Erna kan zich dus heimaal aan hem
wijden. De woensdagmiddag is altijd
voor Hansje, 'ging Erna verder. Dan
gaan we samen iets ondernemen.
76. Bert wachtte, tot de drie vrien
den goed en wel sliepen. We zagen
reeds hoe het hem gelukte de tent
stilletjes weg te nemen. Eenmaal
een flink eind van de anderen ver
wijderd zette hij het op een lopen.
Hierbij passeerde hij de boerderij
waar Freddy water had gehaald. En
daar begon Bertje’s ongeluk. Want
bij die boerderij was een grote los
lopende waakhond. Deze rende
blaffend achter Bert aan. Bert
schrok geweldig van zo’n bullebak^
Nog nooit had hij zo hard gelopen.
En de boze hond ging maar niet
terug, maar vervolgde hem voort
durend. Eindelijk liet de hond hem
met rust en rende terug naar de
boerderij. Dodelijk vermoeid ging
Bert even zitten. Nauwelijks zat hij
goed en wel, of hij viel in slaap.
Misschien kwam het door de onge
makkelijke houding waarin hij sliep
dat hij nogal gauw weer wakker
werd. Hij sprong direct op en liep
de weg terug welke hij gekomen
was. De tent droeg hij onder de
arm. Terwijl hij sliep was het ook
begonnen te sneeuwen.
samen over, zo in de trant van:
„hand uitsteken is niet voor je ei
gen gemak, maar om anderen een
duidelijk beeld te geven waar je
precies heen wilt”. Wjj voelden dat
hij het een tikje scherpslijperij vond
maar hij zegde toch toe een demon-
stratierit te geven mét hand-links,
hand-rechts.
Vanmiddag zou het gebeuren. Max
reed weg en we volgden hem met
onze ogen. Hij sloeg linksaf en
deed nauwkeurig wat van hem ver
wacht werd: hij keek eerst om,
stak - toen er zich geen verkeer
links van hem bleek te bevinden
zijn hand tijdig en zéér duidelijk
uit, gaf het tegemoetkomende ver
keer voorrang en zwenkte naar
links. Om weer op zijn uitgangs
punt terug te komen moest hij nog
maals twee bochtjes draaien, één
naar links, één naar rechts. De
eerste ging weer voortreffelijk -
bijna griezelig model - en toen
voltrok zich op enkele meter voor
onze ogen de laatste manoevre, die
een drama in het klein werd.
Max wilde rechtsafslaan, hief een
paar meter voor de hoek zijn arm
demonstratief-duidelijk op en
haalde een mijnheer die op het
trottoir in alle rust liep te wande
len, met een ferme klap de hoed
van het hoofd. De man greep ver
twijfeld naar zijn hoofddeksel, maar
te laat: dat deinde vredig en een
tikkeltje opzichtig in de gracht aan
de overzijde van ons huis. „Rotjon
gen” riep de vertwijfelde tegen on
ze zeventienjarige, „ze moesten je
die bromfiets voor je_ leven lang
afnemen.”
Toen we de tranen van onze wan
gen geveegd hadden bedachten we
dat de wereld wel eens onrecht
vaardig is tegen teenagers.
mak te bezichtigen. Opeens was ik ze
kwijt, maar toen ik voorbij een lunch
room kwam, zaten ze daar voor het
raam. Tóen ik er een drie kwartier
later weer langs kwam, zaten ze er
nog. Erna in druk gesprek met een
bevriend echtpaar Lusteloos en ver
veeld hing Hansje in zijn stoel en
knakte zijn (Mmonaderietje, het enige
waarmee hij kon spelen. Èr zijn heel
wat moeders, die net als deze Erna
menen, dat zij haar kinderen een ge
noegen doen, wanneer ze de arme
schapen meenemen naar iets, dat zij
zelf prettig vinden, maar dat voor een
jong kind helemaal geen pretje is.
Wat deze moeders feitelijk doen, is
zich op een goedkope manier er van
af maken, zonder iets van de eigen
genoegens prijs te geven. Het klinkt
erg mooi om te zeggen: Ik wijd me
aan mijn kind, maar daar is nog iets
meer voor nodig! Daar is zelfverloo
chening voor nodig om de eigen
wensen achter te stellen en een zich
geheel en al verplaatsen in de denk
wijze en de smaak van het kind en
tenslotte lis er een grote dosis opge
wekte animo voor nodig om werke
lijk mee te doen. De moeder, die het
eigenlijk een corvee vindt en maar
zo’n beetje doet, zal minder succes
oogsten, want kinderen zijn uiterst
gevoelig op dit punt. Zij weten on-
middellijk of een volwassene zelf
graag speelt, of dat het maar
schijnvertoning is. Denkt u niet, dat
u ze iets kunt wijsmaken, ze voelen
het intuïtief!
75. Bert de Beer was een vrolijke
jongen, ongeveer even oud als onze
drie vrienden, altijd vol grappen,
die meestal verkeerd afliepen. Zo
ook het geval met die tent. Hij
maakte, aangelokt door het mooie
weer, een voetreis. Juist toen hij
wilde gaan slapen onder de blote
hemel bemerkte hij het vuur van
de drie vrienden. Nieuwsgierig was
hij dichterbij geslopen. Nauwelijks
had hij de jongens en hun tent ge
zien, of ’n pracht plan kwam in hem
op. Hij kende Rein wel, want ze
zaten in dezelfde klas en waren
heel goede vrienden. Hij zou des
nachts stilletjes de tent wegnemen
en een eind verder weer neerzetten.
Dan zou hij fijn in de tent gaan
slapen en de volgende morgen zou
den Rein en de beide anderen wak
ker worden en merken, dat ze on
der de blote hemel sliepen. Op een
afstand zouden ze de tent zien
staan en dan zouden ze hem, Bert,
er in vinden. Bert lachte al bij voor
baat om de mop. Hij wist, dat Rein
wel tegen een grap kon en het
nogal goed zou opnemen.
„Nederlandse Gedachten”
deze maand een artikel over Wad
dinxveen bevattende veel merkwaar
digs over de historie en de tegen
woordige tijd van deze wedvarende
en 'bedrijvige gemeente. Nog in 1816
schreef <je Hoge Baad van Adel de
plaatsnaam: Waddingsveen. In een
heel ver verleden - aldus aangehaald
blad - moet er een landeigenaar ge
weest zijn die Wadde heette. Zijn na
komelingen werden Waddings ge
noemd. Zij bezaten het veenland. Al
dus de verklaring van de enigszins
vreemd aandoende plaatsnaam.
Waddinxveen (11360) 'ligt gunstig in
het hart van Zuid-Holland. Het is ’n
welvarende, 'bedrijvige en.een wat
eigenaardige plaats. Men spreekt er
nu nog wel van het oude en van het
nieuwe dorp Het oude dorp lag op
enige afstand van de Gouwe. Toen
echter over dit water een brug gesla
gen werd, ontstond in de onmiddellij-
ke omgeving van die brug een nieuw
centrum. Men noemde dat: het nieu-
de dorp. De tijden zijn veranderd.
Vroeger móchten die van het oude
dorp de 'bewoners van het nieuwe
centrum niet zo erg. Er werden so
ciale verschillen gevoeld.
dorp was het eenvoudige deel van de
gemeente; die in de omgeving van de
brug woonden, werden als de rijken
gezien. Dat is allemaal voorbij. Wad
dinxveen is Waddinxveen. Nu ja., de
ouderen in het dorp zijn er nog wet
van overtuigd, dat ze daar bijvoor
beeld een oranjefeest veel beter we
ten te vieren dan die van bij de brug,
maar zoiets wordt toch met meer
hardop gezegd.
Eigenlijk bestond Waddinxveen oor
spronkelijk uit drie dorpen. In Na
poleon’s tijd werd het één gemeente,
maar zodra de Fransen in 1813 ver
trokken waren, wilde elk dorp weer
‘baas zijn in eigen huis. Toch werd het
later definitief één gemeente.
Na een beschrijving der industriële
bedrijvigheid en handel, vervolgt het
blad: Wij schreven reeds, dat Wad
dinxveen ook een eigenaardige ge
meente is. De inwoners hebben er
vroeger steeds dn sterke mate een ei
gen mening op na gehouden. In 1662
woonden in Waddinxveen
stronten ofwel Armindanen
eigen kerkgebouw Willen
Toen dit gebouw hoger bleek te wor
den dan het kerkgebouw van de
Herv of Geref. kerk, werd voor de
bouw een stokje gestoken. Het bouw
werk mocht in geen geval hoger wor
den, voorts mochten er geen kerkra
men en geen leien geplaatst worden.
In 1704 verscheen er een boek, dat
speelde in de contreien van Waddinx
veen. Dit 'boek in feite een leerboek
voor 'bekkesnijden droeg de titel
Schermschool der Huislieden.
In de eerste helft van de 19e eeuw
waren de Zwijndrechtse ndeuwslichters
een belangrijke secte, die niet in
Zwijndrecht doch in Waddinxveen is
ontstaan. Men wilde in volledige ge
meenschap van goederen in kolonie-
verband leven. In die tijd was er in
Waddinxveen een gemeentesecretaris',
die zich geroepen voelde, zijn ambt
neer te leggen en zich te wijden aan
de verwezenlijking van de idealen van
deze secte.
Op kerkdijk gebied was het 'in Wad
dinxveen niet altijd gemakkdijk, ge
tuige een advertentie in het plaatse
lijk blad van ongeveer vijftig jaar
je net denken
Maar lang bleef ze niet onder een dak met de bedilzieke mevrouw
Van Schagen Tja, ik weet niet, wat mijn Piet daarvan zeggen zal
Mens, wat heb ik maling aan jouw Piet! Ben ik met hem getrouwd? Je
zult opgescheept zitten met zo iemand als echtgenoot Om de kouwe
kippekoorts van te krijgen. De gedachte alleen al
„De pip jullie allemaal zei ze heel oneerbiedig.
HOOFDSTUK IX.
Nog voor het eten stapte ze op haar fiets en doorkruiste het dorp.
Wat drommel, er zouden toch wel ergens een paar kamers te vinden zijn?
Ongemeubileerd? Of zou dat ook niet mogen van boer Sangelaar Wat
drommel, ze zou in staat zijn een bouwvergunning aan te vragen en zelf
een bungalowtje neer te zetten. Wat een geluk, dat ze een paar centen
van zichzelf had. Het gaf haar tenminste het gevoel onafhankelijk te zijn.
Van iedereen.
Na de maaltijd gingen de kleintjes naar bed en de groten mochten nog
wat buiten spelen. Piet junior ging met zijn boeken en schriften naar het
tuinhuisje om te studéren. En toen moeder van Schagen in de keuken
met haar vijftienjarige dochter met de afwas bezig was. zei de heer des
huizes: „Miep heeft me verteld, dat u rookt, waarde collega. Dat is
natuurlijk uw goed recht, want in deze moderne tijd rookt de vrouw net
zo goed als de man. Doe me evenwel één pleizier en rookt niet in het
bijzijn van de kinderen. Dat oefent maar een slechte invloed uit.’
Bea keek hem aan en glimlachte fijntjes. „Sigaretten roken stompt
de hersens af, nietwaar
Hij haalde zijn schouders op. „Je moet een motief hebben, als je iets
verbiedt. En het doel heiligt de middelen. U zult het wel met mij eens
zijn, dat een mens gauw verslaafd is aan het roken
Bea knikte. „Inderdaad. Dat beaam ik ten volle.
„Daarom probeer ik mijn oudere kinderen ervan te weerhouden te
beginnen aan het roken van sigaretten. Om het goede voorbeeld te geven,
rook ik ze zelf ook niet.”
Bea knikte. „Heel lofwaardig,” ze op zalvende toon. Maar diep in
haar gedachten zei ze tot zichzelf: „Beste Piet, je moogt niet van je Miep.
Daar zit ’m de kneep. Een half onsje tabak is genoeg voor Piet. Zou die
stakker meer krijgen dan een gulden zakgeld in de week?”
Maar ze knikte hem vriendelijk toe. „Als mijn collega’s wat voor mij
over hebben, heb ik wat voor hen over. Uw kinderen zullen mij niet zien
roken, hier in huis tenminste.”
„Fijn. Dank u wel. Ik wist wel, dat u verstandig was, collega.”
Man, dacht Bea, je moest eens weten hoe verstandig, (wordt vervolgd)
gaan. Ze zou straks wel een pakje in het dorp kopen. Ze had een krui-
denierswinkeltje gezien, waar ze ook sigaretten verkochten.
De sigaretten veroorzaakten een nieuw incident. De winkelierster had
met nauw verholen verbazing haar een pakje toegeschoven en het geld
in ontvangst genomen. Maar daar had ze eigenlijk geen erg in gehad.
Het drama begon, toen ze in de voorkamer zat te roken. Mevrouw van
Schagen kwam binnen en bleef perplex in de deuropening staan.
„Rookt u?” vroeg ze, stom verwonderd.
„Zoals u ziet,” antwoordde Bea. „Ook één
Ze wees verachtelijk met haar hand naar het opgeheven pakje. „Daar
zal Piet wel bezwaren tegen hebben.”
„Piet? Welke Piet
„Mijn man. Hij wil niet, dat de jongens roken. Ik ben bang, dat Piet,
onze oudste zoon dan, het wel eens stiekum doet. Buiten. Maar mijn man
wil het niet.”
Bea schoot in een lach. „Ik zie het verband niet begon ze.
„Als ze u zien roken, willen ze het ook,” vervolgde de vrouw hard.
En sigaretten roken stompt de hersens af. Zelf rookt mijn man uitsluitend
een pijp. En dan nog met mate. En van sigarettenrook worden de
gordijnen zo gauw geel.”
Bea kneep haar sigaret uit. „Oké, uw gordijnen zullen van mijn
sigaretten niet vuil worden. Ik rook wel boven, op mijn kamer.”
„Tja, ik weet niet, of.
„Mevrouw van Schagen, nu moet u eens goed luisteren. Ik weet niet,
in wat voor dorp ik terecht gekomen ben, maar sinds het begin van deze
eeuw is de vrouw al vrij. Althans in andere delen van ons land. En als
ik sigaretten roken wil, dan rook ik die. Net zo veel en net zo weinig als
ik zelf wil. Uiteraard in mijn vrije tijd. Of wilt u me dat soms verbieden?”
„Tja, ik weet niet, wat Piet daarvan zal zeggen
Bea haalde haar schouders op en liep zonder verder een woord te
spreken naar boven. Nu was ze toch werkelijk verstoord. Omdat ze zich
altijd onder alle omstandigheden wilde beheersen, was ze er niet verder
op ingegaan. Maar eenmaal op haar kamer gekomen, stak ze een sigaret
op en strekte zich in de ongemakkelijke leunstoel. Haar verlangen ging
uit naar het gezellige flatje in de stad. Naar haar eigen, comfortabele
meubeltjes. Naar alle comfort, die ze hier miste. Naar prettige mensen,
die niet kleinzielig waren en niet op je letten.
Ze was nog geen week in Elshoven en ze had er al genoeg van. Als
ze naar haar natuur te werk ging, dan liet ze de hele boel hier in de
steek en ging weer naar de stad. Maar daarvoor was ze weer teveel dame.
Dat deed je natuurlijk niet. En bovendien, haar vechtersnatuur kreeg
de overhand. Ja, ze zou zich hier door die inboorlingen laten kisten. Kon
Onze teenager Max is met zijn ze
ventien jaren een beste bromfietser.
Werkelijk, hij doet het niet gek.
Toen hij het voorwerp van zijn gro
te liefde onlangs bij aankomst lang
en indringend op een meter afstand
gadesloeg, vervolgens een enorme
sprong nam, bovenop de tank be
landde, voor ons gevoel de geluids
barrière doorbrak en - toen de
blauwe damp opgetrokken was -
gewoon wég bleek te wezen, hiel
den we even ons hart vast.
Maar zie: Max ontpopte zich na
deze eerste excessieve vreugde-
iriting als een redelijk goed brom
fietser die maar zelden de snel-
heidsmaxima aan z’n laars lapte en
zichzelf daarmee onder de voor zijn
leeftijd gunstige uitzonderingen
rangschikte.
Er was één kleinigheid die hem tot
dusver was ontgaan. Bij het af
slaan naar links of naar rechts nam
hij in ’t algemeen niet de moeite
een teken te geven om z’n bedoe
lingen kenbaar te maken. Hij keek
wél even over zijn schouder en dan:
vooruit maar. We praatten er even
Twee woedend blaffende honden begroetten haar op het erf, maar
Bea, die wist hoe ze met honden om moest gaan, verwaardigde ze met
geen blik en reed rustig door naar het achterhuis.
Ze zette de fiets tegen de muur en ging naar binnen. In het achter
huis was een vrouw bezig een emmer te boenen.
„Ik ben de nieuwe schooljuffrouw en ik zou meneer Sangelaar willen
spreken. Kan dat
De vrouw keek haar even aan en ging toen verder met haar werk.
„Hij is op het land. Om te melken.”
Bea kon zich wel voor het hoofd stoten. Ben jij nu een boeren
dochter, Bea van Laar Dat had je kunnen weten. „O, dan kom ik
vanavond wel terug. Om hoe laat dacht u, dat ik hem kon spreken
De vrouw haalde haar schouders op. „Dat weet ik niet. Acht uur,
half negen wie weet
„Mooi. Wilt u zeggen, dat ik geweest ben en om acht uur terugkom
Goedenmiddag.”
De vrouw verwaardigde haar met geen enkele blik en bleef aan haar
werk. Erg hartelijk zijn ze hier ook niet bepaald, dacht Bea. De hofhon
den begeleidden haar met hun geblaf tot het hek en zonder nog een keer
om te kijken naar de monumentale boerderij reed Bea weer terug naar
het dorp. Het was warm en ze betreurde het, dat ze hier geen douche
kon nemen. Zulke dingen bestonden er nog niet in Elshoven.
In de voorkamer strekte ze haar benen, dronk van de slappe thee,
die haar gebracht werd en zocht naar een sigaret. Ze kwam tot de ont
dekking, dat ze niet gerookt had, sinds ze in Elshoven was gearriveerd.
Boven had ze nog een pakje, maar ze was te lui om naar boven te
Hebt gfl, goede vaderlander ooit ge
weten dat Nederland zich ook be
weegt op het terrein van de raket-
vaart? Deze week zijn bij een heldere
hemel en straffe wind bjj Venlo
twaalf transportraketten de lucht in
gegaan en de resultaten waren nog
niet eens zo slecht. Het betrof hier
een proefneming van de Nederlandse
Vereniging voor Ruimtevaart in sa
menwerking met haar Duitse zuster
organisatie. Uit de geslaagde lance
ring blijkt wel, dat Nederland nog
helemaal niet zo’n slecht figuur slaat
op wetenschappelijk en technisch ter
rein. Ook op het gebied van de ruim
tevaart kunnen wij ons woordje mee
spreken en wie weet, gaat er binnen
kort ook een rakettrein van Venlo
naar de maan.