va» Eenwen Fabrikant van jubilea is nu zelf aan de beurt Mond- en klauwzeer heerst met regelmaat Storm vernielde spiegelruit Oude ziekte 2 ASPRO's -entféntitfeeb DE TIJD een keur JAC. SATON Roney's autozitje BROUWER'S MULDER r „Bea heeft het pleit gewonnen WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 15 FEBRUARI 1962. PAGINA 5 Matla was en is zijn tijd nog steeds ver vooruit M olftft een zware bundel bladen op ons bureau en telkenmale verba- ^«veer over de enorme hoeveelheid daarin opgesomde historische da- 17e JAARGAp*en verwachte gebeurtenissen. Datum na datum, rij na rij, blad na ■5^5?^ezen wij in die agenda de merkwaardigste leiten met vaak frappante bi- -• zonderheden. 1900 jaar geleden Pompeji verwoest, 125 jaar geleden Alexander Sergejewitsj Poesjkin te St. Petersburg gedood in een duel om zijn vrouw, 150 jaar geleden eerste uitvoering vijfde pianoconcert van Beethoven met als solist Karl Czerny, 20 jaar geleden de Maastunnel geopend,, 40 jaar geleden de beruch te Franse Vrouwenmoordenaar Henri Désiré Landru te Versailles terechtgesteld, 25 jaar geleden première van de Ned. film „Pygmalion", 20 jaar geleden Slag in de JavazeeZo gaat het voort, dag na dag, met daar tussendoor nog honder den belangrijke verjaardagen, tentoonstellingen, uitvoeringen, wedstrijden, per sonalia en mutaties. Waar komt eigenlijk die agenda vandaan? We zitten tegenover Jean Hubert Mat- la, de directeur van het Haagsch Pers bureau, die deze keer zelf in zijn a- genda voorkomt, omdat hij op 10 fe bruari zijn zestigste verjaardag beleef de tegelijk met bet zevende lustrum van zijn bureau en zijn veertigjarig jubileum in de journalistiek. Maar dat is deze beweeglijke figuur beslist niet aan te zien. Om ons heen rijen zich die boeken rug aan rug. Alle encyclope dieën vinden wij terug in de directie kamer, maar ook de „Who is who" van vele landen, de almanakken en de grootste jubileumboeken. De heer Mat la heeft zo'n 5000 naslag werken in zijn bibliotheek staan. Ook het klein ste proefschrift over een onbelangrijk plaatsje van Nederland is present. Want er staan data in uit de geschie denis van deze gemeente en die data zijn de basis van het werk van dit bu reau. Wij zijn begonnen met bet door werken van zoveel mogelijk boeken, dus bladzij na bladzij, en alle data chronologisch te rangschikken in kaartsystemen. Ieder jaargetal bete kent voor ons een toekomstig jubileum en dat zowel voor grote veldslagen, oprichting van bedrijven, en persona lia van bekende en onbekende perso nen. Wie wordt beroemd Onbekende personen zult u toch zeker niet bijhouden? vragen wij.. „Wie zegt, dat een onbekend persoon volgend jaar of over tien, twintig jaar geen grote beroemdheid is?" zo veert de rijzige gestalte op. „Het gaat er juist om, straks te weten wie het is als er een onbekende tot burgemeester wordt benoemd. Dan vragen de kran ten om inlichtingen en een levensbe schrijving. Dus moet ik tevoren al de personalia van alle mogelijke canddda- ten hebben verzameld. Iedereen die ge- meentsecretaris wordt, is een mogelij ke burgemeester in de toekomst. Ie dereen die afstudeert kan later minis ter-president worden. Wij schiften dus niet zolang wij gegevens verzamelen, maar kiezen bij het samenstellen van de agenda voor de komende maand al leen de duizend a tweeduizend ver meldingen over bekend geworden fei ten, personen en instellingen Al het overige materiaal blijft voorlopig on gebruikt liggen". Als we een rondgang maken door dit wonderlijke bedrijf zien wij vele han den bladeren in boeken, strepen in kranten, schuiven met strookjes en de kaarten langslopen in ontelbare laat jes. Kamers vol kasten, boekenkasten, kaartenkasten, archiefkasten met on afzienbare stapels tijdschriften en com plete jaargangen van dag-, week- en maandbladen, ladenkasten met tien duizenden (of zijn het «r honderddui zenden?) enveloppen vol knipsels en knipseltjes alfabetisch naar onderwerp en chronologisch naar datum tot over het jaar 2000. Deze jubilaris is zijn tijd wel ver voor uit! Postauto vol kranten Het enorme pand aan het Bahkaplein in 's-Gravenhage kan de gigantische vracht bedrukt papier ternauwernood nog torsen, 's Morgens brengt de post de kranten met een grote postauto en als al die zakken met kranten zijn doorgevorst, verknipt, gesorteerd, op kaart gebracht en minitieus gerang schikt in het onfeilbare chronologische archief, is de agenda nog niet gereed. Daarvoor komt heel wat meer kijken dan het datum na datum oplepelen van gereedstaande gegevens. Want in de jaren tussen verwerking en jubileum of gedenkdatum kunnen de hoofdper sonen verhuisd zijn, of het bedrijf ge- likwideerd, of een koning overleden, of een gemeente geannexeerd. Éérst moet dan worden nagegaan, of de be trokkene nog leeft,of er 'n feest wordt gevierd, zo ja, waar en wanneer En ondertussen heeft he heer Matla nog heel andere zorgen. Tal van re dacties raadplegen hem als zij een bi- zondere reportage willen verzorgen, want dn zijn archief vinden zij de vreemdste zaken. „Wij verzamelen hier zeldzame knipsels over schijndood, over vergissingen, vreemde fouten, grote gezinnen. Daarvoor raadplegen we zelfs de overlijdensadvertenties. En als er een ramp geschiedt leggen wij in een oogwenk alle soortgelijke ongelukken èn de belangrijkste ge beurtenissen uit het verleden van de zelfde plaats of streek èn de bijbeho rende personalia op tafel Dag en nacht Jean Hubert, middelste uit een gezin van zeventien kinderen, studeerde al in zijn prille jeugd geschiedenis. Hij studeerde in Leuven letteren en wijs begeerte, koos eerst de betrekking als bibliothecaris om alle historische wer ken te kunnen doorwerkenBegon toen knap gedocumenteerde artikelen te schrijven die met graagte geplaatst werden door de groGtste dagbladen, richtte he Haagsch Persbureau op en deed later bij de kopij een lijstje tips over toekomstige belangrijke data. Dat lijstje werd een lijst, nog later de agenda en tenslotte de grote, onmis- bare„Matla"' zonder welke geen krant van belang meer werken kan. Een agenda ook die door alle omroepen, door de ministeries en door binnen- en buitenlands bedrijven geraadpleegd wordt. Matla werkt nu nog het liefst 's nachts want dan word je niet gestoord door telefoon of bezoekers. Maar overdag werkt hij ook. en dat heeft hem al 'n lelijke knauw gegeven, waardoor een grootscheepse huldiging moest worden uitgesteldZijn zinnen dulden geen onderbreking want hij heeft een heel belangrijke levensgeschiedenis op de lippen, maar hij blijft bescheiden en rept niet van zijn werk voor de ille gale pers in de oorlogstijd, zijn advie zen aan grote organisaties, zijn mede werking aan encyclopedieën, de boe ken die hij zelf schreef en zijn rol als voorzitter van de Ned. Vereniging van Persbureaux. De agenda is z'n levens werk, zijn persbureau is zijn kasteel. WIJNHANDEL SLIJTERIJ sinds (1821) Geen fouten Boeiende wederwaardigheden vertelt hij zo rustig, alsof hij geen enkele zorg aan zijn hoofd heeft: van de con currentiestrijd tussen de persbureaux voor de oorlog en de hechte samen werking thans; van de foto-pagina's compleet in matrijs en de moeilijkhe den om de plaatjes heet van de naald te krijgen; van de wording van het A.N.P. waarbij ook hem advies werd gevraagd; van de moeilijkheden om geschikt personeel te vinden, waar door hij al genoopt was van zijn bui tenlandse agenda's de Engelse en de Amerikaanse uitgaven stop te zetten. Want Matla leverdie ook aan de groot ste Britse en Amerikaanse dagbladen de jubilea van die landen, vermoede lijk beter dan men 'het daar kon doen, gezien het aantal abonnementen. Matla is niet alleen handelaar, hij is zelfs de fabrikant van jubilea in bin nen- en buitenland. Hij denkt aan data die anderen allang vergeten zijn en doet mensen huldigen die anders in *t vergeetboek waren geraakt. Hij komt zelfs in conflict met bedrijven die zich ouder voordoen dan zij zijn, maar hij schuwt geen ontkenning, hij raad pleegt de statuten en vermeldt nauw keurig de juiste oprichtingsdag. Droeve herdenkingen, roemruchte krijgsgeschiedenissen, vermakelijke e- pisoden uit het leven van beroemdhe den, benoemingen, komende wedstrij den en kroonjaren, we vinden ze elke maand opnieuw in de„Matla" en dat danken we dan aan deze merkwaar dige fabrikant, die een gevleugeld woord van Abraham Kuyper „Vier uw vierdagen" (gegrondvest op Deut. 16) tot zijn levenswerk heeft gemaakt. Tijdens de hevige storm maandag jl. is ook op enkele plaatsen in Waddinxveen schade aangericht. Vooral moesten hier en daar de dakpannen het ontgelden. In de Oranjelaan werd de spiegel ruit van banketbakkerij de Vlaam het slachtoffer van een hevige windstoot. Op hetzelfde ogenblik werden enige vuilnisbakken door de storm gegrepen en rolden over de straat. Samen met de brekende ruit veroorzaakte dit een kabaal, dat ernstiger gevolgen deed ver moeden. Sterke stijging van de ongevallen In vergelijking tot de jaren 1960 en 1961 is het aantal ongevallen in het begin van 1962 in Waddinxveen aanzienlijk toegenomen. Tot en met 10 februari werden in deze gemeente dertig ongevallen gere gistreerd. In 1960 waren dit er in dezelfde periode slechts zeventien en in 1961 negentien. Waddinxveens succes op AVRO-bridgedrive Tijdens de in Gouda gehouden Avro Bridgedrive, waaraan door 86 brid gers afkomstig uit de gehele om geving, Den Haag en Utrecht werd deelgenomen, legde het duo Metse laar-Van den Berg uit Waddinx veen beslag op de eerste plaats in groep A-l. Hierdoor plaatsten zij zich in de kwart finale, die in april in Scheveningen zal worden ge speeld. Besmettelijke ziekte is al eeuwen lang bekend Borden met dit opschrift ziet men momenteel weer «p vele plaatsen. Bijna 400 bedrijven werden al door de ziekte getroffen en, hoewel het er op lijkt dat de epidemie zo langzamerhand wel tot staan gebraeht wordt, komen er toch steeds nog nieuwe gevallen bij. In de kranten staan steeds berichten met grote getallen die het aantal afgeslachte dieren meedelen. Bijv. 16 januari: 15.077 varkens, 800 runderen, 253 schapen en een aantal geiten afgeslacht. Menigeen heeft *ich al gealarmeerd afgevraagd hoe groot de ramp is voor de boeren. Nu, plezierig is het allesbehalve maar als we de genoemde cijfers bekijken tenopzichte van de getallen die ons laten zien hoe groot onze totale veestapel is, valt het allemaal nog al mee. Als we echter bedenken hoe besmettelijk deze ziekte is en hoe ge makkelijk andere bedrijven ook met deze ziekte te kampen kunnen krijgen, slaat de schrik ons toch wel om het hart. Mond- en klauwzeer valt „gelukkig" onder de bepaling van de veewet. Jammer genoeg zijn er altijd mensen die zich hier niets van aantrekken en rustig doorgaan met het vervoer van besmette dieren. Ondanks het feit dat de schrijvers uit de oudheid over het algemeen niet veel over veeziekten schrijven, zijn we er toch achter gekomen dat de mond en klauwzeer 20 eeuwen geleden ook al bekend moet zijn geweest. Maar veel vertellen ze niet omtrent deze ziekte. Pas veel later n.l. in de 17e en 18e eeuw begint men de ziekte meer gedetail leerd te beschrijven. Dat is niet zo vreemd, in die tijd worden de vee stapels groter, de mensen beginnen meer te reizen zodat het gevaar voor besmetting steeds groter werd. Als een boer in de middeleeuwen 5 koeien, een koppel schapen en een paar varkens had was het een grote boer. Pas na dat grote rampen, zoals de veepest in Europa de 17e en 18e eeuwse veehou ders troffen, begon men zich mieer voor veeziekten te interesseren. Toen zijn voor het eerst op grotere schaal maat regelen genomen tegen epidemisch optredende veeziekten. Men had het vervoer van levend vee al verboden en zieke dieren werden geslacht. Bijgeloof woekert Voorkom VERKOUDHEID zich maar even rillerig of onprettig voélt: klauwzeer een besmettelijke ziekte was. In 1764 was het Sagar de eerste die op mogelijkheid van rechtstreekse besmetting van het ene dier op het an dere wees.Maar vooralsnog trok men zich daar niet veel van aan. Men weet haar liever aan allerlei bovennatuur lijke oorzaken. Omdat mond- en klauwzeer zich met een bepaalde regelmaat herhaalt, bracht men het met de maanstand, zonnevlekken, of een ongunstige con stellatie van de planeten in verband. Om de koeien te genezen nam men ook allerlei vreemde middelen te baat Men kon bijv. de plaggen uit de wei halen waarin de koeien het laatst gestaan hadden en droogden deze dan bij de schouw. Zodra de plaggen droog wa ren, zou de koe genezen zijn. Een an der „onfeilbaar" middel was 'het be strijken van de koe met de donder- keil en daarbij bepaalde spreuken op zeggen. Verschillende typen Uiteindelijk kwam men er toch achter dat de ziekte zich door contact ver spreidde doordat men kon-nagaan hoe de ziekte van plaats naar plaats werd gebracht. In het midden der 19e eeuw, toen men alle ziekte veroorzaakt dacht door bacteriën, ging men naar de bac terie zoeken die de mond- en klauw zeer veroorzaakte. Deze werd niet ge vonden, tot men in ongeveer 1900 ont dekte dat de verwekker van deze ziek te de gewone bacteriefilters passeerde Hij moest dus kleiner zijn dan 'n bac terie. Dit is ook inderdaad zo, de ver wekker van de mond- en klauwzeer is een virus en een van de kleinste. In 1922 stelden Vallé en Carré vast. kunt u niet missen geen dag en geen uur I In tal van exclusieve modellen vim" ons uit het beste, dat de Zwitsersche Horloge industrie voor U pre- senteerd. Alle bekende merken voorradig. De zaak met de buitenklok Tel. 2077, na 7 uur 3080 ideaal voor uw kind. Verkrijgbaar bij dat er verschillende typen mond- en klauwzeer voorkwamen. Zij vonden twee typen later werd er nog een derde type bijgevonden. Men noemde ze A, O, en C. Momenteel komt in het westen van ons land het type C voor en in het oosten het type O. Ziekteverloop Het is een met koorts verlopende ziek te, uiteraard zeer besmettelijk waar bij zich op de slijmvliezen en de huid blaren vormen. Daarna of te gelijker tijd worden de hoeven en organen aangetast. Bij de verschillende dier soorten verloopt de ziekte ook ver schillend maar in hoofdzaak toch ge lijk. Bij varkens slaat de ziekte het ergst toe. Daar wordt het hart aan getast, waardo0r het dier sterft. Paar den hebben geen last van deze ziekte. Onze landgenoot Frenkel wist enkele verbeteringen in de entstof aan te brengen zodat dit nu over die gehele wereld wordt gebruikt. Na een injec tie is het dier ongeveer 9 maanden in- muun zijn voor de ziekte. Er is dus, indien men alle krachten inspant, wel iets tegen deze ziekte te doen, maar de kleinste onachtzaamheid kan weer veel verknoeien. We moeten daarom steeds VpOr blijven waken dat deze ziekte niet weer de kop kan opsteken. Passage Het adres voor EN HERENKLEDING naar maat. Telefoon 2127 Tijdens een door WIOS in Bos koop georganiseerde wandeltocht behaalden de junioren van de Wan delsportvereniging Steeds Voor waarts uit Waddinxveen een derde prijs met 513 punten. FEUILLETON aoor Henk van Heeswiik Een paar vissen hadden op een afstand gezien wat prins Kwalletje uitvoerde. De prins was zo sterk en gemeen dat ze niets durfden doen. Maar toen hij eenmaal weg was, kwamen ze dichterbij. „Arme prinses" huilde een van hen, konden we je maar helpen. Je slaapt nu nog lekker, maar dadelijk als je wakker wordt en merkt wat er is gebeurd, wat zul je dan een verdriet hebben. Hij huilde echte vissentranen, die op de dichte schelp vielen. Er kwa men steeds meer vissen naar de schelp toe. Wat moeten we doen? huilden ze. Die arme prinses Blond je zal nog doodgaan van de honger. „Halt riep één der vissen plotseling, ik heb een plan". Wat is dat voor een plan? vroegen de anderen opge wonden. We gaan naar oom Bromtopus. Die weet overal raad op. Oom Bromtopus was de brombeer van de zee. Hij mopperde altijd. En hij was een inkt vis, die erg knap was. Vlug zwommen de vissen er heen. Oom Bromtopus, zeiden ze U moet ons helpen. Prinses Blondje zit opgesloten in een schelp. Er zijn stengels van planten zo strak omheengebonden, dat niemand in het water ze kan losmaken. Ook u niet, al hebt U ook nog zoveel armen met zuignappen. Moeten jullie mij daarvoor lastig vallen bromde Bromtopus. „Bah" 't is- me wat moois. Maar afijn, ik zal wel eens gaan kijken. HOOFDSTUK 26, ar. S9 De Bic had het lachend overzien. Toen drukte hij de hand van het schei dende waarnemend hoofd en zei zacht: „Dank je, Bea." Zo begon Joop de Bie zijn loopbaan als schoolhoofd in Elshoven. Bea be hield de middelste klassen en juffrouw de Munk ontfermde zied die eerste morgen over een en twintig 'huilende en verschrikt kijkende nieuwelingen, die door de tot tweede klassers gepro moveerde pukken minachtend werden gedoodverfd ais „kukkens". Zo is het leven immers? Op gezette tijden stijg je een sport op de ladder en dan kijk je minachtend neer op hen. die nog niet zover geklommen zijn. Bea ondervond dat al spoedig met haar nieuwbakken hoofd. Binnen een week schafte Joop het twee aan twee lopen in zijn klassen af. „Ouderwets" zei hij Het was na schooltijd en ze rookten een sigaret. Bea keek hem spottend aan. „En Amsterdam dan?" „Ik heb me er altijd aan geergerd," zei hij. "Nu ik hier de baas ben, wil ik dat niet meer." „Wie denk je, dat het hier ingevoerd heeft, Joop?" Hij keek haar verrast aan. „Jij soms?" Ze knikte. „Weet je, wat het resultaat zal zijn van jouw hervorming? Dat ze binnen een week als wilde dieren naar buiten tuimelen, zodra de bel gaat. Het spijt me, maar ik doe er niet aan mee. Bij mij blijft het, zoals het is." Hij keek haar lachend aan. „En als ik het beveel? Als je hoofd?" Ze trok rustig aan haar sigaret. „Als je al terstond moeilijkheden met San- gelaar wilt hebben, dan moet je dat doen. Hij heeft indertijd mijn maatre gelen gesanctioneerd." Hij haalde zijn schouders op. „Nu ja, je doet maar. Mijn kinderen acht ik te oud voor dergelijke onzin." „Beste jongen, leer van mij, dat je meer bereikt, als je van het begin af aan de teugels strak houdt. Dan kun je later altijd nog vieren. Maar als je later de teugels moet gaan aantrekken levert dat koppigheid op." „We zullen wel zien." In de loop van het najaar voerde Joop een aantal nieuwigheden in, die Bea matig kon bekoren. Maar hij was ten slotte hoofd en verantwoordelijk voor zijn doen en laten in de school. Ge leidelijk aan onstond er een verkilling tussen de beide jonge mensen. De Bie was te veel vervuld van zijn school hoofd-zijn, dat hij nog bizondere aan dacht aan Bea besteedde. Tenminste, dat dacht ze. Want op een zaterdag morgen, toen Bea juist ontbeten had en de bordjes afgewassen waren, pakte ze een krant en wilde in een gemak kelijke ochtendjas het ochtendblad in zien, toen er gebeld werd. Ze zag de Bie op de stoep staan en deed hem open. Hij had een bouquet bloemen in de hand. „Ik heb een bosje bloemen voor je meegebracht," zei hij, toen hij in een crapaud zakte. „Idioot," schold ze. „Ik heb een tuin vol." „Maar deze heb je niet," „Dat klopt," antwoordde ze lachend. „Wat voert mijn hoofd zo vroeg hier heen?" Hij zuchte. „Een heel belangrijke kwestie." „Zo?" Bea ging tegenover hem zitten en kruiste 'haar armen „Vertel op, blanke broeder." „Ik had gisteravond bezoek. Van de heer Sangelaar." „Tja. de voorzitter, hè? Die maakt op gezette tijden zijn opwachting bij het hoofd der school." Hij keek haar verstoord aan. „Bij jou ook?" Jaloers, was haar eerste gedachte. Die Joop. „Natuurlijk," antwoordde ze ge amuseerd. „Hij was hier als kind in huis." „Ik vind hem maar een boer, hoor.." „Vergis je maar niet In hem. Hij is ontwikkeld genoeg. Begin van dit jaar was hij hier nog waarnemend burge meester „Maar terzake Bea. Hij vertelde het wel niet met zoveel woorden. Maar het kwam hier op neer: mijn positie als schoolhoofd schiep meerdere verplich tingen. Hij zei 'twel niet rechtstreeks maar het kwam hier dan t^ab op neer Ik moest 20 gauw mogelijk™rouwen." Bea knikte. „Ja, daar heeft Sangelaar gelijk in." „En dusbegon Joop een beetje zenuwachtig. Wacht even, dacht Bea, het mankeert er nog maar aan, dat hij mij een hu welijksaanzoek doet. „En dus vulde Bea snel aain, „gaat meneer de Bie, hoofd van de Lagere school in Elshoven, binnenkort op vrijersvoeten. Wat zullen er veel hartjes vol ver wachting kloppen bij de Elshovense schonen. Mooie titel voor een radio quiz: wie wordt de bruid van meester de Bie? Wie o wie?" Ze lachte om haar eigen mop. Maar de Bie bleef onbewogen. „Bea", begon hij, maar verder bleef hij ste ken. „Zal ik het dorp eens rondrijden en een stuk of vijf schonen uitzoeken? En een avondje uitnodigen? Dan heb je tenminste een keuze. Ik geef je de verzekering, dat ik met de bloem van Elshoven voor je zal paraderen „Goeie, Bea, waarom steek je er de draak mee? Ik wil geen schonen uit Elshoven „Onzin, Joop, jij bent veel te intelli gent om een meisje met een doodge woon snoetje te trouwen. En denk om je afkomstWat zal pa ervan zeg gen, als De Bie sloeg met de vuist op 't tafel tje „Bea, in 's hemelsnaam, praat geen onzin. En laat mijn famllie er buiten. Die bemoeit zich toch niet meer met me. Ik wil niemand anders dan jou. Ik ik vraag je bij deze ten huwelijk. Wil je niet mijn vrouw worden? Bea, ik ben nog net zo stapel op je als vroe ger. Misschien nog meerToe Bea" Ze luisterde onbewogen naar z'n woor den en bleef hem rustig aankijken. Maar de spotlichtjes verdwenen in haar ogen en nu keek ook zij ernstig naar hem. „Joop, beste jongen, ik pas niet bij jou. En het was me wat waard geweest, als je dit niet had gezegd. Nu maak je het weer opnieuw weer moeilijk. Hoe moet dat nu met ons? Op school? Dat wordt op den duur ondragelijk. Ik was al blij, dat je me de laatste tijd 'n beetje linksliet liggen. Ik dacht nu hij hoofd is, ziet hij me niet meer staan en ik was er werkelijk content mee. En nu dit „Bea, luister eens," zei hij op veel rustiger toon, nu bet hoge woord er uit was. „Ik ga geen pogingen aanwen den om je te overreden. Ik ga ook niet proiberen je te kussen. Je hebt eens gezegd: Ik ben Baar niet verge ten en evenmin mijn divan, toen in Amsterdam. Welnu, ik evenmin. Ik heb mezelf geheel in mijn macht. Daarom ga ik meteen weg, zonder je zelfs aan geraakt te hebben. Ik vraag niet dade lijk een besluit. Denk er ditmaal eens rustig over na, hè? Laten we zeggen: een week. Veertien dagen desnoods. Vandaag over veertien dagen. Ja, dan kom ik je antwoord halen. Kan dat, Bea?" Ze dacht even na. Het voorstel was re delijk. Ja, ze moest dit maar eens een keer goed overwegen. Zeven en twin tig was ze nog, binnen 'n paar maan den acht en twintig. Wil je een oude vrijster worden? Ze knikte. „Goed, ik zal het ernstig, heel ernstig overwegen. Omdat jij het bent. Over veertien dagen krijg je m'n antwoord." „Dank je, Bea, dat is al heel wat Meer dan ik verwacht had. Enin de school je zult beslist geen last van me hebben. Ik zal me als heer gedragen Ze keek naar hem en lachte vriende lijk. „Je bent een paar jaar ouder ge worden, en ook wat verstandiger. Dank je." Toen hij op straat liep, keek ze hem na. Is dat je aanstaande man, Bea ter Laar? Je toekomstige bruidegom? Durf je het met hem aan? Is hij het waard, dat je om hem je vrijheid prijsgeeft? Maar op dit ogenblik kon ze op die vragen geen antwoord geven. Bea was na het vertrek van de Bie ten prooi van verwardegevoelens. Houd je van hem? Houd je niet van hem? Bea, tel je knopen eens: ja, nee ja nee Kolder natuurlijk Bah, hij had haar helemaal uit haar evenwicht gebracht. Ze zou maar eens een wandeling gaan maken, dat verzette de gedachten oen beetje.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1962 | | pagina 5