Waarom naareen bondsspaarbank?
Metalen vogels komen
natuur te hulp
Krijgen we nieuwe ijstijd
of tropisch klimaat
ASPRO
üll
NUTSSPAARBANK TE WADDINXVEEN
„WAT DOEN WE
MET MOEDEB»
Luchtmacht zorgt voor
ingevroren vogels
Gemiddelde temperatuur in het
poolgebied stijgt langzaam
Wat staat ons in de komende eeuw te wachten?
Brood droppen
Alle jacht gesloten
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN - DONDERDAG 14 FEBR. 1963
PAGINA 2
I
Familieroman
door Maartje Zeidenrijk
Geopend:
Maandag t/m Vrijdag van
9-1 uur en van 2-5 uur
Vrijdagavond van 7-9 uur
KANAALSTRAAT 9
TELEFOON 01828-2418
POSTGIRO 458622
Bescherm u tegen
Rillerig? Onprettig?
Vlug:
Stippen
Fantastisch
40 pCt dunner
Meerkoeten
Ijstijd komt te vroeg
Omlaag
Advertentie
HOOFDSTUK 22 - Nr. 41
pak
Omdat een bondsspaarbank een spaarbank is in de ware zin van het woord.
Een bondsspaarbank Is niet op winst uit. Neemt geen enkel risico bij het
beleggen van de spaargelden. Het enig doel is het sparen bevorderen.
Daarbij houdt een bondsspaarbank uitsluitend het belang van de spaarders
ta het oog. Er zijn 260 van deze bondsspaarbanken in ons land die alle
hetzelfde doel nastreven. Gezamenlijk beheren zij ruim 3% miljard gulden.
3.375.000 spaarders stellen hun vertrouwen in een bondsspaarbank. Het
Mj-embleem kenmerkt de ware spaarbank: de bondsspaarbank, een schild
•n waarborg voor Uw spaargeld.
van m’n hart.
Griep
Alle hulp is nodig om de tien
duizenden dieren van een wisse
dood te redden. De Koninklijke
Luchtmacht is graag bereid die
hulp te bieden. Al enkele dagen
vliegen de toestellen van het vlieg
veld Ypenburg - en van de vlieg
basis Leeuwarden - naar de plaat
sen, waar de vogels zich hebben
verzameld. Vanaf Ypenburg ope
reert het 334-squadron, de tran
sporteenheid van de luchtmacht.
Het squadron beschikt over Pipers,
Beavers, de grotere Fokker Friend
ships en helicopters. De Pipers zijn
niet zo geschikt voor het droppen
van voedsel, de helicopters ook niet.
Anders is het met de Beavers. Deze
van oorsprong Canadese vliegtui
gen behoren tot het meest veel
zijdige ras van werkpaarden, dat
de luchtmacht op het ogenblik ter
beschikking heeft. Achter in het
toestel bevindt zich een luik in de
bodem. Voor verkenningsvluchten
kan daar een fototoestel worden
gemonteerd. Ditmaal is het een
iedeale afwerpgelegenheid voor het
voedsel.
tot 60.000 jaar met zelfs een uit
zondering tussen Mindel en Riss
van 190.000 jaar.
Natuurlijk moet met dergelijke
statische gegevens, die bovendien
nog afgerond zijn, voorzichtig zijn,
maar er blijkt toch al duidelijk uit,
dat we normaal gesproken nog zo’n
10.000 jaar tegoed hebben voordat
we volgens deze cijfers een begin
van een nieuwe ijstijd behoeven te
verwachten. Maarwie zegt,
dat er nu geen uitzondering volgt
De minister van landbouw en
visserij heeft het in verband met
de huidige weersomstandigheden
noodzakelijk geacht,, dat ter be
scherming van het wild de jacht,
voorzover deze nog is geopend, on
middellijk wordt gesloten. De be
treffende beschikking is in de
Staatscourant van 3 jan. 1963 gepu
bliceerd en trad met ingang van 4
januari 1963 in werking.
Cirkelend kruipt de Beaver naar
beneden. De zwanen, aalscholvers
en ganzien zijn vanuit de lucht
moeilijk te ontdekken. Het zijn
slechts kleine, kleurloze stippen in
deze koude dodenwereld in een van
de meest onherbergzame gebieden
van ons land. Hoe lager we komen
des te meer bemerken we de snel
heid van de Beaver, die met een
honderd mijl (160 km) per uur
voortraast. Maar de getrainde ogen
van de vlieger bemerken iedere
afwisseling in het glinsterende ijs
op. Hij wijst opnieuw. Een ogen
blik is een vlucht witte zwanen te
zien. De dieren zitten ineengedoken
op het ijs. Ze reageren nauwlijks
op het gebrul van de metalen vogel.
Erkelens trekt de Beaver in een
scherpe draai opzij. Onze magen
trekken zich samen. Een nieuwe
kreet naar de assistent en ^en
nieuw teken met de duim. Nog
lager vliegen we, opnieuw op de
zwanen af. Als we bijna boven de
vogels zijn, geeft de adjudant een
schreeuw. De assistent houdt een
zak brood boven het luik. Kruimels
opgestuwd door de windstroom uit
het geopende luik, dwarrelen door
de cockpit, kruipen in onze neus
gaten en brengen ons aan het hoes
ten. Maar het brood valt midden
tussen de zwanen. De motor brult
als Erkelens het toestel steil om
hoog trekt als na een bombarde
ment. Het is de training van de
militaire vlieger, die deze hande
ling erin heeft gegoten. Maar dit
maal behoeven we niet bevreesd
te zijn voor de luchtdruk van een
explosie. Als we opnieuw draaien,
zien we de zwanen aan hun maal
tijd.
Hij wijst over de forse neus van
het vliegtuig naar beneden. Zojuist
hebben we de zwarte, langgerekte
Moerdijkbruggen achter ons gela
ten. De witte uitgestrektheid van de
Biesbosch, onderbroken door vaal-
bruine rietvelden en de zwarte
vlekken van gladbevroren water,
spreidt zich voor ons uit. Erkelens
duwt de stuurknuppel naar bene
den. Hij schreeuwt tegen zijn as
sistent, die bij het luik bekneld zit
tussen een tiental grote zakken
met fijngesneden brood, krenten
bollen en complete harde broodjes,
dat hij zich gereed moet houden.
Het enige antwoord, dat te bemer
ken is, is een uitgestrekte duim,
die achter een van de zakken om
hoog komt.
Iw
volgen de grillige krommingen van
de Waal. Stugge aken kruipen door
het drijfijs. Bij Zaltbommel wijst
Erkelens opnieuw. Zijn scherpe
ogen hebben de kleine stipjes aan
de oever van de rivier ontdekt. Als
we lager vliegen, zien we, dat zich
hier duizenden en duizenden een-
den en meerkoeten hebben verza
meld. Hier en daar zitten ook grote
groepen grotere vogels, zoals zwa
nen en ganzen. Telkens opnieuw
duiken we met de Beaver naar
beneden, scheren over de rand
tussen water en land, terwijl het
stof opnieuw door het toestel dwar
relt. De vogels vliegen de eerste
maal, dat we overvliegen, geschrok
ken op, maar de tweede keer schij
nen ze te weten wat ons brullende
dier wil. Ze krioelen door elkaar
om het felbegeerde voedsel te be
machtigen. Zak na zak verdwijnt
door het luik. We keren pas terug
als de laatste kruimel verdwenen
is.
Een aantal deskundigen meent,
dat dit stijgen der gemiddelde tem
peraturen geldt voor het gehele
noordelijke halfrond en dat we dus
langzaam maar zeker de richting
uitgaan van een sub-tropisch en
tenslotte van een tropisch klimaat,
met als gevolg, dat in die tijden
de krokodillen en nijlpaarden in de
Rijn zullen zwemmen en wij uiterst
luchtig gekleed in ons landje zullen
rondspringen. In die tijd zouden
we volgens deze geleerden het
dieptepunt hebben bereikt van een
zogenaamde tussenijstijd. Daarna
zou het langzaam weer kouder
worden en gaan we naar een nieu
we ijsperiode.
Andere geleerden menen dat de
zaak anders ligt. Zij verwachten
over ongeveer honderd jaar het be
gin van een nieuwe ijstijd, waarin
west-Europa en het oostelijk deel
van de Verenigde Staten onder een
laag ijs bedolven zullen zijn, een
laag die volgens deze heren niet
minder dan zo’n 3000 meter dik
zal zijn. Zij gaan van de mening
uit, dat het water van de Poolzee,
ook gedurende vroegere ijstijden
warm genoeg was om ijsvrij te zijn.
De Poolzee zou dus niet, zoals de
geldende theorie luidt, gedurende
de ijstijden nog sterker bevroren
zijn geweest dan thans.
De militaire vliegers vinden dit
fantastisch werk. Ze zijn enthousi
ast. Ze weten, dat zonder hun hulp
de vogels verloren zouden zijn. De
luchtmachtleiding werkt graag mee.
Men beschouwt het als een goede
oefening voor verkenningspiloten.
Zolang er vorst is zullen ook de
vliegers blijven droppen. Het brood
wordt, bijeen gebracht door het
Comité Wintervoeding Vogels. Het
is hartverwarmend hoe Nederland
meeleeft met deze actie. Als we
terug zijn op het vliegveld horen
we hoe een geestdriftige burge
meester van Spijkenisse de lucht
macht heeft gefeliciteerd. De bur
gemeester had ’s morgens een nood
roep laten horen omdat duizenden
vogels in zijn gemeente uitgehon
gerd waren. De luchtmacht dropte
de zakken brood precies op de
juiste plaatsen.
Ook deze geleerden wijzen op het
vaststaande feit, dat het water van
het noordelijke deel van de Atlan
tische Oceaan snel warmer wordt.
In de afgelopen jaren is de gemid
delde temperatuur op Groenland
en IJsland met ongeveer tien gra
den gestegen en volgens hen is de
ijskap aan de Noordpool volgens
de huidige ramingen al veertig
procent dunner dan vijftien jaar
geleden en bovendien is de ijskap
in oppervlakte ook aanzienlijk ge
slonken.
Als er voldoende warm water
van de Atlantische Oceaan in de
IJszee vloeit, ontstaat er een ijs
vrije zee. Dit zou volgens hen tot
gevolg hebben: condensatie van
zeewater, gepaard gaande met gro
tere wolkenvorming en daaruit dan
vrijwel onafgebroken sneeuwstor
men, met als gevolg het ontstaan
van gletschers op het vaste land
van onze streken. Een Amerikaans
ingenieur heeft daartoe een gigan
tisch project van een enorme stuw
dam voltooid. Midden in zee tussen
Groenland en Noorwegen wil hij
een 600 km lange en 90 meter hoge
dam bouwen, juist in de zone, waar
de warme golfstroom afbuigt naar
het noorden en daar het ijs doet
smelten. Dit water moet worden
Verder speurt de Beaver. We
„Poeh.mopperde het betreffende nichtje en haar
man schoot in een lach. Maar Wim zei: „Kinderen.
jullie weten, waarvoor we bij elkaar gekomen zijn. In de
eerste plaats is het een klein feestje, omdat onze Aal de
man van haar dromen gevonden heeft. Voor zover nog
niet bekend: volgende maand gaan ze in het huwelijks
bootje stappen. Onze nieuwe zwager is een man, die
weet van aanpakken. Dat hebben we in de stad al ge
zien. Ik vind hem reuze geschikt, maar ik zal toch blij
zijn, als hij voorgoed uit Purmerend verdwenen is. Wel
foei, wat een rommel met die riolering. Doch het vak
verstaat hij en daarom kunnen we met een gerust hart
onze jongste zus aan hem toevertrouwen, want ze zal
wel doorlopend brood op de plank hebben. En ook nog
wat er op. Maar.door het één komt het ander. Want
nu komt onze moeder binnenkort zonder verzorgster te
zitten. Nu zitten we met de moeilijkheid, dat er voor
Aaltje een ander zal moeten worden gevonden, die onze
moeder kan verzorgen. Het is moeders eigen huisje en
ik kan best begrijpen, dat ze er niet vandaan wil. Wij,
als kinderen, vinden het altijd prettig om af en toe eens
naar hier te komen en gezamenlijk onze problemen te
bespreken. Wij willen dit eilandje van rust en gezellig
heid evenmin missen. Het is tenslotte ons ouderlijk huis
en dat is ons allen dierbaar. Dat neemt evenwel niet
weg, dat er straks een ander moet komen voor moeder,
als Aal naar Woerden vertrokken is. We hebben dat
zien aankomen en ik heb er al eerder op gezinspeeld.
Nou, jongens, voor de draad: wie weet er een oplossing?”
Wim keek de kring eens rond en na enige tijd zei
Bep: „Het beste zou zijn, als we een advertentie plaat
sen voor een juffrouw voor gezelschap of iets dergelijks.”
Corrie haalde haar schouders op. „Meid, dat klinkt
TVTEDERLAND is vanuit de lucht één grijze vlakte. De huizen glijden
11 als kleine miniatuurtjes onder ons door, terwijl de Beaver zijn weg
zoekt naar de Biesbosch. Een eenzame schaatser in ’t stille, bevroren
landschap stopt en blijft verbaasd omhoog kijken. Buiten is het tien|
graden onder nul. In de cockpit van het eenmotorige verkenningsvlieg-l
tuigje, dat toch goed is voor zes personen of, zoals in ons geval, een
flinke lading brood, zorgt de blazende verwarming voor een behaaglijke
temperatuur. Het is een bijzondere vlucht. Deze metalen vogel - kort
na de tweede wereldoorlog gebouwd - zal de gevederde soortgenoten te
hulp schieten. Tienduizenden vogels verkeren in erbarmelijke omstandig
heden in de dichtgevroren Biesbosch en de Zuidhollandse en Zeeuwse
stromen. Het zijn vooral ganzen en zwanen, hier neergestreken na een
verre vlucht vanuit het hoge Noorden. Ieder jaar weer ontvluchten deze
dieren de barre koude van het winterse Scandinavië of Oost-Pruisen.
Maar ditmaal vinden zij op de hun vertrouwde plekken dezelfde bizarre
omstandigheden. Het vriest boven Nederland al dagen. De plassen en
rivieren zijn dichtgevroren. Voedsel kunnen de vogels haast niet vinden.
tegengehouden, waardoor aan het
stijgen der temperatuur en het
smelten van het ijs een halt zal
worden toegeroepen.
Zolang de geleerden het er echter
niet over eens zijn, zal van ’t plan
van deze Amerikaanse ingenieur
Hathaway wel niet veel komen,
want voor een dergelijk enorm pro
ject is wel een grote overeenstem
ming en medewerking van vele
naties nodig.
W7AT ONS VOORAL in deze barre winter ongetwijfeld bezig houdt,
W vooral naar aanleiding van publicaties van geleerden, is wel de
vraag: gaan we in onze streken naar een tropisch klimaat toe, of naar
een nieuwe ijstijd? Het is nog niet duidelijk wat we hiervan moeten
denken, omdat men het in de kringen van deskundigen hier niet over
eens is. Een feit is in ieder geval, dat waarnemingen en metingen in het
poolgebied uitwijzen, dat de gemiddelde temperatuur daar langzaam
maar zeker stijgt, dat het ijs smelt en daardoor de ijskorst aan de pool
kappen minder dik is.
Arie lachte
dochter, die
jij, Aal?”
Het meisje kreeg een klem en iedereen lachte. Ze liep
naar hem toe en trok hem aan z’n oor. „Ga weg, scha
vuit, over zulke dingen spreek je niet in gezelschap.”
„Nou, jongens, zei Wim en hij zuchtte opgelucht,
„Dan zijn er geen moeilijkheden meer. En dus gaan we
Overigens ziet het er volgens
de statistieken nog zo slecht niet
uit en zou een nieuwe ijstijd als
door deze geleerden voorzien wel
wat aan de vroege kant zijn. Dat
zien we wanneer we de vastgestel
de ijstijden en him tussenperioden
eens nader bekijken.
De eerste ijstijd waarvan we ze
ker weten, was de Günz-ijstijd.
Deze begon 590.000 jaar geleden en
duurde met een kleine onderbre
king van een periode met hogere
temperaturen er tussen, zo’n 60.000
jaar en wel tot omstreeks 530.000
jaar geleden. Dan volgt een war
mere periode van 50.000 jaar tot
480.000 jaar in het verre verleden,
waarop een nieuwe ijstijd, de Min-
del-ijstijd volgde. Deze Mindel-
ijstijd werd ook weer in twee delen
gesplitst door een korte tussentijd
van hogere temperaturen en ein
digde zo’n 430.000 jaar geleden en
had dus een totaal duur van om
streeks 50.000 jaar. Daarop volgde
weer ’n warme periode van 430.000
tot 240.000 jaar geleden. Een war
me periode van wel zeer Lange
duur, niet minder dan 190.000 jaar!
Daarop volgde de Riss-ijstijd I van
240.000 tot 220.000 (een periode van
20.000 jaar), gevolgd door een tus
senperiode van 30.000 jaar tot
190.000, toen Riss II begon.
Deze ijstijd duurde tot 180.000,
dus (slechts) 10.000 jaar. Dan zijn
er- weer 60.000 warmere jaren tot
120.000 wanneer de Würm-ijstjjd I
begint. Deze Würm I werd na zo’n
10.000 jaar weer onderbroken door
een tussenperoide van liefst 35.000
jaar die warmer waren, waarna
75000 jaar geleden Würm II begint
die duurde tot 20.000. De warme
periode die daarop volgde, duurt
nu nog voort.
Bij aandachtige beschouwing van
dit cijfermateriaal zien we, dat de
ijstijden steeds bestonden uit twee
delen gescheiden door een (korte)
warme periode, terwijl de grote
tussenperiode vielen tussen de be
namingen. Deze kleine tussenperi
oden besloegen toch altijd nog zo’n
30.000 tot 35.000 jaar. De grote
tussenperioden beliepen zo’n 50.000
Vlieger Adjudant Erkelens tikt
op mijn schouder. Gewoon praten
is onmogelijk doordat onze oren
bekneld zijn tussen de koptelefoon.
voor ons, Beemstersen, veel te deftig. Noem het maar
gewoon een huishoudster bij dame alleen. Want daar
komt het toch op neer.”
Piet keek eens naar zijn oudste broer. „Zeg, Dirk,
weet jij bij geval niet iemand? Jij bent in deze contreien
beter bekend dan wij.”
Dirk schraapte zijn keel eens. Er zitten hier natuurlijk
wel een paar alleenwonende vrouwen op leeftijd. Maar
ja, ik ben het met Wim eens: een advertentie zou mis
schien de beste oplossing zijn.”
Gerard lachte. „Je kunt ook met een bord door de*
Beemster gaan lopen: .„Wie wil onze moeder gaan ver
zorgen? Wie, o wie?”
Bep schudde haar hoofd. „Je hoeft niet te vragen,
wat voor krant ie leest, hè?”
„Wij hebben zo’n boekwinkel in de stad, en die
plaatst raamadvertenties,” begon Henk bedachtzaam.
„Amersfoort is de Beemster niet,” lachte Tonnie.
Maar je kunt het hier wel op een boom lang de weg
spijkeren.”
Catrien schoot in een lach. „Zoiets als: „beste biggen
te koop.”
„Doen ze dat hier nog?” vroeg Gerard verrast.
Dirk knikte. „Och ja, oude traditie, hè? Geen mens,
die er kwaad in ziet.
Ploon keek even naar de hoek bij het raam en vroeg:
„Heeft moeder zelf geen idee?”
Mevrouw Dinkla, die doorgaans zwijgend luisterde
naar de gesprekken, keek haar schoondochter aan. „Me
kind, ik kom toch nooit ergens, hoe zou ik dat weten?”
Even was er een stilte. Toen sprak tante Gré opeens:
„Wat leuteren jullie toch over een probleem? Ik heb
dit al ang zien aankomen en ik heb mijn tijd af gewacht.
Toen Corrie er met die kaartjesknipper vandoor ging,
dacht ik: nu is alleen Aal nog thuis van de meisjes. En
wat moet er gebeuren, als die het ook te pakken krijgt?
Geen van mijn nichten is natuurlijk zo verstandig ge
weest als ik, om tegen iedere man te zeggen: hoepel op,
jij, ik heb je niet nodig. Nee, op een gegeven moment
zien ze een of andere kerel, die hun eens onder de kin
strijkt en dan zijn ze bij voorbaat al'verloren.”
„Tante, ik heb Aaltje nog nooit onder de kin gestre
ken, hoor,” antwoordde Arie lachend.
„Hou jij je mond,” ibazigde tante Gré, „ik ben jouw
tante nog niet, dus jij hebt nog niets te vertellen. In
plaats van te zitten lachen, moet jij je eens realiseren,
eens gezellig een liedje zingen voor het aanstaande
bruidspaar. Of wil tante Gré soms eens een voordracht
doen?
De oudé vrouw keek hem nijdig in het lachende
gezicht. „Ik? Ben je nu helemaal
Om één uur deden Arie en Aal de laatste gasten
uitgeleide. Tante Gré, die bleef logeren, hielp haar
zuster naar bed en de jongelui liepen met de armen om
elkaar heen naar achteren. Bij de keukendeur bleef Arie
staan en nam het meisje in zijn armen. Hij kuste haar
innig en keek haar aan.
„Poesje?”
„Ja, Arie?”
„Alsals ik weer eens een blunder maak, zul je dan
niet meer zó lang kwaad op me blijven?”
Ze trok zijn hoofd naar zich toe. „Arie. ik zal pro
beren een goede vrouw voor je te zijn. Wil je ook wat
geduld met me hebben, als ik soms weer eens humeurig
ben of een pébui krijg?”
„Poesje,” antwoordde hij zacht, „ik zal altijd van je
houden, hoor je? Altijd. Hoe je ook bent. We zullen
hef en leed delen en begrip hebben voor eikaars ge
breken. Zullen we dat afspraken?”
Ze knikte en nestelde zich in zijn arm. „Ja, Arie.”
Even stonden ze zo stil en de man beroerde het haar
van het meisje met zijn lippen.
„Arie?”
„Ja, poesje?”
„Ik.ik heb een gekke vraag. Wil je me niet uit
lachen, als ik het zeg?”
„Maar, poesje, natuurlijk niet.”
„Je zei eens.in de wagen. toen ik naar die schoe
nenwinkel moest. toen je me in je armen had en over
dat gat dioeg. dat ie me toen al wilde kussen.dat je
toen al van me hield. Was dat zo, Arie?”
Hii knikte. „Ik dacht toen: Wat een Hef kindwat
een lekkere toet.
„Ik dacht toen. dat was maar heel even, misschien
een paar seconden., ik sloot m’n ogen., wel, toen
dacht ik: wat moet het fijn zijn, als je zo’n sterke man
hebt om je te beschermen. Arie. je moet niet lachen,
maar. wil je me nu nog eens zo in je anmen nemen?”
Zwijgend pakte hij haar beet en tilde haar omhoog.
Ze sloeg haar armen om hem heen en slaakte een diepe
zucht. „Ja, Arie,” fluisterde ze, zo was het toen. Als ik
neerslachtig ben. straks. als we getrouwd zijn, of ik
ben lelijk tegen je. of verdrietig. wil je me dan zo
in je armen nemen, Arie? Dan zal ik me veilig voelen
voor alles. Want nu ben ik gelukkig. volmaakt geluk
kig. o, Arie, lieve jongen van me, kus me.
EINDE.
dat jij de steun van je aanstaande schoonmoeder het
huis uitsleept. Je moest eigenijk in de hoek gaan staan
om je te schamen.”
„In welke hoek wilt u me hebben, tante Gré?”
„Je bent onverbeterlijk. Aal, geef die aangaande man
van jou een draai om zijn oren. Je krijgt hem van mij
wel terug.”
„Ik kijk wel uit.
„En houden jullie verder je mond, als ik spreek. Dus,
zoals ik al zei: dit heb ik zien aankomen. En daarom
zal ik er voor zorgen, dat mijn zuster niet de dupe
wordt van de trouwlustigheid harer dochters. Ik verkoop
mijn huis in Tiel en ik kom bij jullie inwonen en ik zal
haar verzorgen, misschien wel beter als een van jullie
ooit gedaan heeft. Ontruim maar een paar kamers voor
me boven, want over veertien dagen kom ik met m’n
spullen. Of heeft iemand daartegen soms bezwaar? Dan
zal ik hem van repliek dienen. Aal, geef me dé matte-
klopper eens aan
Er ging een gejoel op en iedereen stond ineens op.
Het werd een ware invasie naar de stoel van tante Gré
en of ze zich al verweerde, het gaf niet. Ze moest het
zich laten welgevallen, dlat iedereen haar wilde omhel
zen en zoenen. En tenslotte kwam er een stroeve glim
lach op haar gezicht. „Hou nou maar op, zo is het al
mooi genoeg geweest,” zei ze, half vertederd. „Wel
verdraaid, ik ben geen jonge meid meer.
„U bent anders nog best een zoen waard, tante,”
meende Wim ondeugend.
„Hè,” zuchtte Corrie, „dat is een
Als we tante Gré toch niet hadden
„O, dus ik ben toch nog ergens goed voor,” mees
muilde ze. En Aaltje, die nog steeds bij haar stond,
omhelsde haar opnieuw en zei op hartedijke toom
„Tante Gré, je bent en schat, in één woord. Ik zou
niemand liever dan u onze moeder toevertrouwen.”
En toen draaide de oude vrouw helemaal bij. „Lieve
kind,” zei ze zachter dan gewoonijk, terwijl ze even
haar hand beroerde, „Ik hoop van harte, dat je geluk
kig wordt met die lange sladood van je.”
j en antwoordde: „Nou, tante, de eerste
we krijgen, zullen we naar u noemen, wat