l in 1TSSP0RBA1 MIMI n.v 'Ben ik zo‘n wonderbaarlijk man?9 LW I laggen Heemskerk de Dorpstraat geopend Sn I i' WII’I’EKOEX en de ongeluksvogel Groene Kruis Een BondsspaarbankUw gezinsbank! h vergadert Si DE BRONZEN ADELAAR Wachtmeester Niezing jubileert A2 geschenken van blijvende waarde mimi HORLOGER 4 J Reisdeviezen - Reisverzekeringen Historische roman Baronesse Orczy min ii Wat krijgen we nou dacht Pieterbaas Ik zie een mini-Sinterklaas. KERKWEG155* naast POSTKANT. TEL. 01828-2435’WRDDINXVEEN DE ZAAK WAAR U ECHT SLAAGT I Heer geklaverjast door ’Hotel Pos’ WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART - donderdag 30 november 1967. JUWELIER KANAALSTRAAT 9 TELEFOON 01828-2468 Deelnemer Sint Nicolaasprijsvraag nr. 134 1 1 WADDINXVEEN De afdeling Waddinxveen van het Groene Kruis houdt maandag 11 december in café De Unie de jaarlijkse ledenvergade ring. De bijeenkomst begint om acht uur. Deelnemer Sint Nicolaasprijsvraag m nr. 182 I 1 1 V j< d ti V s ii r s v e v e fc d v d 1 b c V g i: c I 5 5 I dinxveen zou blijven. Woorden van respekt sprak ook de districtsadjudant Van Amerongen, die een cheque overhandigde. Opper wachtmeester J. van Beukelen zei: „Je bent een echte Drent, we weten soms niet wat we aan je hebben,” maar had toch waardering voor het vakmanschap van zijn collega en bood namens de andere leden van het corps een tuinparasol aan. Voor me vrouw Niezing waren er bloemen. De heer A. Olree uit Waddinxveen voerde het woord als tweede voor zitter van de Christelijke Bond van Politie-ambtenaren. Hij noemde zijn vriend en collega ’een dienaar van de mens ten goede.’ De heer P. de Lijster was de woord voerder van het Waddinxveense Ver bond voor Veilig Verkeer, die in WADDINXVEEN „Ik heb tegen deze dag opgezien als tegen een berg. Nu het gebeurt is lijkt het wel een heuveltje. Als ik zo ’es heb aangehoord wat hier vanmorgen allemaal tegen me is gezegd, dan geloof ik waarlijk dat ik een wonderbaarljjk mens ben. Als ’t zo is, dan heb ik het niet vanmezeïf, laat ik dat er bij zeggen.” Wachtmeester eerste klas D. Niezing zei dit verleden week aan het eind van een uitvoerige huldiging aan zijn adres ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum als politie-ambtenaar. En wie de vele lofuitingen eveens had aan gehoord kon nauwelijks tot een andere conclusie komen, zij het dat de jubilaris van zijn ’wonderbaarlijkheid’ nog lang niet was overtuigd. Mede namens burgemeester I. J. P. Keijzer van Moerkapelle bood de bur gemeester een boekenbon aan, waar na hij nog een pleidooi hield voor de maatschappelijke begeleiding van de politieman in het algemeen. De bur gemeester sprak de wens uit dat de heer Niezing tot zijn pensioen in Wad- een verre stille grot wonen. Maar waarom had hij dan om hulp ge vraagd? Ze begrepen er geen snars van. En ze waren blij dat ze alle bei een beetje dom waren, want nu zagen ze gelukkig al die moei lijkheden niet. ’’Kijk eens Snipper!” riep Wip- peroen opeens opgetogen. ’’Kijk, daar zijn de Rustige Duinen al!” ”O wat vreselijk...” kreunde de HELPvrager. en was blij dat de Dorpstraat opnieuw was verfraaid met zo’n indrukwek kend pand. ZEVENHUIZEN Ttfdens de elf de wedstrijd van de klaverjasvereni- ging Hotel Vos zjjn de prjjzen uitge reikt aan degenen, die in de eerste tien wedstrijden de beste resultaten hadden behaald. De prijswinnaars zijn als volgt: 1. A. de Kooter, 35.467 pnt, 2. C. v.d. Hoek 35103 pnt, 3. P Verwaal 33917 pnt, 4 M. de Kooter 33621 pnt, 5 W. Metselaar 33.442 pnt, 6. B. Vis 33.373 pnt, 7. W. v. Erk 33.293 pnt, 8 G. Zweere 33.258 pnt, 9. C. Koppenaal 33.242 pnt, 10 J. v.d. Broek 33.197 pnt. De uitslag van de elfde wedstrijd, die weer uit drie partijen bestond, luidt: 1. A. de Kooter 6303 pnt, 2. W. v.d. Hoek 5336 pnt, 3. T. Eikelenboom 5215 pnt, 4 W. de Zeeuw 5136 pnt, 5. J. de Beukelaar 5120 pnt, 6. O. Geys- sen 5108 pnt, 7. C. Gravesteijn 4994 pnt, 8. W. G. van Erk 4983 pnt, 9 H. Hordijk 4886 pnt, 10. C. Koppenaal 4750 pnt WADDINXVEEN M. Heemskerk NV - het loodgieters-, elektriciteits- en gasinstallatiebedrijf annex radio-, televisie- en elektrische apparatenhandel, enzovoort, enzovoort - heeft vorige week de winkeliers aan de Dorpstraat weer reden gegeven tot het uitsteken van de nationale driekleur. Burgemeester C. A. van der Hooft opende nl. met het omzetten van een aantal lichtschakelaars het splinternieuwe, indrukwekkende showroom- winkelpan'd, dat een verdrievoudiging betekent van het bestaande vloerop pervlak. En uiteraard een enorme verruiming -van de show-mogelijkheden van het vele dat Heemskerk op het gebied van huishoudelijke apparaten, verwarmingen, koelkasten, televisie- en radiotoestellen, etc. te bieden heeft. ’Wegens opening gesloten’ stond er ietwat paradoxaal op het kaartje dat moest aangeven dat de winkel vorige week nog niet open was voor de verkoop. Uiteraard heerste er wel grote drukte in de nieuwe showroom waar de genodigden tussen de was combinaties en de koelkasten luister den naar de toespraken. Burgemeester Van der Hooft zei o.a.: „Als u padvinder was geweest, mijnheer Heemskerk, dan zouden we kunnen zeggen dat u vandaag uw goede daad hebt gedaan, maar wat u hier tot stand heeft gebracht, dat is meer dan de daad van één dag. U hebt bewezen dat u uw tijd vooruit kunt blijven en dat u, nu de bouw in Groenswaard met de dag vordert, ver trouwen hebt in de toekomst van het ’oude dorp’, waar, zo dachten wij, in de toekomst steeds meer de duurzame gebruiksgoederen verkocht zullen gaan worden. Uw zaak is daarvan een mooi voorbeeld.” De heer Van der Hooft brak weer een lans voor de Waddinxveense mid denstand. Hij zei: „Veel mensen zou den voor grote verrassingen komen te staan als ze eens in eigen gemeente gingen kopen. Ze zouden bemerken dat ze hier even goed of soms zelfs beter terecht kunnen als in de grote stad.” De burgemeester achtte het met de ze zoveelste opening van een nieu we zaak bewezen dat de Waddinx veense middenstand als geheel zijn tijd bij blijft. De heer Heemskerk sr. dankte de burgemeester kort voor zyn woorden. Van zjjn nieuwe zaak zei hij enkel: „Trots kan ik er zélf niet op zijn, wachtmeester Niezing al vele jaren een trouwe hulp vindt als docent bij de verkeerscursus. Oud-adjudant J. Kruit sprak in Pipo-termen: „Vriend Niezing, jij was er altijd een van de zwijgzame en van de geduldige. Ik heb aan jou veel steun gehad.” De heer S. Rille, nestor van de raad, noemde de jubilaris een goed politie man, die in de gemeente algemene waardering heeft gevonden. De huldiging werd o.a. bijgewoond door de bejaarde ouders van de heer Niezing die uit Drente waren over gekomen. niet, maar IK wel... Overal schui len moeilijkheden en die komen tevoorschijn als zij mij in de gaten krijgen Wipperoen en Snipper werden er stil van en roeiden zwijgend verder. Was het waar wat de HELPvrager beweerde? Zaten er overal moeilijkheden? Eigenlijk hadden ze daar nog nooit op gelet. Maar misschien was de HELPvra ger vreselijk knap. Zo knap, dat hij ALLE moeilijkheden kon zien. Ja, dan kon je inderdaad beter in 46. ’’Niet doen! Niet doen!” schrok Wipperoen. ”Het is hier veel te diep! Gaat u maar liever met ons mee naar de Rustige Duinen,daar is het heel erg fijn.” ”Ach laat me toch...” jammerde de HELP-vrager. ”Ik breng over al moeilijkheden en narigheid. Wees toch verstandig en breng me terug naar mijn stille grot. Heus, geloof me kleine vreemdelingetjes; als jullie mij meenemen is het af gelopen met de rust in jullie Rus tige Duintjes. Heus, jullie zien het „Volkomen, maar ik ben bang, dat ik niet begrijp, hoe u meent, dat ik mademoiselle Crystal helpen kan.” „U kunt mij met één edelmoedige daad in de gelegen heid stellen Crystal te vragen mijn vrouw te worden en haar dat geluk te geven, waarnaar zij verlangt.” Clyffurde trok vragend zijn wenkbrauwen op. „Mijnheer Clyffurde, u heeft zelf gezegd, dat u per soonlijk geen prijs stelt op de eerbewijzen, die u onge twijfeld zouden toekomen door de wijze, waarop u het geld voor Zijne Majesteit gered hebt. Dat is toch zo, nietwaar?” „Dat is zo zeker.” „Nu dan, als een Fransman zijn Vorst een dergelijke dienst bewees, zou hij zeker onderscheiden worden en hoe arm en onbekend hij ook was, hij zou daardoor rijk worden en tot aanzien komen.” „En in de gelegenheid zijn de vrouw van zijn hart te trouwen”, vulde Clyffurde aan. Maurice zei niets meer en keek de Engelsman vol spanning aan. „Ik geloof, dat ik u begrijp, mijnheer de St. Genis”. „En... wat is uw antwoord?” vroeg de ander opge wonden. „Laat ik eerst even de toestand uiteenzetten, voor zo ver ik die begrijp. Als ik mij niet vergis, stelt u op het ogenblik voor, dat ik u de vijf en twintig millioen zal overhandigen, zodat u ze naar de koning in Parijs kunt brengen. Door die daad denkt u zijn gunst te winnen, maar ook waarschijnlijk een behoorlijk portie van het bedrag te zullen ontvangen. Ik veronderstel, dat u een gewichtig verhaal zult ophangen van de een of andere struikrover, die u hebt gedwongen het geld aan u af te geven. Niet waar?” „Ik dacht niet aan geld voor mijzelf, mijnheer,” mom pelde St. Genis beschaamd. „Nee, nee, natuurlijk niet,” antwoordde Clyffurde sarcastisch. „Ik dacht hoofdzakelijk aan Crystal,” zei Maurice. „Precies. U dacht er over mademoiselle Crystal te winnen... door een list.” „Een onschuldige list, dat zult u mij toch toegeven. Ik benadeel u op geen enkele manier. Crystal’s liefde heb ik al gewonnen, het ontbreekt mij alleen aan de no dige invloed en de middelen.” Even gleed er een pijnlijke trek over het ernstige ge zicht van de Engelsman. „Dat weet ik, monsieur, anders zou ik u nooit bij deze bedriegerij ter wille kunnen zijn.” „U doet het dus?” vroeg de ander opgewonden. „Dat heb ik niet gezegd.” „Maar u doet het toch?” smeekte Maurice. „Ik zal u mijn hele leven dankbaar blijven. Zodra wij getrouwd zijn, zal Crystal alles weten, dat beloof ik u. En ook zij zal u persoonlijk bedanken...” „Genoeg!” viel Clyffurde hem boos in de rede. „Ge loof me, ik verlang helemaal geen dankbaarheid van u: als ik u het geld overhandig, dan doe ik dat, omdat ik erop vertrouw, dat de koning van Frankrijk het geld veilig krijgt en omdat ik mademoiselle Crystal gaarne een dienst bewijs. Door middel van de dankbaarheid, die de koning u toedraagt, zult u kunnen trouwen en dan hoop ik dat mademoiselle Crystal gelukkig zal zijn. Maar laten we er in vredesnaam geen verdere woorden aan verspillen, want waarachtig, u en ik spelen van avond een droevige rol.” „Een droevige rol” verzette Maurice zich. „Ja, een treurige rol. U bedriegt een vrouw en ik doe iets, dat strijdt met mijn plicht!” „Ik bedrieg Crystal alleen maar tijdelijk. Ik moet dit wel doen om haar te winnen. Het doel heiligt de midde len.” maar blij ben ik er wel mee.” Aan een drietal medewerkers bij de bouw, on der wie de uitvoerder W. C. van der Tol van de Bouw- en Aannemings- maatschappü Rehorst NV, die het nieuwe pand in recordtijd (vier maan den) uit de grond stampte, overhan digde de heer Heemskerk drie elek trische scheerapparaten. De heer A. Jonge jan, tweede voor zitter van de Middenstandsvereniging zei: „Wij als middenstand moeten het in ons dorp hebben van mooie zaken. U hebt hier voor uzelf, maar ook voor ons, iets moois geschapen. Daar zijn we u dankbaar voor.” De heer D. Kool sprak namens 'de winkeliers van de Dorpstraat. Hij wenste de familie Heemskerk geluk "Kom, mijnheer de St. Genis,” begon Clyffurde nu een beetje ongeduldig, „ik ken heus meer dan een agent in Frankrijk, die dat geld aan Zijn Majesteit zal over dragen. Mij dunkt, dat u dit nu verder wel aan mij kunt overlaten.” Maar als de koning het geld krijgt, moet...” ”Hij zal nooit van mij horen, waar het vandaan komt.’ ”Hij zal het willen weten...” „Jullie Engelsen zijn onbegrijpelijke mensen. Maar wat zal ik aan de Comte de Cambray zeggen?” vroeg Maurice timide. En opeens kwam er op zijn gezicht een sluwe expressie. ”Dat het gel’d veilig in handen van Zijn Majesteit zal komen. Tenminste, ik veronderstel, dat u daar nu wel van overtuigd bent.” ”Ja, ja, natuurlijk ben ik daarvan overtuigd, maar „Maar wat?” „Mademoiselle Crystal zal er meer van willen weten dan dat. Zij zal mij vragen stellen...zij... zij zal aandrin gen... Ik had haar beloofd zelf het geld terug te bren gen zij zal een verklaring eisen...” Clyffurde bleef zwijgen. St. Genis liep zenuwachtig de kamer op en neer. Beneden in het huis sloeg een ouderwetse klok twee uur. Clyffurde keek op en merkte terloops op: „Het is laat, zullen wij nu maar niet gaan slapen?” Maurice liep plotseling naar de tafel en hakkelde: „Mr. Clyffurde...” "Haat u mij?” „Nee. Waarom zou ik u haten?” antwoordde Clyffur de rustig. „Heeft u dan reden Mademoiselle Crystal de Cam bray te haten?” „Zeker niet”. „Bent u van plan zich te wreken voor de belediging, die haar familie u aandeed?” hield Maurice aan. Zijn stem was zenuwachtig en Clyffurde vroeg zich af, wat Maurice eigenlijk wilde. „Ik wens mademoiselle de Cambray niets dan goeds toe en als ik haar kan helpen, zal ik dat zeker niet la ten.” „U kunt haar helpen, mijnheer. U kunt ervoor zorgen, dat zij haar hele verdere leven gelukkiger wordt dan zij ooit had durven hopen.” „Hoe >dan?” Maurice wachtte even en begon weer rusteloos de kleine kamer op en neer te lopen. Toen bleef hij voor de Engelsman stilstaan. „Wist u, dat Crystal de Cambray zeer op mij gesteld is?” vroeg hij langzaam. „Ja, dat wist ik”, antwoordde de ander bedaard. „En ik heb haar met hart en ziel lief,” ging Maurice onstuimig verder. „Ik kan u niet zeggen, wat ik doorge maakt heb, toen haar vader terwille van haar stand haar aan Victor De Marmont uithuwelijkte.” Hij haalde diep adem en het leek wel of hij op een aanmoediging van Clyffurde wachtte, maar de Engels man zei niets en deed of hij onbewogen en volkomen onverschillig luisterde. „Het verzet van de Comte de Cambray tegen een ver bintenis tussen Crystal en mij berustte alleen op gelde lijke gronden. Onze families zijn gelijk, wat aanzien en wat ouderdom betreft en helaas doen onze bezittingen ook niet voor elkaar onder in karigheid. Wij hebben al les wat wij bezaten er aan gegeven om de koning in ballingschap te volgen. Victor De Marmont is rijk. Met zijn kapitaal had hij de oude Cambraygoederen terug kunnen kopen, zo had hij aan die oude naam de welva rendheid terug kunnen geven die 'destijds aan de be ginselen opgeofferd werd.” Nog bleef Clyffurde zwijgen en St. Genis vroeg ge raakt: „Ik hoop, dat ik duidelijk genoeg ben”. '1’

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1967 | | pagina 2