De Professor op
kattepoten
WEGENS OVERWELDIGEND SUCCES
UNIEKE
DAGTRIP
WIPPEROEN EN
DE DUINENDIEF
VLIEGVELD ZESTIENHOVEN
METRO ROTTERDAM
RONDVAART
ROTTERDAMSE HAVENS
HAAST U!
DE DEELNAME IS BEPERKT!
COUPON
5
Pagina 2
w
door A. B. Cox
Het rijke programma van deze tocht omvat:
Koffie in vliegveldrestaurant
Lunch in het befaamde restaurant Engels
Rit met de Metro door de ingewanden van de Maasstad
Rondvaart met luxe Spido-salonboot door de Rotterdamse havens
met consumptie
Wij kunnen onze lezers deze magnifieke dagtocht aanbieden voor de exclusieve prijs
(alles inbegrepen)
Rondleiding op vliegveld Zestienhoven
(met mogelijkheid tot rondvlucht en een zeer speciale verrassing)
van slechts f 16.“ per persoon
O
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART - donderdag 12 september 1968
1
Naam:
Adres:
Handtekening:
doorhalen wat niet gewenst wordt.
1
1
Vertrek per tourincar om 9 uur v.m. van de Oranjelaan (bij schoolplein) te Waddinxveen. Terugkeer ca. 18.00uur.
U kunt zich voor deelneming opgeven door het invullen en insturen van de nevenstaande coupon naar „Weekblad
voor Waddinxveen Hollands Hart”, Oranjelaan 30a Waddinxveen. De aanmeldingen worden geboekt naar
volgorde van binnenkomst
Op DONDERDAG 19 SEPTEMBER organiseert het WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN
HOLLANDS HART voor zijn lezers een unieke dagtrip naar de grote bezienswaardigheden
van de wereldhaven Rotterdam.
11. De volgende morgen was Wip-
peroen al heel in de vroegte met
een grote lege mand op stap ge
gaan om hout te sprokkelen voor
zijn kacheltje, want al had de
graaf gezegd, dat hij niet meer
meetelde, daar zou de winter zich
heus niet veel van aantrekken.
Wipperoen hoopte, dat hij gauw
een mand vol takken had, en hij
hoopte ook, dat graaf Raaf hem
gauw meetelde, want het was een
onprettig gevoel om niet mee te
tellen.
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
s
i
i
i
i
L
Mol had zelfs voorgesteld de Rus
tige Duinen de Saaie Duinen te
noemen!
Wipperoen fleurde helemaal op.
Het was dus heus niet erg, dat hij
niet meer meetelde. Maar hij vond
het wel jammer, dat zo’n saaie
boel was. Er gebeurde geen sikke
pitje.
Maar net toen de man vol was
hoorde hij achter zich een zacht
gegrinnik; verhip, wie was dat?
i
i
i
i
i
i
i
i
i
I
I
l
l
I
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
l
duwen, hè? Ik vraag me af, waar die stoute mijnheer
Wuffles van je is! Op aangename roof uit, denk ik en
jou helemaal is vergeten! Maar trek het je niet aan! Ik
zal je wel vertellen, hoe mooi je bent en jij moet dan
maar flink denken, hoe mooi ik ben. Dan troosten we
elkaar een beetje. Zeg, denk je, dat mijn haar een iete-
pietsie mooi is?”
De Professor dacht van wel. Hij dacht nog een massa
andere dingen ook. Maar toen Sybil opstond en zich
langzaam van die paar kleine kledingstukjes, die ze nog
aanhad, ontdeed, riep de toestand om een heldhaftige
daad van een zelfopofferende natuur. Er bleef maar één
ding voor een heer over om te doen, zelfs al was die he
als dame vermomd. Hij draaide zijn rug naar het fi
guurtje bij het bed en bekeek plechtig de kale muur.
De onschuldige Sybil amuseerde zich uitstekend.
„Heus, Wuffles,” lachte zij, terwijl ze in een gaasje van
een nachtjapon kroop. „Heus, je bent een bescheiden,
klein ding. Ik geloof, dat ik je geschokt heb. Ben je
grootgebracht bij mensen, die niets anders dan ruw ka
toen en baai droegen? Je zal die ideeën moeten laten va
ren, als je van plan bent een poos in mijn gezelschap te
blijven. Nu, wel te rusten ,mijn eerbare, kleine Wuffles.
Je kan je nu wel weer omdraaien.” En met een lachje
van plezier over haar eigen keurig uitgedrukte mening
deed ze het licht uit en verschool zich onder de dekens.
De Professor ging op zijn kussen liggen en probeerde
te slapen. De nacht was koud en al gauw miste hij zijn
lakentje. Hij ging weer zitten en rilde.
Het volgend ogenblik sloop een kleine, zwarte gedaan
te door de kamer, sprong voorzichtig op het bed en
wroette zich onder het warme donzen dekbed. Van on
der de dekens kwam een slaperige, kleine hand, die ook
wordt vervolg
Ach, hij was natuurlijk Wippe
roen nog wel, en hij at er natuur
lijk geen wortel minder om, maar
hij hóórde er niet meer bij.
Hij sprokkelde peinzend verder.
Was het eigenlijk zo erg, dat hij
niet meetelde? Het was de laatste
tijd tóch een saaie boel in de Rus
tige Duinen. Toen hij samen met
Snipper op reis was in Gouden-
berglaan, was er in de Rustige
Duinen niets leuks gebeurd en ook
niets bijzonders; dat had meneer
Otter hem zelf verteld. En Untje
Met verschrikt gegil volgden de anderen haar voorbeeld
en zelfs Willie ging nog wat achteruit. Met een zucht
van verlichting tilde de Professor zijn poten uit de mod
der en zette koers naar het laantje. Het busje rinkelde
II
Toen de Professor eindelijk wakker werd, was in het
salon in Maida Vale het elektrische licht al aan, dat een
zachte glans van uit de oud-roze lampekap verspreidde.
Hij richtte zijn hoofd op en keek om zich heen.
Sybil zat dicht bij hem in een grote armstoel te lezen.
Ze had nu een nauwsluitend zijdeachtig japonnetje aan,
dat haar hals en haar ronde jonge armen vrij liet. Ze
zag er opgewekt uit en de Professor keek met welgeval
len naar haar. Hij bewonderde de bevallige houding van
haar hoofd en de manier, waarop ze haar lange, zwarte
oogharen bewoog, als zij zich over haar boek boog. Hij
vond ook tijd haar goedgevormd been te bewonderen,
dat over de ene rand van de stoel heen en weer bengel
de, terwijl ze zelf op de andere zat, op die merkwaardige
wijze, die vrouwen dikwijls gebruiken in stoelen, die te
groot voor haar zijn.
Ze keek op van haar boek en ontmoette de vurige blik
van de Professor.
„Zo, ben je eindelijk wakker, jou kleine, luie Wuffles
ding,” riep ze opspringend uit. „Weet je wel, dat je bijna
negen hele uren geslapen hebt? Nou, ik hoop, dat je je
nu weer een beetje beter voelt, kleine doedeldijn. Blijf
jij maar hier, lekkertjes en gezellig, dan zal ik voor deze
keer je diner hier brengen, hoor” En ze liep zingend de
kamer uit.
De Professor stond op en rekte zich eens uit. Hij voel
de zich al veel beter en het eten, dat Sybil meebracht,
beloofde hem geheel te doen herstellen. Het was een
echt fijn diner en de Professor was gereed om het alle
eer aan te doen. Daar was een schaaltje gesneden kip
met jus, met kleine stukjes brood er in, en de onveran
derlijke schotel melk. Sybil spreidde een krant op het
vloerkleed, zette het schaaltje er op en de Professor er
voor. Hij viel er met smaak op aan en zij bekeek hem
met vreugde.
„Wat een knappe, kleine Wuffles,” prees ze hem, toen
hij klaar was. „Geen droppeltje gemorst. Ik vind je ge
woonweg een katachtig fenomeen, kleine schat. En wat
zullen we nu met je doen? Misschien kan ik wat tijd aan
je toilet spanderen, als je me, zonder krabben, als ka
menier wilt hebben. Dames krabben nooit hun bedien
den, weet je. En ik weet zeker, dat je op en top ’n dame
bent. En je haar moet nodig geborsteld worden, lieverd.”
Dat was waar. De modder, waarmee hij volgespetterd
was, toen hij in Harolds brood terecht kwam, hing nog in
verwarde klodders aan zijn bonte jasje. Ook was de
tocht door de vuile straten niet bevordelijk voor zijn
schoonheid geweest. Hij liet alles kalm toe en was erg
met zich zelf ingenomen, toen Sybil met hem klaar was.
„Daar, Wuffles Nu zie je er heel anders uit. Ik wist
niet, dat je zó as. Ik vind je nu zo fijn, dat je op mijn
schoot mag zitten. Kom maar En maak het je gemakke
lijk, poezekind. Ik ben een zeer gastvrije vrouw, is het
niet? Maar, Wuffles, ik ben niet voor iedereen zo gast
vrij, hoor. Eten, dat gaat, maar niet op mijn schoot. Dus
merk je wel, hoeveel jij vóór hebt?”
De Professor merkte het. Hij sprong vlug op haar
schoot, zonder te wachten om opgepakt te worden. Hij
haalde intens vergenoegd de zachte geur, die uit haar
kleren kwam, op en hij wreef en spinde, tot Sybil ver
baasd was over het bewijs van zoveel genegenheid. Ten
laatste stierven zijn werkzaamheden uit en doezelde hij
weer in slaap, terwijl Sybil haar boek verder las.
Even nadat de klok in de hoek elf uur had geslagen,
rekte de nieuwe meesteres van de Professor haar armen
uit en gaapte.
„Tijd om wel te rusten te zeggen, Wufflicums,” zei ze.
„We moeten onze gezonde slaap niet missen, hè? Dat is
nooit goed. Laat eens kijken, wat zullen we met jou
doen? Ik denk, dat je vannacht beter in de kamer van
je nieuwe tante kan slapen, dan voel je je niet zo een
zaam. Daarna zullen we eens zien, hoe je je gedraagt.
Kom mee, dierbaar poezeke.”
Ze stond op, hield de dierbare poes tegen zich aan,
nam zijn kussen op en ging naar haar slaapkamer. Daar
legde ze het kussen op de grond bij het raam en zette de
Professor er op. Toen ging ze de ronde doen in het kleine
appartementje de deuren opslot, de lichten uit. Dit
nam enige tijd in beslag, voor ze eindelijk in haar ka
mer terug kwam en haar eigen toebereidselen voor de
nacht ging maken. Zij hield een vloeiende, maar éénzij
dige conversatie met de, nu wat verlegen, Professor.
„Ja, lieve Wuffly,” merkte ze op, terwijl ze haar ja
ponnetje uittrok en zich in het fijnste, dunste ondergoed
aan de zenuwachtige, maar belangstellende Professor
openbaarde. „Ja, we zullen een heerlijke tijd hebben, nu
oom Jack weg is, hè? We zullen elkaar allerlei ge
heimpjes vertellen, is het niet?”
Ze ging voor haar toilettafel zitten en begon haar lan
ge, donkere lokken te borstelen.
„Ik houd ervan iemand bij me te hebben, waarmee ik
praten kan en die me bewondert, als ik naar bed ga,
Wufflikins. Dat is het ergste voor ons onbestorven we-
geeft zich op voor deelneming metpersonen aan de unieke dagtocht
van het Weekblad voor Waddinxveen Hollands Hart op donderdag 19
september naar vliegveld Zestienhoven, metro Rotterdam en Rotterdam
se havenstad ad f 16,per persoon, alles inbegrepen.
Betaling geschiedt vooruit: op girorekening 47062 van Drukkerij Veld
wijk te Waddinxveen*) contant ten kantore Oranjelaan 30a te Waddinx
veen*).
onder het eiderdons wroette en rusten bleef op
bontachtig klein hoofd. Vijf minuten later sliep alles
Het was een idyllisch schilderijtje.
„Hellep, hellep!” schreeuwde die. „Hij ken spreken, o
o!”
Hij vergat alle verantwoordelijkheid van zijn leider
schap, liet de hond los en nam de benen om van di
kat weg te komen! De terrier, die steeds ’n meter of tig
van zijn bedoeld slachtoffer af was gehouden, voelj
zich eensklaps vrij. Hij gaf geen snars om sprekende kat
ten. Zij smaakten hetzelfde, wat voor taal ze ook ge
bruiken! Door één sprong verminderde hij de afstap
tussen hen met ongeveer twee meter, door een volgent!
met bijna evenveel. De Professor besefte zijn gevaar ec
drong niet verder aan op zijn bevel om zijn staart vrij t>
maken. Hij liep vlug weg. De blikken bus bolderde ei
kletterde achter hem aan. De jacht was begonnen en 4
terrier blafte zijn vreugde luid uit. Met hun tweeë
slaagden zij erin een ongelooflijk lawaai te maken ei
vunzige, slordige vrouwen kwamen uit de huizen om n
te bekijken, als ze langs renden.
„Het is natuurlijk die dekselse Willie Hunter weer?
zeiden ze grinnikend. Maar hierin vergisten zij zich
want het was Professor Ridgeley, lid van de Koninklijk
Vereniging, lid van het Koninklijke College voor We
tenschap, lid van het wetenschappelijk Genootschap,enz