Zebra's gaan voetgangers voortaan beschermen Voetganger niet vogelvrij" langer Fiscus komt de gehuwde vrouw tegemoet DE AVONTUREN VAN FREDDY FOX WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN - DONDERDAG 12 OKTOBER 1961 PAGINA 2 Wandelaar krijgt rechten en plichten op openbare weg Op 1 november a.s. treedt de nieuwe voetgangersregeling in werking. Van die datum af zullen de knipperbollen binnen de bebouwde kom buiten werking zijn en op de duur verdwijnen, en zullen voetgangers - onder vrijwel alle omstandigheden - op de zebrapaden bescherming genieten. Het rijdend verkeer is van die datum af verplicht de op zebra's overstekende voetgangers onbelemmerde doorgang te verle nen. Daar tegenover staat dat de voetganger verplicht is van een zebrapad gebruik te maken als dat zich bevindt op minder dan dertig meter afstand van de plaats, waar hij gedacht had te zullen over steken. Voorts moet de voetganger afzien van zijn rechten, als er een politie-, brandweer- of ziekenauto nadert die signalen geeft, en als er een begrafenisstoet of militaire colonne passeert. STEEDS MEER Aantal verkeersongevallenwaarbij voetgangers waren betrokken p m Verb Veilig Verkeer: De „motorisering" in ons land neemt hand over hand toe. In 1950 telde Nederland 1 auto op 41 inwo ners, in 1960 was dat al 1 op 22. Naar raming zal in 1970 deze ver houding 1 op 12 zijn, terwijl wordt verwacht dat in 1980 elke zesde Nederlander een auto bezit. Met deze cijfers is voldoende aan getoond dat de voetganger gaande weg - letterlijk èn figuurlijk- meer en meer in de verdrukking komt. Ook de ongevallencijfers spreken een duidelijke taal: in 1960 vielen 1900 mensen aan het verkeer ten offer, en niet minder dan plm. 500 daarvan verloren het leven als voetganger. Reeds enkele jaren geleden heeft de overheid, die inzag dat de vei ligheid van de voetganger bij de toeneming van het gemotoriseerde verkeer ernstig in het gedrang zou komen, regelingen ter beveiliging van deze categorie verkeersdeelne mers getroffen. Naast de bescherm de oversteekplaatsen kwamen de zebra's zonder knipperbollen, die echter geen enkele bescherming boden en die uitsluitend ten doel hadden een gericht oversteken van de voetgangers te bevorderen. Waarschijnlijk door de hoge instal- latiekosten bleef ook het aantal beschermde oversteekplaatsen te gering. Nieuwe regeling Een behoorlijk „samenspel" tussen de onderscheidene categorieën weg gebruikers kwam derhalve niet tot stand, en de regeling voldeed in de praktijk dus niet geheel. Er werd naarstig gezocht naar een oplossing die beter zou voldoen. Met ingang van 1 november a.s. is de positie van de voetganger als deelnemer aan het verkeer strin genter geregeld. Van die datum af biedt de zebra bescherming aan elke voetganger, die zich daar op bevindt Niet het kenbaar maken van de wens om er gebruik van te maken geeft de overige weggebruikers de verplichting voor de voetganger te stoppen, maar het verkeer is slechts verplicht de zich op de zebra be vindende voetganger gelegenheid te geven ongehinderd de overzijde van de straat te bereiken. Populair ge zegd: voorrang te verlenen. Er is geen regel zonder uitzonde ringen: bestuurders van politie-, brandweer- en ziekenwagens die signaal geven behoeven niet voor de zich op een zebra bevindende voetganger af te remmen, en de voetganger is verplicht bij hun na dering ijlings het zebrapad te ver laten. Ook de uitvaartstoeten en mi litaire colonnes - waaronder begre pen de gemotoriseerde colonnes van de Bescherming Bevolking - mogen doorrijden. Verplichting Nog een andere verplichting van de voetganger: hij is krachtens de wet verplicht om gebruik te maken van een als zodanig aangegeven over steekplaats, als hij binnen een af stand van dertig meter daarvan zou willen oversteken. Als er geen oversteekplaats binnen dertig meter aanwezig is, is de voetganger ver plicht haaks over te steken. Voor de gemotoriseerde weggebrui kers is er eveneens een apart punt- ie waarop moet worden gewezen Omdat geparkeerde voertuigen het uitzicht van de overstekende voet gangers maar al te gemakkelijk dreigen te belemmeren, is het ver boden te stoppen of te parkeren op of binnen vijf meter afstand van een oversteekplaats. Dit betekent uiteraard niet dat, als men stopt om een overstekende voetganger gelegenheid te geven ongehinderd de overzijde van de rijweg te berei ken, men dit dan ook op tenminste vijf meter van de zebra af moet doen. Samenspel is voorwaarde Voorwaarde voor het slagen van de nieuwe voetgangersregeling is het goede samenspel tussen voetgangers en overige weggebruikers. De voet ganger zal zich terdege moeten realiseren dat hij niet zonder uit te kijken de weg op moet stappen een auto stopt maar niet zómaar, en een scooter, motor of brommer nog minder. Hij zal er rekening mee moeten houden dat een voer tuig, dat een snelheid 50 km/uur heeft, een remweg van 25 m nodig kan hebben om tot stilstand te ko men. Wacht op ruimte in de ver keersstroom. En dan: aarzel niet om over te steken, als een voertuig nog voldoende ver weg is om tijdig te kunnen stoppen; er kunnen mis verstanden tussen U en de bestuur der van dat voertuig ontstaan met alle ernstige gevolgen van dien bteek voorts snel en zonder onder breking over, zo mogelijk in groep- j ^eSehjk, en houd op de zebra paden zoveel mogelijk rechts, opdat „tegenliggers" in het voetgangers verkeer eveneens zonder haperen naar de overzijde kunnen komen Voor de overige weggebruikers geett het Verbond voor Veilig Ver keer de volgende raadgevingen. Na der kalm de zebrapaden, die U reeds van ver kunt zien liggen en die anders zijn aangeduid door het bord „nadering voetgangersoversteek plaats". Stop eventueel soepel, en kijk nog even of de man achter U merkt dat U van plan bent te gaan stoppen. Houd vooral rekening met ouden van dagen, die niet zo snel ter been zijn, moeders met kinde wagens die evenmin zo snel kunnen lopen en vooral met kinderen. Geef duidelijk te kennen dat U wilt stop pen, als U iemand ziet die graag wil oversteken: U bevordert er een beter samenspel mee. U moedigt het snel en ordelijk oversteken aan als U rustig wacht. En tenslotte: geef de voetgangers óók voorrang als zij rechtdoor willen en U links of rechts afslaat. Deze wenken kunnen het samen spel tussen voetganger en automo bilist ten goede komen. Als U deze wenken in acht neemt, werkt U mee aan een veiliger verkeer. Duizend gulden per jaar ivordt in toekomst belastingvrij In het wetsontwerp Inkomstenbe lasting 1960 is in de particuliere sfeer een bepaling opgenomen, welke inhoudt, dat het belastbaar inkomen met ten hoogste 1.000, per jaar kan worden verminderd indien de gehuwde vrouw „mede werkt". Het is één van de weinige bepalin gen in de toekomstige wet, die de grote groep belastingplichtigen wel zeer aanspreekt. „Je vrouw mag straks duizend gulden verdienen" zeggen ze dan. Als de onderhavige bepaling in de ze vorm tot wetsartikel wordt ver heven, komt de belastingwetgever op bescheiden wijze tegemoet aan een lang gekoesterde wens. Vooral in middenstandskringen bestaat voor deze fiscale tegemoetkoming grote belangstelling. Het komt toch veel voor, dat de ondernemer extra uitgaven moet doen voor huishou delijke hulp, omdat de echtgenote van de zakenman in zijn bedrijf medewerkt. Vooral de kleinere on dernemers hebben het steeds als 'n onbillijkheid gevoeld, dat er geen berekenen van het belastbaar in- enkele mogelijkheid is om bij het komen rekening te houden met de ze extra kosten. Daarnaast is de werknemer, wiens vrouw „wat bijverdient", eveneens bij deze regeling gebaat. Hoevelen vrouwen zijn er niet die - om der belasting wille - ervan hebben af gezien. Hun schaarse vrije tijd pro ductief te maken? De fiscus slokte al direct de kip op, die de gouden eieren moest leggen De maatregel zal mede bijdragen tot vermindering van de thans heersende schaarste aan arbeids krachten. „Gebaar" In ieder geval heeft de fiscale on billijkheid, bedreven ten aanzien van de gehuwde werkende vrouw, haar erkenning gevonden. Niette min blijft het te betreuren, dat het bedrag van 1000,aan zovele beperkende (soms onbillijke) bepa lingen wordt verbonden, zodat de regeling nodeloos ingewikkeld is geworden. Het is voorts te betreuren, dat de ze tegemoetkoming niet anders ge noemd kan worden dan als een „gebaar". De bedoeling van deze bepaling is immers om rekening te houden met de veronderstelde uitgaven voor huishoudelijke hulp en kinderver zorging. Welnu, in vele gevallen zal de belastingbesparing niet hoger zijn dan het bedrag, dat - als we goed zijn ingelicht - betaald moet worden voor een werkster voor één ochtend per week gedurende dat jaar. De regeling De regeling geldt dus voor de echt genote, die niet volledig in de huishouding werkzaam kan zijn, doordat zij werkt in de onderne ming van haar-man, dan wel door dat zij zelf een onderneming drijft of werkzaamheden verricht, die haar inkomsten uit arbeid opleve ren. Een aftrek van 4,50 per dag wordt toegepast als de gehuwde vrouw tenminste op die dag 3'/2 uur werkzaamheden heeft verricht. Voorgesteld wordt om een vrouw met minimaal 18 werkuren per week een aftrek voor 6 dagen te verlenen, zodat ook gehuwde on derwij skrachten, seizoen-arbeiders, wier arbeid een meer incidenteel karakter draagt, van de regeling zullen profiteren. Ten hoogste ge durende 222 dagen kan dus aftrek worden verleend (222 x 4,50 is 999,—, ofwel duizend gulden). In het belang van een redelijke bewijsvoering is het vereiste ge steld, dat de belastingplichtige aan toont dat aan de voorwaarden voor de aftrek per dag dan wel per ka- lenderweek is voldaan. Voor gehuwde vrouwen in dienst betrekking kan nog wel worden aan getoond, dat recht op de aftrek be staat. Maar hoe bij de midden standsvrouw eet. bewezen moet worden, dat de echtgenote inder daad in de zaak heeft gewerkt, is ons voorlopig een raadsel. Het merkwaardige is bovendien, dat de werkzaamheden moeten zijn verricht gedurende een „aaneenge sloten" periode van 372 uur per dag. In talrijke ondernemingen is het immers gebruikelijk, dat de echt genote inspringt, telkens wanneer dat noodzakelijk is. Op drukke za terdagen daarentegen zal zij moge lijk onafgebroken in het bedrijf werkzaam zijn. Enfin, het staat wel vast, dat de „doelmatige controleerbaarheid" niet meer dan een illusie is Versnelde invoering Enkele maanden geleden kondigde de Staatssecretaris van Financiën, Dr. W. H. van den Berge, aan dat de fiscale verlichting voor de ge huwde vrouw versneld zou worden ingevoerd. De motivering voor deze voorrang moet gezocht worden in het beleid van de regering, dat er op gericht is om overspanning te voorkomen door het aantrekken van meer arbeidskrachten. Op Prinsjesdag werd de datum van invoering bekend: 1 januari 1962. De betreffende wetsvoorstellen zul len nog dit najaar worden inge diend, zodat we spoedig méér zul len vernemen. Vorige week is het voetpad, dat tussen de Burgemeester Troost- straat en de Sniepweg langs de Ka- naalweg is aangelegd, gereed ge komen. MILJOENENNOTA De lijst met cijfers is verschenen, Het huishoudboekje van de staat, Waarin je aardig wat kunt lezen, Doch naar nog veel meer dingen [raadt. Je duizelt van de vele nullen, Maar daarbij voel je opperbest Dat, als het om je eigen zorg gaat, Je een zo'n nul krijgt op 't rekest. Want de verlaging der belasting, Daar zijn we allemaal vóór, Die gaat althans de eerste maanden, Met kans op uitstel, nog niet door. Ons leger zal wat meer gaan kosten, We zijn weer de sigaar helaas, 't Moet uit de lengte of de breedte, Dus aan de kat of aan de kaas. De olie zal wat duurder worden, Daarmee vanzelf de oliestook, Dan houden we nog wat in petto: Waarschijnlijk gaan de kolen ook. Toch mogen we beslist niet klagen, Dus geef niet toe aan droefenis, Want de minister heeft een lijstje Van landen waar 't véél erger is. De eindjes aan elkaar te knopen Is méér dan een belastingsport; Zo blijft er dan voor twee-en-zestig Betrekkelijk een klein tekort. Natuurlijk wordt dat aangezuiverd: Tweehonderdzeventig miljoen Mijn hoofd er af als de ministers Dat voor de natie zélf niet doen JAAP MIJDERWIJK. Zeevogels ingesteld op zout water Zeevogels leven in een zoutmiljeu, d.w.z. de zee is hun domein en het zeewater heeft een bepaald zout gehalte. Ondervinden deze dieren hiervan geen schadelijke gevolgen? Neen, zoals alles in de natuur zijn zij geheel op het leven in een der gelijk miljeu ingesteld. Onderzoe kingen bij zilver- en stormmeeuwen hebben aangetoond, dat zij gecon centreerd keukenzout afscheiden door de werking van z.g. orbitaal- klieren en klieren in het achterste deel van de neus. Proeven wezen uit, dat wanneer men de dieren een intraveneuze injectie van een keu kenzoutoplossing toediende een toe neming van de activiteit van de or- bitaalklieren viel te onderscheiden, terwijl het uitdruppelen van een geconcentreerde keukenzoutoplos sing uit de neus werd waargeno men. Door het bezit van deze orga nen zijn de zeevogels beschermd te gen funeste invloeden van him zoute miljeu. 97. Ik geloof, zei Freddy, terwijl ze verder liepen naar de stad in de verte, dat dat Lelieëndaal is, de hoofdstad van het land. Daar heb ik wel eens foto's van gezien. De anderen knikten. Lelieëndaal was om zijn schone gebouwen en torens beroemd. Haast ieder had daarvan wel eens foto's of platen gezien. Hoe vinden we nu die maarschalk het beste? vroeg Dikkie. Ze keken elkaar eens aan. We kunnen toch niet naar die stad gaan en aan een agent vragen, of hij maarschalk Oostenwind ook heeft gezien, zei Bert lachend. Ik denk, dat hij ons wel gauw mee zou nemen naar het politiebureau, verdacht van spion- nage lachte Freddy. Rein werd wat ongeduldig. Maar nou geen gijntjes, jongens zei hij, als we straks in de stad zijn moeten we weten, wat we van plan zijn. Zeg, zei Dikkie opeens, staat in Le lieëndaal niet het paleis van Prin ses Lente? Dan gaan we daar eerst eens heen en proberen wat te we ten te komen. Misschien zit de maarschalk daar wel opgesloten. Een best plan, vond Rein en Fred- 98. Weldra liepen ze in de eerste straten van de stad. Erg druk was het er niet, maar ze waren nog maar in de buitenwijken. Hoe dich ter ze bij het centrum kwamen, hoe drukker het werd. Bij een bakkers winkel bleef Dikkie staan. We gaan eerst wat kadetjes kopen, zei Dikkie. De anderen hadden ook honger en dus stapten ze alle vier de winkel binnen. Even later lie pen ze weer op straat elk met een kadetje in de ene hand en een vol le zak in de andere hand. Het is net, zei Rein met een volle mond, toen ze in het drukste gedeelte van de straat waren, het is net of ik hier al eerder ben geweest. Dat komt natuurlijk van de foto's, die je van Lelieëndaal hebt gezien, dacht Freddy, waarop Rein lang zaam knikkend, maar toch nog aar zelend antwoordde: Ja, daar zal het wel van komen. Nauwelijks was hij uitgesproken of hij slaakte een gil. Vader, riep hij en wees naar een man, die langzaam op hem af kwam IFEUILLETON Bea heeft het pleit gewonnen door Henk van Heeswiik HOOFDSTUK 15, nr. 23 „Ik zal een ziekenauto laten komen," zei hij zacht tot de onderwijzeres „Moet ze naar het ziekenhuis vroeg ze, doch zo, dat het kind het niet kon horen. „Ja, naar Ermelo, dat is het dichtstbijzijnde. Salem." „Och zo'n kind. Bea had opeens diep medelijden met Heintje. „Kan het niet met de wagen van Hansen?" vroeg ze. „Bedoelt u een gewone taxi 7" „Ja, dokter." „Och ja, maar wie gaat er mee? Ik wacht liever niet, tot Sangelaar er zelf is. Die is in staat het kind zo mee naar huis te nemen en dat risico wil ik niet nemen. Er kunnen zich complicaties voordoen." „Dan ga ik wel mee," besloot Bea, die geen ogenblik aarzelde. Het is een kind uit een mijner klassen." „Nou, als u het op u durft nemen, zonder dat haar vader het weet mij best." „En u dan „Ik ben tenslotte arts, dus ik kan het verantwoorden." „Laten we niet verder redeneren, dokter. Wilt u een wagen bellen En het ziekenhuis verwittigen? Ik ga met het kind mee." Anderhalf uur later reed de wagen van Piet Hansen de „Ruige Hoeve" op. „Wilt u op me wachten?" vroeg ze. „Ik zal het niet te lang maken „Komt in orde, juf." Sangelaar was thuis. Toen de huishoudster hem had verteld, dat de nieuwe juf hem wilde spreken, kwam hij, boosaardig kijkend, naar de achterdeur. „Wat mot u van me vroeg hij op barse toon. Bea negeerde zijn onbeschoftheid en antwoordde: „Kunnen we binnen even rustig praten of laat u me hier buiten staan?" „Waar gaat het dan over vroeg hij, vooralsnog niet van plan om haar binnen te laten. Bea kneep een oog dicht en keek hem enkele seconden zwijgend aan. „Waar is uw dochtertje, meneer Sangelaar „Heintje De man verschoot van kleur. „Geertriep hij op korte toon. „Waar is Heintje Nog niet thuis was het antwoord. Toen draaide hij zich weer naar Bea en greep haar ruw bij de arm. Is er wat met haar Ze knikte zwijgend. Niets ernstigs, maar... Kom binnen, nodigde hij uit, nu op een wat andere toon. Hij ging opzij, zodat ze over de drempel kon komen en volgde hem toen naar een grote woonkeuken. In een hoek zat een vrouw een kous te stoppen. Verder was er niemand in het vertrek. In enkele woorden vertelde Bea, wat er met Heintje gebeurd was dat de dokter de voet had onderzocht en dat hij gezegd had dat zé terstond naar het ziekenhuis „Salem" moest. Dat ze het kind er in een auto heengebracht had. En, besloot ze, nu ligt ze dan op de kinderzaal. Maakt u zich niet ongerust, dat voetje komt weer helemaal in orde Ik Ik heb in mijn jeugd ongeveer eenzelfde ongeluk gehad en ik loop toch weer als een haas. Sangelaar trommelde met zijn vingers op het tafelblad. „Waarom hebt u Heintje niet eerst thuis gebracht?" Het ongeluk is vlak bij de woning van de dokter gebeurd, meneer, antwoordde ze, niet geheel naar waarheid. En wat doe je in zo'n geval' Je gaat het eerst naar de dokter. Hij stak zonder te kijken over de tafel zijn hand uit en zij drukte die even. „Dank u voor uw moeite. Ik ga er zo meteen nog even heen. Naar Ermelo." Ik denk, meneer Sangelaar, dat het beter is, dat u wacht tot morgen. Tegen die tijd, dat u er bent, slaapt Heintje ongetwijfeld al en Mens is het jouw kind of het mijne? voel Sangelaar ruw uit. Ik ga er*re<^- haalde haar schouders op en vertrok. In het dorp gekomen, zette Piet Hansen haar bij de woning van Van Schagen af. „Hoeveel krijgt u, meneer Hansen?" Hij aarzelde even. Tja, maar het is toch het kind van Sangelaar? Dat hoeft u toch niet te betalen? Krijgt u van hem vlot het geld van deze rit? Hansen krabde zich eens achter het oor. Tja, dat weet ik ook niet. Dan betaal ik. Ik zal wel zien, dat ik het terug krijg. Hoeveel? Hansen noemde het bedrag en Bea gaf hem een rond bedrag. Rest voor uw moeite. Apropos, hoe maakt Maas het? Hansen lachte. „O, uitstekend, juf. Hij is helemaal los gekomen. Zo heel anders als vroeger. Komt u ons een keer bezoeken. Mijn vrouw en ik Ja, dat heb ik al eens beloofd, he? Wel, zodra ik eens een avond in de gelegenheid ben, zal ik u bericht sturen. Mijn vrouw zal het ook fijn vinden, juf. HOOFDSTUK 16. In huize Van Schagen werd prompt om zes uur gegeten. Bea keek op haar horloge, toen ze binnentrad: het was bijna zeven uur. Wat vloog de tijd om met zulke dingen. Miep en haar dochter waren al met de afwas bezig. Toen Bea binnenkwam, keek Miep haar aan en een blos van kwaadheid kwam over haar gezicht. „Waar hebt u gezeten?" We eten hier. Precies om zes uur, viel Bea haar rustig in de rede. Dat weet ik. Maar ik Vn niet zo maar een straatje om geweest. Heintje heeft een ongeluk gehad. Heintjeï Heintje Sangelaar? Bea knikte. En in het kort vertelde ze, wat er gebeurd was, dat ze met het kind naar het ziekenhuis was gereden en nu eerst terug was, na ook nog de vader gewaarschuwd te hebben. Tja, nou, ik zal zien, dat ik wat boterhammen voor u snijd. De jongens hebben uw portie erbij opgegeten. We wisten niet, wat we ervan denken moesten Doet u geen moeite, weerde Bea af, die rood aanliep. Ik heb a, gegeten en gedronken. En meteen draaide ze zich om en liep weer het huis uit. Vreselijk mens, dat je er bent. Met een stevige pas stak ze het plein over en liep het café binnen. Maar meteen had ze al spijt. Aan de toonbank stonden enkele mannen te drinken en de caféhouder leunde aan de andere kant van de tapkast. Hij keek verbaasd op, toen de juf was binnengekomen. Maar Bea liep rustig door de gelagkamer naar hem toe. Ze had meteen haar plan ge wijzigd, knikte naar de maimen en vroeg aan Water burg: „Hebt u mis schien ook een busdienstregeling? Ik ik zou graag weten, hoe laat er een bus gaat. Naar Apeldoorn. Tien over zeven, zei een der mannen en de kastelein, die even in een boekje gebladerd had, knikte bevestigend. Ja, tien over zeven. Dat is over een paar minuten, juf. Ze lachte hem vriendelijk toe, en zei: Fijn, dank u hartelijk voor de moeite. Goedenavond, heren. Weer buiten gekomen, lachte ze in zichzelf. Een lumineus idee van je, Bea. Idioot van je om ook maar een ogenblik te veronderstellen, dat je' daar een broodmaaltijd zou kunnen krijgen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1961 | | pagina 2