SINT VERTELT UIT HOOR Wit KLOPT DAAR KINDEREN - NOOR WIE KLO iMiMiiiiffliiiiuiiiiiniiiMiiinHMmniiiniiMiMiiiniiiiiuiiiwim ZIJN JEUGDJAREN I/# TOEN SINT VOORHET EERST OP EEN STOOMBOOT KWAM veerde zonder verdere ongevallen, maar met veel vertraging door tegen wind, op het IJ te Amsterdam. F 9 n t „WAT DOEA WE METMOEDER” C'H' k'C'b WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN - DONDERDAG 29 NOV. ’62. PAGINA 2 What a stuff! We love Nick Op een hit ff a ij SAINT. (Still marching in!) Hoofdstuk 18 Familieroman door Maart je Zeidenrijk HOOFDSTUK 18 - Nr. 34. i Daar ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan. Dat versje kennen jullie allemaal. Maar jullie weten ook wel, dat er niet altijd stoomboten zijn ge weest. Het is al meer dan honderd vijf tig jaren gele den, dat de eerste stoomboot te water werd gelaten. Sinterklaas bestond toen allang en hij stond er naar te kijken. Hij was bij zijn broer Santa Claus in Amerika, die zijn verjaardag op Kerstmis viert. Deze Santa Claus was helemaal weg van die boot zonder zeilen. i I iiiiiiiuiiiuiiiiiiiiiiiiiiffliiiiiiiiiiiiiuiiiiiuiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiniiiiiiiin^iiiiinuniiiuiiHiiiiiiiniiiiiiiiniiiMiiniuiuniiiiiiiiiniiiiiiiiiMhui ;en: dit was mijn o it better if ye wel met me eens zijn, dat we dan verder van huis Ik heb zo in het verleden al eens een paar briefjes van honderd in die zaak gestoken en bij mijn weten Piet ook al eens. Als ik goed ben ingelicht, heeft die vrijer van onze Aal hem ook al eens met een paar centen gematst en Laten we eerlijk zijn lui, veel tieners zoals ik destijds zijn er niet geweest! Nog zijn er, inmiddels uit de kluiten gewassen twens uit mijn jaren, die onder het motto: „Geen kunst” geringschattend de schouders ophalen in hun suède jasjes. Maar take it from me: afgunst! Yes sir! Want once again: laten we eerlijk zijn, vandaag tenminste, welke tiener droomt er niet reeds in z’n prétienerale stadium van frontpage- news te worden? Een headliner van de eerste orde, kortom een “V.I.P.? Nou dan! En reken maar van yes, dat ’t met mij geen wink van de rest verschilde. Wat ik wou? Geen idéé! Maar ik wou wel wat.en dat was in die dagen (en trouwens ook in de onze ook) al heel wat. Ik begon uiteraard met een auditie aan te vragen bij een toenmalige discjockey: Don Camillo. Ik had wat skiffle songs ingestudeerd en met een eigen begeleiding op pa’s gitaar en ma’s wasbord leek het al heel wat, zij het dan dat ikbeide in strumenten helaas slechts stuk voor stuk kon bewerken, hetgeen het eind resultaat niet dat artistiek cachet gaf, waarop ik had gehoopt. Wellicht juist daarom werden m’n songs reeds tij dens de uitzending de tophits of de day. ziekenradio in het oor geblazen? Een mij tot dan toe onbekend gebleven song: When the saints go marchin in! What a stuff! What a rythm! En niet alleen dat ritme zond me de scheuten door het lijf - dat was medisch wel verklaarbaar - maar oh boy! - die tekst. Ik wist het meteen: This is it! I’ve been hit! Beter zelf „hit” te worden op deze wijze, dan een hit te maken! Vanaf dat moment volgden de ge beurtenissen elkaar snel op. Buiten de studio stonden naar schatting 16.000 senorita’s opgesteld in rijen van 16, hetgeen een smash van een sight was! De volgende smash kwam op mij neer en ik kan je verzekeren, dat je het merkt, als ie wordt toege bracht door een vrouwelijke menigte van 16.000! „We love Nick” stond er op een groot spandoek. maar begin daar eens aan! In het ziekenhuis van Barcelona kreeg ik gelegenheid in de komende weken tot mezelf te komen. Dit laat ste geschiedde letterlijk zowel ails figuurlijk, wamt wat werd als bij tove.slag, als bij bliksemslag „out of an orange coloured sky” mij via de Als SINTERKLAAS verjaardag viert (En dus ook weer dit jaar) Gaat hij eerst even naar het bos, Daar staat z’n stoel al klaar. Want denk nou niet: die Sinterklaas Komt enkel maar bij mij Want dieren zetten ook hun schoen, En dat is me een rij. Neem nu bijvoorbeeld Pieter Specht: Die heeft er alvast twee Hij zet ze klaar met stro er in, Dat neemt het paard wel meel En kijk dan eens naar Herman Hert, Die zet er altijd vier Hetgeen wel te begrijpen is Van een viervoetig dier. Maar Jeremias Duizendpoot Zet duizend schoenen klaar. ’t Bezorgt de goede Sinterklaas Steeds weer opnieuw grijs haar. Beladen met tien zakken vol Sjouwt Zwarte Piet door ’t bos, En zijn dan alle schoentjes vol, Valt hij in slaap op ’t mos. Je snapt wel dat, waar in het bos Er zoveel schoentjes staan, Daar iemand als Sint Nicolaas Niet zo voorbij kan gaan. Dus trekt hij ieder jaar naar ’t woud, En is het daar ook feest. [Tot groot plezier van Duizendpoot, Want die krijgt steeds het meest!) PIET. „Wat?” Aaltje keek hem met grote ogen aan. Gerard knikte en trok aan zijn sigaar. „Dat heeft Arie natuurlijk niet aan de grote klok gehangen, maar daar om weet ik het wel. Apropos, Aal, die Knul van jou is een fijne vent. nog niet eens familie en dan al helpen. Ik mag hem wel. Maar ter zake. Jongens, je begrijpt wel, dat winkeltje van onze Dirk is een bodem loze put. Hij is een beste jongen, die zwager van ons, maar geen zakenman en hij zal het wel nooit worden. Goed, dat weten we nu allemaal. Nu heb ik een voorstel en daar moeten jullie eens over denken. Er zal natuur lijk wel een behoorlijk deficit zijn. Voor zover ik weet, wil geen grossier hem meer leveren, voor de oude schul den betaald zijn. Zoals gezegd: mijn boekhouder zoekt dat nu uit. Als het niet te gek is, neem ik dat deficit over. Met andere woorden: ik betaal die schulden. En ik neem tevens de zaak over en stel hem aan als bedrijfsleider. Ik heb vanmiddag al telefonisch contact opgenomen met een inkoopcombinatie, van wie ik in principe medewerking kreeg toegezegd. Ik sluit me bij die - of bij een andere, dat weet ik nog - combinatie aan. Het was toen (let op de datum) 24 december. Bijna drie weken na Sint Nicolaas’ verjaardag. Er was geen mens om hen te verwelkomen. De mensen hadden Sints verjaardag al doorge- is|chrapt op hun kalender. Eenzaam liepen Sint en liet door de straten van Amsterdam. Amster dam was toen nog veel kleiner en knusser. Er reden nog geen auto’s en trams en er was dan ook Etter lijk geen kip op straat. Sint en Piet gluurden de huizen binnen en zij zagen vaders, moeders en kinderen. Ze zongen kerstliederen. Ze aten geen taai-taai en speculaas, maar., kersttulband! Sint luisterde naar de kerstliederen, die hij wel mooi vond, want hij was natuurlijk een vroom man, maar toch liepen hem de tranen in de baatd. Zo arriveerde hij in De Rode Leeuw (die is er nog op het Damrak, ga maar kijken) en de goace waard vertelde hem wat een rampjaar het was geweest, doordat deiSint niet was gekomen. Duizenden kinderen, zo vertelde hij, liepen op dé morgen van zes december te huilen omdat zij niets in hun schoen hadden gevonden. Balen hooi en wortelen, allemaal bestemd voor het paard.'lagen naast de vuilnisbakken. En de bakker in de Warmoesstraat was zo kwaad geworden dat hij zijn gehele voorraad koekevrijer op straat hal gesmeten. De kinderen uit de buurt waren er goed meemaar zij wjren dan ook de enigen. Gaat U in alle stilte maar weer weg, ried hij de $nt, en liefst in burger. Amsterdam heeft U niet meer lief. Weet U, dat ie Schout en de Schepenen al van plan zijn om de Sint Nicolaaskerk eto andere naam te geven? ïijdens het verhaal van de waard, dacht Sint aan de woorden, die Santa Claus destijds had gespro ker bij de tewaterlating van de stoomboot. En Sint is! geen man, die zijn ongelijk niet wil bekennen. Hi. besloot om toch maar een stoomboot te kopen. jet volgende jaar tuurde hij vanaf zijn stoom- btot door e enverrekijker naar de wal. Het stond er zwart van de mensen. Ten eerste wilden de men sei de stoomboot zien. Maar zij waren toch ook, ja vooral voor Sint Nicolaas gekomen. De tijd heelt alle winden en een jaar is een lange tijd. Men was de narigheid van vorig j;ar al weer vergeten. Nu was Sint er weer enzo kerig op tijd! En toen gebeurde hel jongens en meisjes, dat een moeder, die met haar twaalf kinderen aan le kade stond, met stokkende stem en een brok in de keel begon te zirsen: „Daar ginds komt de stoomboot uit Spanje we haar keel begon te tóngen: „Daar ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan!” Een hoojbejaarde schoolmeester schreef het op en iedereen wilde het leren. En vij zingen het nog, maar er zal een tijd komen, dat er zelfs voor Sinterklaas geen stoomboot meer zal zijn; Dan zullen we „Daarginds'lomt ’t rteom’chip uit Spanje weer aan.’ Want wat ook in de wereld mag veranderen, Sinterklaas blijft altijd dezelfde. I andere manier wat aan te doen is. Nu heb ik een voor- I stel. We kunnen natuurlijk verschillende kanten op. In de eerste plaats kunnen we hem in z’n sop gaar 1' koken. Dan volgt vandaag of morgen het faillissement en dat betekent het einde. Openbare verkoping, artikel 1228 of zo iets meen ik, middels een deurwaarder dan staan ze zo ongeveer op straat. Jullie zuller Vier weken zijn voorbij gegaan. In die tijd is er veel gebeurd. Arie Schilders is naar Bodegraven vertrokken en schrijft iedere dag een briefje, dat de post prompt ’s morgens op het Zuideipad bezorgt. Dat is het pret tigste ogenblik van de morgen, als de brief van Arie komt. Aaltje laat haar werk er voor liggen en leest de brief, doorgaans met een hoogrode kleur op haar ge zicht. Want verhef de mensen schrijven vaak gekke dingen en Arie is een fenomeen in het bedenken van gekke dingen. Als ze klaar is, schuift ze de machine opzij en begint zelf aan een brief. Want ze heeft moeten beloven, dat ze iedere brief zal beantwoorden. Haar epistels zijn rustiger van toon. Ze weet hem met een paar regels altijd weer op te beuren. Ze is dolverliefd op de lange opzichter, maar in haar brieven is ze spaarzaam met naar betuigingen. Tenslotte weet hij het en dat moet voldoende zijn. ’s Middags post ze de brief op het hoekje. Dan heeft Arie de volgende morgen ook een teken van leven. Met het thuiswerk gaat het iedere dag beter. Nu de avonden korter gaan worden, werkt ze 's avonds ook Dit kostelijke schilderij, het o Nicolaasfeest” van Jan Steen, h; in het Rijksmuseum te Amsterd Ook in de grote kunst is dus he specifiek Hollandse vijf decen feest voor altijd vastgelegd. Won lijk genoeg is Jan Steen de ei schilder geweest die in zijn werk Sinterklaas geïnspireerd werd. Houdt de kunst niet van Sint b laas De goede bisschep houdt van de kunst uitstapten. Kort daarop kwamen Piet en in de V.W., terwijl bijna gelijktijdig Tonnie de fiets het erf op reden. Aaltje, die van plan was om nog een uurtje te gaan naaien, keek een beetje verwonderd, toen achter elkaar de zes mensen binnen stapten. Er was de gebruikelijke begroeting en hoewel Aaltje het altijd prettig vond, als een van naar broers of zussen kwam buurten, begreep ze toch wel, dat er wat aan de hand moest zijn. In de keuken trok ze Tonnie aan haar mouw. „Is er wat gebeurd?” vroeg ze nieuwsgierig. „Wacht maar af?’ antwoordde het meisje grimmig. „Laten we eerst maar gaan koffie drinken, dan hoor je het vanzelf.” Aaltje wankelde even en greep zich aan de tafel vast. „Gaat het over Arie en mij? vroeg ze zacht. Tonnie schoot in de lach. „Ben je mal, meid Eigenlijk had die schat van jou er ook bij moeten zijn. maar ik vrees, dat geen mens daaraan gedacht heeft. Nu ja, dat geeft ook niet. Ik zal je even helpen met de koffie. Moet je nog zetten?” „Ik heb wel genoeg,” antwoordde Aaltje toonloos. „Ziet jij even wat melk op, dan pak ik de kopjes.” Een kwartier later zaten ze rond de tafel en Gerard nam het woord. „Dat ik jullie gebeld heb, vanmiddag, had natuurlijk een gegronde reden. Ik mag wel zeggen, dat het een heel ernstige reden is, jongens. Dirk was vanmorgen bij me, in Alkmaar. Om maar met de deur in huis te vallen: men staat op het punt zijn faillisse ment aan te vragen. En aangezien niemand daar wa aan heeft, heb ik. meteen enkele maatregelen getroffen Mijn boekhouder is op het ogenblik bij hem om eens t- controleren, hoe de zaken ervoor staan. Als hij naar d: kelder gaat, zullen wij, als broers en zusters en zwr- gers en zo toch allemaal moeten bijspringen, want zijl vrouw en kinderen moeten per slot van rekening ock eten. Vandaar, dat ik eens wilde zien, of er op em ik zag m’n taak glashelder voor me. Ik als Saint overal binnenmarcheren. Op een hit natuurlijk. En aangezien wit op hit rijmt, zou het op een daken. De schimmel werd dan auto los. On the top of all, zelf van de daken. De scihmmel werd dan auto matisch nog een top-hit ook! En of jullie in de nuchtere twin tigste eeuw het nog kunnen geloven of niet. Ik lapte het ’ml Body-build- ing lessons ter bevordering van har monisch strooien, een abonnement op the westsidestory ter verkrijgii soepele armbewegingen bij het werk, Louis Armstrong’s privé lessen voor een van klein en groot, infin and so on and so on tot een „ideaal figuur”, an teener- a job! result! wel op een gegeven ogenblik associëren met Black Peter, een van de Hot Black Bottom Stompers (een eigenschap, welke hem in z’n nieuw© werkkring nog vaak te pas zou komen.) Het onder drang van enige grammofoon- plaattrusts aldus ontstane duo func- tionnneert nog steeds. En hoe! Nèt toen ik het üenerstadium begon te verwisselen voor de eerste twenstuipen was ik dus klaar voor de praktijk. Ik had het gehaald, de ex- tiener was in staat de echte tieners in de zak te douwen. eindelijk! Nu was ik rijp voor het succes - rijp voor mijn leven, dat anders is en was dan anderen, doch waarvan ik toch nu er op terugblikkend met zekere trots kan zegge leven. en try to do can, you rascals! So long, your, haar verdiensten op. Met voldoening ziet ze aangroeien. Arie is vier weken in Bodegraven en in die tijd is hij twee keer een weekeind in Purmerend geweest. De tweede zondag is hij op het Zuiderpad te gast geweest. Aaltje heeft zich uitgesloofd en gezorgd voor een lekker etentje. En moeder was erg vriendelijk voor de lange opzichter, ’s Middags waren Tonnie en Wim even aan gewipt, terwijl ’s avonds Dirk en Catrien een uurtje kwamen buurten. En Aaltje zat trots naast haar knappe vrijer, die een gezellige prater bleek en kans zag in één middag moeder Dinkla om zijn vinger te winden. De maandag daarop bracht Dirk weer tweehonderd gulden. Aaltje accepteerde het in dank en bracht het verheugd nog diezelfde dag naar de bank. Maar enkele uren later stortte haar hele wereldje in elkaar. Er hepen al enige tijd geruchten, dat het niet zo best ging met de zaak van Dirk Dinka. De winkel was goed beklant, daar niet van, maar voor een groot gezin komt heel wat kijken en als de eigenaar geen zakenman is, dan loopt het vandaag of morgen spaak. Maar die geruchten had Aaltje al zo dikwijls gehoord, zodat ze er geen bizondere aandacht aan besteedde. Des te meer was ze verwonderd, dat die avond, vlak na het brood eten, plotseling de grote wagen van Gerard voor het huisje stopte en Bertha en haar man Sinterklaas niet Ik vind het maar een drijvende petroleumstel”, zo mopperde Sint in zijn baard. Mij krijgen ze er niet op. En ze kregen hem er ook niet op, totdat Ja, dat zal ik jullie eens vertellen. Het is al honderd jaren geleden, ■als Sint eraan denkt, dan wordt zijn grijze haar nog grijzer. Sint was in Satander aan boord gegaan van het goede schip „San Juan” geladen met stukgoederen, levend vee, alle spullen van de Sint en Sint en Piet zelve. De San Juan zeilde met een goede wind. Maar O wee, reeds de eerste nacht brak het onweer los. Het schip zeilde in de Golf van Biskaje (kijk ’t maar na op de kaart), en die golf noemt men wel het zeemansgraf. Het stormt er vaak heel erg. En ook toen stak er een storm op, waar geen en kele vorige storm mee te vergelijken was. Het ene moment werd de San Juan bijna opgeheven tot aan de wolken om daarna weer diep in het golfdal neer te smakken. Tot overmaat van ramp brak de fokkemast en scheurde het grootzeil. Stuurloos dreef de San Juan rond in de opgezweepte zee. Sinterklaas zag groen van zeeziek te en Piet heel licht grijs, zo bleek was hij. Deze toestand duurde een hele week. Aan boord was het een onbeschrij felijke wandorde. Het levend vee bulkte aanhoudend en verspreidde zo’n verschrikkelijke lucht, dat Sint het gehele schip af zocht naar een was knijper, om deze op zijn eerwaarde neus te zetten. Maar hij vond er geen. Eindelijk ging de storm liggen en met heel veel moeite slaagden Sint en Piet erin het zwaar geha vende schip naar de haven van Bordeaux te bren gen. Daar moest het worden opgeknapt alvorens zij verder konden gaan. Er moest een nieuwe mast op het schip word ongemonteerd en dat nam wel en kele dagen in beslag. Deze dagen werden goed be nut. Het vee werd gelucht en voorzien van een warme stal en goed voer. En voor het eerst sinds een hele tijd kreeg Sint weer eens trek in spiegel eieren met ham. Na de reparatie van de San Juan zetten zij hun reis voort en zij arri- nog een uurtje bij lamplicht.. Dat is niet erg naar de zin van moeder Dinkla, want die zit het liefst tot pikke donker te schemeren. Maar Aaltje wil geld verdienen en maakt zeven, acht uur per dag. Terwijl ze er tussen door nog eten kookt en het huis schoon houdt. Vraag niet hoe het kan, maar Aaltje rooit het. Ze is onver moeibaar. Tweemaal in de week levert ze het werk af op de fabriek en vrijdagsmiddags haalt ze haar geld. Dat is bijna iedere week wat meer. Ze heeft nu een spaar bankboekje en trouw stort ze er iedere vrijdagmiddag het bedrag ij zingen het nog, maar er zal een tijd komen, dat ■’F'' -k Want wat zingen: „Daarginds Tornt ’t atoom schip^uit Spanje^ er c-L -- Ploon aanrijden en Wim op the westsidestory ter verknjgmg van soepele armbewegingen bij hetroede- betere stemvorming ten bate het vermanend toespreken van groot, infin and so idol was klaargestoomd. What What a training! But what a Zo je weet, moest ik me gegeven Sint 16.000 senorita’s

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1962 | | pagina 2