Waarom naareen bondsspaarbank? Metalen vogels komen natuur te hulp Krijgen we nieuwe ijstijd of tropisch klimaat ASPRO üll NUTSSPAARBANK TE WADDINXVEEN „WAT DOEN WE MET MOEDEB» Luchtmacht zorgt voor ingevroren vogels Gemiddelde temperatuur in het poolgebied stijgt langzaam Wat staat ons in de komende eeuw te wachten? Brood droppen Alle jacht gesloten WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN - DONDERDAG 14 FEBR. 1963 PAGINA 2 I Familieroman door Maartje Zeidenrijk Geopend: Maandag t/m Vrijdag van 9-1 uur en van 2-5 uur Vrijdagavond van 7-9 uur KANAALSTRAAT 9 TELEFOON 01828-2418 POSTGIRO 458622 Bescherm u tegen Rillerig? Onprettig? Vlug: Stippen Fantastisch 40 pCt dunner Meerkoeten Ijstijd komt te vroeg Omlaag Advertentie HOOFDSTUK 22 - Nr. 41 pak Omdat een bondsspaarbank een spaarbank is in de ware zin van het woord. Een bondsspaarbank Is niet op winst uit. Neemt geen enkel risico bij het beleggen van de spaargelden. Het enig doel is het sparen bevorderen. Daarbij houdt een bondsspaarbank uitsluitend het belang van de spaarders ta het oog. Er zijn 260 van deze bondsspaarbanken in ons land die alle hetzelfde doel nastreven. Gezamenlijk beheren zij ruim 3% miljard gulden. 3.375.000 spaarders stellen hun vertrouwen in een bondsspaarbank. Het Mj-embleem kenmerkt de ware spaarbank: de bondsspaarbank, een schild •n waarborg voor Uw spaargeld. van m’n hart. Griep Alle hulp is nodig om de tien duizenden dieren van een wisse dood te redden. De Koninklijke Luchtmacht is graag bereid die hulp te bieden. Al enkele dagen vliegen de toestellen van het vlieg veld Ypenburg - en van de vlieg basis Leeuwarden - naar de plaat sen, waar de vogels zich hebben verzameld. Vanaf Ypenburg ope reert het 334-squadron, de tran sporteenheid van de luchtmacht. Het squadron beschikt over Pipers, Beavers, de grotere Fokker Friend ships en helicopters. De Pipers zijn niet zo geschikt voor het droppen van voedsel, de helicopters ook niet. Anders is het met de Beavers. Deze van oorsprong Canadese vliegtui gen behoren tot het meest veel zijdige ras van werkpaarden, dat de luchtmacht op het ogenblik ter beschikking heeft. Achter in het toestel bevindt zich een luik in de bodem. Voor verkenningsvluchten kan daar een fototoestel worden gemonteerd. Ditmaal is het een iedeale afwerpgelegenheid voor het voedsel. tot 60.000 jaar met zelfs een uit zondering tussen Mindel en Riss van 190.000 jaar. Natuurlijk moet met dergelijke statische gegevens, die bovendien nog afgerond zijn, voorzichtig zijn, maar er blijkt toch al duidelijk uit, dat we normaal gesproken nog zo’n 10.000 jaar tegoed hebben voordat we volgens deze cijfers een begin van een nieuwe ijstijd behoeven te verwachten. Maarwie zegt, dat er nu geen uitzondering volgt De minister van landbouw en visserij heeft het in verband met de huidige weersomstandigheden noodzakelijk geacht,, dat ter be scherming van het wild de jacht, voorzover deze nog is geopend, on middellijk wordt gesloten. De be treffende beschikking is in de Staatscourant van 3 jan. 1963 gepu bliceerd en trad met ingang van 4 januari 1963 in werking. Cirkelend kruipt de Beaver naar beneden. De zwanen, aalscholvers en ganzien zijn vanuit de lucht moeilijk te ontdekken. Het zijn slechts kleine, kleurloze stippen in deze koude dodenwereld in een van de meest onherbergzame gebieden van ons land. Hoe lager we komen des te meer bemerken we de snel heid van de Beaver, die met een honderd mijl (160 km) per uur voortraast. Maar de getrainde ogen van de vlieger bemerken iedere afwisseling in het glinsterende ijs op. Hij wijst opnieuw. Een ogen blik is een vlucht witte zwanen te zien. De dieren zitten ineengedoken op het ijs. Ze reageren nauwlijks op het gebrul van de metalen vogel. Erkelens trekt de Beaver in een scherpe draai opzij. Onze magen trekken zich samen. Een nieuwe kreet naar de assistent en ^en nieuw teken met de duim. Nog lager vliegen we, opnieuw op de zwanen af. Als we bijna boven de vogels zijn, geeft de adjudant een schreeuw. De assistent houdt een zak brood boven het luik. Kruimels opgestuwd door de windstroom uit het geopende luik, dwarrelen door de cockpit, kruipen in onze neus gaten en brengen ons aan het hoes ten. Maar het brood valt midden tussen de zwanen. De motor brult als Erkelens het toestel steil om hoog trekt als na een bombarde ment. Het is de training van de militaire vlieger, die deze hande ling erin heeft gegoten. Maar dit maal behoeven we niet bevreesd te zijn voor de luchtdruk van een explosie. Als we opnieuw draaien, zien we de zwanen aan hun maal tijd. Hij wijst over de forse neus van het vliegtuig naar beneden. Zojuist hebben we de zwarte, langgerekte Moerdijkbruggen achter ons gela ten. De witte uitgestrektheid van de Biesbosch, onderbroken door vaal- bruine rietvelden en de zwarte vlekken van gladbevroren water, spreidt zich voor ons uit. Erkelens duwt de stuurknuppel naar bene den. Hij schreeuwt tegen zijn as sistent, die bij het luik bekneld zit tussen een tiental grote zakken met fijngesneden brood, krenten bollen en complete harde broodjes, dat hij zich gereed moet houden. Het enige antwoord, dat te bemer ken is, is een uitgestrekte duim, die achter een van de zakken om hoog komt. Iw volgen de grillige krommingen van de Waal. Stugge aken kruipen door het drijfijs. Bij Zaltbommel wijst Erkelens opnieuw. Zijn scherpe ogen hebben de kleine stipjes aan de oever van de rivier ontdekt. Als we lager vliegen, zien we, dat zich hier duizenden en duizenden een- den en meerkoeten hebben verza meld. Hier en daar zitten ook grote groepen grotere vogels, zoals zwa nen en ganzen. Telkens opnieuw duiken we met de Beaver naar beneden, scheren over de rand tussen water en land, terwijl het stof opnieuw door het toestel dwar relt. De vogels vliegen de eerste maal, dat we overvliegen, geschrok ken op, maar de tweede keer schij nen ze te weten wat ons brullende dier wil. Ze krioelen door elkaar om het felbegeerde voedsel te be machtigen. Zak na zak verdwijnt door het luik. We keren pas terug als de laatste kruimel verdwenen is. Een aantal deskundigen meent, dat dit stijgen der gemiddelde tem peraturen geldt voor het gehele noordelijke halfrond en dat we dus langzaam maar zeker de richting uitgaan van een sub-tropisch en tenslotte van een tropisch klimaat, met als gevolg, dat in die tijden de krokodillen en nijlpaarden in de Rijn zullen zwemmen en wij uiterst luchtig gekleed in ons landje zullen rondspringen. In die tijd zouden we volgens deze geleerden het dieptepunt hebben bereikt van een zogenaamde tussenijstijd. Daarna zou het langzaam weer kouder worden en gaan we naar een nieu we ijsperiode. Andere geleerden menen dat de zaak anders ligt. Zij verwachten over ongeveer honderd jaar het be gin van een nieuwe ijstijd, waarin west-Europa en het oostelijk deel van de Verenigde Staten onder een laag ijs bedolven zullen zijn, een laag die volgens deze heren niet minder dan zo’n 3000 meter dik zal zijn. Zij gaan van de mening uit, dat het water van de Poolzee, ook gedurende vroegere ijstijden warm genoeg was om ijsvrij te zijn. De Poolzee zou dus niet, zoals de geldende theorie luidt, gedurende de ijstijden nog sterker bevroren zijn geweest dan thans. De militaire vliegers vinden dit fantastisch werk. Ze zijn enthousi ast. Ze weten, dat zonder hun hulp de vogels verloren zouden zijn. De luchtmachtleiding werkt graag mee. Men beschouwt het als een goede oefening voor verkenningspiloten. Zolang er vorst is zullen ook de vliegers blijven droppen. Het brood wordt, bijeen gebracht door het Comité Wintervoeding Vogels. Het is hartverwarmend hoe Nederland meeleeft met deze actie. Als we terug zijn op het vliegveld horen we hoe een geestdriftige burge meester van Spijkenisse de lucht macht heeft gefeliciteerd. De bur gemeester had ’s morgens een nood roep laten horen omdat duizenden vogels in zijn gemeente uitgehon gerd waren. De luchtmacht dropte de zakken brood precies op de juiste plaatsen. Ook deze geleerden wijzen op het vaststaande feit, dat het water van het noordelijke deel van de Atlan tische Oceaan snel warmer wordt. In de afgelopen jaren is de gemid delde temperatuur op Groenland en IJsland met ongeveer tien gra den gestegen en volgens hen is de ijskap aan de Noordpool volgens de huidige ramingen al veertig procent dunner dan vijftien jaar geleden en bovendien is de ijskap in oppervlakte ook aanzienlijk ge slonken. Als er voldoende warm water van de Atlantische Oceaan in de IJszee vloeit, ontstaat er een ijs vrije zee. Dit zou volgens hen tot gevolg hebben: condensatie van zeewater, gepaard gaande met gro tere wolkenvorming en daaruit dan vrijwel onafgebroken sneeuwstor men, met als gevolg het ontstaan van gletschers op het vaste land van onze streken. Een Amerikaans ingenieur heeft daartoe een gigan tisch project van een enorme stuw dam voltooid. Midden in zee tussen Groenland en Noorwegen wil hij een 600 km lange en 90 meter hoge dam bouwen, juist in de zone, waar de warme golfstroom afbuigt naar het noorden en daar het ijs doet smelten. Dit water moet worden Verder speurt de Beaver. We „Poeh.mopperde het betreffende nichtje en haar man schoot in een lach. Maar Wim zei: „Kinderen. jullie weten, waarvoor we bij elkaar gekomen zijn. In de eerste plaats is het een klein feestje, omdat onze Aal de man van haar dromen gevonden heeft. Voor zover nog niet bekend: volgende maand gaan ze in het huwelijks bootje stappen. Onze nieuwe zwager is een man, die weet van aanpakken. Dat hebben we in de stad al ge zien. Ik vind hem reuze geschikt, maar ik zal toch blij zijn, als hij voorgoed uit Purmerend verdwenen is. Wel foei, wat een rommel met die riolering. Doch het vak verstaat hij en daarom kunnen we met een gerust hart onze jongste zus aan hem toevertrouwen, want ze zal wel doorlopend brood op de plank hebben. En ook nog wat er op. Maar.door het één komt het ander. Want nu komt onze moeder binnenkort zonder verzorgster te zitten. Nu zitten we met de moeilijkheid, dat er voor Aaltje een ander zal moeten worden gevonden, die onze moeder kan verzorgen. Het is moeders eigen huisje en ik kan best begrijpen, dat ze er niet vandaan wil. Wij, als kinderen, vinden het altijd prettig om af en toe eens naar hier te komen en gezamenlijk onze problemen te bespreken. Wij willen dit eilandje van rust en gezellig heid evenmin missen. Het is tenslotte ons ouderlijk huis en dat is ons allen dierbaar. Dat neemt evenwel niet weg, dat er straks een ander moet komen voor moeder, als Aal naar Woerden vertrokken is. We hebben dat zien aankomen en ik heb er al eerder op gezinspeeld. Nou, jongens, voor de draad: wie weet er een oplossing?” Wim keek de kring eens rond en na enige tijd zei Bep: „Het beste zou zijn, als we een advertentie plaat sen voor een juffrouw voor gezelschap of iets dergelijks.” Corrie haalde haar schouders op. „Meid, dat klinkt TVTEDERLAND is vanuit de lucht één grijze vlakte. De huizen glijden 11 als kleine miniatuurtjes onder ons door, terwijl de Beaver zijn weg zoekt naar de Biesbosch. Een eenzame schaatser in ’t stille, bevroren landschap stopt en blijft verbaasd omhoog kijken. Buiten is het tien| graden onder nul. In de cockpit van het eenmotorige verkenningsvlieg-l tuigje, dat toch goed is voor zes personen of, zoals in ons geval, een flinke lading brood, zorgt de blazende verwarming voor een behaaglijke temperatuur. Het is een bijzondere vlucht. Deze metalen vogel - kort na de tweede wereldoorlog gebouwd - zal de gevederde soortgenoten te hulp schieten. Tienduizenden vogels verkeren in erbarmelijke omstandig heden in de dichtgevroren Biesbosch en de Zuidhollandse en Zeeuwse stromen. Het zijn vooral ganzen en zwanen, hier neergestreken na een verre vlucht vanuit het hoge Noorden. Ieder jaar weer ontvluchten deze dieren de barre koude van het winterse Scandinavië of Oost-Pruisen. Maar ditmaal vinden zij op de hun vertrouwde plekken dezelfde bizarre omstandigheden. Het vriest boven Nederland al dagen. De plassen en rivieren zijn dichtgevroren. Voedsel kunnen de vogels haast niet vinden. tegengehouden, waardoor aan het stijgen der temperatuur en het smelten van het ijs een halt zal worden toegeroepen. Zolang de geleerden het er echter niet over eens zijn, zal van ’t plan van deze Amerikaanse ingenieur Hathaway wel niet veel komen, want voor een dergelijk enorm pro ject is wel een grote overeenstem ming en medewerking van vele naties nodig. W7AT ONS VOORAL in deze barre winter ongetwijfeld bezig houdt, W vooral naar aanleiding van publicaties van geleerden, is wel de vraag: gaan we in onze streken naar een tropisch klimaat toe, of naar een nieuwe ijstijd? Het is nog niet duidelijk wat we hiervan moeten denken, omdat men het in de kringen van deskundigen hier niet over eens is. Een feit is in ieder geval, dat waarnemingen en metingen in het poolgebied uitwijzen, dat de gemiddelde temperatuur daar langzaam maar zeker stijgt, dat het ijs smelt en daardoor de ijskorst aan de pool kappen minder dik is. Arie lachte dochter, die jij, Aal?” Het meisje kreeg een klem en iedereen lachte. Ze liep naar hem toe en trok hem aan z’n oor. „Ga weg, scha vuit, over zulke dingen spreek je niet in gezelschap.” „Nou, jongens, zei Wim en hij zuchtte opgelucht, „Dan zijn er geen moeilijkheden meer. En dus gaan we Overigens ziet het er volgens de statistieken nog zo slecht niet uit en zou een nieuwe ijstijd als door deze geleerden voorzien wel wat aan de vroege kant zijn. Dat zien we wanneer we de vastgestel de ijstijden en him tussenperioden eens nader bekijken. De eerste ijstijd waarvan we ze ker weten, was de Günz-ijstijd. Deze begon 590.000 jaar geleden en duurde met een kleine onderbre king van een periode met hogere temperaturen er tussen, zo’n 60.000 jaar en wel tot omstreeks 530.000 jaar geleden. Dan volgt een war mere periode van 50.000 jaar tot 480.000 jaar in het verre verleden, waarop een nieuwe ijstijd, de Min- del-ijstijd volgde. Deze Mindel- ijstijd werd ook weer in twee delen gesplitst door een korte tussentijd van hogere temperaturen en ein digde zo’n 430.000 jaar geleden en had dus een totaal duur van om streeks 50.000 jaar. Daarop volgde weer ’n warme periode van 430.000 tot 240.000 jaar geleden. Een war me periode van wel zeer Lange duur, niet minder dan 190.000 jaar! Daarop volgde de Riss-ijstijd I van 240.000 tot 220.000 (een periode van 20.000 jaar), gevolgd door een tus senperiode van 30.000 jaar tot 190.000, toen Riss II begon. Deze ijstijd duurde tot 180.000, dus (slechts) 10.000 jaar. Dan zijn er- weer 60.000 warmere jaren tot 120.000 wanneer de Würm-ijstjjd I begint. Deze Würm I werd na zo’n 10.000 jaar weer onderbroken door een tussenperoide van liefst 35.000 jaar die warmer waren, waarna 75000 jaar geleden Würm II begint die duurde tot 20.000. De warme periode die daarop volgde, duurt nu nog voort. Bij aandachtige beschouwing van dit cijfermateriaal zien we, dat de ijstijden steeds bestonden uit twee delen gescheiden door een (korte) warme periode, terwijl de grote tussenperiode vielen tussen de be namingen. Deze kleine tussenperi oden besloegen toch altijd nog zo’n 30.000 tot 35.000 jaar. De grote tussenperioden beliepen zo’n 50.000 Vlieger Adjudant Erkelens tikt op mijn schouder. Gewoon praten is onmogelijk doordat onze oren bekneld zijn tussen de koptelefoon. voor ons, Beemstersen, veel te deftig. Noem het maar gewoon een huishoudster bij dame alleen. Want daar komt het toch op neer.” Piet keek eens naar zijn oudste broer. „Zeg, Dirk, weet jij bij geval niet iemand? Jij bent in deze contreien beter bekend dan wij.” Dirk schraapte zijn keel eens. Er zitten hier natuurlijk wel een paar alleenwonende vrouwen op leeftijd. Maar ja, ik ben het met Wim eens: een advertentie zou mis schien de beste oplossing zijn.” Gerard lachte. „Je kunt ook met een bord door de* Beemster gaan lopen: .„Wie wil onze moeder gaan ver zorgen? Wie, o wie?” Bep schudde haar hoofd. „Je hoeft niet te vragen, wat voor krant ie leest, hè?” „Wij hebben zo’n boekwinkel in de stad, en die plaatst raamadvertenties,” begon Henk bedachtzaam. „Amersfoort is de Beemster niet,” lachte Tonnie. Maar je kunt het hier wel op een boom lang de weg spijkeren.” Catrien schoot in een lach. „Zoiets als: „beste biggen te koop.” „Doen ze dat hier nog?” vroeg Gerard verrast. Dirk knikte. „Och ja, oude traditie, hè? Geen mens, die er kwaad in ziet. Ploon keek even naar de hoek bij het raam en vroeg: „Heeft moeder zelf geen idee?” Mevrouw Dinkla, die doorgaans zwijgend luisterde naar de gesprekken, keek haar schoondochter aan. „Me kind, ik kom toch nooit ergens, hoe zou ik dat weten?” Even was er een stilte. Toen sprak tante Gré opeens: „Wat leuteren jullie toch over een probleem? Ik heb dit al ang zien aankomen en ik heb mijn tijd af gewacht. Toen Corrie er met die kaartjesknipper vandoor ging, dacht ik: nu is alleen Aal nog thuis van de meisjes. En wat moet er gebeuren, als die het ook te pakken krijgt? Geen van mijn nichten is natuurlijk zo verstandig ge weest als ik, om tegen iedere man te zeggen: hoepel op, jij, ik heb je niet nodig. Nee, op een gegeven moment zien ze een of andere kerel, die hun eens onder de kin strijkt en dan zijn ze bij voorbaat al'verloren.” „Tante, ik heb Aaltje nog nooit onder de kin gestre ken, hoor,” antwoordde Arie lachend. „Hou jij je mond,” ibazigde tante Gré, „ik ben jouw tante nog niet, dus jij hebt nog niets te vertellen. In plaats van te zitten lachen, moet jij je eens realiseren, eens gezellig een liedje zingen voor het aanstaande bruidspaar. Of wil tante Gré soms eens een voordracht doen? De oudé vrouw keek hem nijdig in het lachende gezicht. „Ik? Ben je nu helemaal Om één uur deden Arie en Aal de laatste gasten uitgeleide. Tante Gré, die bleef logeren, hielp haar zuster naar bed en de jongelui liepen met de armen om elkaar heen naar achteren. Bij de keukendeur bleef Arie staan en nam het meisje in zijn armen. Hij kuste haar innig en keek haar aan. „Poesje?” „Ja, Arie?” „Alsals ik weer eens een blunder maak, zul je dan niet meer zó lang kwaad op me blijven?” Ze trok zijn hoofd naar zich toe. „Arie. ik zal pro beren een goede vrouw voor je te zijn. Wil je ook wat geduld met me hebben, als ik soms weer eens humeurig ben of een pébui krijg?” „Poesje,” antwoordde hij zacht, „ik zal altijd van je houden, hoor je? Altijd. Hoe je ook bent. We zullen hef en leed delen en begrip hebben voor eikaars ge breken. Zullen we dat afspraken?” Ze knikte en nestelde zich in zijn arm. „Ja, Arie.” Even stonden ze zo stil en de man beroerde het haar van het meisje met zijn lippen. „Arie?” „Ja, poesje?” „Ik.ik heb een gekke vraag. Wil je me niet uit lachen, als ik het zeg?” „Maar, poesje, natuurlijk niet.” „Je zei eens.in de wagen. toen ik naar die schoe nenwinkel moest. toen je me in je armen had en over dat gat dioeg. dat ie me toen al wilde kussen.dat je toen al van me hield. Was dat zo, Arie?” Hii knikte. „Ik dacht toen: Wat een Hef kindwat een lekkere toet. „Ik dacht toen. dat was maar heel even, misschien een paar seconden., ik sloot m’n ogen., wel, toen dacht ik: wat moet het fijn zijn, als je zo’n sterke man hebt om je te beschermen. Arie. je moet niet lachen, maar. wil je me nu nog eens zo in je anmen nemen?” Zwijgend pakte hij haar beet en tilde haar omhoog. Ze sloeg haar armen om hem heen en slaakte een diepe zucht. „Ja, Arie,” fluisterde ze, zo was het toen. Als ik neerslachtig ben. straks. als we getrouwd zijn, of ik ben lelijk tegen je. of verdrietig. wil je me dan zo in je armen nemen, Arie? Dan zal ik me veilig voelen voor alles. Want nu ben ik gelukkig. volmaakt geluk kig. o, Arie, lieve jongen van me, kus me. EINDE. dat jij de steun van je aanstaande schoonmoeder het huis uitsleept. Je moest eigenijk in de hoek gaan staan om je te schamen.” „In welke hoek wilt u me hebben, tante Gré?” „Je bent onverbeterlijk. Aal, geef die aangaande man van jou een draai om zijn oren. Je krijgt hem van mij wel terug.” „Ik kijk wel uit. „En houden jullie verder je mond, als ik spreek. Dus, zoals ik al zei: dit heb ik zien aankomen. En daarom zal ik er voor zorgen, dat mijn zuster niet de dupe wordt van de trouwlustigheid harer dochters. Ik verkoop mijn huis in Tiel en ik kom bij jullie inwonen en ik zal haar verzorgen, misschien wel beter als een van jullie ooit gedaan heeft. Ontruim maar een paar kamers voor me boven, want over veertien dagen kom ik met m’n spullen. Of heeft iemand daartegen soms bezwaar? Dan zal ik hem van repliek dienen. Aal, geef me dé matte- klopper eens aan Er ging een gejoel op en iedereen stond ineens op. Het werd een ware invasie naar de stoel van tante Gré en of ze zich al verweerde, het gaf niet. Ze moest het zich laten welgevallen, dlat iedereen haar wilde omhel zen en zoenen. En tenslotte kwam er een stroeve glim lach op haar gezicht. „Hou nou maar op, zo is het al mooi genoeg geweest,” zei ze, half vertederd. „Wel verdraaid, ik ben geen jonge meid meer. „U bent anders nog best een zoen waard, tante,” meende Wim ondeugend. „Hè,” zuchtte Corrie, „dat is een Als we tante Gré toch niet hadden „O, dus ik ben toch nog ergens goed voor,” mees muilde ze. En Aaltje, die nog steeds bij haar stond, omhelsde haar opnieuw en zei op hartedijke toom „Tante Gré, je bent en schat, in één woord. Ik zou niemand liever dan u onze moeder toevertrouwen.” En toen draaide de oude vrouw helemaal bij. „Lieve kind,” zei ze zachter dan gewoonijk, terwijl ze even haar hand beroerde, „Ik hoop van harte, dat je geluk kig wordt met die lange sladood van je.” j en antwoordde: „Nou, tante, de eerste we krijgen, zullen we naar u noemen, wat

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1963 | | pagina 2