De Professor op R kattepoten vc WEGENS OVERWELDIGEND SUCCES UNIEKE DAGTRIP ■■i WIPPEROEN EN DE DUINENDIEF VLIEGVELD ZESTIENHOVEN METRO ROTTERDAM RONDVAART ROTTERDAMSE HAVENS 8 Var HAAST U! DE DEELNAME IS BEPERKT! COUPON D“ deed i de Lei met re naa Pagina 2 door A. B. Cox r Het rijke programma van deze tocht omvat: Rondleiding op vliegveld Zestienhoven (met mogelijkheid tot rondvlucht en een zeer speciale verrassing) Koffie in vliegveldrestaurant Lunch in het befaamde restaurant Engels II met consumptie Wij kunnen onze lezers deze magnifieke dagtocht aanbieden voor de exclusieve prijs (alles inbegrepen) Rit met de Metro door de ingewanden van de Maasstad Rondvaart met luxe Spido-salonboot door de Rotterdamse havens I 93 van slechts f 1 6." per persoon ifh i - 9 WEEKBLAD VOOR WADDIXVEEN HOLLANDS HART - donderdag 29 augustus 1968 wordt vervolgd t Naam: Adres: Handtekening: doorhalen wat niet gewenst wordt. GRI Vertrek per tourincar om 9 uur v.m. van de Oranjelaan (bij schoolplein) te Waddinxveen. Terugkeer ca. 18.00uur. U kunt zich voor deelneming opgeven door het invullen en insturen van de nevenstaande coupon naar „Weekblad voor Waddinxveen Hollands Hart”, Oranjelaan 30a Waddinxveen. De aanmeldingen worden geboekt naar volgorde van binnenkomst Op DONDERDAG 19 SEPTEMBER organiseert het WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART voor zijn lezers een unieke dagtrip naar de grote bezienswaardigheden van de wereldhaven Rotterdam. HM I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I L i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i i WEEKBL En d naar d ”De om tw Nederl naar L tarnen overto men v die m< Het Frank< 1956 b CC van hei derland was de ambt v rechtba soortge Hij b leden: en geto ■(Na de: dat Wi man is flex na maat i: ring. A Hij kij rende |^rie-ei di Die vric „veen” moet in toch in kend ui daar vo gewoon Nu zou graaf Raaf hen ongetwij feld een verschrikkelijk strenge straf geven. Wipperoen wou dat hij nu Snipper was inplaats van Wipperoen. Het was nu echt niet zo leuk om Wipperoen te wezen. Hij en Siempie, ze hadden allebei hun handen voor hun ogen gesla gen, om maar vooral niet te zien hoe ontzettend boos graaf Raaf was. Maar tot hun grote verbazing werd de graaf helemaal niet boos. Ze gluurden met angstig klop- „Ik ontdek, dat je niet van me houdt, Marjorie,” zei hij, met moeite zijn bedaardheid houdend, „maar het is toch zeker niet nodig zo opmerkelijk bitter te zijn. Het lijkt wel of ik je een belediging heb aangedaan in plaats van een huwelijksaanzoek.” Marjorie keerde hem de rug toe. „Dat deed u ook,” zei ze kort. „Maar ik veronderstel, dat ik nauwelijks van u kan verwachten, dat in te zien.” Cantrell deed nog één poging om de laatste resten van zijn kalmte te bewaren. „Als ik dat deed (maar ik zie werkelijk niet in wan neer), dan bied ik mijn verontschuldigingen aan. Alles wel beschouwd, is het niet nodig, dat je nu besluit. Je kan er rustig over nadenken en over ’n poosje zullen we er nog eens op terugkomen.” ”Het zou me ziek maken aan dit alles te denken,” zei Marjorie openlijk. „Ben je van plan je vaders wensen zonder een enkele gedachte te vertrappen?” vroeg Cantrell gramstorig. „Al de voordelen, die de bepalingen van het testament je ge ven, over boord te gooien? Voor niets anders dan een gril?” „Gaat u alstublieft weg, Professor,” zei Marjorie ver moeid. „Ik zou anders nog onbeleefd worden.” Cantrell opende zijn mond om iets te zeggen. Hij ver wonderde zich, wat Marjorie’s begrip van onbeleefdheid omvatte. Toch besloot hij dit niet te riskeren en hij ver liet plotseling de kamer. III De kat en tante Georgina zaten in de eetkamer te wachten. Zij luisterden in hoge mate verontwaardigd naar Cantrells verslag van het gebeurde. „Ik zal niet precies haar woorden herhalen,” besloot deze verslagen. „Dat is niet nodig. Maar ik kan wel zeg gen, dat ze tamelijk beslist was.” „Laat het maar aan mij over, Professor,” zei tante Georgina grimmig. „Ik zal haar wel klein krijgen. "Het is om je dood te ergeren,” zei de kat knorrig, ge heel zijn collega’s geprikkeldheid delend. „Weet je wel zeker, dat je de kwestie op de goede manier aangepakt hebt, Cantrell?” „Natuurlijk. Daar was geen andere manier om aan te pakken.” „Ik zal er eens over denken, wat het beste is om te doen. Er moeten maatregelen genomen worden. Wat ze in haar hoofd gehaald heeft met die jonge Bellamy, moet er uit.” „Ik neem dat op me,” onderbrak tante Georgina, zich uitsluitend tot Cantrell wendend. „Zou je dat kunnen, Georgina?” twijfelde de kat. „Tot pend hart voorzichtig tussen hun vingers door. Was de graaf soms weggegaan? Verhip, de graaf stond er nog steeds, maar boos was hij niet. Hij keek wél vrese lijk streng en hij zag buitenge woon bleek... Toen sprak de graaf opeens: ”Ik zal jullie de strengste straf geven, die er in de Rustige Duinen be staat. Jullie tellen NIET meer mee!!” IV Een paar honderd meter vanaf het einde van Ridge ley’s tuin verbreedde het laantje zich tot een nauwe straat, met gewone, vuil uitziende huizen .Om een van de lantaarnpalen was een groepje slecht verzorgde kin deren aan het spelen. De Professor, die op zijn koninklijke manier nader kwam, bekeek ze goedaardig en zou ze voorbij gelopen zijn, als niet een vies, klein meisje met slordig, geelach tig haar met uitgestrekte hand op hem was afgekomen. Zij maakte met haar lippen smakkende geluidjes. Dit vond de Professor zeer verleidelijk. Het trok hem zelfs zo aan, dat ondanks een besliste afkeer iets van die aard te doen, hij zich gedreven voelde zijn toenadering te be tuigen en haar te veroorloven hem te aaien. Toen de smoezelige hand van het meisje dichterbij kwam, merkte de Professor tot zijn intense afschuw, dat hij zijn kop scheef hield om één kant ervan liefkozend tegen haar vingers te strijken. Dichter en dichter nader de de hand en schuiner en schuiner hield de weerspan nige Professor zijn bolletje tot zijn kleine, zwarte neus bijna naar de lucht wees. Dan ineens was hij zich be wust van een innig verlangen: dat hij niet zo’n enorme sufferd was geweest, want de hand bewoog zich de laat ste decimeter met een ongelooflijke snelheid en greep hem plotseling stevig bij zijn nekvelletje. De andere hand nam triomfantelijk zijn staart en zo werd hij in voelde geen onplezierige schok, toen hij midden in het laantje neerkwam. Er was geen levend wezen te zien. Hij kuierde op zijn gemak verder, pronkend met zijn opgeheven staart. 9 ’’Help! Help!” krijste de graaf met wijdopengesperde snavel. Hij greep hevig ontdaan naar zijn pijnlijk getroffen hoofd, maar op hetzelfde ogenblik viel de zware knol ook nog op zijn voet! aêAuw! Auw!” kreet de graaf luidkeels. ’’Mijn voet! Auw, auw, auw!! Mijn hoofd en mijn voet!” Wipperoen en Siempie krompen ine envan ontzetting. O, wat ge beurden er weer een erge dingen. Nu zou er wat voor hen zwaaien geeft zich op voor deelneming metpersonen aan de unieke dagtocht van het Weekblad voor Waddinxveen Hollands Hart op donderdag 19 september naar vliegveld Zestienhoven, metro Rotterdam en Rotterdam se havenstad ad f 16,per persoon, alles inbegrepen. Betaling geschiedt vooruit: op girorekening 47062 van Drukkerij Veld wijk te Waddinxveen*) contant ten kantore Oranjelaan 30a te Waddinx veen*). het groepje getrokken. „Hee,” gilde zijn vangster. „Hee, kijk eens, wat ik heb.’ ’’Niks anders als een snert kat,” zei een onverschillige kleine jongen, even opkijkend van een hoopje stoffige aarde, dat hij met water in modder deed veranderen. „Niks anders als ’n snert kat? Nou, maar we kennen best een lolletje met hem hebben, Harold!” ’’Zoek een bussie, Bert,” schreeuwde een andere rak ker, de grootste en daardoor de baas. De Professor, die tot nu toe uit louter schrik niets te ruggedaan had, begon krachtig te sprartelen. „Hou jij hem vast, Willie,” zei het meisje, hem naar de laatste spreker houdend. „Hij krabt gemeen.” „Meissies weten niet, hoe ze katten vast motten hou wen,” hernam Willie minachtend, de geplaagde Profes sor in zijn armen nemend. „Zo mot je hem vasthouwen, zo as ik doe, dan kennen ze niet krabbelen.” De Professor worstelde wanhopig, kreeg een poot vrij en haalde die kwaad langs Willie’s kin. Het kleine meisje groeide in haar leedvermaak. „Lek ker! Lekker! Jongens weten, hoe ze katten motten vast houwen, hè?” „Wacht maar, Aggie,” riep Willie Boos. „Zo’n schoft van een beest. Ik draai hem zijn nek daarvoor om!” „O, nee, Willie. Dat zal niet gaan. Het is mijn kat. Ik heb hem gevonden.” ”En je hebt hem aan mijn gegeven!” „Da’s nietes!” „Nou, ik heb hem nou.” nu toe heb je niet veel succes gehad. Niet, dat ik aan je kundigheid in dit opzicht twijfel,” voegde hij er haastig aan toe, een blik van tante Georgina opvangend. „Mis schien misschien kan je er met Cantrell over praten, dan ga ik de tuin wat in.” „Dat zou de beste oplossing zijn, Professor Cantrell,” gaf tante Georgina toe zonder haar broer aan te zien. De Professor, die nooit op zijn gemak was in tegen woordigheid van zijn huzaarachtige zuster, was blij van deze gelegenheid gebruik te kunnen maken om te ont snappen. Hij sprong zonder enige moeite op de venster bank en daarna naar beneden de tuin in. Het was een prachtige dag voor november en een lek kere, warme zon straalde op de vacht van de Professor, wat hem een bijzonder behaaglijke sensatie gaf. Hij ging in zijn volle lengte op het grasveld liggen en in zijn vreugde over de warmte rolde hij zich gracieus op zijn rug, om zo de stralen aan de onderkant van zijn lichaam op te vangen. In een plotselinge verlegenheid be zon hij zich, dat hij van huis uit gezien kon worden en hij haastte zich dieper de tuin in, tot een dik gordijn van laurierbladeren tussen hem en de ramen hing. Daar hield hij stil, veilig tegen ongewenste ogen en begon rustig te denken. Een klein vogeltje, dat op een tak dicht bij hem had zitten zingen, daalde een paar passen van hem vandaan op de grond. Voor hij eigenlijk goed wist, wat bij deed, sloop hij er geruisloos heen, besprong het, bewust van de diepe teleurstelling, toen hij het slechts enkele centi meters miste. Een beetje beschaamd over zich zelf, wan delde hij naar het eind van de tuin. Een boom, die bij de oude muur stond, scheen belang rijke mogelijkheden te bieden. In zijn oude gedaante zou de wens om er in te klimmen nooit bij hem zijn opgeko men, maar nu Hij lachte in zich zelf, zijn nagels diep in het zachte hout slaand, klom hij er gemakkelijk te genop. lederere stap verheugde hem. Er waren zonder twijfel voordelen aan het kat-zijn verbonden! In een wip was hij boven op de muur en wandelde er langzaam over, zijn dik-uitstaande staart trots heen en weer zwaaiend. Een ademloze waardering van zijn vrijheid kwam over hem. Niets was heilig voor hem, niets ver boden. Hij kon gaan, waar hij wilde en als hij zin had over de rand van een smalle muur te tippelen, kon nie mand hem dat beletten. Hij voelde zich als een deugniet, die de schoolboelen had losgerukt. Het was de eerste keer na de operatie, dat hij in zijn nieuw gedaante al leen op stap ging. Het gebrek aan dwang deed hem op gewonden worden. Hij keek naar beneden in het stille laantje. De sprong was wel één meter vijfenzeventig, maar hij Goed, 1 ribo. ”Ik dec toenrm gelijk ik nas baant j< dochte: Toen i Thelm: Jbegon Willy boekhc ponder se han te Spa; ”Ik moest naast r studie Inmi Shell c stap, d kenen Wan de da£ deerd, hij noj die hij meeste

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1968 | | pagina 2