economische noodzaak w Weer zomertijd voor Wereoigde staten De belastingen en het huispersoneel De avonturen van koning Puntbaard en de zeemeermin r „WATDOEH WE MLET liaËDM" WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 14 JUNI 1962. PAGINA 2 Verschuiving geeft kans op rendabele exploitatie HET IS GEEN WONDER, dat juist in deze dagen de landbouwpolitiek zo in het centrum van de belangstelling staat. Sinds de landbouw- hindernissen in de E.E.G. althans in principe zijn genomen, ligt de weg open naar een herziening van de structuur der agrarische toestand. In Nederland is dit in de eerste plaats een zaak van bedrijfsgrootte en van bedrijfsefficiency. In het kader van de wens tot verbetering van de bedrijfsgrootte staan er grote ruilverkavelingsplannen op stapel, waarmee overdracht van land gepaard dient te gaan. Voorts worden wij meer en meer een land van tuinbouwers. Dit betekent een meer intensieve grondbewerking, waarbij uiteraard een andere optimale bedrijfsgrootte past dan bij een landbouwbedrijf. zelf met een initiatief-ontwerp van wet te komen waarin als enige punt Lagere kostprijs Voor 'n tuinbouwbedrijf is de grond meer waard dan voor een lanctöouw- beunji..bezien wij deze wetenschap tegen de achtergrond van een prijs- beneeising op landbouwgronden, dan is het duiueiipt dat bij een kunstma tig laag genouden grondprijs een iandhouwoedrijf zien langer kan handhaven dan bij vrije prijsvoiiming van de grond, in het laatste geval zal men er eerder toe komen de grond intensiever te gaan bewerken en voor tuioouw aan te wenden. Daarnaast prnckeit een hoge grondprijs de boer tot maximale inspanning en doelma- tigneid bij zijn oedrijtsDeheer. Daaji moeten wij naar toe, willen wij ons handhaven in het Europees iand bouwibestei, zo meent de regering, in dit kader wenst zij de wet tot ver vreemding van landbouwgronden op te hellen. Onze bewindsman van landbouw is van mening, dat wij in 't bestaande Nederlandse landbouw- patroon een geweldige som geld voor cultuurtechnische werken moeten in vesteren om de zaken rendabel te houden. Als er vrijheid van grondprijzen komt, zal er een verschuiving optre den, die het particulier initiatie! prik kelt en per saldo tot lagere kostprij zen leidt. De prijzen van Neder landse agrarische produkten kunnen omlaag zo meent de minister en wan neer wij dan gebonden worden door Europese garantieprijzen, kan er spraxe zijn van een rendabele exploi tatie zonder dat de overheid duur zaamheid bij moet passen. Grondprijzen te hoog Met deze zienswijze is lang niet ie dereen het eens. Met name het land bouwschap en SEE. zijn van mening dat bij vrije prijsvorming en een drang tot vergroting van bedrijven de grondprijzen zo hoog zullen wor den, dat de kostprijs van de land- bouwpiiodukten omhoog moet gaan. PUROL-POEPER Wanneer dit zo is, zullen ook de ga rantieprijzen omhoog moeten. Het ge volg is dan of een hogere prijs voor voor de consumenten of een hogere rijkssubsiedie en dit kan voorkomen worden wanneer de prijsbeheersing op de landbouwgrond-vervreemding wordt gehandhaafd. Tenslotte wordt door dit vraagstuk de hoogte van de pachtprijzen gesponnen, die ook ho ger zullen worden door vrije prijzen volgens de laatste opvatting. Het is deze opvatting die oud-minis ter Vondeling ertoe gebracht heeft staat, dat de wet vervreemding land bouwgronden onbeperkt moet wor den gehandhaafd. Dynamiek of verstarring Voor beide gedachten is iets te zeg gen. Het regeringsvoorstel bevordert de dynamiek, het voorstel-Vondeling leidt tot een statische toestand -met 'n groot gevaar voor verstarring. Ook de dynamica houdt gevaren in, met name die van sociale onrecht vaardigheid Intussen is ook die socia le rechtvaardigheid door de overheid onder de loupe genomen vooral ten aanzien van pachters die bij verkoop vain grond het kind van de rekening kunnen woiden. De pachters hebben krachtens 'n wij ziging in de pachtwet een voorkeurs recht behouden op de grond, die zij in pacht hebben. De eigenaar moet bij verkoop eerst een aanbod doen aan "de pachter van die grond. Die pachter behoeft voor de grond geen prijs te betalen, die hem door de ei- genaaa) wordt voorgeschoteld. Heeft hij bezwaren, dan kan hij de prijs laten vaststellen door de grondkamer- die dan 'n prijs opgeeft voor de grond voor1 agrarisch gebruik. Accepteert de verpachter deze prijs niet, dan mag de grond niet worden verkocht. Er blijven dus waarborgen vooil ex ploitanten van de grond dat zij deze tegen voor hen redelijke voorwaar den in eigendom kunnen krijgen. De heel Vondeling meent, dat door deze rem ten behoeve van de pach ter de economisch juiste verhouding tussen pacht- en koopprijzen wordt doorbroken. Gevaar voor excessen. Het komt ons voor dat in beginsel de prijzen van grtond vrij moeten zijn en dat dus een steeds voortdu rende prijsbeheersing moet worden voorkomen. Er mag niet de minste risico worden genomen voor een ver slapping in de landbouweconomie. Dat zou ons in Europa op 't tweede plan plaatsen. De tegenzijde is echter dat de plot selinge oveigang van de bestaande gebondenheid naar de vrijheid tot excessen kan leiden inzake de hoog te van de prijzen. Daarom zouden Vrij willen pleiten voor een repressief toezicht van verre. De grondkamers zouden de bevoegdheid moeten heb ben voor onbepaalde tijd in te grij pen om uitwassen te voorkomen en in geval van aantoonbare betrtachting van sociale onrechtvaardigheid. Dit preventief werken op de prijsbe paling en toch de weg effenen naar volkomen vrije beschikkingsmacht. Die weg moeten wij op, ook in de landbouw. Willen wij nog waarde hechten aan het begrip eigendom en die eigendom aanlokkelijk maken, ook voor de kleine man, dan zullen wij die onbeperkt moeten geven. Intussen is uit de Europese land bouwontwikkeling duidelijk gewor den, dat de zeer kleine economische volkomen onverantwoorde landbouw bedrijven niet te redden zijn. Naai, onze mening ook niet met prijsbe heersing, hoe tragisch dit ook mag klinken. Contactavond Parochianen Voor de parochianen van St. Victor in de Oranjewijk werd vorige week voor de eerste maal een contact avond gehouden in café-restaurant Royal. Het ligt in de bedoeling om nog meer van deze bijeenkomsten te houden. De opkomst was bevredi gend te noemen. Pastoor B. A. Em- melkamp wees in zijn openingswoord op het doel van deze bijeenkomsten, namelijk om met elkaar kennis te inaken en het onderlinge contact te verstevigen. Ook zullen verschillende problemen worden besproken, die zich voordoen bij de vestiging in de gemeente. Voorts wees pastoor Em- melkamp op het nut van zg. gespreks groepen. Spreker kon tot zijn vreug de verder mededelen dat in septem ber a.s. de nood-kleuterschool, die zal verrijzen aan het Koningin Wil- helminaplein, gereed zal komen. Naar aanleiding van deze medede ling werd door enkelen de vraag ge steld of er niet de mogelijkheid zou bestaan, dat in deze school op zon dag een H. Mis wordt opgedragen, waarop werd geantwoord dat een en ander de volle aandacht zou hebben. ln het uitgestrekte Amerika zijn heel wat vaders en boeren van mening dat de zomertijdalleen werd be dacht om hen het leven zuur te ma ken; de vader omdat zijn kinderen 's avonds een uur te laat naar bed gaan en de boer, omdat de koeien nog niet op de klok hebben leren kijken. Die klachten worden nu weer overal gehoord omdat dezer dagen weder om in 29 van 50 staten de klok een uur vooruit werd gezet, waarmede 'n uur daglicht wordt gewonnen voor miljoenen mensen en enorme bedra gen aan elektrische stroom worden bespaard. Ook wordt beweerd dat 't aantal verkeersongevallen hierdoor belangrijk wordt verminderd. Ofschoon algemeen wordt aangeno men dat een Brit, William Willet in 1907 in een brochure voor het eerst ten strijde is getrokken tegen de ver kwisting van daglicht, zijn er aanwij zingen dat de Amerikaanse staatsman en diplomaat Benjamin Franklin kor te tijd na de Amerikaanse omwente ling, de Fransen het idee van dag lichtbesparing aan de hand deed, (zij weigerden echter hierop in te gaan, mogelijk omdat ze meenden dat Parijs eerder een verlenging van de naohttijd dan van de dagtijd no dig had). Willetts voorstel de klok 80 minuten voor te zetten verkreeg de instemming van de toenmalige minister van bin nenlandse zaken, Winston Churchill, maar Groot Brittannië ging hiertoe pas over in de laatste jaren van de Eerste Wereldoorlog. Enkele andere landen, waaronder Nederland, volg den het voorbeeld. De Verenigde Staten namen deze stap in maart 1918, maar na twee jaar had men er blijkbaar weer genoeg van. In de Tweede Wereldoorlog haakte men weer in op de oude idee, maar thans werd het uur daglichtbesparing voor het gehele jaar ingevoerd. Daar er geen federale wet is die deze aan gelegenheid regelt, staat het de af zonderlijke staten vrij de zomertijd al dan niet in te voeren. Zoals ook in andere landen komt de grootste tegenstand van de zijde der boeren, omdat het vee alle medewer king weigert. Ook de bioscoop eige naars voeren een felle strijd tegen de verlenging van de dag, maar de stad bewoners vinden over het algemeen de lange avonden een uitkomst. An- dlere bevolkingsgroepen vinden de invoering van de zomertijd iets dat niet te licht moet worden opgenomen De spoorwegen, de TV en de radio vinden dat hun dienstregeling en pro gramma's et grote moeilijkheden door ondervinden. Enkele spoorweg maatschappijen houden vast aan de zonnetijd andere schakelen over naar de zomertijd en weer andere trach ten een soortt compromis te vinden. Sommige radio- en TV networks zen den op de „zomertijd'" uit en her halen de uitzending elders een uur later, anderen trekken er zich niets van aan, zodat in streken met zomer tijd de programma's een uur later ontvangen woi)den dan in die-met zonnetijd. Zo zijn de meningen dus ook hier verdeeld en het blijkt wel dat - hoe goed het ook is bedoeld - 't niet mo gelijk is het alle mensen naar de zin te maken. Er is één maatschappelijke groep, aan wie door hun werkgevers in admini stratief opzicht doorgaans weinig aandacht wordt besteed. Dat zijn de dienst boden, werksters, huishoudsters, kinderjuffrouwen etc. Deze in piivé-huishouding werkzame personen - veelal als „huis-personeel" aangeduid - zien zich aan het eind van de werkweek veelal een rond bedrag aan loon in de handen gestopt, waarbij ze de wetenschap hebben „dat de baas dè lasten voor zijn rekening neemt." In een belangrijk deel van de gevallen bekommert mijnheer zich echter niet om de afwikkeling met Belastingdienst en Bedrijfsvereniging, tenzij hij daar toe wordt aangemaand. Deze situatie is vooral te wijten aan de omstandig heid, dat de speciale regeling, welke voor huispersoneel geldt, geen vol doende bekendheid geniet. Het is daarom, dat wij in dit artikel de voorschrif ten nader onder de loupe nemen. De Belastingdienst heeft destijds wel begrepen, dat een vereenvoudigde en afwijkende regeling met behoud van de beginselen van het Besluit op de Loonbelasting 1940, meer practisch effect zou sorteren. De tot stand gekomen regeling beoogt dus een belangrijke vereenvoudiging voor de werkgevers te bereiken. De beschikking betreft alleen het personeel, dat (nagenoeg) uitsluitend huiselijke diensten verricht in de huishouding van private personen. (Bij resolutie is nog goedgekeurd dat ook onder de bijzondere regeling kun nen vallen de werknemers, die mede voor het beroep - artsen, advocaten etc. - van de werkgever dienstbaar zijn; zulks geldt niet bij een bedrijfl). Twee formulieren De werkgevers hebben slechts te doen met een tweetal formulieren. Allereerst vermelden we de loonbe- lastingkaart (van bijzonder model), welke met de daarbij behorende aan wijzingen en het tarief wordt toege zonden aan de werkgever, onder wiens berusting de kaart blijft. Op deze kaart vermeldt de werkge ver de personalia van de werkneem ster en tekent tevens de af te dragen loonbelasting en premie A.O.W. aan. Een loonbelastingkaart behoeft men echter eerst aan te leggen, als er over het loon loonbelasting of premie A. O.W. is verschuldigd. Voorts bestaat een formulier, met be hulp waarvan tweemaal per jaar de inhoudingen kunnen worden afgedra gen. Dit is een dubbele kaart, waar van één helft kan worden gebruikt als loonbelasting-aangifte. Om van toezending van deze be scheiden verzekerd te zijn, dient men uiteraard daartoe een verzoek te richten aan de Inspectie der Belas tingen. Met andere bescheiden, zo als loonstaat, verzamelloonstaat, werk nemersverklaring en uitgebreide handleiding, heeft men bij huisper soneel niet te maken. Tarief Bij de bespreking van het tarief be perken wij ons voorhands tot de meestentijds voorkomende situatie, dat de werkneemster ongehuwd is en in geld niet meer dan f 195,— per maand ontvangt. In dat geval is van toepassing een speciale tabel, welke onderscheid maakt tussen inwonend en uitwo nend personeel. Slechts het loon in geld is van belang: inkomsten in na- tura etc. zijn in het tarief verwerkt. Ook indien de werkneemster 't loon zg. schoon ontvangt, is het netto, uit betaalde loon van belang. Naast het bedrag van het loon in geld kutmen die inhoudingen afgelezen worden. Men kan volgens de betreffende be schikking slechts als gehuwd (met of zonder kinderen) aangemerkt wor den, indien men allereerst aan deze burgerlijke staat voldoet en boven dien op een desbetreffend verzoek, gunstig is beschikt door de Inspec teur. In beginsel geldt dus steeds de algemene tariefgroep 1 (ongehuwd). Sociale wetten Bovenstaande opsomming zou niet compleet zijn als niet was vermeld met betrekking tot welke Sociale Wetten (naast de algemene ouder domswet) verzekeringsplicht bestaat. Welnu: huispersoneel is verzekerd ingevolge de ziektewet, het zieken- fondsenbesluit (coupons!) en de in validiteitswet (rentezegels!) Ten aan zien van de twee eerstgenoemde wet ten mag op het loon een premie-in houding plaats vinden, welke weer op andere wijze wordt berekend dan de hierboven beschreven methode bij de berekening van de in te hou den loonbelasting. De betreffende Bedrijfsvereniging is bereid alle in lichtingen te verstrekken. Jac. Booy, Belastingconsulent te Boskoop Prins Jacobus en prinses Paula stonden achter de deur naar het zingen van juffrouw Pring te luisteren. Ik wou dat ze maar ophield, zei het prinsesje. Ik ook, antwoor- de het prinsje. Ze moet ons eigenlijk: rekenen en schrij ven leren, vond het prinsesje weer. Zullen we haar eens heel erg plagen, stelde prinsje Jacobus voor. „Jaaa!", knikte prinses Paula, juffrouw Pring zong maar verder, steeds harder en steeds lelijker. De kinderen van de koning haalden een touw en liepen heel zaohtjes naar de grote piano toe. De juffrouw zag hen niet. Ssst, deed prinses Paula. Eindelijk had de kleine prins Jacobus het touw om een van de poten van de vleugel gebon den. Vlug liepen ze achteruit, tot ze zich achter een dik gordijn konden verbergen. „Doremifasoladidóóó", zong juffrouw Pring. Nul, zei het prinsesje zachtjes en meteen trok prins Jacobus zo hard mogelijk aan het touw. Kr-krak!, zei de pot van de vleugel en daar viel het hele prachtige ding in elkaar. Boemeldeboemeldem- boem! Ooh, gilde juffrouw Pring versohrikt en ze stak haar armen in de hoogte van angst. De papieren met muziek fladderden alle kanten uit. Familieroman door Maartje Zeldenrijk HOOFDSTUK V - Nr. 11. Vj Ze hoorde de klok in de stad het middernachtelijk uur slaan. Verdraaid ze was eigenlijk nog klaar wakker. Zou ze even naar beneden gaan om een tijdschrift te halen? Als ze een poosje las, kwam de slaap wellicht vlugger. Maar dan werd moe wakker en zou ongetwijfeld vra gen, wat er aan de hand was. Aoh nee, laat maar. Ze draaide zich op haar zij en sloot de ogen. Vooruit, Aal, slapen. Geen onzin. Morgen is er weer veel te doen en dan moet je uitgerust zijn. O jalaat ik het niet vergeten de gordijnen af te halen en een sopje te geven. Zijn ze morgenavond weer droog. Toen ze thuis gekomen was, had ze naar de gordijnen gekeken en ze was van mening, dat ze nu niet bepaald helder meer waren. Morgen maar vlug even doen.tenslotte was het een kleinigheidje.en het droogde lekker. met dit warme weer. Het weekeinde verliep met veel bezoek. Op de een of andere manier scheen iedereen er achter gekomen te zijn, dat Aaltje een portefeuille had gevonden en zo'n grote beloning in ontvangst kon nemen. Piet reed vrij dag even met zijn wagen langs en dronk 's morgens koffie. Ja, hij had ervan gehoord. Het had in de krant gestaan: een zekere juffrouw D uit de Zuidoost Beem- ster. En toen had Ploon gezegd: Als dat onze Aal niet is. Diezelfde avond waren Gerard en Bep er een paar uurtjes geweest. Die hadden het ook al gehoord. En Aaltje had lachend geknikt. Ja, het was inderdaad zo. En voor de zoveelste maal vertelde ze, hoe ze het geld gevonden had en dat ze het daarna naar het politie bureau gebracht had. En dat de volgende dag de be loning door de opzichter thuis bezorgd werd. Ja, wer kelijk: zestien briefjes van honderd gulden. Volgde zaterdags Wim, die even langs fietste. Hij hoor de ook het verhaal en knikte. Dus het was toch waar. Ja, het heeft wel in de krant gestaan, maar er zijn zoveel meisjes D in de Voorstad: Jopie Doets en dan die meisjes van Datema.en Hennie Degenaar.en Trijntje Dogger, noem maar op. Er zullen er nog wel meer zijn, die wij misschien niet eens kennen. Ik zei tegen Tonnie - ik dacht eigenlijk niet eens aian onze Aal - misschien is het Fientje van Dirk wel, maar ver der hebben we er niet bij stil gestaan. Nou, meid, ik vind het leuk voor je. 's Middags kwam Tonnie langs. Hardstikkeleuk, meid. ik gum het je van harte. Breng het maar gauw naar de Bank,d an brengt het ook nog rente op. Fijn zeg die Aal.halve kapitaliste, die je bent. Aaltje had maar geglimlacht. Luisterde naar honderd en één raadgevingen, wat zij met haar geld moest doen, maar knikte slechts en deed verder niets. Het bleef rustig in het kabinet van moeder en voor de rest deed ze haar werk van iedere dag. Zondags, toen ze naar de kerk ging, merkte ze, dat de mensen naar haar keken. Het regende en zfe had haar parapluie op. Aanvankelijk dacht ze, dat ze naar haar nieuwe parapluie keken, of naar haar nieuwe schoe nen, maar bij nader inzien vond ze deze gedachte toch wel erg naief. Eerst nadat ze op haar plaats zat begreep ze, dat die mensen natuurlijk wisten van dat geld. En dat ze daarom zoveel aandacht aan haar be steedden. Nu ja, dat was met een paar dagen wel weer over. Uit de kerk vandaan groette ze vriendelijk terug wie haar groetten, maar liep regelrecht naar huis. En thuis was ze het alweer vergeten. Dinsdagsavonds had ze alles vroeg aan kant. Ze maakte een kop koffie voor haar moeder klaar en zei: Ik ga nog een paar uurtjes naar de stad. Voor donker zal ik wel terug zijn. Hebt u nog iets nodig? Nee, me kind, ik red me wel. Veel plezier en doe je de groeten? Ik zal 't doen. Dag! Pas toen ze op de Purtnerenderweg fietste, drongen de woorden van haar moeder dieper tot haar door. Doe je de groeten? Verroest.ze had heel niet gezegd, waarheen ze ging en moeder veronderstelde natuurlijk, dat ze een paar urntjes bij Tonnie ging buurten. Nu ja, dat zou ze vanavond wel zeggen. Bij de salonwagen aan de Kanaalkade remde ze af, maar voor ze op straat stond, was de deur al open gegaan en stond hij, iets voorovergebogen, lachend naar haar te kijken. „Ik zag u komen," zei hij en stap te naar beneden. Hij nam de fiets van haar over en plantte die aohter de grote wagen. Laat ik 'm even op slot doen, begon ze, maar hij schudde zijn hoofd. Hier achter komt geen mens, zei hij. Even later volgde hij haar door het kantoor naar de salon. Hij hielp haar het korte jasje uittrekken en hing dat aan een kapstok, die door een lang kleed ver borgen was. Neem een stoel, dan maak ik de koffie klaar, zei hij. Fijn, dat u er bent. Ik heb me er al die dagen op verheugd. Ze keek hem ongelovig na, toen hij naar het keukentje liep en een pannetje melk opzette. Waarom? Hij draaide zich om, toen hij de vlam aan gestoken had. Waarom? Nou, eens een paar uurtjes gezelschap. Is het dan zo gek, dat ik me erop ver heugd heb? Ze dacht even na en schudde haar hoofd. O, bedoelt u het zo. Nu ja, ik had het toch beloofd? Hij bleef bij het gascomfoor staan en keek haar af en toe aan. Alles wat ik verwacht had, maar dat ik in Pur- merend nog eens damesbezoek zou krijigen.dat zeker niet. En ik heb er indertijd zo tegenop gezien om hierheen te gaan. Waarom? Vindt u de stad dan niet prettig? Ga weg.o sorry.u bent natuurlijk niet an ders gewend. Maar wijde laatste jaren hebben we in grote plaatsen gewerkt: De Bilt, Steenwijk en in AmsterdamEn dan valt Purmerend wel een beetje uit de toon. Jullie hebben daar natuurlijk geen erg in, maar voor ons is hier niet zoveel te beleven. Daarom ga ik nogal eens een avondje naar Amsterdam. De melk kooktenen even later schonk hij ze op de koffie. Met twee koppen kwam hij naar het tafeltje en zette ze daar'neer. Toen pakte hij een zak en opende die. Voor deze speciale avond. Houdt u ervan? Ze keek er even in en pakte één van de grote koeken. Allicht.^ie lust dat nu niet? Dank u wel. De kof1 ie goed .Nou, U kent het, hoor! Ik zou het u niet y rbeteren. Hoe hebt u dat zo geleerd. O, dut weet ik zelf niet. Ik heb eens een paar keer gefy Ken, hoe m'n moeder het doet en toen dacht ik: aal moet ik ook kunnen, als ik in de wagen ben. Wel, ik experimenteerde een beetje en na een paar weken had ik al aardig de slag te pakken. Het ging tenslotte steeds beter. En uw lof doet me goed, want u, als vrouw bent natuurlijk expert. Eoht. Ze is overheerlijk. En de koek eveneens. Dat doet me genoegen. Zo, juffrouw Dinkla, en nu gaan we eens gezellig wat plaatjes draaien. Wat prefereert u? Klassiek? Populair? Ik heb ook walsen en marsen, opera's, tophits, zang, orgelplaten.wat u maar wilt. - Ze lachte even. Goeie verzamelt u platen? Ooh nee, maar een mens moet wat hebben in z'n eentje. Af en toe koop ik er een paar, als ik een aardig melodietje hoor door de radio bijvoor beeld. Zelf houd ik veel van een wals. Maar ik luister ook graag naar klassieke muziek. Ik vind alles goed. Ik heb er niet zoveel verstand van. Hij zocht een plaat je uit en zette die op. Even later klonk een vrolijke mars door de kleine ruimte. Hij keek haar vragend aan. Ze knikte. Mooi. Ik houd van muziek. Gaat u wel eens naar concerten? Welnee.hoe zou dat kunnen? En diandaa rbijdat kost toch teveel geld? Wat doet u eigenlijk voor de kost? Ze begreep hem niet geheel. Wat ik doe? Nou, werken natuurlijk. Bent u ergens in betrekking? O, nu snap ik u. Nee, ik ben thuis. Ik verzorg m'n moeder.O ja, ik moet de groeten nog overbrengen. Meteen schoot ze in een lach. Hij keek haar verwon derd aan. Dank u wel. Dat uw moeder nog aan me dacht.... Toen proestte ze het uit. Neem toe niet kwalijk.maar ze weet niet beter, of ik ben naar Tonnie. Tonnie is een schoonzuster van me en woont hier in de stad. Ze denkt nu, dat ik daarheen ben en zodoende zei ze: Doe je de groeten? En ik antwoordde zonder er bij na te denken: Ik zal het doen. Pas later, toen ik hierheen reed, drong het tot me door, dat ik niet eens gezegd had, dat ik naar u toe was. Hij stak een sigaret op. Zou uw moeder het anders wel goed gevonden hebben? Ze keek verbaasd naar hem op. Waarom niet? Hij haalde zijn schouders op. O, ik weet niet. Per slot van rekening ben ik een vreemde, nietwaar? - Nou, vreemd.u bent al eens bij ons thuis geweest, toen, met dat geld. En ik heb al eens thee gedronken hier. En toen, in de stad Hij laohte. O ja, dat is waar ook. Ik heb u toen bij die sohoenwinkel over het gat getild. Ze bloosde, toen ze eraan terugdacht. Ik wil maar zeg gen: we kennen elkaar toch al, nietwaar? Wat een heerlijk, eenvoudig kind, dacht hij. Ieder ander meisje van deze leeftijd zou zich misschien wel twee keer bedacht hebben om een invitatie aan te ne men om bij een vrijgezel in een woonwagen koffie te gaan drinken. Maar dit meisje accepteert het zonder enige bedenking en zonder dat ze er iets inziet. Nu ja, er zit toch ook niets in? Inderdaad, we kennen el kaar al zo'n beetje. En daarom stel ik voor, dat we dat deftige u en zo afschaffen en elkaar tutoyeren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1962 | | pagina 2