Waddinxveen Wat doet u voor uw kind SJAAK NOTEBOOM Voor FILM en FOTO Pas foto's FotoDcRooy in „Nederlandse Gedachten44 Nederlandse raketten I „SPIEGEL VAN DE WEEK” De avonturen van Freddy Fox Bea heeft het pleit gewonnen WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN VRIJDAG 21 JULI 1961. PAGINA 2 1 I FEUILLETON f' in Venlo begint onze ruimtevaart; Kabinet op volle kracht; Politieman verkoos de ruimte; Niuwe chef staf; Getemperde vakantievreugde; Woningbouw nog meer aan banden. f 'I VOOR ALLE DOELEINDEN NESSE 2 TEL: 2102-WRDDINX VEEN ^jdoor Henk van Heeswijk LlJ Veilig Verkeer L'wd In stond Het oude I een PASSAGE 8e HOOFDSTUK, nr 11 Renaon- ,<be een stichten. Wie wil gaan bouwen in zijn vrije tijd, krijgt er edhter de kans niet niet meer voor Minister van Aartsen heeft de woningbouw in de vrije sec tor en de verbouw, ombouw, herbouw Alsof het lot bet zo beschikte, li'ep ik twee dagen later op woensdagmiddag in de stad. Plotseling ontwaarde ik voor mij Erna mett Hansje aan de hand. Snel realiseerde ik me, dat het woensdagmiddag was en dat ze er dus samen met haar kereltje op uit was. Vanuit de achterhoede zag ik hoe, Er na voj aandacht voor iedere mode- etalage stilstond om alles op haar ge geleden: Voor gemoedsbezwaren. De ■verbeterde rijmpsalmen. Volgens on derstaand voorbeeld heeft ondergete kende de Rijmpsalmen gezuiverd van het woord Heer, met het doel om met genoegzame deelname deze in te voe ren Psalm 84 2 de eerste, tweede en zesde regei gewijzigd: 1 Zelfs vindt de Mus ’n Huis voor haar 2 De Zwaluw legt haar jongste daar. 6 Geduchte Heere der Heirscbaren. Veler instemming en medewerking in deze tegemoet ziende teken ik mij U aller dienaar A. J. van Beest, Zuid- kade F 233, Waddinxveen. Lang niet alle moeders zijn zo zelf zuchtig als onze Erna, maar toch zijn er nog velen, die met de beste be doelingen bezield, niet kunnen inzien, dat grotemensen genoegens voor kin deren ten enenmale noch ontspanning noch spej betekenen, ’t mee mogen be tekend voor ’n kind in zo’n 'geval mee moeten. Maar er zijn gelukkig nog gezellige, vrolijke moeders, die echt met hart en ziel kunnen meedoen, moeders, die weten wat spelen is en Inmiddels zijn de vakanties op gang gekomen. Wie kinderen heeft en ge bonden is aan de schoolvakanties, trekt er in deze weken op uit en vult Met even 'grote vaart als dr. Veld kamp iS waarschijnlijk wel de gene raal-majoor A.V. v.d. Wall Bake ge stegen, zij het dit maal op de ladder van de militaire rangen. Alhoewel er verschil van mening heeft bestaan inzake de benoeming van een chef van de generale staf, is thans toch deze jonge hoofdofficier tot deze belang rijke functie geroepen en tegelijker tijd benoemd tot bevelhebber van de landstrijdkrachten. De nieuwe chef staf heeft een schitterende staat van dienst en wij kunnen er alleen maar blij om zijn, dat er thans jeugdig bloed stroomt in de gelederen van de hoogste legerleiding. Het is toch im mers juist iu deze tijden minder wen selijk, dat er een figuur wordt gesteld op een zo verantwoordelijke post als hij binnen twee jaar reeds moet wor den gepensionneerd. Een droeve noot in de militaire geschiedenis was deze week de ter aardebestelling van een dienstplichtige soldaat, die was over leden tijdens een mars. Gezien de achtergronden van deze affaire en de hierover circulerende geruchten, ho pen wij dat onderzocht zal worden hoe dit ongeval kon geschieden. Als een raket verdween uit Neder land de Dordrechtse politieman C. G. v. H., die naar achteraf bleek - in wijde kring schulden maakte. Het heette dat hij met vakantie naar Zee land was getogen, maar veertien da gen later ontving de Dordtse commis saris een vriéndelijk briefje, dat deze commies behouden in Canada was aan gekomen en niet van ^his was naar Nederland terug te keren om zijn schulden te betalen. Blijkbaar is het toezicht bij de uitreis onvoldoende ge weest, want wij stellen ons toch voor dat politiemensen niet zó maar mogen emigreren. Het zal 'misschien niet al tijd zijn te controleren hoeveel schul den een emigrant op het laatste ogen blik maakt, maar het moet wel moge lijk zijn bij de aanvrage van de vele benodigde papieren te controleren of betrokkene handelt in overleg met z’n werkgever, dan wel met de stille trom wenst te vertrekken. Wij leven in de tijd van de ruimtevaart, maar aan verdwijningen in de ruimte hebben wij geen 'behoefte. Als ware het een raket, zo ziet ook de loopbaan eruit van dr. G. M. J. Veldkamp, de staatssecretaris van economische zaken die deze week werd benoemd tot minister van socia le zaken. Het is een jonge bewinds man, geboren in 1921, dile snel op de maatschappelijke ladder naar boven klom en via de gemeenteraad van Breda een politieke carrière opbouw de. Men moet bewondering hebben voor figuren als deze, die er ook niet voor terugschrikken een zware porte feuille over te nemen, beladen met de stukken van een kinderbijslagwet die zijn voorganger deden struikelen. Het is te hopen, dat dri Veldkamp ten volle zal zijn opgewassen tegen de ve ie voetangels en klemmen, welke nu eenmaal een minister in zijn loop baan te wachten staan. Algemeen wordt geoordeeld dat het kabinet versterkt is door deze benoeming. Met de teiugkeer van de inmiddels gene zen minister Luns aan buitenlandse zaken is onze regering thans wel weer in staat de moeilijkste problemen an der ogen te zien. en uitbreiding van woningen aan strenge banden gélegd. Dit is geschied om een verstoring van de reeds zo gespannen bouwmarkt te voorkomen. Er zou anders een ernstige prijsstij ging uit de situatie voortvloeien. De premies voor woningwet-woningen en voor woningen in de premie-sector werden verlaagd met het oog op de komend jaar in te voeren huurverho ging van 10 12 pet. Een en ander heeft natuurlijk ten gevolge, dat er weer minder huizen zullen worden gebouwd en dat de woningnood nog iets langer duurt dan reeds was voorzien. De meest optimistische voorspellingen waren, dat in 1970 toch wel een einde zou zijn gekomen aan de 'benarde situatie op huisvestingge- bied. Als er evenwel telkenmale nieu we maatregelen moeten worden ge troffen, die de bouw belemmeren, ziet het er niet zo gunstig uit voor de huwbare jeugd en voor al dege nen die reeds enige tijd op betere huisvestingsmogelijkheden wachten. In Utrecht is het reeds voorgekomen dat de bewoners van enkele blokken klei ne huizen hun kinderen in de hal van het stadhuis lieten spelen, uit protest tegen de (langdurige noodsituatie, waarin zij moesten leven. Wij voor zien dat er meer moeilijkheden drei gen, indien niet spoedig een uitweg wondt gevonden voor de betere huis vesting van te klein behuisd® grote gezinnen. voor wie het kinderspeelgoed leeft, moeders, die kunnen tollen en knik keren en bellenblazen, die verrukke lijke scheve beesten kunnen maken van klei. Het kind dat zo’n moeder heeft, kan zd'eh gelukkig prijzen, zoals het zesjarig jongetje, dat met glin sterende ogen kwam vertellen, dat hij zijn moeder acht knikkers had afge wonnen en er de verzuchting op liet volgen: ,,Jk heb een fijne mams!”. Elly Martins. de bussen en de treinen, maar ook de wegen tot ver over de grenzen. Op vallend is het teruglopend aantal Amerikaanse touristen. Vermoedelijk hebben de 'politieke verwikkelingen inzake Berlijn en Zuid-Tïirol hun weerslag gevonden in een verminderd bezoek aan Europa. Ook het langzaam op gang gekomen touristenbezoek uit de Zuidamerikaanse staten is aanwijs baar achteruit gegaan. Zo kunnen de politici een domper zetten op de va kantievreugde en op de seizoeninkom- sten. Vanzelfsprekend wensen alle betrokkenen, dat niet alleen de Ne derlanders er op uit zullen trekken, maar dat wij ook voldoende vreemde lingen het land zien inkomen. Willen de verdiensten echter zijn als in voor gaande jaren, dan zal er toch nog iets moeten veranderen, vooral met het weer. In verscheidene plaatsen heb ben hotels en pensions nog ruimte over. 'Geruime tijd lagen de stranden leeg en verlaten. De vertragingen bij de spoorwegen en de gemiste aanslui tingen nemen ook al een deel van het plezier weg. Heel veel grote kinderen hebben voor hun vakantie tijd «en tij- deüjke betrekking aangenomen om wat geld te verdienen. Zij hebben het misschien nog het beste bekeken. Toevallig kwam ik bij Riek in de buurt en ik besloot even aan te wip pen. Riek is een van mijn oudste vriendinnen en moeder van vijf kin deren. Ik hoopte al, dat ik niet onge legen zou komen, want zij heeft bet uiteraard altijd erg druk. Maar neen, ik trof haar juist aan de koffie sa men met Erna, een vriendin, die ik nog van de schoolbanken kende en waarmee Riek in kontakt was geble ven. Natuurlijk was het leuk elkaar weer eens te zien en we hadden dui zend en één dingen te vertellen. Al heel spoedig kwam het gesprek op de kinderen. „Hoe jij dat allemaal voor mekaar krijgt zonder noemenswaardige hulp, dat snap ik niet!” bewonderde ik Riek Heb jij ooit wei eens een ogenblikje tijd om met het grut te spelen? Nou, fijn hoor! glunderde Riek, 's Zondags maken we er altijd iets gezelligs van. Dan mogen ze bijv, de treinen over hoop halen en dan doen we allemaal mee, we kruipen de hele middag over de grond! Daar blijf je bovendien le nig van! En zo door de week vind ik altijd wel wat tijd om met ze te spe len. Bellen blazen, knikkeren, boet seren met klei of wat dan ook. Och zo’n ogenblikje is altijd wel vrij te maken. En dan hebben we een lol! besloot ze lachend. Ema had verveeld zitten luisteren Heb jij ook kinderen? informeerde ik. Ja, Hansje, een jon gen van zeven jaar. Ja, die 'boft, Viel Riek in het gesprek, die is alleen en Erna kan zich dus heimaal aan hem wijden. De woensdagmiddag is altijd voor Hansje, 'ging Erna verder. Dan gaan we samen iets ondernemen. 76. Bert wachtte, tot de drie vrien den goed en wel sliepen. We zagen reeds hoe het hem gelukte de tent stilletjes weg te nemen. Eenmaal een flink eind van de anderen ver wijderd zette hij het op een lopen. Hierbij passeerde hij de boerderij waar Freddy water had gehaald. En daar begon Bertje’s ongeluk. Want bij die boerderij was een grote los lopende waakhond. Deze rende blaffend achter Bert aan. Bert schrok geweldig van zo’n bullebak^ Nog nooit had hij zo hard gelopen. En de boze hond ging maar niet terug, maar vervolgde hem voort durend. Eindelijk liet de hond hem met rust en rende terug naar de boerderij. Dodelijk vermoeid ging Bert even zitten. Nauwelijks zat hij goed en wel, of hij viel in slaap. Misschien kwam het door de onge makkelijke houding waarin hij sliep dat hij nogal gauw weer wakker werd. Hij sprong direct op en liep de weg terug welke hij gekomen was. De tent droeg hij onder de arm. Terwijl hij sliep was het ook begonnen te sneeuwen. samen over, zo in de trant van: „hand uitsteken is niet voor je ei gen gemak, maar om anderen een duidelijk beeld te geven waar je precies heen wilt”. Wjj voelden dat hij het een tikje scherpslijperij vond maar hij zegde toch toe een demon- stratierit te geven mét hand-links, hand-rechts. Vanmiddag zou het gebeuren. Max reed weg en we volgden hem met onze ogen. Hij sloeg linksaf en deed nauwkeurig wat van hem ver wacht werd: hij keek eerst om, stak - toen er zich geen verkeer links van hem bleek te bevinden zijn hand tijdig en zéér duidelijk uit, gaf het tegemoetkomende ver keer voorrang en zwenkte naar links. Om weer op zijn uitgangs punt terug te komen moest hij nog maals twee bochtjes draaien, één naar links, één naar rechts. De eerste ging weer voortreffelijk - bijna griezelig model - en toen voltrok zich op enkele meter voor onze ogen de laatste manoevre, die een drama in het klein werd. Max wilde rechtsafslaan, hief een paar meter voor de hoek zijn arm demonstratief-duidelijk op en haalde een mijnheer die op het trottoir in alle rust liep te wande len, met een ferme klap de hoed van het hoofd. De man greep ver twijfeld naar zijn hoofddeksel, maar te laat: dat deinde vredig en een tikkeltje opzichtig in de gracht aan de overzijde van ons huis. „Rotjon gen” riep de vertwijfelde tegen on ze zeventienjarige, „ze moesten je die bromfiets voor je_ leven lang afnemen.” Toen we de tranen van onze wan gen geveegd hadden bedachten we dat de wereld wel eens onrecht vaardig is tegen teenagers. mak te bezichtigen. Opeens was ik ze kwijt, maar toen ik voorbij een lunch room kwam, zaten ze daar voor het raam. Tóen ik er een drie kwartier later weer langs kwam, zaten ze er nog. Erna in druk gesprek met een bevriend echtpaar Lusteloos en ver veeld hing Hansje in zijn stoel en knakte zijn (Mmonaderietje, het enige waarmee hij kon spelen. Èr zijn heel wat moeders, die net als deze Erna menen, dat zij haar kinderen een ge noegen doen, wanneer ze de arme schapen meenemen naar iets, dat zij zelf prettig vinden, maar dat voor een jong kind helemaal geen pretje is. Wat deze moeders feitelijk doen, is zich op een goedkope manier er van af maken, zonder iets van de eigen genoegens prijs te geven. Het klinkt erg mooi om te zeggen: Ik wijd me aan mijn kind, maar daar is nog iets meer voor nodig! Daar is zelfverloo chening voor nodig om de eigen wensen achter te stellen en een zich geheel en al verplaatsen in de denk wijze en de smaak van het kind en tenslotte lis er een grote dosis opge wekte animo voor nodig om werke lijk mee te doen. De moeder, die het eigenlijk een corvee vindt en maar zo’n beetje doet, zal minder succes oogsten, want kinderen zijn uiterst gevoelig op dit punt. Zij weten on- middellijk of een volwassene zelf graag speelt, of dat het maar schijnvertoning is. Denkt u niet, dat u ze iets kunt wijsmaken, ze voelen het intuïtief! 75. Bert de Beer was een vrolijke jongen, ongeveer even oud als onze drie vrienden, altijd vol grappen, die meestal verkeerd afliepen. Zo ook het geval met die tent. Hij maakte, aangelokt door het mooie weer, een voetreis. Juist toen hij wilde gaan slapen onder de blote hemel bemerkte hij het vuur van de drie vrienden. Nieuwsgierig was hij dichterbij geslopen. Nauwelijks had hij de jongens en hun tent ge zien, of ’n pracht plan kwam in hem op. Hij kende Rein wel, want ze zaten in dezelfde klas en waren heel goede vrienden. Hij zou des nachts stilletjes de tent wegnemen en een eind verder weer neerzetten. Dan zou hij fijn in de tent gaan slapen en de volgende morgen zou den Rein en de beide anderen wak ker worden en merken, dat ze on der de blote hemel sliepen. Op een afstand zouden ze de tent zien staan en dan zouden ze hem, Bert, er in vinden. Bert lachte al bij voor baat om de mop. Hij wist, dat Rein wel tegen een grap kon en het nogal goed zou opnemen. „Nederlandse Gedachten” deze maand een artikel over Wad dinxveen bevattende veel merkwaar digs over de historie en de tegen woordige tijd van deze wedvarende en 'bedrijvige gemeente. Nog in 1816 schreef <je Hoge Baad van Adel de plaatsnaam: Waddingsveen. In een heel ver verleden - aldus aangehaald blad - moet er een landeigenaar ge weest zijn die Wadde heette. Zijn na komelingen werden Waddings ge noemd. Zij bezaten het veenland. Al dus de verklaring van de enigszins vreemd aandoende plaatsnaam. Waddinxveen (11360) 'ligt gunstig in het hart van Zuid-Holland. Het is ’n welvarende, 'bedrijvige en.een wat eigenaardige plaats. Men spreekt er nu nog wel van het oude en van het nieuwe dorp Het oude dorp lag op enige afstand van de Gouwe. Toen echter over dit water een brug gesla gen werd, ontstond in de onmiddellij- ke omgeving van die brug een nieuw centrum. Men noemde dat: het nieu- de dorp. De tijden zijn veranderd. Vroeger móchten die van het oude dorp de 'bewoners van het nieuwe centrum niet zo erg. Er werden so ciale verschillen gevoeld. dorp was het eenvoudige deel van de gemeente; die in de omgeving van de brug woonden, werden als de rijken gezien. Dat is allemaal voorbij. Wad dinxveen is Waddinxveen. Nu ja., de ouderen in het dorp zijn er nog wet van overtuigd, dat ze daar bijvoor beeld een oranjefeest veel beter we ten te vieren dan die van bij de brug, maar zoiets wordt toch met meer hardop gezegd. Eigenlijk bestond Waddinxveen oor spronkelijk uit drie dorpen. In Na poleon’s tijd werd het één gemeente, maar zodra de Fransen in 1813 ver trokken waren, wilde elk dorp weer ‘baas zijn in eigen huis. Toch werd het later definitief één gemeente. Na een beschrijving der industriële bedrijvigheid en handel, vervolgt het blad: Wij schreven reeds, dat Wad dinxveen ook een eigenaardige ge meente is. De inwoners hebben er vroeger steeds dn sterke mate een ei gen mening op na gehouden. In 1662 woonden in Waddinxveen stronten ofwel Armindanen eigen kerkgebouw Willen Toen dit gebouw hoger bleek te wor den dan het kerkgebouw van de Herv of Geref. kerk, werd voor de bouw een stokje gestoken. Het bouw werk mocht in geen geval hoger wor den, voorts mochten er geen kerkra men en geen leien geplaatst worden. In 1704 verscheen er een boek, dat speelde in de contreien van Waddinx veen. Dit 'boek in feite een leerboek voor 'bekkesnijden droeg de titel Schermschool der Huislieden. In de eerste helft van de 19e eeuw waren de Zwijndrechtse ndeuwslichters een belangrijke secte, die niet in Zwijndrecht doch in Waddinxveen is ontstaan. Men wilde in volledige ge meenschap van goederen in kolonie- verband leven. In die tijd was er in Waddinxveen een gemeentesecretaris', die zich geroepen voelde, zijn ambt neer te leggen en zich te wijden aan de verwezenlijking van de idealen van deze secte. Op kerkdijk gebied was het 'in Wad dinxveen niet altijd gemakkdijk, ge tuige een advertentie in het plaatse lijk blad van ongeveer vijftig jaar je net denken Maar lang bleef ze niet onder een dak met de bedilzieke mevrouw Van Schagen Tja, ik weet niet, wat mijn Piet daarvan zeggen zal Mens, wat heb ik maling aan jouw Piet! Ben ik met hem getrouwd? Je zult opgescheept zitten met zo iemand als echtgenoot Om de kouwe kippekoorts van te krijgen. De gedachte alleen al „De pip jullie allemaal zei ze heel oneerbiedig. HOOFDSTUK IX. Nog voor het eten stapte ze op haar fiets en doorkruiste het dorp. Wat drommel, er zouden toch wel ergens een paar kamers te vinden zijn? Ongemeubileerd? Of zou dat ook niet mogen van boer Sangelaar Wat drommel, ze zou in staat zijn een bouwvergunning aan te vragen en zelf een bungalowtje neer te zetten. Wat een geluk, dat ze een paar centen van zichzelf had. Het gaf haar tenminste het gevoel onafhankelijk te zijn. Van iedereen. Na de maaltijd gingen de kleintjes naar bed en de groten mochten nog wat buiten spelen. Piet junior ging met zijn boeken en schriften naar het tuinhuisje om te studéren. En toen moeder van Schagen in de keuken met haar vijftienjarige dochter met de afwas bezig was. zei de heer des huizes: „Miep heeft me verteld, dat u rookt, waarde collega. Dat is natuurlijk uw goed recht, want in deze moderne tijd rookt de vrouw net zo goed als de man. Doe me evenwel één pleizier en rookt niet in het bijzijn van de kinderen. Dat oefent maar een slechte invloed uit.’ Bea keek hem aan en glimlachte fijntjes. „Sigaretten roken stompt de hersens af, nietwaar Hij haalde zijn schouders op. „Je moet een motief hebben, als je iets verbiedt. En het doel heiligt de middelen. U zult het wel met mij eens zijn, dat een mens gauw verslaafd is aan het roken Bea knikte. „Inderdaad. Dat beaam ik ten volle. „Daarom probeer ik mijn oudere kinderen ervan te weerhouden te beginnen aan het roken van sigaretten. Om het goede voorbeeld te geven, rook ik ze zelf ook niet.” Bea knikte. „Heel lofwaardig,” ze op zalvende toon. Maar diep in haar gedachten zei ze tot zichzelf: „Beste Piet, je moogt niet van je Miep. Daar zit ’m de kneep. Een half onsje tabak is genoeg voor Piet. Zou die stakker meer krijgen dan een gulden zakgeld in de week?” Maar ze knikte hem vriendelijk toe. „Als mijn collega’s wat voor mij over hebben, heb ik wat voor hen over. Uw kinderen zullen mij niet zien roken, hier in huis tenminste.” „Fijn. Dank u wel. Ik wist wel, dat u verstandig was, collega.” Man, dacht Bea, je moest eens weten hoe verstandig, (wordt vervolgd) gaan. Ze zou straks wel een pakje in het dorp kopen. Ze had een krui- denierswinkeltje gezien, waar ze ook sigaretten verkochten. De sigaretten veroorzaakten een nieuw incident. De winkelierster had met nauw verholen verbazing haar een pakje toegeschoven en het geld in ontvangst genomen. Maar daar had ze eigenlijk geen erg in gehad. Het drama begon, toen ze in de voorkamer zat te roken. Mevrouw van Schagen kwam binnen en bleef perplex in de deuropening staan. „Rookt u?” vroeg ze, stom verwonderd. „Zoals u ziet,” antwoordde Bea. „Ook één Ze wees verachtelijk met haar hand naar het opgeheven pakje. „Daar zal Piet wel bezwaren tegen hebben.” „Piet? Welke Piet „Mijn man. Hij wil niet, dat de jongens roken. Ik ben bang, dat Piet, onze oudste zoon dan, het wel eens stiekum doet. Buiten. Maar mijn man wil het niet.” Bea schoot in een lach. „Ik zie het verband niet begon ze. „Als ze u zien roken, willen ze het ook,” vervolgde de vrouw hard. En sigaretten roken stompt de hersens af. Zelf rookt mijn man uitsluitend een pijp. En dan nog met mate. En van sigarettenrook worden de gordijnen zo gauw geel.” Bea kneep haar sigaret uit. „Oké, uw gordijnen zullen van mijn sigaretten niet vuil worden. Ik rook wel boven, op mijn kamer.” „Tja, ik weet niet, of. „Mevrouw van Schagen, nu moet u eens goed luisteren. Ik weet niet, in wat voor dorp ik terecht gekomen ben, maar sinds het begin van deze eeuw is de vrouw al vrij. Althans in andere delen van ons land. En als ik sigaretten roken wil, dan rook ik die. Net zo veel en net zo weinig als ik zelf wil. Uiteraard in mijn vrije tijd. Of wilt u me dat soms verbieden?” „Tja, ik weet niet, wat Piet daarvan zal zeggen Bea haalde haar schouders op en liep zonder verder een woord te spreken naar boven. Nu was ze toch werkelijk verstoord. Omdat ze zich altijd onder alle omstandigheden wilde beheersen, was ze er niet verder op ingegaan. Maar eenmaal op haar kamer gekomen, stak ze een sigaret op en strekte zich in de ongemakkelijke leunstoel. Haar verlangen ging uit naar het gezellige flatje in de stad. Naar haar eigen, comfortabele meubeltjes. Naar alle comfort, die ze hier miste. Naar prettige mensen, die niet kleinzielig waren en niet op je letten. Ze was nog geen week in Elshoven en ze had er al genoeg van. Als ze naar haar natuur te werk ging, dan liet ze de hele boel hier in de steek en ging weer naar de stad. Maar daarvoor was ze weer teveel dame. Dat deed je natuurlijk niet. En bovendien, haar vechtersnatuur kreeg de overhand. Ja, ze zou zich hier door die inboorlingen laten kisten. Kon Onze teenager Max is met zijn ze ventien jaren een beste bromfietser. Werkelijk, hij doet het niet gek. Toen hij het voorwerp van zijn gro te liefde onlangs bij aankomst lang en indringend op een meter afstand gadesloeg, vervolgens een enorme sprong nam, bovenop de tank be landde, voor ons gevoel de geluids barrière doorbrak en - toen de blauwe damp opgetrokken was - gewoon wég bleek te wezen, hiel den we even ons hart vast. Maar zie: Max ontpopte zich na deze eerste excessieve vreugde- iriting als een redelijk goed brom fietser die maar zelden de snel- heidsmaxima aan z’n laars lapte en zichzelf daarmee onder de voor zijn leeftijd gunstige uitzonderingen rangschikte. Er was één kleinigheid die hem tot dusver was ontgaan. Bij het af slaan naar links of naar rechts nam hij in ’t algemeen niet de moeite een teken te geven om z’n bedoe lingen kenbaar te maken. Hij keek wél even over zijn schouder en dan: vooruit maar. We praatten er even Twee woedend blaffende honden begroetten haar op het erf, maar Bea, die wist hoe ze met honden om moest gaan, verwaardigde ze met geen blik en reed rustig door naar het achterhuis. Ze zette de fiets tegen de muur en ging naar binnen. In het achter huis was een vrouw bezig een emmer te boenen. „Ik ben de nieuwe schooljuffrouw en ik zou meneer Sangelaar willen spreken. Kan dat De vrouw keek haar even aan en ging toen verder met haar werk. „Hij is op het land. Om te melken.” Bea kon zich wel voor het hoofd stoten. Ben jij nu een boeren dochter, Bea van Laar Dat had je kunnen weten. „O, dan kom ik vanavond wel terug. Om hoe laat dacht u, dat ik hem kon spreken De vrouw haalde haar schouders op. „Dat weet ik niet. Acht uur, half negen wie weet „Mooi. Wilt u zeggen, dat ik geweest ben en om acht uur terugkom Goedenmiddag.” De vrouw verwaardigde haar met geen enkele blik en bleef aan haar werk. Erg hartelijk zijn ze hier ook niet bepaald, dacht Bea. De hofhon den begeleidden haar met hun geblaf tot het hek en zonder nog een keer om te kijken naar de monumentale boerderij reed Bea weer terug naar het dorp. Het was warm en ze betreurde het, dat ze hier geen douche kon nemen. Zulke dingen bestonden er nog niet in Elshoven. In de voorkamer strekte ze haar benen, dronk van de slappe thee, die haar gebracht werd en zocht naar een sigaret. Ze kwam tot de ont dekking, dat ze niet gerookt had, sinds ze in Elshoven was gearriveerd. Boven had ze nog een pakje, maar ze was te lui om naar boven te Hebt gfl, goede vaderlander ooit ge weten dat Nederland zich ook be weegt op het terrein van de raket- vaart? Deze week zijn bij een heldere hemel en straffe wind bjj Venlo twaalf transportraketten de lucht in gegaan en de resultaten waren nog niet eens zo slecht. Het betrof hier een proefneming van de Nederlandse Vereniging voor Ruimtevaart in sa menwerking met haar Duitse zuster organisatie. Uit de geslaagde lance ring blijkt wel, dat Nederland nog helemaal niet zo’n slecht figuur slaat op wetenschappelijk en technisch ter rein. Ook op het gebied van de ruim tevaart kunnen wij ons woordje mee spreken en wie weet, gaat er binnen kort ook een rakettrein van Venlo naar de maan.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1961 | | pagina 2