Verkeer na vakanties weer in
normale banen
0
Elsevier’s weekblad
schooiasenda's
ë&ty&M d& w&ML
I
mil
Toerisme lonender
Vakantie Bakkers
m
U ll hl K en WULCO
concerteert
Gouda
m
dan smokkelarij
Andorra
Organist
Wim v. d. Panne
1
MODERN
maar niet duur
zijn onze
brilmonturen
Opticiën ,Saton
De zaak met de
buitenklok.
HM
w:
I
1
1
V akantieregeling
slagers 1964
VELDWIJK
ÉHIll
EP
I
i
ii
I
«r
:-•<
DISCIPLINE
1.
^<«8
vv
PAGINA 2
*1
ki
4!’
■4
■I
SF,
gf"
i
In voorraad
voor het nieuwe schooljaar 1964-’65
PASSAGE, telefoon 2620
door Gitta Haandriks
Hoofdstuk 6 - nr. 7
k
Gesloten van 17 tan. 29 augustus:
K. van Tilburg, Kon. Wilhelm.plein
10 tot 29 augustus:
C. van der Spoel, W. J. Los, J. van
der Loo en J. de Graaff.
g<
di
hi
I
I
t
I
di
w
d:
a
s
G
BOEKHANDEL
K
dc
C€
Bovendien leveren
wij uitsluitend de
de beste glazen.
I
II
It-
kerkelijk in Beekbergen. Daarna zouden we een paar
dagen doorbrengen in één van mijn huizen, diep ver
borgen in de bossen tussen Beekbergen en Loenen.
Alle veiligheidsmaatregelen waren getroffen. Leden
van Joop’s verzetsgroep zouden ’s nachts en overdag
de wacht houden rond ons huis in de bossen. Alles
was te voren tot in de kleinste bizonderheden uitge
kiend en niets aan het toeval overgelaten. Met alles
was terdege rekening gehouden.
En zo gebeurde het. Op de een-en-twintigste juni
van het jaar 1943 huwden we. Om half drie in het
gemeentehuis van Apeldoorn. En een uur later in de
kerk te Beekbergen. Zonder publiek, met twee ver
trouwde getuigen. Alles heel sober en eenvoudig.
Zelfs geen bloemen. En vanuit de kerk gingen we
meteen naar ons huis in de bossen. Daar hebben we
ons huwelijk met een intiem dineetje gevierd. Om
half elf ’s avonds gingen de laatste gasten weg. Ja.
Bedrijfswoningen aan de
Juliana van Stolberglaan
Van de gewelfde wanden hingen stukken druipsteen naar
beneden en op een stuk steen zat een oude man met een
lange grijze baard, gehuld in een wijd kleed. Onbeweeglijk
staarde hij in het houtvuur, dat bij zijn voeten knapperde.
Walder begreep, dat zij verder moesten en dat ze niet
voorgoed in de gang konden blijven. Gevolgd door Wulco
kroop hij uit zijn pijp. Wat voelden de jongens zich klein
in deze grote ruimte. De oude man scheen hen niet be
merkt te hebben, want hij bleef onafgebroken in het vuur
staren. Langzaam schuifelden de vrienden naderbij. Toen
zij vlak bij de oude man waren gekomen, richtte deze zich
ineens op en stak de beide armen omhoog. Uit zijn mager
gezicht staarden twee scherpe, donkere ogen de jongens
strak aan. Walder en Wulco stonden als aan de grond ge
nageld. „Ik groet u”, sprak de grijsaard, „ik wist, dat u
komen zoudt, treedt nader en zet u bij het vuur”. Hij wees
op enkele brokken steen, die bij het houtvuur lagen.
Verwonderd keken de jongens naar de oude man en aar
zelend kwamen zij dichterbij. Wie was die vreemde grijs
aard en hoe wist hij, dat de jongens zouden komen
(wordt verolgd)
zou er gebeuren, als ik me in het gemeentehuis van
Apeldoorn vertoonde? Ik zat in tijd van ja en nee bij
de Duitsers in de cel.” Ik begreep, dat hij gelijk had.
Aan dat gevaar mocht ik hem natuurlijk niet bloot
stellen, dus ik berustte.
Maar niet lang. Na enige tijd begon ik opnieuw
over trouwen. Ik was stapel op hem en hii op mij.
Maar hij bleef halsstarrig weigeren. Hij wilde mij
niet aan gevaren blootstellen en zichzelf natuurlijk
evenmin.
Tenslotte nam ik vertrouwde mensen in de arm en
vroeg of er geen mogelijkheid was om onder de ge
geven omstandigheden in het geheim te trouwen. Die
mogelijkheid bleek te bestaan. Ik vertelde het Joop
en na lang aanhouden zwichtte hij en gaf toe.
Ik maakte alles met mijn vertrouwensman, Fred
Winter, die ook mijn zaakgelastigde was en mijn be
zittingen voor mij beheerde, in orde. Alleen een paar
betrouwbare ambtenaren zouden er aan te pas ko
men. Zelfs de burgemeester zou onkundig blijven.
We zouden burgerlijk in Apeldoorn trouwen en
Nog vakantievier—de automobi
listen dienen zo veel mogelijk de
spitsuren in de steden te vermij
den. Bij het bepalen van hun dag-
etappes moeten ze rekening hou
den met de duisternis van de
avonduren en met mogelijke ver
tragingen door minder gunstige
weersomstandigheden. Automobi
listen, die hun vakantie al achter
de rug hebben, en die zich hopelijk
niet hebben vermoeid door in die
vakantie al te grote afstanden af te
leggen, zullen de snelheden van
Autobahn en autosnelweg waaraan
ze tijdens de voorafgaande weken
wellicht gewend zijn geraakt, be
paald niet mogen toepassen in het
drukke verkeer van hun woon
plaats - ook al zal de maximum
snelheid van 50 km in de bebouwde
kom hun de eerste dagen wel wat
al te kruiperig voorkomen. En de
veiligheidsgordels, die ze hadden
aangeschaft „voor de grote weg’’ zijn
minstens even nuttig „in de stad”.
11. TOEN de gang zo nauw werd, dat ze plat op hun buik
moesten kruipen, begon de moed de jongens in de schoenen
te zinken. Zou de grotgang doodlopen Dan zouden zij hier
van honger en dorst moeten omkomen. Het huilen stond
hun nader dan het lachen.
Wanhopig kropen zij voort, want zolang zij nog verder
konden, was er hoop. De gang maakte een flauwe bocht en
was hier zo nauw, dat de jongens er zich nauwelijks door
konden wringen. Zij meenden al, de moed te moeten op
geven, toen Walder die voorop kroop, aan het einde van
de smalle pijp, waar zij doorkropen, licht meende te zien.
Nieuwe krachten en nieuwe moed voelden ze in zich stro
men. Daar, waar het licht was, moest de vrijheid zijn.
Zij stoorden er zich niet aan, dat hun kleren scheurden
langs de ruwe wanden en dat zij him handen, knieën, voe
ten en ellebogen bezeerden. Blij kropen zij voort. Toen
Walder het einde van de nauwe gang bereikte, meende hij
al, dat het licht dat hij zag, geen buitenlicht was. Het leek
meer op het flakkeren van een fakkel. Voorzichtig stak hij
zijn hoofd uit de pijp en stom verwonderd keek hij in het
rond. De gang kwam hier uit in een grote zaal in de rots.
Jarenlang hebben de 6000 inwo
ners van Andorra een bestaan -ge
vonden in de schapenteelt en de
smokkelarij. Nauwelijks meer dan
een stip op de kaart, was Andorra
bij slechts zeer weinige fijnproevers
bekend als een schilderachtig stuk
je natuur in de Pyreneeën, waar
slechts van tijd tot tijd een enkele
toerist neerstreek - als hij erin
slaagde. Want de pashoogte op de
weg van Frankrijk naar Andorra is
een groot deel van het jaar met
sneeuw bedekt, en als hij er kwam,
moest de toerist vaak de nacht door
brengen in de bioscoop, als het ene
hotel vol was.
Maar de Andorrezen leefden vrij
en blij, en genoten van de baten
van de smokkel van land- en vee-
teeltprodukten naar het door de
oorlog geteisterde Frankrijk en van
luxe-artikelen uit Frankrijk naar
Spanje. Maar Frankrijk lijdt geen
gebrek meer en de Spanjaarden
kunnen tegenwoordig in de winkels
kopen wat ze willen - al is het dan
wat duurder.
De smokkel raakte dus in verval.
Maar in Andorra is, dank zij de
goede handelsgeest van zijn onder
danen, alles grondig aan het ver
anderen. Hotels en skiliften verre
zen om toeristen aan te trekken.
Men overweegt thans de bouw van
een grote tunnel om de toerist in
de gelegenheid te stellen, de ge
vaarlijke en tot dien in het voor
jaar met sneeuw bedekte pas aan
i de Franse zijde te vermijden.
i Er zijn nu reeds 120 hotels in
Andorra. Tot de grote aantrek
kingskracht, die het gebied had voor
hen, die wel eens wat anders wil
den zien dan badstranden vol me
dereizigers of steden waar het ver
keer nog gevaarlijker was dan thuis
zal deze ontwikkeling waarschijn
lijk wel niet bijdragen, maar de
n, Andorrezen varen er wel bij.
van de regering aldaar, nadat ik mijn levensgeschie
denis had verteld. Waar ben ik niet geweest? Ik heb
gezworven in Maagdenburg en Leipzig, in Jena en
Frankfurt aan de Oder. Noemt u maar op. In iedere
plaats van enige betekenis was ik een week, tien da
gen, soms zelfs langer. Alles tot nu toe vergeefs.”
Wiesenhahn knikte begrijpend. „Aber, Frau Over-
dinkel, begrijpt u dan nog steeds niet, dat uw man
al lang dood moet zijn? Het ligt toch voor de hand,
dat - als hij nog in leven zou zijn - u al lang bericht
van hem of over hem gehad had?’’
Ze glimlachte bitter. „Herr Wiesenhahn, bent u zo
naïef of weet u werkelijk niet, dat er in Rusland op
het ogenblik nog enige tienduizenden krijgsgevange
nen verblijven? Weet u ook niet, dat de meesten van
deze daar zogenaamd veroordeeld zijn als oorlogsmis
dadiger? Tot tien, twintig jaar, vijf-en-twintig jaar,
levenslang en zelfs de doodstraf? Dat daar vele kam
pen zijn, die geheel bevolkt worden door krijgsge
vangenen, maar die niet worden ontslagen, omdat
Rusland nooit goedkopere arbeidskrachten zal kun
nen krijgen?”
Ze schokt met haar schouders en kijkt de ander
minachtend aan. „Of gelooft u ook aan de sprookjes
van Moskou, dat alle krijgsgevangenen nu naar huis
gezonden zijn? Moet u eens horen, Herr Wiesenhahn,
u bent een intellectueel en ik mag aannemen, dat u
uw hersens' op het ogenblik beter gebruikt als in de
oorlogsjaren. Verleden jaar september was ik zelf in
Frankfurt aan de Oder. Met toestemmingop uitno
diging zelfs van de Oostduitse regering. Ik heb de
treinen met vrijgelaten krijgsgevangenen zien bin
nenrijden. Goederenwagens vol met uitgeteerde, vroeg
oud geworden mannen, de meesten van hen nog ge
kleed in hun veldgrauw. De officieren zelfs nog met
hun distinctieven op. Ik heb met velen van hen ge
sproken. Er is er geen tussen geweest, die mij zeiden,
dat zij de laatste, naar huis gezonden krijgsgevange
nen waren. En weet u, wat ze me wel vertelden? Dat
er nog vele tienduizenden achtergebleven waren: in
de Oeral, bij de IJszee, aan de Wolga, kortom, overal
waar kampen waren. En dat waren niet alleen Duit
sers, die daar zaten, doch ook Belgen, Hollanders,
Fransen, Roemenen, Tsjechen, Italianen, zelfs enkele
Engelsen en Denen. En op mijn vraag, wanneer deze
mensen naar huis zouden mogen gaan, haalden ze al
leen maar hun schouders op. Misschien morgen, mis
schien over een jaar, misschien over tien jaar, mis
schien helemaal niet.” (wordt vervolgd)
Het Verbond voor Veilig Ver
keer verzoekt ook de wielrijders
om goed op hun tellen te passen
in het augustusverkeer. De drukte
verkeer en betracht ook zelf de
discipline, die u van uw medeweg
gebruikers verwacht.
Het Verbond voor Veilig Verkeer
dringt er tenslotte bij alle wegge
bruikers - automobilisten, wielrij
ders en voetgangers - op aan om
zowel tijdens als na de vakantie
niet alleen respect voor elkaar en
discipline te betrachten, maar ook
de zo noodzakelijke vriendelijkheid
op te brengen en het even noodza-
kelijke begrip te tonen voor eikaars
moeilijkheden en mogelijkheden in
het verkeer. Vriendelijkheid en
voorzichtigheid zijn ook in het ver
keer geen eigenschappen, waarover
men zich behoeft te schamen.
leen. Doch ’s avonds en vooral ’s nachts hoorde ik
geluiden. Dan keek ik uit het raam en zag ik ge
daanten rondsluipen. Ik ging naar de politie, en die
lichtte mij in. Ze waren betrouwbaar en vertelden
me, dat het Duitsers waren, die daar post vatten
in de hoop, dat ze zodoende Joop zouden kunnen
pakken.
Dat begon op m’n zenuwen te werken. Eén van
onze huisjes, een betrekkelijk kleine arbeiderswoning
kwam leeg, doordat de bewoners vertrokken waren.
Ik bracht er m’n meubelen heen en ging daar wonen.
Het was aan de rand van het dorp Beekbergen. Daar
voelde ik me wat veiliger en daar kwam Joop me,
soms midden in de nacht, opzoeken.
Ik wilde trouwen, en vertelde dat aan Joop. Maar
Joop vond het beter, als we zouden wachten tot na
de oorlog. „Het kan zo lang niet meer duren,” zei hij
telkens weer. „En je weet, dat ik gezocht word. Wat
ik weet dat nogEn om half drie, Herr Wiesenhahn,
maakte u een ontijdig einde aan onze bruidsnacht,
aan ons huwelijk, En tevens een einde aan de ver
zetsgroep „Victorie”, waarvan Joop de geestelijke
vader en leider was.”
Wiesenhahn had met grote aandacht geluisterd.
Toen ze uitgesproken was, boog hij het hoofd voor
over en zuchtte. „Het is verschrikkelijk. het is ja,
ontzettend verschrikkelijk. Maar u moet begrijpen,
Frau Overdinkel. u zegt zelf, dat u al zeven jaar op
zoek bent naar uw man
„Ja,” knikte Gerda, „ik ben in die zeven jaren on
geveer overal geweest. Noem maar op: Hamburg,
Bremen, Osnabrück, Hannover, Münster, Dusseldorf,
Keulen, Frankfurt aan de Main, Wiesbaden, Neuren
berg, Freiburg, Heidelberg, en in nog wel honderden
andere kleinere steden en dorpen. Overal speurend
en informerend. Op eigen houtje en bij diverse in
stanties. Ik ben in West-Berlijn geweest, dank zij de
medewerking van de Amerikanen. Ik heb mogen in
formeren in Oost-Duitsland, met volle medewerking
De organist Wim van der Panne
concerteert op dinsdagavond 1 sep
tember a.s. in de St. Janskerk te
Gouda. Op het programma staan
werken van Franck, Bach, Guil-
mant en tot slot de Finale van
Psalm 146 van Jan Zwart. Voorts
is er samenzang. De uitvoering, die
onder auspiciën staat van het Ne
derlands Orgel Comité te Rotter
dam, begint om acht uur.
zal ’s morgens en ’s avonds van en
naar het werk weer groter zijn dan
in de vorige maand, maar vooral
tijdens de weekends zal het vakan
tieverkeer zich weer doen gelden.
Laten de wielrijders toch rekening
houden met de ruimte, die het au
toverkeer moet opeisen: blijft aan
de rechterkant van de weg, rijdt
niet met drie, zes man naast elkaar,
zodat de verkeersstroom wordt op
gehouden, haal geen andere wiel
rijders of een geparkeerde auto in
zonder eerst gekeken te hebben of
er geen verkeer achterop komt, dat
sneller is, en zorg, dat uw verlich
ting in orde is, wanneer u ’s avonds
in donker rijdt.
Voetgangers on vakantie: loop op
smalle buitenwegen zonder trottoir
en fietspad steeds aan de linkerkant
van de weg, zodat u het verkeer ziét
naderen, maak in de bebouwde kom,
zowel in uw eigen woonplaats als in
uw vakantieoord, gebruik van de
zebrapaden, heb respect voor de
snelheid van het gemotoriseerde
Maar mijn vader deed alles, wat mogelijk was om me
te troosten. Zelf had hij natuurlijk ook veel verdriet.
Hij werd in die maanden snel ouder. De fabriek werd
hem te machtig en hij verkocht alles. Z’n geld be
legde hij in huizen, voornamelijk villa’s, die bewoond
werden door mensen, die er vakantiebedrijven van
maakten, en kocht verder stukken grond, voorname
lijk bos en heide.
Toen de oorlog uitbrak, was ik twintig jaar. Ik
werkte in Apeldoorn als secretaresse op een fabrieks-
kantoor. Daar leerde ik Joop kennen, die er bedrijfs
leider was. We werden on slag verliefd op elkaar,
maar vader vond me nog wat te jong om al te trou
wen. Bovendien wilde hij liever, dat ik wachtte tot
de oorlog afgelopen was.
Joop kwam in die dagen dikwijls bij ons thuis.
Maar later, toen de oorlog een jaar aan de gang was,
bleef hij weg. Ook op de fabriek. Ik begreep er aan
vankelijk niet veel van, doch later liet vader dóór
schemeren, dat Joop in het verzet zat. Samen met
Arie, mijn achterneef. In dat jaar - het was 1941 -
moest vader op reis naar Den Haag, ’s Morgens vroeg
ging hij gelijk met mij mee, met de eerste trein. Dat
moest wel, want op ons lijntje reden er toen maar
enkele treinen per dag. In Apeldoorn namen We af
scheid van elkaar op het station. Hij had beloofd, dat
hij het zo zou proberen in te pikken, dat we ’s avonds
weer met dezelfde trein naar huis zouden kunnen
gaan.”
Ze zuchtte en keek naar buiten. „Ik heb hem niet
meer levend gezien,” zei ze zacht. „In Den Haag
kreeg hij een hartverlamming en was bijna meteen
dood.”
Ze wachtte even, vermande zich en vervolgde:
„Toen was ik ook wees. Ik was maanden ontroostbaar.
Joop zocht me dikwijls op, als hij er gelegenheid voor
had en was erg lief voor me. Als ik hem niet gehad
had
Maar na enkele maanden zag ik hem helemaal niet
meer. Van anderen hoorde ik, dat hij gezocht werd
door de Duitsers. Ze hadden aanslagen gepleegd op
militaire gebouwen en hij was ondergedoken, zoals
we dat begonnen te noemen. Zelfs ik wist niet, waar
hij was. Het kon vlak in de buurt zijn, maar ook ver
weg.
In deze tijd bemerkte ik opeens, dat mijn huis be
waakt werd. Ik had mensen in huis genomen, omdat
er al zoveel woningnood begon te heersen. Keurige
mensen. Want ik was bang geworden als meisje al-
sp
ST*’
4#*^
V'.
Augustus is een vreemde maand. Voor velen is het de vakantiemaand
bij uitstek, voor anderen is het de maand van terugkeer naar het nor
male leven. Deze paradox geldt in hoge mate ook voor het verkeer, dat
gedeeltelijk wordt beheerst door de ongewone drukte van toeristen en
dagjesmensen, op weg van of naar huis, terwijl gelijktijdig degenen, die
reeds terugzijn van „weggeweest” hun normale dagelijkse ritten naar
fabriek, kantoor of school hebben hervat. Voeg daarbij het feit, dat de
dagen reeds duidelijk korter worden, de avonden dus donkerder, en dat
augustus bekend staat om zijn overvloedige regenval - dan heeft men
aldus het Verbond voor Veilig Verkeer een verkeersbeeld, dat van alle
weggebruikers de grootst mogelijke aandacht vereist.