economische noodzaak
w
Weer zomertijd voor
Wereoigde staten
De belastingen en het
huispersoneel
De avonturen van koning Puntbaard en de zeemeermin
r
„WATDOEH WE
MLET liaËDM"
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 14 JUNI 1962.
PAGINA 2
Verschuiving geeft kans
op rendabele exploitatie
HET IS GEEN WONDER, dat juist in deze dagen de landbouwpolitiek
zo in het centrum van de belangstelling staat. Sinds de landbouw-
hindernissen in de E.E.G. althans in principe zijn genomen, ligt de weg
open naar een herziening van de structuur der agrarische toestand.
In Nederland is dit in de eerste plaats een zaak van bedrijfsgrootte en
van bedrijfsefficiency. In het kader van de wens tot verbetering van
de bedrijfsgrootte staan er grote ruilverkavelingsplannen op stapel,
waarmee overdracht van land gepaard dient te gaan. Voorts worden
wij meer en meer een land van tuinbouwers. Dit betekent een meer
intensieve grondbewerking, waarbij uiteraard een andere optimale
bedrijfsgrootte past dan bij een landbouwbedrijf.
zelf met een initiatief-ontwerp van
wet te komen waarin als enige punt
Lagere kostprijs
Voor 'n tuinbouwbedrijf is de grond
meer waard dan voor een lanctöouw-
beunji..bezien wij deze wetenschap
tegen de achtergrond van een prijs-
beneeising op landbouwgronden, dan
is het duiueiipt dat bij een kunstma
tig laag genouden grondprijs een
iandhouwoedrijf zien langer kan
handhaven dan bij vrije prijsvoiiming
van de grond, in het laatste geval
zal men er eerder toe komen de grond
intensiever te gaan bewerken en voor
tuioouw aan te wenden. Daarnaast
prnckeit een hoge grondprijs de boer
tot maximale inspanning en doelma-
tigneid bij zijn oedrijtsDeheer.
Daaji moeten wij naar toe, willen wij
ons handhaven in het Europees iand
bouwibestei, zo meent de regering,
in dit kader wenst zij de wet tot ver
vreemding van landbouwgronden op
te hellen. Onze bewindsman van
landbouw is van mening, dat wij in
't bestaande Nederlandse landbouw-
patroon een geweldige som geld voor
cultuurtechnische werken moeten in
vesteren om de zaken rendabel te
houden.
Als er vrijheid van grondprijzen
komt, zal er een verschuiving optre
den, die het particulier initiatie! prik
kelt en per saldo tot lagere kostprij
zen leidt. De prijzen van Neder
landse agrarische produkten kunnen
omlaag zo meent de minister en wan
neer wij dan gebonden worden door
Europese garantieprijzen, kan er
spraxe zijn van een rendabele exploi
tatie zonder dat de overheid duur
zaamheid bij moet passen.
Grondprijzen te hoog
Met deze zienswijze is lang niet ie
dereen het eens. Met name het land
bouwschap en SEE. zijn van mening
dat bij vrije prijsvorming en een
drang tot vergroting van bedrijven
de grondprijzen zo hoog zullen wor
den, dat de kostprijs van de land-
bouwpiiodukten omhoog moet gaan.
PUROL-POEPER
Wanneer dit zo is, zullen ook de ga
rantieprijzen omhoog moeten. Het ge
volg is dan of een hogere prijs voor
voor de consumenten of een hogere
rijkssubsiedie en dit kan voorkomen
worden wanneer de prijsbeheersing
op de landbouwgrond-vervreemding
wordt gehandhaafd. Tenslotte wordt
door dit vraagstuk de hoogte van de
pachtprijzen gesponnen, die ook ho
ger zullen worden door vrije prijzen
volgens de laatste opvatting.
Het is deze opvatting die oud-minis
ter Vondeling ertoe gebracht heeft
staat, dat de wet vervreemding land
bouwgronden onbeperkt moet wor
den gehandhaafd.
Dynamiek of verstarring
Voor beide gedachten is iets te zeg
gen. Het regeringsvoorstel bevordert
de dynamiek, het voorstel-Vondeling
leidt tot een statische toestand
-met 'n groot gevaar voor verstarring.
Ook de dynamica houdt gevaren in,
met name die van sociale onrecht
vaardigheid Intussen is ook die socia
le rechtvaardigheid door de overheid
onder de loupe genomen vooral ten
aanzien van pachters die bij verkoop
vain grond het kind van de rekening
kunnen woiden.
De pachters hebben krachtens 'n wij
ziging in de pachtwet een voorkeurs
recht behouden op de grond, die zij
in pacht hebben. De eigenaar moet
bij verkoop eerst een aanbod doen
aan "de pachter van die grond. Die
pachter behoeft voor de grond geen
prijs te betalen, die hem door de ei-
genaaa) wordt voorgeschoteld. Heeft
hij bezwaren, dan kan hij de prijs
laten vaststellen door de grondkamer-
die dan 'n prijs opgeeft voor de grond
voor1 agrarisch gebruik. Accepteert de
verpachter deze prijs niet, dan mag
de grond niet worden verkocht.
Er blijven dus waarborgen vooil ex
ploitanten van de grond dat zij deze
tegen voor hen redelijke voorwaar
den in eigendom kunnen krijgen.
De heel Vondeling meent, dat door
deze rem ten behoeve van de pach
ter de economisch juiste verhouding
tussen pacht- en koopprijzen wordt
doorbroken.
Gevaar voor excessen.
Het komt ons voor dat in beginsel
de prijzen van grtond vrij moeten
zijn en dat dus een steeds voortdu
rende prijsbeheersing moet worden
voorkomen. Er mag niet de minste
risico worden genomen voor een ver
slapping in de landbouweconomie.
Dat zou ons in Europa op 't tweede
plan plaatsen.
De tegenzijde is echter dat de plot
selinge oveigang van de bestaande
gebondenheid naar de vrijheid tot
excessen kan leiden inzake de hoog
te van de prijzen. Daarom zouden
Vrij willen pleiten voor een repressief
toezicht van verre. De grondkamers
zouden de bevoegdheid moeten heb
ben voor onbepaalde tijd in te grij
pen om uitwassen te voorkomen en in
geval van aantoonbare betrtachting
van sociale onrechtvaardigheid. Dit
preventief werken op de prijsbe
paling en toch de weg effenen naar
volkomen vrije beschikkingsmacht.
Die weg moeten wij op, ook in de
landbouw. Willen wij nog waarde
hechten aan het begrip eigendom en
die eigendom aanlokkelijk maken,
ook voor de kleine man, dan zullen
wij die onbeperkt moeten geven.
Intussen is uit de Europese land
bouwontwikkeling duidelijk gewor
den, dat de zeer kleine economische
volkomen onverantwoorde landbouw
bedrijven niet te redden zijn. Naai,
onze mening ook niet met prijsbe
heersing, hoe tragisch dit ook mag
klinken.
Contactavond
Parochianen
Voor de parochianen van St. Victor
in de Oranjewijk werd vorige week
voor de eerste maal een contact
avond gehouden in café-restaurant
Royal. Het ligt in de bedoeling om
nog meer van deze bijeenkomsten te
houden. De opkomst was bevredi
gend te noemen. Pastoor B. A. Em-
melkamp wees in zijn openingswoord
op het doel van deze bijeenkomsten,
namelijk om met elkaar kennis te
inaken en het onderlinge contact te
verstevigen. Ook zullen verschillende
problemen worden besproken, die
zich voordoen bij de vestiging in de
gemeente. Voorts wees pastoor Em-
melkamp op het nut van zg. gespreks
groepen. Spreker kon tot zijn vreug
de verder mededelen dat in septem
ber a.s. de nood-kleuterschool, die
zal verrijzen aan het Koningin Wil-
helminaplein, gereed zal komen.
Naar aanleiding van deze medede
ling werd door enkelen de vraag ge
steld of er niet de mogelijkheid zou
bestaan, dat in deze school op zon
dag een H. Mis wordt opgedragen,
waarop werd geantwoord dat een en
ander de volle aandacht zou hebben.
ln het uitgestrekte Amerika zijn heel
wat vaders en boeren van mening
dat de zomertijdalleen werd be
dacht om hen het leven zuur te ma
ken; de vader omdat zijn kinderen
's avonds een uur te laat naar bed
gaan en de boer, omdat de koeien
nog niet op de klok hebben leren
kijken.
Die klachten worden nu weer overal
gehoord omdat dezer dagen weder
om in 29 van 50 staten de klok een
uur vooruit werd gezet, waarmede 'n
uur daglicht wordt gewonnen voor
miljoenen mensen en enorme bedra
gen aan elektrische stroom worden
bespaard. Ook wordt beweerd dat 't
aantal verkeersongevallen hierdoor
belangrijk wordt verminderd.
Ofschoon algemeen wordt aangeno
men dat een Brit, William Willet in
1907 in een brochure voor het eerst
ten strijde is getrokken tegen de ver
kwisting van daglicht, zijn er aanwij
zingen dat de Amerikaanse staatsman
en diplomaat Benjamin Franklin kor
te tijd na de Amerikaanse omwente
ling, de Fransen het idee van dag
lichtbesparing aan de hand deed,
(zij weigerden echter hierop in te
gaan, mogelijk omdat ze meenden
dat Parijs eerder een verlenging van
de naohttijd dan van de dagtijd no
dig had).
Willetts voorstel de klok 80 minuten
voor te zetten verkreeg de instemming
van de toenmalige minister van bin
nenlandse zaken, Winston Churchill,
maar Groot Brittannië ging hiertoe
pas over in de laatste jaren van de
Eerste Wereldoorlog. Enkele andere
landen, waaronder Nederland, volg
den het voorbeeld. De Verenigde
Staten namen deze stap in maart
1918, maar na twee jaar had men
er blijkbaar weer genoeg van. In de
Tweede Wereldoorlog haakte men
weer in op de oude idee, maar thans
werd het uur daglichtbesparing voor
het gehele jaar ingevoerd. Daar er
geen federale wet is die deze aan
gelegenheid regelt, staat het de af
zonderlijke staten vrij de zomertijd
al dan niet in te voeren.
Zoals ook in andere landen komt de
grootste tegenstand van de zijde der
boeren, omdat het vee alle medewer
king weigert. Ook de bioscoop eige
naars voeren een felle strijd tegen de
verlenging van de dag, maar de stad
bewoners vinden over het algemeen
de lange avonden een uitkomst. An-
dlere bevolkingsgroepen vinden de
invoering van de zomertijd iets dat
niet te licht moet worden opgenomen
De spoorwegen, de TV en de radio
vinden dat hun dienstregeling en pro
gramma's et grote moeilijkheden
door ondervinden. Enkele spoorweg
maatschappijen houden vast aan de
zonnetijd andere schakelen over naar
de zomertijd en weer andere trach
ten een soortt compromis te vinden.
Sommige radio- en TV networks zen
den op de „zomertijd'" uit en her
halen de uitzending elders een uur
later, anderen trekken er zich niets
van aan, zodat in streken met zomer
tijd de programma's een uur later
ontvangen woi)den dan in die-met
zonnetijd.
Zo zijn de meningen dus ook hier
verdeeld en het blijkt wel dat - hoe
goed het ook is bedoeld - 't niet mo
gelijk is het alle mensen naar de zin
te maken.
Er is één maatschappelijke groep, aan wie door hun werkgevers in admini
stratief opzicht doorgaans weinig aandacht wordt besteed. Dat zijn de dienst
boden, werksters, huishoudsters, kinderjuffrouwen etc.
Deze in piivé-huishouding werkzame personen - veelal als „huis-personeel"
aangeduid - zien zich aan het eind van de werkweek veelal een rond bedrag
aan loon in de handen gestopt, waarbij ze de wetenschap hebben „dat de
baas dè lasten voor zijn rekening neemt."
In een belangrijk deel van de gevallen bekommert mijnheer zich echter niet
om de afwikkeling met Belastingdienst en Bedrijfsvereniging, tenzij hij daar
toe wordt aangemaand. Deze situatie is vooral te wijten aan de omstandig
heid, dat de speciale regeling, welke voor huispersoneel geldt, geen vol
doende bekendheid geniet. Het is daarom, dat wij in dit artikel de voorschrif
ten nader onder de loupe nemen.
De Belastingdienst heeft destijds wel
begrepen, dat een vereenvoudigde
en afwijkende regeling met behoud
van de beginselen van het Besluit
op de Loonbelasting 1940, meer
practisch effect zou sorteren. De tot
stand gekomen regeling beoogt dus
een belangrijke vereenvoudiging voor
de werkgevers te bereiken.
De beschikking betreft alleen het
personeel, dat (nagenoeg) uitsluitend
huiselijke diensten verricht in de
huishouding van private personen.
(Bij resolutie is nog goedgekeurd dat
ook onder de bijzondere regeling kun
nen vallen de werknemers, die mede
voor het beroep - artsen, advocaten
etc. - van de werkgever dienstbaar
zijn; zulks geldt niet bij een bedrijfl).
Twee formulieren
De werkgevers hebben slechts te
doen met een tweetal formulieren.
Allereerst vermelden we de loonbe-
lastingkaart (van bijzonder model),
welke met de daarbij behorende aan
wijzingen en het tarief wordt toege
zonden aan de werkgever, onder
wiens berusting de kaart blijft.
Op deze kaart vermeldt de werkge
ver de personalia van de werkneem
ster en tekent tevens de af te dragen
loonbelasting en premie A.O.W. aan.
Een loonbelastingkaart behoeft men
echter eerst aan te leggen, als er over
het loon loonbelasting of premie A.
O.W. is verschuldigd.
Voorts bestaat een formulier, met be
hulp waarvan tweemaal per jaar de
inhoudingen kunnen worden afgedra
gen. Dit is een dubbele kaart, waar
van één helft kan worden gebruikt
als loonbelasting-aangifte.
Om van toezending van deze be
scheiden verzekerd te zijn, dient men
uiteraard daartoe een verzoek te
richten aan de Inspectie der Belas
tingen. Met andere bescheiden, zo
als loonstaat, verzamelloonstaat, werk
nemersverklaring en uitgebreide
handleiding, heeft men bij huisper
soneel niet te maken.
Tarief
Bij de bespreking van het tarief be
perken wij ons voorhands tot de
meestentijds voorkomende situatie,
dat de werkneemster ongehuwd is en
in geld niet meer dan f 195,— per
maand ontvangt.
In dat geval is van toepassing een
speciale tabel, welke onderscheid
maakt tussen inwonend en uitwo
nend personeel. Slechts het loon in
geld is van belang: inkomsten in na-
tura etc. zijn in het tarief verwerkt.
Ook indien de werkneemster 't loon
zg. schoon ontvangt, is het netto, uit
betaalde loon van belang. Naast het
bedrag van het loon in geld kutmen
die inhoudingen afgelezen worden.
Men kan volgens de betreffende be
schikking slechts als gehuwd (met
of zonder kinderen) aangemerkt wor
den, indien men allereerst aan deze
burgerlijke staat voldoet en boven
dien op een desbetreffend verzoek,
gunstig is beschikt door de Inspec
teur. In beginsel geldt dus steeds de
algemene tariefgroep 1 (ongehuwd).
Sociale wetten
Bovenstaande opsomming zou niet
compleet zijn als niet was vermeld
met betrekking tot welke Sociale
Wetten (naast de algemene ouder
domswet) verzekeringsplicht bestaat.
Welnu: huispersoneel is verzekerd
ingevolge de ziektewet, het zieken-
fondsenbesluit (coupons!) en de in
validiteitswet (rentezegels!) Ten aan
zien van de twee eerstgenoemde wet
ten mag op het loon een premie-in
houding plaats vinden, welke weer
op andere wijze wordt berekend dan
de hierboven beschreven methode
bij de berekening van de in te hou
den loonbelasting. De betreffende
Bedrijfsvereniging is bereid alle in
lichtingen te verstrekken.
Jac. Booy,
Belastingconsulent te Boskoop
Prins Jacobus en prinses Paula stonden achter de deur
naar het zingen van juffrouw Pring te luisteren. Ik wou
dat ze maar ophield, zei het prinsesje. Ik ook, antwoor-
de het prinsje. Ze moet ons eigenlijk: rekenen en schrij
ven leren, vond het prinsesje weer. Zullen we haar eens
heel erg plagen, stelde prinsje Jacobus voor. „Jaaa!",
knikte prinses Paula, juffrouw Pring zong maar verder,
steeds harder en steeds lelijker. De kinderen van de
koning haalden een touw en liepen heel zaohtjes naar
de grote piano toe. De juffrouw zag hen niet. Ssst, deed
prinses Paula. Eindelijk had de kleine prins Jacobus
het touw om een van de poten van de vleugel gebon
den. Vlug liepen ze achteruit, tot ze zich achter een
dik gordijn konden verbergen. „Doremifasoladidóóó",
zong juffrouw Pring. Nul, zei het prinsesje zachtjes en
meteen trok prins Jacobus zo hard mogelijk aan het
touw. Kr-krak!, zei de pot van de vleugel en daar viel
het hele prachtige ding in elkaar. Boemeldeboemeldem-
boem! Ooh, gilde juffrouw Pring versohrikt en ze stak
haar armen in de hoogte van angst. De papieren met
muziek fladderden alle kanten uit.
Familieroman
door Maartje Zeldenrijk
HOOFDSTUK V - Nr. 11.
Vj
Ze hoorde de klok in de stad het middernachtelijk uur
slaan. Verdraaid ze was eigenlijk nog klaar wakker. Zou
ze even naar beneden gaan om een tijdschrift te halen?
Als ze een poosje las, kwam de slaap wellicht vlugger.
Maar dan werd moe wakker en zou ongetwijfeld vra
gen, wat er aan de hand was. Aoh nee, laat maar.
Ze draaide zich op haar zij en sloot de ogen. Vooruit,
Aal, slapen. Geen onzin. Morgen is er weer veel te
doen en dan moet je uitgerust zijn. O jalaat ik het
niet vergeten de gordijnen af te halen en een sopje
te geven. Zijn ze morgenavond weer droog. Toen ze
thuis gekomen was, had ze naar de gordijnen gekeken
en ze was van mening, dat ze nu niet bepaald helder
meer waren. Morgen maar vlug even doen.tenslotte
was het een kleinigheidje.en het droogde lekker.
met dit warme weer.
Het weekeinde verliep met veel bezoek. Op de een of
andere manier scheen iedereen er achter gekomen te
zijn, dat Aaltje een portefeuille had gevonden en zo'n
grote beloning in ontvangst kon nemen. Piet reed vrij
dag even met zijn wagen langs en dronk 's morgens
koffie. Ja, hij had ervan gehoord. Het had in de krant
gestaan: een zekere juffrouw D uit de Zuidoost Beem-
ster. En toen had Ploon gezegd: Als dat onze Aal niet
is. Diezelfde avond waren Gerard en Bep er een paar
uurtjes geweest. Die hadden het ook al gehoord. En
Aaltje had lachend geknikt. Ja, het was inderdaad zo.
En voor de zoveelste maal vertelde ze, hoe ze het geld
gevonden had en dat ze het daarna naar het politie
bureau gebracht had. En dat de volgende dag de be
loning door de opzichter thuis bezorgd werd. Ja, wer
kelijk: zestien briefjes van honderd gulden.
Volgde zaterdags Wim, die even langs fietste. Hij hoor
de ook het verhaal en knikte. Dus het was toch waar.
Ja, het heeft wel in de krant gestaan, maar er zijn
zoveel meisjes D in de Voorstad: Jopie Doets en dan
die meisjes van Datema.en Hennie Degenaar.en
Trijntje Dogger, noem maar op. Er zullen er nog wel
meer zijn, die wij misschien niet eens kennen. Ik zei
tegen Tonnie - ik dacht eigenlijk niet eens aian onze
Aal - misschien is het Fientje van Dirk wel, maar ver
der hebben we er niet bij stil gestaan. Nou, meid, ik
vind het leuk voor je.
's Middags kwam Tonnie langs. Hardstikkeleuk, meid.
ik gum het je van harte. Breng het maar gauw naar de
Bank,d an brengt het ook nog rente op. Fijn zeg
die Aal.halve kapitaliste, die je bent.
Aaltje had maar geglimlacht. Luisterde naar honderd
en één raadgevingen, wat zij met haar geld moest
doen, maar knikte slechts en deed verder niets. Het
bleef rustig in het kabinet van moeder en voor de rest
deed ze haar werk van iedere dag.
Zondags, toen ze naar de kerk ging, merkte ze, dat de
mensen naar haar keken. Het regende en zfe had haar
parapluie op. Aanvankelijk dacht ze, dat ze naar haar
nieuwe parapluie keken, of naar haar nieuwe schoe
nen, maar bij nader inzien vond ze deze gedachte
toch wel erg naief. Eerst nadat ze op haar plaats zat
begreep ze, dat die mensen natuurlijk wisten van dat
geld. En dat ze daarom zoveel aandacht aan haar be
steedden. Nu ja, dat was met een paar dagen wel weer
over. Uit de kerk vandaan groette ze vriendelijk terug
wie haar groetten, maar liep regelrecht naar huis. En
thuis was ze het alweer vergeten.
Dinsdagsavonds had ze alles vroeg aan kant. Ze maakte
een kop koffie voor haar moeder klaar en zei: Ik ga
nog een paar uurtjes naar de stad. Voor donker zal ik
wel terug zijn. Hebt u nog iets nodig?
Nee, me kind, ik red me wel. Veel plezier en doe je
de groeten? Ik zal 't doen. Dag!
Pas toen ze op de Purtnerenderweg fietste, drongen de
woorden van haar moeder dieper tot haar door. Doe
je de groeten? Verroest.ze had heel niet gezegd,
waarheen ze ging en moeder veronderstelde natuurlijk,
dat ze een paar urntjes bij Tonnie ging buurten. Nu
ja, dat zou ze vanavond wel zeggen.
Bij de salonwagen aan de Kanaalkade remde ze af,
maar voor ze op straat stond, was de deur al open
gegaan en stond hij, iets voorovergebogen, lachend
naar haar te kijken. „Ik zag u komen," zei hij en stap
te naar beneden. Hij nam de fiets van haar over en
plantte die aohter de grote wagen.
Laat ik 'm even op slot doen, begon ze, maar hij
schudde zijn hoofd. Hier achter komt geen mens, zei
hij. Even later volgde hij haar door het kantoor naar
de salon. Hij hielp haar het korte jasje uittrekken en
hing dat aan een kapstok, die door een lang kleed ver
borgen was. Neem een stoel, dan maak ik de koffie
klaar, zei hij. Fijn, dat u er bent. Ik heb me er al die
dagen op verheugd. Ze keek hem ongelovig na, toen hij
naar het keukentje liep en een pannetje melk opzette.
Waarom? Hij draaide zich om, toen hij de vlam aan
gestoken had. Waarom? Nou, eens een paar uurtjes
gezelschap. Is het dan zo gek, dat ik me erop ver
heugd heb? Ze dacht even na en schudde haar hoofd.
O, bedoelt u het zo. Nu ja, ik had het toch beloofd?
Hij bleef bij het gascomfoor staan en keek haar af en
toe aan. Alles wat ik verwacht had, maar dat ik in Pur-
merend nog eens damesbezoek zou krijigen.dat zeker
niet. En ik heb er indertijd zo tegenop gezien om
hierheen te gaan. Waarom? Vindt u de stad dan niet
prettig? Ga weg.o sorry.u bent natuurlijk niet an
ders gewend. Maar wijde laatste jaren hebben we
in grote plaatsen gewerkt: De Bilt, Steenwijk en in
AmsterdamEn dan valt Purmerend wel een beetje
uit de toon. Jullie hebben daar natuurlijk geen erg in,
maar voor ons is hier niet zoveel te beleven. Daarom
ga ik nogal eens een avondje naar Amsterdam.
De melk kooktenen even later schonk hij ze op de
koffie. Met twee koppen kwam hij naar het tafeltje en
zette ze daar'neer. Toen pakte hij een zak en opende
die. Voor deze speciale avond. Houdt u ervan?
Ze keek er even in en pakte één van de grote koeken.
Allicht.^ie lust dat nu niet? Dank u wel.
De kof1 ie goed .Nou, U kent het, hoor! Ik zou het u
niet y rbeteren. Hoe hebt u dat zo geleerd.
O, dut weet ik zelf niet. Ik heb eens een paar keer
gefy Ken, hoe m'n moeder het doet en toen dacht ik:
aal moet ik ook kunnen, als ik in de wagen ben. Wel,
ik experimenteerde een beetje en na een paar weken
had ik al aardig de slag te pakken. Het ging tenslotte
steeds beter. En uw lof doet me goed, want u, als
vrouw bent natuurlijk expert. Eoht. Ze is overheerlijk.
En de koek eveneens. Dat doet me genoegen. Zo,
juffrouw Dinkla, en nu gaan we eens gezellig wat
plaatjes draaien. Wat prefereert u? Klassiek? Populair?
Ik heb ook walsen en marsen, opera's, tophits, zang,
orgelplaten.wat u maar wilt. - Ze lachte even. Goeie
verzamelt u platen? Ooh nee, maar een mens moet wat
hebben in z'n eentje. Af en toe koop ik er een paar, als
ik een aardig melodietje hoor door de radio bijvoor
beeld. Zelf houd ik veel van een wals. Maar ik luister
ook graag naar klassieke muziek. Ik vind alles goed.
Ik heb er niet zoveel verstand van. Hij zocht een plaat
je uit en zette die op. Even later klonk een vrolijke
mars door de kleine ruimte. Hij keek haar vragend aan.
Ze knikte. Mooi. Ik houd van muziek. Gaat u wel eens
naar concerten? Welnee.hoe zou dat kunnen? En
diandaa rbijdat kost toch teveel geld?
Wat doet u eigenlijk voor de kost?
Ze begreep hem niet geheel. Wat ik doe? Nou, werken
natuurlijk. Bent u ergens in betrekking?
O, nu snap ik u. Nee, ik ben thuis. Ik verzorg m'n
moeder.O ja, ik moet de groeten nog overbrengen.
Meteen schoot ze in een lach. Hij keek haar verwon
derd aan. Dank u wel. Dat uw moeder nog aan me
dacht.... Toen proestte ze het uit. Neem toe niet
kwalijk.maar ze weet niet beter, of ik ben naar
Tonnie. Tonnie is een schoonzuster van me en woont
hier in de stad. Ze denkt nu, dat ik daarheen ben en
zodoende zei ze: Doe je de groeten? En ik antwoordde
zonder er bij na te denken: Ik zal het doen. Pas later,
toen ik hierheen reed, drong het tot me door, dat ik
niet eens gezegd had, dat ik naar u toe was.
Hij stak een sigaret op. Zou uw moeder het anders
wel goed gevonden hebben? Ze keek verbaasd naar
hem op. Waarom niet? Hij haalde zijn schouders op.
O, ik weet niet. Per slot van rekening ben ik een
vreemde, nietwaar? - Nou, vreemd.u bent al eens
bij ons thuis geweest, toen, met dat geld. En ik heb al
eens thee gedronken hier. En toen, in de stad
Hij laohte. O ja, dat is waar ook. Ik heb u toen bij die
sohoenwinkel over het gat getild.
Ze bloosde, toen ze eraan terugdacht. Ik wil maar zeg
gen: we kennen elkaar toch al, nietwaar?
Wat een heerlijk, eenvoudig kind, dacht hij. Ieder
ander meisje van deze leeftijd zou zich misschien wel
twee keer bedacht hebben om een invitatie aan te ne
men om bij een vrijgezel in een woonwagen koffie te
gaan drinken. Maar dit meisje accepteert het zonder
enige bedenking en zonder dat ze er iets inziet. Nu
ja, er zit toch ook niets in? Inderdaad, we kennen el
kaar al zo'n beetje. En daarom stel ik voor, dat we dat
deftige u en zo afschaffen en elkaar tutoyeren.