aex
Britse kerstklokken
zijn een traditie
De kerstboom
van Jantje
i
I
1
BB -
Ite,
Hl
1 i
i
fj
KERSTFEEST VOOR
JOERIGAGARIN
December is drukste maand
de klokkeluiders
voor
1
*y
-7
7’^3
PAGINA 3
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 21 DECEMBER 1961.
hersens gaf
strekte Zijn hand over hem uit,
daar in die kleine cabine.
'1
I
In Gouda gevestigd KORTE TIENDEWEG 12 - TELEFOON 01820-3033
KLEIWEG 108 - TELEFOON 01820-6033
RAMMOFOONPLATENl
IJMUIDEN
ZWIJNDRECHT
1
I
A
WK!
De kaarsjes gaan weer branden
"g
gegaan,
hij had de miljarden sterren gezien,
o GOUDA
een Kerstverhaal
van Jan van Maasdorp
FA. J. C. DEN RIET
Klok van de duivel
Hl
En door en over Gods schepping heen
joeg Joeri Gagarin,
want God, die hem geschapen had,
gaf dit mensenkind zijn zin.
Toen hy weer veilig beneden was,
vertelde hij het rond:
hoe hij overal gekeken had,
maar God noch hemel vond...
De sterren schijnen nog iedere nacht.
Ook die ene, stralende ster,
die eens stond boven Bethlehem,
zo wonderlijk schoon en ver.
En ook voor Joeri Gagarin
is die heils-ster opgegaan,
maar hij is te kloek hij is te knap
om de boodschap te verstaan,
die twintig eeuwen geleden kwam
en klinkt ook in deze Kerstnacht:
„Al, wie door ootmoed herboren wordt,
die is van het hemels geslacht”.
Hij was door gans 't heelal
dat God geschapen heeft,
ver boven al wat -leeft,
en God, die de handen en
om te maken zijn machine,
Joeri Gagarin glimlachte
om die domme, misleide mensen,
die naar de kerk gaan en elkaar
gezegend kerstfeest wensen.
Hij wist op zijn uniformpet
glanzend de rode ster,
en de witte ster van Bethlehem
was hem vreemd en ver.
Weinig slaap voor de
klokkeluiders
-
-ï:
j
K.
zat
en
K
mannetje aan
O
naar
en
guldens
mekaar. De
F X
K 7
vanaf f 3.95
- 3.95
- 3.40
Derf oei
mint
Groot-Britannie staat reeds eeuwenlang bekend om zijn vele klokketorens en de
ijver van de klokkeluiders. De affectie van de Engelsman voor zijn kerk komt
vaak tot uitdrukking in de naam van de dorpsherberg. Te Kelsale in Suffolk
b.v. hangen acht klokken in de kerktoren en er is dan ook een „Eight Bells”
herberg. De klokkeluiders van tegenwoordig zijn even enthousiast als hun
voorzaten en een van de meest karakteristieke geluiden op het platteland is de
mollige toon van een aantal klokken, die vanuit een oude dorpskerk over de
velden klinkt. De luiders houden zich nog steeds aan de oude regels van de
luidkunst en in vele plaatsen draagt degene die de leiding heeft nog de oude
titel van „Captain of the Ringers”. December is verreweg hun drukste maand
want de kerstklokken spelen een belangrijke rol in de feestelijkheden in Groot-
Brittannie.
Voor een werkelijk bijzondere opname:
GROENENDAAL 23 - GOUDA
Gewijde muziek
Klassieke
Populaire
Sommige delen van het land hebben
eigen traditie bij het klokluiden op
Kerstmis. Het meest opmerkelijke ge
bruik wordt wel gehandhaafd te
Dewsbury in Yorkshire, waar men op
Kerstavond te middernacht de „De
vil’s Knell” - de doodsklok van de
duivel - luidt. Deze speciale knell of
aankondiging van de dood, verkon
digd, dat de duivel is gestorven bij de
geboorte van het Heilige Kind. De
ceremonie werd vele eeuwen geleden
ingesteld door Thomas de Sothill, die
een tenor-klok ten geschenke gaf aan
de parochiekerk van All Saints. Hij
deed deze schenking als een bewijs
van berouw wroeging voor het ver
moorden van een bediende en hij
maakt bekend dat de klok elk jaar
met Kerstmis een Devil’s Knell moest
luiden, één slag voor ieder jaar van
de Christelijke jaartelling. De klok
zelf staat bekend als „Black Tom”.
Behalve in de jaren van de laatste
wereldoorlog, toen het dagelijkse lui
den van kerkklokken verboden was
(ze zouden alleen worden geluid als
feest., dat was fijn als je een gezin
had met kinderen die met glinsterende
ogen naar de vlammetjes van de kaar
sen keken. En dan., hij hield het plot
seling niet meer uit. Waarom zag hij
nou ineens weer die ogen van dat joch
van daarnet! Krimmeneel, wat was
dat joch van daarnet blij met dat ma
gere skelet van die boom!
Maar toen ging er opnieuw een schok
door Geert heen. Wat hadden die kin.
deren nou eigenlijk aan zo’n kale
boom? Natuurlijk hadden ze in dat
armoe-huishouden geen geld voor
kaarsen, om van cadeautjes en snoe
perij maar niet eens te praten! Stom
me idioot die hij was - waarom had ie
dat kind alleen met zijn kerstboom de
donkere trap op laten zeulen? Driftig
stond hij op. „Tabé, Hein, tot van
avond!” riep hij naar de waard.
De klokken van St. Paul’s kathedras.
kondigen in Londen de komst van
Kerstmis aan op de middag voor Kerst
met een half uur durend klokgelui dat
uitklinkt over de daken van de City.
Het verhoogt de Kerstverwachting in
de laatste koortsachtige uren voor de
winkels en kantoren hun deuren slui
ten. Kort nadat St. Paul’s zijn stem
verheft, volgen de klokken van West
minster Abbey. De klokken van St.
Paul’s zwijgen tijdens de avonddienst,
om het gelui te vervolgen zodra de
dienst afgelopen is. Op Kerstmorgen,
om tien uur, worden de klokken nog
maals een half uur lang geluid en
tegen één uur laten de klokken van
Westminster zich eveneens weer ho
ren.
waarschuwing voor een invasie),
schijnt het dat men zich trouw ge
houden heeft aan de wens van Tho
mas de Sothill. Vele jaren bestond er
bijgeloof betreffende de Devil’s Knell
en tot aan de tegenwoordige eeuw
waren er nog mensen in Dewbury die
er heel vast van overtuigd waren dat
de knell weer een jaarlang de duivel
uit de stad weghield. Dit jaar zal de
doosklok worden geluid tijdens de
nachtmis en het aantal slagen zal pre
cies eenduizend negenhonderd eenen
zestig bedragen.
Te Crowland, in het Fen district van
Lincolnshire nemen de klokkeluiders
deel aan de Kerstceremonie in de Ab
bey Church. Op Kerstavond begeeft
het koor zich naar de oude kantelen
en begroet de kersttijd met geliefde
gezangen. Als het gezang afgelopen is
zenden de klokken hun eigen lied de
nacht in.
De klokken van Magdalen College in
Oxford luiden op Kerstavond om mid
dernacht als de traditionele bijeen
komst in de collegehal, waar een
groot open vuur brandt en een zeven
meter hoge Kerstboom staat, op zijn
eind loopt. De feestelijkheden worden
besloten met het uitbrengen van een
Kerst-toast uit een zilveren feestbo
kaal, door de leden van het college
en hun vrienden. En dan, nadat de
koorknapen enige traditionele carols
ten gehore hebben gebracht zoals The
First Nowell en het klagelijke Coven,
try Carol, luiden de klokken van de
15de eeuwse klokketoren.
ontbijt gaat het weer terug naar de
klokketoren om nog een half uur te
luiden voordat de vroegdienst begint.
Daarna wordt er weer geluid voor de
Morgendienst en Avonddienst op
Kerstdag.
Het luiden van Kerstklokken blijft
echter niet beperkt tot de klokketoren.
In sommige parochies worden kerst
liederen gespeeld op handklokken
door mensen die de streek doortrek
ken in de laatste week voor Kerst
mis. In het oude stadje Lavenham in
Suffolk, bekend om de schilderachtige
halfhouten huizen en mooie kerk,
maken de handbel-luiders er altijd 'n
gewoonte van op Kerstavond een be
zoek te brengen aan het Swan Hotel,
om hun traditionele muziek voor de
gasten ten gehore te brengen.
Een harmonieus groepje handklokke-
luiders kunt U aantreffen in Wad-
hurst in het graafschap Sussex, waar
ze door de straten trekken en naar de
geest van Kerstmis nodigen de dorpe
lingen ze in hun huizen om ze ge
schenken, meest etenswaren, te geven.
Op Kerstavond besluiten zij hun jaar
lijks programma met, wandelend door
het hele dorp, hun kerstliederen te
luiden.
cliffe 'toren zestig jaar lang geluid
heeft. Het grootste deel van deze pe
riode was hij „Ringing Master” en
later werd hij benoemd tot „Steeple
Keeper”. Ook in Newbury in Berks
hire worden reeds om zes uur ’s och
tends de Kerstklokken geluid. Hier is
het traditie dat Burgemeester en wet.
houders de elf uur dienst bijwonen.
Deze hoogwaardigheidsbekleders ko
men in processie de kerk binnen.
Te Hadleigh in Suffolk worden even
eens vroeg in de ochtend de klokken
geluid en deze gewoonte dateert van
1715. Om dit te bewijzen zullen de
klokkeluiders U de datum aanwijzen
als deel van de inscriptie op hun
massieve „Ringer’s Jug”, die in de
kerk wordt bewaard. Het is een grote
kruik van aardewerk met een inhoud
van 9 liter. Behalve de namen van
acht klokkeluiders staat er een ge
dicht opgeschreven.
'i-
- „id
Een Kerstmis in „The Ringing Isle",
zoals Groot-Brittannie in de Kersttijd
wel wordt genoemd, is een vreugde
voor iedereen die houdt van de mu
ziek van de klokken - en daarbij moe
ten we de carillons niet vergeten, wel.
ke in sommige steden het verstrijken
van het uur aangeven met de melodie
van een hymne of volkslied. De caril
lons klinken natuurlijk het hele jaar
door en Kerstmis is voor hen een
gewone werkdag. Maar als we de be
kende melodieen horen, kunnen we
alleen maar dankbaar zijn dat ze niet
rusten in de Kerstdagen, zoals de
meerderheid van ons.
der niemand in Rotterdam had ,die
hem na lag, monsterde hij voor de
wilde vaart en was nu, na al die ja
ren, voor een week in Rotterdam.
Stomverbijsterd had je die eerste dag
staan rondkijken. Hij kon niet meer
uitmaken, of op de plaats waar nu
een rij noodwinkels was verrezen,
dan wel op een nog dorre vlakte daar
achter het huis had gestaan waar de
beide vrouwen hadden gewoond. Hij
wist alleen dat zij niet meer leefde....
Met weemoed dacht hij aan vroeger
dagen, als hij van een lange reis terug
kwam. Want allen, van de kapitein tot
de tremmer voelden toch altijd iets op
de plaats waar hun hart moest zitten,
als ze hun oude stad weer terug zagen.
Het was ondertussen weer gaan sneeu.
wen. Morgen is het Kerstmis dacht
Geert. Onwillekeurig gingen zijn ge
dachten terug naar de straat en het
huis, die er nu niet meer waren, maar
waar hij was opgegroeid. En dan zag
hij zichzelf weer als een kleine jon
gen, met moeder en vader bij de
kerstboom. En hij onderging opnieuw
het zalige moment als vader opstond
en ook hem een lucifer gaf om de
kaarsjes aan te steken. Nu, nu al die
jaren ,zou hij de liedjes nog kunnen
zingen, die ze toen bij de kerstboom
zongen. Nou, dat was wel anders ge
worden, later. Op zee of aan de wal
was het kerstfeest heel vaak ontaard
in een drönkemansbende. waarbij
meest slagen vielen en soms bloed
vloeide. Ja, voor een zeeman op de
Wilde vaart waren dergelijke feestda
gen meest geen plechtige dagen - in
plaats van gebeden klonken vaak rau.
we vloeken. Misschien waren ze op
zulke dagen juist zo om hun herinne
ringen weg te stuwen.
Hij staarde in zijn lege jeneverglas en
draaide het rond tussen zijn sterke
vingers. Toe nou, Geert, wordt nou
niet sentimenteel, dacht hij. Kerst-
Jans moeder, op bevel van de vreem
de man. alles in «en kast gestopt -
morgen zou het onder de kerstboom
worden gelegd. De kaarsen mocht Jan
nu vast op te takken vastmaken -
morgenavond mocht ie ze met z’n
zusjes, aansteken. Dus, Jan, tot mor
genavond zeven uur dan gaan wij
kerstfeest vieren. En nou naar bed!
Zo, turend in de zwarte leegte van
zee en hemel, zag Geert zich weer te
rug op kerstavond in dat armoe-gezln.
Ze hadden chocolademelk gedronken
met kerstkrans en speculaas. Vader,
die voor deze speciale gelegenheid op
mocht, had maar zitten dampen van
de cadeau gekregen sigaren en toen
Jans moeder met bevende stem het
„Stille Nacht” inzette, had hij dapper
meegezongen. Maar de klap op de
vuurpijl was wel geweest toen dan
eindelijk de pakjes mochten worden
geopend. Jan had hem, op zijn ver
zoek een mes gebracht, omdat de be
vende kindervingers de touwtjes niet
konden lospeuteren. Nog nooit in zijn
leven had hij zoveel stralende kinder
ogen bijeengezien als die avond en hij
had zich innerlijk verbaasd, dat een
dooie vijftig gulden zoveel blijdschap
en vreugde konden brengen. Hij had
het niet aangedurfd, het briefje van
vijfentwintig dat in zijn zak brandde,
aan de vrouw te overhandigen. Had
het toen maar in de suikerpot gestopt,
waar ze het de andere dag wel zou
vinden.. Nu, daar alleen aan dek,
lachte Geert nog na om de mop. Hij
zag de grote ogen van de vrouw (die
net eender als die van Jan waren,
zoals hij had gemerkt) in zijn verbeeL
ding bij het ontdekken van de vondst.
Het einde had nog gedreigd sentimen
teel te worden: vrouwentranen en -
naar hij meende - ook mannentranen,
die je nog meer van de kook brengen,
handen, die niet los wilden laten, dui
zend maal dank en evenzoveel wen
sen voor een goede reis. Hij had alle
kinderen beloofd een mooie kaart uit
Zuid-Amerika te sturen. Jantje had
ie extra in diens grote, stralende
’ogen gekeken en liefkozend diens rui
ge haar gestreeld. En Jan, die toch ei
genlijk de oorzaak van het fijne kerst
feest was geweest zei triomfantelijk
zijn kleine knuistje in de broekzakken
en zijn korte benen wijduit: „Azzu die
laatste kersbaum niet had gekocht,
oume Geert, hadde me fas zo’n fijn
keratfees niet gehad”.
Toen het schip weer buitengaats was,
stond Geert van Brakel op wacht op
het achterdek en tuurde over de re
ling naar de Hollandse kust .totdat
hij geen lichtje meer zag. Met een
dag of drie zaten ze weer in Las Pal
mas, daarna Casablanca en dan.
’t Was goeie, 'hij liet niets anders in
Rotterdam! Neen, hij liet niets achter,
maar wel nam «hij iets mee van zijn
oude stad. En 'hij dacht terug aan de
kerstavond, die hij gevierd had in de
Adrianadwarsstraat, drie hoog achter.
Hoe hadden ze ’m die avond tevoren
sprakeloos staan aangapen toen hij zo
maar was komen binnenvallen: Nog
hoorde hij de schorre jongensstem:
Oh, moeder, vader. dat is die
meheir van de kerstbaum. .1” Hij had
al gauw gezien, dat de armoe in het
gezien haar scepter zwaaide. Dat het
er kraakhelder was, 'had hem geïm
poneerd. Binnen een kwartier wist hij
alles: vader al een jaar ziek in de al-
coofbedstee door een val op het werk.
Moeder elke dag uit wenken en nooit
voldoende geld in huis om de kinde
ren en de zieke het zo hoog nodige te
verstrekken.
„Heb je de boom nog niet versierd,
Jan?” vroeg Geert luchtig, terwijl hij
naar de boom in de kamerhoek keek.
En spijtig had Jans schorre stem ge
antwoord: „Nee, meheir”. Dan gaan
wij samen kaarsen kopen, Jan. Doe
je jas maar aan, jo. Na een paar uren
waren de grote en de kleine man te
ruggekomen, beiden beladen met pak
jes en dozen. Huilend van emotie had
vitaliteit. Hij gritste zenuwachtig naar
de boom en antwoordde: „Adriana
dwarsstraat nommer acht, een paar
straten hier vandaan, meheir. Wat zul
le me moeder en me zussies kijke. as
ik met die reuzeboom binnen kom.
De koopman keek stomverbaasd het
tweetal na: de grote man met de
kerstboom onder zijn arm, het schooi
ertje, naast hem meedribbelend, zijn
blote knuist veilig omsloten door de
grote hand van zijn weldoener.
Jaren geleden vulden de klokkeluiders
de kruik als ze goed betaald waren
voor het luiden van de klokken tij
dens een grote bruiloft Op kerstmis
vulde de herbergier van de „Eight
Bells Inn” te Hadleigh gewoonlijk de
kruik met een zwaar soort bier dat
„Good King William” heet.
Ver in het zuidwesten van Engeland
is een dorp waar heel vroeg de Kerst
klokken klinken, waarna de klokke
luiders tesamen ontbijten. Dit gebeurd
te St. Keverne bij Helston in Corn
wall. De kerk, op de top van een stei
le heuvel, heeft een toren die be
roemd is als baken voor de schepen
in Het Kanaal. De klokken luiden
van zes tot zeven en als de laatste
slag weerklonken heeft begeven de
klokkeluiders zich naar de pas’orie,
waar een lekker vuur brandt, een
Kerstboom staat en waar hen het tra
ditionele Kerstontbijt wacht Na het
In een hoek van de gelagkamer van
het burgerlogement zat Geert van
Brakel en tuurde tussen de spleet van
het gordijn de donkere straat in.
Hein, geef me nog een borrel riep hij.
De logementhouder bracht hem’n glas
jenever en ging weer terug naar de
tapkast. Hij merkte wel, dat Geert in
een sombere bui was. Stiekum laten
betelen; hij kende Geert!
Peinzend staarde Geert de donkere
straat in. Gek, filosofeerde hij, zo
groot en toch ook weer zo klein als
de wereld was. Drie maanden geleden
zat ie nog in Valparaiso acht weken
terug in Montevideo, liep hij in zijn
witte pakean onder de palmen. De he
le oorlog op de Pacific gevaren, twee,
maal een schuit onder ’m weg getor
pedeerd, maar hij had ze overleefd. Hij
had toen slechts een gedachte, die
hem staande hield: als de oorlog voor
bij was, naar het stadhuis met Truus
- het ouwe mens moest dan maar bij
hen inwonen.
Geert smeet het glas jenever in zijn
keel leeg en wenkte Hein, die een
glas bracht. Hij trommelde met zijn
vereelde vingers op het tafelblad en
hulde zich in een dikke rookwolk.
Toen de oorlog voorbij was, kreeg hij
bericht, dat het ouwe mens overleden
was en Truus.. die was omgekomen
bij het bombardement. Omdat ie ver-
te dun jasje aan had. En ook zag hij
een paar grote kinderogen, die ver
langend keken naar dat laatste denne-
boompje.
Het jongetje wreef met ’n verkleum
de knuist over een rood uitstekend
puntje in zijn mager wit gezicht, maar
hij zweeg.
„Wel jo,” vroeg de koopman onver
schillig. Koop jij misschien me laatste
kerstboom? Het rode puntje richtte
zich opwaarts en ook de vragende
ogen. De grote man bleef nog even
staan - dat haveloze joch wekte zijn
belangstelling.
Heb je geld bij je? vroeg de koopman.
Het jongetje knikte zwijgend en
opende zijn toegeknepen hand. In de
holte van de kleine verkleumde knuist
lag een dubbeltje. De beide volwasse
nen keken eerst naar de tentoonge
stelde schat en zagen elkaar dan
lachend aan.
't Wordt steeds lolliger”, zei het man.
netje. Net leg ik bij die dikke schom.
mei een guide toe en nou komt dat
om de zaak vereffeneNee, jo,
ga maar an je moeder zegge, dat ie
een guide kost.” Het jongetje schrok,
sloot zijn hand weer om zijn kapitaal,
■wreef over zijn rode neuspunt
wilde dan zwijgend zijn weg vervol
gen.
Maar de grote man hield hem tegen
en vroeg: „Zou jij graag die kerst
boom willen hebben ventje?” Argwa
nend, met schuwe 'blik, keek het
schooiertje op. Hij begreep wel, dat
hij nooit de bezitter van die kerst
boom zou worden. Die man wilde al
leen maar een lolletje. Toch bleef hij
staan, zijn gretige, schuwe ogen volg,
den de beweging van de hand van de
grote man, die in z’n broekzak tastte.
En zijn ogen werden groter en sperden
zich wijder toen de hand te voor
schijn kwam. Want in die hand lagen
allemaal rijksdaalders, guldens en
kwartjes, zomaar door
man nam een rijksdaalder uit de hoop
en reikte die aan het mannetje. Hier
ouwe geef mij die boom. Ja laat maar
dat is je verlies op die dikke Bertha
vereffend en neem een borrel voor de
kou.
Glunderend tikte het
pet.
„Bedankt meheer.”
Oké, zei de ander en daarna tot de
jongen: Waar woon je?
Plots scheen deze geladen te zijn met
Het oude mannetje stond bij zijn laat
ste drie dennebomen. Als hij die kwijt
was, kon hij naar huis gaan. Maar
wegvliegen deden ze nou juist niet,
dacht het mannetje grimmig. Eigen
lijk vond hij ’t welletjes-, het was nu
zeven uur en al donker en vanmorgen
om acht uur stond ie daar al. Je kon
merken, dat er niet veel geld was
onder de mensen. En dan dat pak
sneeuw op de straat, waar hij maar in
stond te baggeren met zijn lekke
schoenen.... Hij blies in zijn koude
handen en dook dieper in de kraag
van zijn jas.
„Koste die bome?” Een dikke juffrouw
stelde de vraag. Zij keek verachtelijk-
misprijzend naar een boompje, dat zij
in haar hand had genomen. Een snel
le taxatie had haar blijkbaar a priori
de limiet reeds vast doen stellen.
„Een daalder zei het mannetje.
,,’k Geef twee kwartjes,” zei de juf
rouw gedecideerd, „Geld genoeg, voor
zo’n scharminkel van een boompje.”
Haar ogen priemden fel naar de koop
man.
„Nou?”
Het mannetje keek naar de omvang
van de juffrouw en dan naar de boom,
die inderdaad geen machtige indruk
maakte naast de aspirant koopster.
Maar een scharminkel....
Nou? weerklonk het driftig, ’t Is te
koud om lang te dilleberére. ’k Geef
je een gulden voor de twee.
Het mannetje voerde een innerlijke
strijd, maar hoe graag hij ook
huis wilde, dat was toch te gek
met verlies werken deed je niet.
Toen kwam van links een kleine jon
gen en van rechts een grote man, die
nieuwsgierig de afloop van het duel
tussen de dikke juffrouw en het man
netje wilde beleven.
„Je mag de twee hebben voor een
daalder," omdat ik naar huis wil.”
De corpulente juffrouw grabbelde in
haar portemonnaie - deze prijs lag
kennelijk binnen de door haar vast
gestelde grens. Zij prangde het groe
ne hout tegen haar vette omvang, zei:
,,’n Avend” en verdween.
Nu stond er nog maar één boompje
naast het mannetje. De grote man
keek nu naar het jongetje dat eigen
lijk, nu het steekspel voorbij was, flui
tend zijn weg had moeten vervolgen.
Maar het bleef staan. De grote vreem
deling zag, dat de jongen te grote en
kapotte schoenen en een te kort en
Sommige klokkeluiders zijn de laatste
die hun bed kunnen opzoeken op
Kerstavond, anderen moeien 'heel
vroeg uit de veren op Kerstmorgen.
Te Bristol b.v. begeven de klokkelui
ders van de beroemde St. Mary kerk
zich op weg naar de klokketoren als
hef nog donker, is. Reeds om zes uur
verheffen de klokken hun stemmen
over de stad en het gelui houdt een
uur lang aan. Onder degenen die dit
jaar weer van de partij hopen te zijn
is Fred Leasker, die nu tachtig jaar
oud is en die de klokken van de Red-