GemeentebodeT.de Kok
l
van
De Professor op
kattepoten
Tuincentrum
van den Bosch
ontvangt beroepen
Gereformeerde Kerken
WIPPEROEN EN DE DUINENDIEF
Zilveren O.N. voor
jubilaris Vermeij
c
J. DEN HAAG
Pagina 2
Feest middenstand
Feestavond NKV
door A. B. Cox
<4
Geslaagd
Geslaagd concert
Wordt vervolgd
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART donderdag 20 maart 1969
WEE
Kon. Wilhelminaplein 55
Waddinxveen, tel. 2077
MODEL
CLASSIC
Veertig jaar bij Leyland. Loco-
burgemeester Van Tol deco
reert de heer Vermejj met het
koninklijk zilver.
(foto Sjaak Noteboom)
d
d
k
v
h
e:
h
v
h
V
de I
suc<
wo<
kon
wijl
dac
A.
bar
he
zil
ve
ke
N:
lie
or
al
zi<
hl
V
at
d<
v;
la
Vj
g'
d
ti
b
ft
b
C
■w
E
B
oog
zor
de
tati
drt
I
Mu
ma
Kn
gex
klo
Ro:
va:
1
wa
Sti
na:
Kr
”B
Pe
en
stc
va
he
dil
ke
B Aj^
WADDINXVEEN De afdeling
Waddinxveen van de Nederlandse
Katholieke Vrouwenbeweging geeft
vrijdag 28 maart in het R.K. vere
nigingsgebouw aan de Burgemees
ter Trooststraat ’n feestavond, waar
op de leden een toneelstuk zullen
brengen. Er is bal na. Ook de echt
genoten zijn welkom. De toegang is
vrij. Aanvang 20 uur.
MOERKAPELLE Aan de Haar
lemse modevakschool slaagden vo
rige week voor het examen costumiè-
re mej. Tineke Stubben uit Zeven
huizen en mej. Jannie Bac uit Moer-
kapelle. De geslaagden volgden in
Moerkapelle een cursus bij mevrouw
A. Teeuwen-Troost.
hout bij elkaar gescharreld. Hé,
daar liep meneer Kwakebeen. Die
was blijkbaar ook van plan om
een hek te maken, want hij sjouw
de met een heleboel takken en
planken.
Meneer Zeehond groette hem
vriendelijk, maar toen hij naar het
strand wild afdalen viel hij van
schrik zowat naar beneden. Waar
was zijn hek gebleven!!
III
Zoals Marjorie verwacht had, was Cantrell nog niet
terug. Tante Georgina was alleen thuis en Marjorie liet
Duncan direct in het salon, waar ze bij het vuur zat. Ze
keek op, toen ze binnen kwamen. Haar gezicht droeg een
uitdrukking van gespannen verwachting en haar ver
rassing bij het zien van Marjorie vergezeld van een
vreemde man was onmiskenbaar.
Marjorie ging ogenblikkelijk op haar doel af. „Tante,
dit is mijn vriend, mijnheer Grey. Hij wilde u graag even
spreken, maar hij vindt het niet nodig mij te zeggen,
waarover, dus zal ik meteen maar weer verdwijnen.
Duncan, dit is mijn tante, juffrouw Ridgeley. Als je
klaar bent, kom dan naar de bibliotheek, ik zal daar
op je wachten.”
Ze ging vlug de kamer uit en Duncan nam zelf een
stoel en ging aan de andere kant van het open haard-
vuurtje zitten.
„Marjorie had er misschien bij moeten zeggen, dat ik
een vriend ben van Tim Bellamy, juffrouw Ridgeley,”
zei hij vlot.
Tante Georgina verstijfde. „Inderdaad? En waarover
kan een vriend van de heer Bellamy me willen spre
ken?”
„Ieder van ons,” begon Duncan, „die gebruik maakt
van zijn gezond verstand, moet deze dwaze kibbelpartij,
die zich op het ogenblik afspeelt, betreuren, is het niet?
Nu schijnt het mij toe, dat slechts twee mensen, die
hierin gemengd zijn, wat verstand hebben, dat zijn u en
niet om me zelf te vleien ik. Daarom dacht ik,
waarom niet eens hierheen gestapt en gesproken met
juffrouw Ridgeley? Dan kunnen we onze hoofden bijeen
steken om een behoorlijke oplossing te bedenken, die de
anderen misschien kunnen aannemen.”
Tante Georgina voelde zich uitermate gevleid. Dun
cans manier was zo van zelf sprekend, zijn erkenning
van haar als een persoon met voortreffelijk gezond ver
stand was zo spontaan, dat zij zich een klein beetje liet
gaan. „Dat idee is op zich zelf niet kwaad,” zei ze min
der stijf.
„Ik was er zeker van, dat u zo zou denken! Laten we
de draden wat ontwarren. De werkelijke oorzaak van de
tegenwoordige toestand is de liefde van juffrouw Ridge
ley, haar weigering om een huwelijk met Professor
Cantrell te overdenken en haar verloving met Tim Bel
lamy. Is het niet zo? De strijd om in het bezit te komen
van de tegenwoordige lichamelijke vorm van Professor
Ridgeley is werkelijk ondergeschikt; het is een gevolg
van het andere.”
„Ja, dat is het geval, mijnheer Grey. Marjorie is zeer
stijfhoofdig en dwaas.”
„Juist. En u wilt graag, dat zij Professor Cantrell
huwt, is het niet?”
„Natuurlijk! Het is het enige redelijke ding te doen.
Als zij met hem trouwe, erft zij al het geld van haar va
der. Als zij haar zelf vergooit aan die nietsnut, die Bel
lamy, krijgt zij geen cent en het geld van mijn broer
gaat uit de familie. Dat is ondenkbaar!”
„Dus u vindt, dat Marjorie haar gevoelens moet op
offeren aan de noodzakelijkheid om haar vaders fortuin
in de familie te houden?”
„Dat wil ik niet beweren, mijnheer Grey. Daar is geen
kwestie van opofferen. Marjorie is een jong meisje, haar
genegenheid is nog niet zuiver gevormd. Ze is op het
ogenblik verblind.”
„Die verblinding duurt dan een flinke tijd. Neen, dat
kan ik niet met u eens zijn. Ik ben overtuigd, dat Mar
jories liefde voor Tim echt is en dat het idee van een
huwelijk met Cantrell haar lichamelijk afstoot.”
Tante Georgina snoof. „U bent veel te gevoelig, mijn-
MOERKAPELLE De Chr. Ge
mengde Zangvereniging ’’Sursum
Corda” gaf met medewerking van
het meisjeskoor ’’Jong Sursum Cor
da en Jaap Nieuwenhuizen, organist
van de Koninginnekerk te Rotter
dam op elektronisch orgel, haar
jaarlijkse concert in het Dorpshuis.
Het geheel stond onder leiding van
de heer H. van Kollum. Een gedeel
te van de avond werd bij gewoond
door de ere-voorzitter van de vereni
ging Ds. A. Boertje.
Het grote koor opende met enkele
geestelijke liederen.
Enthousiast reageerde het publiek
op enkele Franse Volksliedjes en
volksdansjes, goed uitgevoerd door
het meisjeskoor.
Na de pauze waarin een verloting
gehouden werd voor de noodleiden-
de kas, bracht het koor een zuivere
vertolking met pianobegeleiding van
Jaap Nieuwenhuizen van ’’Land of
hope and Glory” van Edward Elgar.
Jaap Nieuwenhuizen wisselde het
programma af met enkele soli op het
orgel.
36. Op het strand stond meneer
Zeehond met verheugde glinster-
oogjes naar een prachtig hek te
kijken, dat er uitzag alsof het er
al een hele poos stond, maar dat
was niet zo, want meneer Zeehond
was er juist mee gereed gekomen.
’Goedzo!’ glunderde hij trots. ”dat
is een mooi stukje werk zogezegd.
Een hek langs de zee. En dat heb
IK gemaakt! Nu is de zee voortaan
van mij. Wacht eens, die hekken
maker zei: „Als iets van niemand
is, zet ik er ’n hek omheen en dan
begon hij zijn theologische studie.
Overdag deed hij zijn werk op het
raadhuis, ’s-avonds studeerde hij.
Deze studie werd afgelopen herfst
bekroond met het kandidaatschap.
Hierna heeft de heer De Kok vier
maanden stage gelopen bij ds. J. C.
Seegers in Gouda. Hem wacht nog
één examen, maar zaterdag kon hij
reeds beroepbaar worden gesteld.
is het van mij. Ha, ha, maar wat
de zee betreft vangt-ie bot. De zee
is van mijSjonge, het is bijna niet
te geloven; de zee is dus van me
neer Zeehond!”
Meneer Zeehond voelde zich de
koning te rijk. ”Ik zal mijn zee
hek nog wat versterken...” mom
pelde hij. ’’Gunst, er ligt niet veel
hout meer op het strand... ik heb
alles gebruikt... misschien ligt er
in de duinen nog wel wat...”
Hij ging de duinen in en had na
een uurtje zoeken twee armen vol
Zwarteweg 3 (verlengde van Brugw)
Waddinxveen, tel. (01829) 2849
heeft voor de doe-het-zelf-tuinder
van eigen kwekerij een onbeperkte
collectie eerste soort
heesters, rozen
en coniferen
voor werkelijk voordeelprijzen.
U kimt dan gelijk een keuze doen uit
ons sortiment tuingereedschappen,
bemestingsartikelen, flagstones e.d.
In Zevenhuizen verkrijgbaar bij het
depot W. H .Westerman, Burgm.
Klinkhamerweg.
MODEL BIANCA
heer Grey. En geheel onnodig! Geloof me maar!”
,,’t Kan wel zijn, juffrouw Ridgeley, maar dat is mijn
volkomen onbevooroordeelde opinie.” Duncan zat ach
terovergeleund in zijn stoel, zijn handen tegen elkaar,
de vingertoppen dan naar elkander toe, dan weer van
elkaar afbrengend, een beeld van belangeloze behulp
zaamheid. „Nu - wat zou u zeggen, als ik u vertelde, dat
Marjorie, geheel vrij van enige overweging om haar va
ders geld in de familie te houden, tot de conclusie is ge
komen, dat de enige manier om haar vader uit zijn be
narde omstandigheden te verlossen, is, zich naar Can
trells wensen te schikken en zich, volgens haar opvat
ting, op te offeren door met hem te trouwen? Wat zegt
u daarvan?”
„Is dat zo?” vroeg Tante Georgina op verschrikte
toon. „Heeft zij besloten, dat te doen?”
„Ik weet niet, of ze al geheel besloten is, maar ik weet
wel, dat zij er ernstig over denkt. Eigenlijk ben ik wel
zeker, dat, tenzij er iets gebeurt om het te verhinderen,
zij daartoe zal beslissen. Denkt u, juffrouw Ridgeley,
denkt u heus, dat dit het beste is voor Marjories toe
komstig geluk, haar geluk, dat u natuurlijk ten zeerste
ter harte gaat?”
„Het enige verstandige standpunt te
„Juist zo. Op ’t eerste gezicht lijkt het het beste, maar
een ongelukkig huwelijk is een zeer gevaarlijk iets, juf
frouw Ridgeley, allerlei onverwachte complicaties kun
nen daaruit voortspruiten. Zo’n huwelijk zal voor haar
geluk zeer rampspoedig zijn. Neen- Het komt mij voor,
dat u en ik alles moeten doen om zo’n verbintenis te ver
hinderen, inplaats van aan te moedigen. We moeten onze
gedachten concentreren op een ander plan, dat naar
mijn idee een veel bevredigender oplossing geeft.”
„Een andere oplossing, mijnheer Grey? Wat bedoelt
u? Zo’n oplossing bestaat niet.”
„Toch wel, juffrouw Ridgeley en alleen uw charman
te bescheidenheid, als u het goed vindt, dat ik het zo
noem, weerhoudt u om het in te zien.”
Tante Georgina’s nieuwsgierigheid was opgewekt. „Ik
kan u niet geheel volgen, mijnheer Grey. Drukt u zich
wat duidelijker uit, wilt u?”
„Natuurlijk! Ik zal volkomen openhartig met u spre
ken. U bent het met me eens, is het niet, dat het voor
naamste, waarmee we rekening hebben te houden, de
wens is, Profesoor Ridgeley’s geld in de familie te hou
den. Dat is toch de hoofdoorzaak, waarom u zo graag
Marjorie met Professor Cantrell getrouwd zou zien?”
„Zeker!”
„Waar u niet aan gedacht schijnt te hebben, is, dat u
zelf (u wilt me wel vergeven, dat ik zo vrijuit spreekt)
nog een betrekkelijk jonge vrouw bent, knap, aantrek
kelijk, gevoelig (hoewel ik u pas voor de eerste maal
ontmoet, moet u me excuseren, dat ik zulke duidelijke
feiten als deze opmerk) en heel charmant. Een heel wat
geschikter gezellin voor een eminente wijsgeer een
man, wiens lof door de hele wereld binnenkort gezongen
wordt, een man, wiens naam weldra een familiaire klank
krijgt, een man, voor wie rijkdom en eer en roem spoe
dig uitgespreid zullen worden dan een wuft, jong
meisje ooit zou kunnen zijn.”
Tante Georgina snakte naar adem. „W-wat bedoelt u,
mijnheer Grey?” zei ze ademloos, die lyrische woorden
indrinkend.
„Wat ik bedoel is - waarom ter wereld lost u het hele
vraagstuk niet op, door zelf met Cantrell te huwen, juf
frouw Ridgeley?” vroeg Duncan met een zoetsappig
lachje, dat zijn innerlijke verontrusting maskeerde.
Van het volgende ogenblik hing alles af.
Er was even een stilte, waarin Tante Georgina tracht
te haar verbijsterende gedachten te verzamelen. Dan.
„Trouwen Professor Cantrell ik zelf?” herhaalde
ze langzaam. „Heus, mijnheer Grey, ik
„Maar overweeg het eens, juffrouw Ridgeley,” drong
Duncan aan, zijn blijdschap verbergend onder kalme be-
WADDINXVEEN De heer T. de
Kok, gemeentebode van Waddinx
veen, die in het najaar van 1968 het
examen aflegde voor theologisch
kandidaat van de Gereformeerde
Kerken in Nederland, is zaterdag be
roepbaar gesteld. Diezelfde dag nog
ontving hij vier beroepen: naar de
gereformeerde kerken van Dussen-
Meeuwen (N.Br.), Meliskerke (Zee
land), Marrum (Groningen) en
Nieuw Weerdinge (Drente).
De heer De Kok heeft zijn beslis-
sing nog aangehouden, maar denkt
die op korte termijn te kunnen ne
men. Het is zeer waarschijnlijk, dat
hij een van de vier op hem gedane
beroepen zal aanvaarden.
Het tekort aan predikanten is zo
groot, dat kandidaat De Kok ver
scheidene gemeenten bij voorbaat
heeft verzocht geen beroep op hem
te doen ten einde zijn beslissing
niet te bemoeilijken.
Zeven jaar geleden trad de heer
De Kok als bode in dienst van de ge
meente Waddinxveen. Kort daarop
„Hij zinspeelde erop, dat volgens zijn opinie de enige
reden, dat zij zo graag had, dat ik met Cantrell trouw
de, was, dat zij bij ons kon blijven wonen en leven op
het inkomen, dat ik dan zou erven. Dat was toch niet aar
dig van hem, hè?” lachte Marjorie.
Duncan lachte niet terug. Hij keek haar ernstig aan.
„En wat denk jij ervan?” vroeg hij.
„Ik? Ik heb daar nooit over gedacht.”
„Denk er dan nu eens aan en vertel me je uitkomst.
Ik zou dat heel graag willen weten.”
Marjorie aarzelde. „Zij is erg arm, en ik moet toege
ven, dat ze nogal hardvochtig is. Ik weet niet, of ze zo
ver als dat zou gaan o ik weet het heus niet,Dun
can!”
„Dat is belangrijk,” verklaarde Duncan. „Ik begin
meer hoop voor mijn ongerijmd idee te krijgen.”
„Ik wou, dat je me vertelde, wat het is, Duncan. Je
plaagt en kwelt me afschuwelijk.”
„Nu nog niet,” lachte Duncan. „O, maar een ding! Je
moet haar gelijk geven, als ze je vraagt, of je eindelijk
inziet, dat Cantrell voor Tim te handig is, dat hij elke
slag in het spel gewonnen heeft, dat
„Dat heb ik gisteravond al gedaan. Ze dacht, dat ik
alles meende!”
„Uitstekend! Nu, laat haar dan ook nog denken, dat,
nu je zeker weet, dat je vader wanhopig is en zich mis
schien wel dood zal kniezen, je besloten bent tot de eni
ge manier, die hem kan redden, nl. door je zelf op te
offeren en met Cantrell te trouwen. Wil je dat doen?”
„Wat?” riep Marjorie verbaasd uit. „Net doen, alsof ik
besloten heb Cantrell te trouwen?”
Duncan knikte. „Ja, dat is het. Alles wel beschouwd,
wend je het toch alleen maar voor. En ik denk, dat ik je
beloven kan, dat Cantrell hier nooit iets van zal weten.
Nu, doe je het?”
„Het is geheimzinnig. Natuurlijk wil ik het, als je er
werkelijk op staat.”
„Dat doe ik,” zei Duncan eenvoudig. „Daar is mijn
plan geheel op gebaseerd.”
WADDINXVEEN Met de ere
medaille verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau in zilver is vrijdag
middag de heer H .G. Vermeij be
loond voor zijn veertig-jarige trouw
aan Leyland Motor Corporation (Ne
derland) n.v. Tijdens een huldigings-
bijeenkomst in de beambtenkan
tine van de fabriek in Gouda heeft
loco-burgemeester F. M. van Tol de
jubilaris de koninklijke onderschei
ding uitgereikt.
De heer Vermeij is voorman hout
bewerking. Namens de directie werd
hij toegesproken door de onder-di-
recteur, de heer H. W. Vrolijk. Met
een geschenk onder couvert werd de
waardering, die in deze toespraak
lag, kracht bij gezet. Mevrouw Ver
meij werd verrast met bloemen en
een taart. De voorzitter van het per-
soneelsfonds, de heer J. Terlouw,die
mede sprak voor de ondernemings
raad, overhandigde de jubilaris als
geschenk van het personeel een
schemerlamp. Namens de vakvere
niging St Eloy droeg de heer Van
Steenhoven tenslotte een fraai
bloemstuk aan.
raadslaging. Ze had hem in ieder geval niet de deur ge
wezen! „Zoals ik zoeven zei, zo’n huwelijk zou in ieder
opzicht onvergelijkelijk passender zijn dan het andere;
en ook - veronderstel eens, dat Marjorie haar neef toch
nog trouwt dan zal het gehele fortuin van Professor
Ridgeley tot uw beschikking zijn door tussen komst van
uw echtgenoot, dat is te zeggen, het blijft in de familie.
Tot zo ver is het u toch duidelijk, is het niet?”
„J-ja, dat is zo,” mompelde Tante Georgina zacht.
Duncan keek schuins naar haar glinsterende ogen en
zag, dat de vis gebeten had. Zou hij hem ook veilig op de
wal krijgen?
„Maar boven al,” vervolgde hij, „denkt u eens aan de
positie, die voor Professor Cantrell is weggelegd, als een
bekwame vrouw, zoals u, hem de helpende hand biedt.
De lezing, die hij van plan is te geven, biedt hem een
kans, die nog nooit in de geschiedenis der wereld is ge
ëvenaard! Zou hij alles kunnen volhouden? Hoe kan een
jong meisje hem met raad en daad, die hij zeker nodig
heeft, ter zijde staan? Dat kan zij onmogelijk, maar een
actieve ervaren vrouw van de wereld, zoals u, wel, dat
zou pas wat zijn! De mogelijkheden zijn absoluut onbe
grensd! En de roem en de weelde, die hij zich verwerft,
weerkaatsen op zijn vrouw. Juffrouw Ridgeley, u heeft
een kans, die weinig vrouwen ooit aangeboden kregen!”
Duncan, die zich in het vuur van zijn rede naar zijn
slachtoffer gebogen had, ging weer achterover zitten en
keek, zonder iets te zien, naar de vlammen in de haard.
Hij had zijn kruit verschoten; de komende minuut zou
hem laten zien, of hij erin geslaagd was zijn prooi te
overwinnen, ja of neen. Pareltjes angstzweet biggelden
over zijn voorhoofd. Het was een verschrikkelijk be
nauwd ogenblikje.
Eindelijk deed Tante Georgina haar mond open. „Ik -
ik geloof, dat er iets voor gezegd kan worden, mijnheer
Grey,” zei ze bijna bedeesd.
Duncan had haar wel aan zijn hart kunnen drukken.
Maar hij antwoordde koel: „Ik dacht wel, dat u zou vin
den, als ik het uitgelegd had. U bent te bescheiden, juf
frouw Ridgeley. Nu, dat is dan besproken. En wat kan
ik nu doen om u te helpen?”
Tante Georgina keek hem zenuwachtig aan. „Deze
deze veronderstelling is toch onder ons, hè?” zei ze in
eens. „Marjorie weet
„Natuurlijk niets. Marjorie heeft niet de minste notie
omtrent de reden van mijn bezoek. Ik zal haar er ook
niets van zeggen. En juffrouw Ridgeley, ik hoop, dat u
me nog veroorlooft te zeggen, hoe fijngevoelig ik ’t van
u vind, dat u tot deze beslissing gekomen bent en ik
waardeer de oprechte manier, waarmee u de hele zaak
met mij besproken hebt. Slechts zelden ontmoet men een
vrouw met zo’n verstandige, ruime kijk op het leven.”
Duncans zalvende zinnen wikkelden Tante Georgina
in een mantel van behaaglijke warmte. „Heus, mijnheer
Grey,” zei ze gemaakt, „nu vleit u me.”
„Absoluut niet,” verzekerde Duncan haar, in het ge
heel niet waarheidsgetrouw. „Laten we nu ’n plan de
campagne opmaken. Allereerst moet Marjorie belet wor
den te doen, wat ze in haar hoofd heeft; dat kan ik op
me nemen door een woordje met Tim te spreken. Maar
er staat ons een veel groter bezwaar te wachten.”
„Ja?” vroeg Tante Georgina wat verschrikt. De volle
betovering van de toestand, die Duncan zo kunstig op
geroepen had, begon juist voor haar verbijsterende ogen
te schemeren, en hoe meer zij eraan dacht, hoe verlok-
kender het haar toescheen. De gedachte aan bezwaren
was ondraaglijk.
„Ja, natuurlijk om de hmde juiste beschikking
over Professor Ridgeley’s vermogen te verkrijgen, is het
nodig, dat de weg geëffend wordt om een spoedig huwe
lijk tussen Marjorie en Tim tot stand te brengen. Dat
moet, is het niet?”
„Natuurlijk,” antwoordde Tante Georgina beslist. Het
was wonderlijk, hoe gemakkelijk zij van haar oude be
denkingen afzag, nu deze niet meer van nut voor haar
waren.
MODEL’ CLAUDIA ..'jt
ZEVENHUIZEN De Midden-
standsvereniging „Zevenhuizen”
hield vorige week voor haar leden
in Hotel Vos een feestavond. Onge
veer vijftig personen waren daarbij
aanwezig.
Op deze avond werden films ge
draaid van de bejaardenreizen van
de afgelopen jaren. Deze reizen wor
den altijd door de middenstandsver-
eniging georganiseerd. Het kijken
naar de films werd afgewisseld met
het luisteren naar de muziekgroep
De Andamtino’s uit Bergambacht,
daarbij kon ook gedanst worden. In
de pauze van deze geslaagde avond
werd een verloting gehouden.