Gouda: f 5.500.000. in g: Veldwijk De Professor op Er is geen mens zo moeilijk of hij is blij met een boekenbon Ex Regering ziet go noodzaak in Geen confectie ..J Ruime opzet S Wordt vervolgd Lessen gestart Geslaagd L 0 n flii WEEKE z De school is opgenomen in een se- ttmiiiiiiililff Passage 145 - telefoon 2620 Volgens de plannen zal de opening plaats kunnen vinden tegen de zo mervakantie 1971. Er zal in strikt tempo worden gewerkt want in deze systeembouw past niet alleen geen achterstand doch men kan er ook niet bij vooruitlopen omdat de hele bouw zeer nauwkeurig is gepland in een zgn. netwerkplanning waarin al le details worden vastgclegd. beperken tot werktuigbouwkunde en elektrotechniek. ti< dc m WAD voorz de bo die w de be telijk doen T de mei wei is f Hu dei gar dat de an< aio nie toe teg da ha Gê VI h< k< te h. ”A’ den men, wist toch voor koor, kred het 1 gelin zou 1 hebt De heer ciële schu A. I maa verv mee gen zo 5 zegg Di mer f o, zins per II 23,5 hi. Bi M ja.' ee W: GOUDA Het bestuur van de Stichting M.T.S. voor Zuid-Holland Oost heeft de bouw van haar school in Gouda opgedragen aan Zee- bregt’s Aannemingsbedrijf N.V. te Goirle. De aannemingssom bedroeg 3.091.200,Het was de laagste die uit de bus kwam bij de aanbe steding op 12 februari waarbij 33 aannemers inschreven. In dit bedrag is niet de levering van de prefab.-gevelelementen opgenomen, evenmin als de liftinstallatie, de verwarming, de aanleg van gas en de electriciteit. Met de inrichting van de school erbij zal met het gehele project, dat op een stuk grond staat van ongeveer 700.000,een bedrag gemoeid zijn van 5.500.000, Het bestuur blijft plannen maken. Ondanks de vele werkzaamheden welke de bouw met zich meebrengt wordt het leerplan nog weer ver breed zodra de school klaar zal zjjn. wat ruim in het groen te zetten om dat er anders een te dicht aaneenge sloten bebouwing zou ontstaan. Dit is voor de school bijzonder plezierig want de wat ruimere opzet doet de originele architectuur van de school beter uitkomen. Het plan om een Middelbaar Te chnische School in Gouda te stich ten is al vrij oud. Het lukte evenwel niet om tot een concreet plan te ko men tot de Kamer van Koophandel zich actief ging bemoeien met deze school. Eén van de leden, de heer Bodewes uit Nieuwerkerk stelde dat er op korte termijn een dergelijke school moest komen omdat er be hoefte was aan goed opgeleide tech nici. Er werd een bestuur geformeerd dat onder voorzitterschap van de heer G. Bannink op energieke wijze de zaak aanpakte. In 1967 werd door de regering de noodzaak erkend van middelbaar technisch onderwijs in Gouda. Kort daarop begon men aan de bouw plannen. Tot architect werd be noemd de heer Ir. K. I. Ruige te Rot terdam. Ook werd daarna spoedig grond gekocht voor de bouw van de school. In het plan Bloemendaal II zal het fraaie gebouw aan het ver lengde van de Groen van Prinsterer- singel het eerste bouwsel zjjn. Eerst wanneer het gebouw klaar is zal met de bouwkunde-lessen worden begonnen. Even dreigde er een probleem omdat dit jaar een tweemaal zo groot aantal geschikte lokaliteiten beschikbaar moest zijn doch ook hiervoor kwam er spoedig een oplossing zodat er geen enkele reden is om te vrezen dat het onder wijs zal stagneren. Als Duncans gesprek met tante Georgina niet de vruchten had gedragen, die hij ervan verwacht had, zou zij Marjorie nooit zo goed geholpen hebben, Tim en Dun can de volgende morgen in het jaloers bewaakte labora torium te introduceren. Tante Georgina had met de grootste schrik de verleidelijke toekomst, waar ze nu haar hart zo op gezet had, langzamerhand uit de greep van haar begerige vingers zien glippen. Toen haar nicht met berichten van een laatste hoop aankwam, was juf frouw Ridgeley bereid dit aan te grijpen, als de drenke ling de spreekwoordelijke strohalm. Ze vroeg niet, wat er in het laboratorium zou gebeuren; het was haar vol doende, dat de twee avonturiers daar binnen moesten komen. Met karakteristieke doortastendheid slaagde ze erin, deze vraag geheel alleen op te lossen. Het gevolg was, dat, toen Tim en Duncan, grimmig en bloeddorstig om elf uur aankwamen, zij hun bedje ge spreid vonden. Tante Georgina begroette hen in de hall op haar eigen manier (Duncan met de hartelijkheid van een geheim begrijpen; Tim met knorrige voorkomend heid) en legde him vlug en zacht uit, wat zij moesten doen. „Professor Cantrell houdt altijd de deur van het labo ratorium op slot,” zei ze met haar krachtige stem. „Ik zal daarom kloppen en hem zeggen, dat er twee heren zijn, die hem willen spreken. Hij zal de deur openen om te vragen, wie het zijn. U beiden bent me stil in de gang gevolgd en loopt dan de kamer in. En wat u daar doet, gaat mij niet aan,” voegde ze er droogjes aan toe. „Maar ik verwacht, dat u beiden er met die kat uitkomt.” „Daar kimt u van op aan, Tante,” zei Tim gelukkig. „Als ik maar eenmaal op een armlengte van die kwibus af sta, dan zal ik Hij ving Tante Georgina’s koude blik op en bedaarde opeens. „Dat is prachtiv, juffrouw Ridgeley,” viel Duncan in. „Wilt u ons dan maar voorgaan?” Door de half openstaande deur van het salon kwam een gefluister: „Veel geluk, Tim. Geef het heerschap er van langs!” Hij liep er gauw naar toe, maar Marjories gezicht met een vrolijk, half beschroomd lachje was ver dwenen. „Straks!” hoorde hij door het sleutelgat. Alles ging, zoals Tante Georgina gedacht had. In ant woord op haar zakelijke mededeling werd de sleutel om gedraaid en de deur ging een kiertje open. Cantrells ge zicht kwam tussen de deur en de deurpost te voorschijn. „Wié is er voor de drommel?” begon hij geprikkeld. „Ik wil niet Hij zag Tim en sprong terug. Maar Tim was hem te vlug af. Hij gooide zijn volle gewicht tegen de deur, vóór Cantrell deze kon sluiten. Hij duwde die heer achteruit het laboratorium in en stortte naar bin nen, met Duncan op zijn hielen. Daarna draaide hij zich rie. Het constructieve gedeelte bo ven de begane grond zal in hoofd zaak in systeembouw gebouwd worden. Vorige week heeft het be stuur de opdracht voor de fabrice- ring van de betonelementen en van de montage daarvan gegeven aan Fa. J. P. A. Nelissen Betonindustrie N.V. in Venray. Ten onrechte zou men uit het feit dat het een sys teembouw wordt afleiden dat er een confectiegebouw tot stand komt.Van de serie van 10 scholen zijn niet 2 hetzelfde. De school in Gouda is de eerste van de serie. Deze serie komt tot stand door voorbereiding in teamverband, waarbij de architect met zijn medewerkers, de heer Ver hoef! voor het ontwerp, de heer Maarseveen voor de organisatie en Ir. Djohani als constructeur, zijn in geschakeld. Als adviseur voor de installaties treedt op het Bureau Verhoeven te Amersfoort, voor de planning-con- tróle het Bureau Berenschot. Voor tuinarchitectuur aan de Hogere Tuinbouwschool te Boskoop. Ad Dekkers uit Gorinchem, bekend ge worden door zijn plastieken, welke ook op buitenlandse tentoonstellin gen de aandacht vroegen, zal een ontwerp maken voor een kunstwerk in de patio. Het bestuur wilde niet met het ge ven van onderwijs wachten totdat het gebouw klaar zou zijn. Dankzij de medewerking van enkele andere schoolverenigingen slaagde men er in het voorjaar 1968 in op korte ter mijn voldoende lokaliteiten te ver krijgen. Binnen enkele weken wer den een directeur en de nodige lera ren aangesteld. Vrijwilligers in het bestuur hielpen met het geven van voorlichting over het onderwijs en met het afnemen van examens, daarin bijgestaan door de leraren van de diverse technische scholen in Gouda. Ook deze technische scholen heb ben zich met alle kracht achter de realisatie van dit onderwijs gezet. Na de grote vacantie kon dan ook vorig jaar met 2 volledig bezette vakrich tingen worden begonnen in 4 klas sen. Voor het onderwijs in de bouw- GOUDA Vrijdag 28 maart is in te genwoordigheid van leraressen en leraren door de directrice mevrouw C. Jongkind-Hartog aan 31 leerlin gen van de INAS-opleiding van de Goudse Huishoudschool het insigne uitgereikt, als bewijs dat zij geslaagd zijn voor de Tussenproef, welke tus sen 13 en 25 maart werd afgenomen. Dit houdt in dat zij gedurende een jaar praktisch mogen werken in ge zin, ziekenhuis en bejaardentehuis. Onder de geslaagden waren: Ada Dijks, Ekkie Ooms, Jetta Tiegelaar en Carla Ultee te Waddinxveen en Janine de Geus en Paulien Jonker te Zevenhuizen. om, deed de deur met bijzondere zorg op slot en keek de woedende Professor aan. „Zo Cantrell, oude, leuke piegum!” merkte hij vrolijk op. „We zijn voor Oom gekomen!” Eén ogenblik was Cantrell sprakeloos. Zijn lippen gin gen op en neer, maar zijn razende hersens weigerden woorden te leveren. Alleen zijn uitpuilende ogen waren welsprekend en die spraken boekdelen! Met een ver schrikkelijke inspanning vermande hij zich en deed een wanhopige poging zich te kalmeren. „Wat - wat is de bedoeling van deze vervloekte in dringing?” barstte hij uit. „Dat zei ik zo juist, mijn waarde Professor,” antwoord de Tim met nadrukkelijke hartelijkheid. „We komen voor Oom! We komen hem halen- Geeft u hem kalm aan ons, of moet mijn vuist erbij te pas komen?” Cantrell deed een stap naar hem toe, zijn hoofd ge bogen, tussen zijn massieve schouders. „Eruit!” mompel de hij hees. „Eruit en direct, jou onbeschaamde vlegel!” „Is hij nu geen slechte, oude man, Duncan?” vroeg Tim bewonderend. „Eerst zegt hij lelijke woorden en dan geeft hij me zulke benamingen! Ik geloof, dat hij er gens boos over is. Het lijkt er ten minste op, is het niet?” „Wat een slechte opvoeding moet hij genoten hebben!” antwoordde Duncan op verwijtende toon. „Stel je voor om bezoekers op deze manier te ontvangen!” „Je zou haast denken, dat hij ons niet graag zag,” riep Tim uit, die intens genoot. „O, die Cantrell is toch zo’n snode, oude kerel!” Als het Tims bedoeling was zijn woedende tegenstan der tot het uiterste te prikkelen, waren er kentekenen, dat hij zeer voldoende geslaagd was. De aderen op zijn voorhoofd zwollen tot smartelijke striemen. Hij deed nog een stap in Tims richting, zijn grove vuisten dreigend gebald. „Ik geef je vijf seconden om hier vandaan te ko men,” grauwde hij schor, „of ik zal je eruit trappen, jou eri je kostbare vriend!” „Ga niet, Tim, mijn' jongen!” raspte een stem, rauw van schrik en hoop uit de andere kant van het labora torium. „Om hemelswille, ga niet zonder mij weg!” Tims aandacht was voor de eerste maal van Cantrell afgetrokken. „Neen, maar, daar is Oom! Kijk eens,Dunk daar in „Pas op, Tim!” schreeuwde Duncan, naar voren ren nend. Tim bukte zo vlug hij kon en Cantrells stomp ging precies over zijn hoofd. Het volgende ogenblik lag Dun can op zijn rug, door een goedgeplaatste vuistslag van de Professor tegen het midden van zijn borst. Hij krab belde bibberend overeind en trachtte Cantrells aan dacht voor zijn moordlustige aanval op Tim over te brengen. Even daarna lag hij weer op zijn rug en snak te naar adem. Hij lag te hijgen, zijn ogen volgden de verschrikkelijke strijd, die nu door het hele ongelukkige laboratorium woedde. En toen struikelde Tim. Cantrell nam zijn kans waar, hem uit alle macht een stomp toe te dienen, maar Tim, die zjjn lichaam in zijn val scherp naar één kant draaide, kon de volle kracht ervan ontduiken. Hij werd alleen aan de rand van zijn schouder geraakt en sloeg tegen de vloer. Bijna gek van nijd nam Cantrell een stoel en zwaaide die boven Tims hoofd. Maar vóór hij die omlaag kon brengen, was Dun can overeind gescharreld en viel hem aan. Hij sloeg zijn vuist met al zijn kracht (die in dit geval niet groot was) tegen de zijkant van Cantrells hoofd. Daarop liet hij zijn lichaam zwaar tegen het al waggelende van Cantrell rollen. Cantrell tuimelde omver, viel met zijn achter hoofd hard tegen de tafelrand en bleef stil liggen. „Die ligt!” zei Tim met voldoening en kwam overeind. „Dank je wel, Dunk. Je hebt me van een hoogst onaan gename smak gered. Hoe maakt hij het?” Duncan boog zich over de verslagen Professor. „Goed, geloof ik. Hij zal over een minuut of twee weer bij ken nis zijn.” „Tjonge, Dunk!” riep Tim, „dat was een knap stukje werk. Je moet bij de film zien te komen. Ze zouden je aardig voor zo iets betalen. De Charge van de Lichte Brigade!” „Kom, Tim. We moeten de sleutel van die kooi zoeken, je oom eruit helpen, de deur van het laboratorium aan de buitenkant op slot doen en we zijn goed en wel weg voor Cantrell bij is. Vooruit, we hebben niet te veel tijd. Waar zou hij zijn sleutels bewaren?” „In zijn rechter vestzakje!” kwam de schelle metaal achtige stem van achter de stalen tralies. „Mooi gedaan, jongens! Mooi gedaan! Hij heeft een sleutelring en de sleutel van deze helse uitvinding zit er aan. Vooruit, Tim maak voort-” Tim, die zijn Ooms aanwezigheid in de opwinding van de strijd bijna vergeten was, liep naar de kooi, terwijl Duncan naar Cantrells sleutels zocht en onnozel lachte tegen de Professor. „Ja, Oom, ik geloof, dat we uw vriend nogal bezeerd hebben.” „Het zal hem goed doen! Hij heeft me een hele geze gende week opgesloten gehouden! Ik had bijna de hoop al opgeven hier ooit uitgehaald te worden.” De Profes sor liep als een gekooide tijger achter de tralies heen en weer. Zijn grote, ronde ogen glinsterden in het vooruit zicht van een spoedige bevrijding. Tim dacht na. „Toch geloof ik, dat hij enigszins ge rechtvaardigd was, Oom,” zei hij langzaam. „Ik heb ge hoord, dat U zo gesteld was op die lezing, die hij wilde houden.” „Loop naar de duivel met die lezing!” snapte de Pro fessor. „Als je daarvoor in een kooi opgesloten moet wor den! Hoe zou jij dat vinden? Klets niet! Nu, waar blij ven die sleutels?” Duncan kwam overeind, een zware sleutelbos rinkelde in zijn hand. Met zorg begon hij ze een voor een in het sleutelgat te proberen, terwijl de Professor op zijn ach terpoten ging staan en zenuwachtig met zijn voorpoten dan langs deze dan langs gene stijl schoof. Hij kon niet meer stilstaan van ongeduld. Eindelijk paste een sleutel, het slot klikte, de zware deur zwaaide open en de Professor sprong er uit. „Eindelijk!” raspte hij. „Goed gedaan, Tim. Laten we er nu dadelijk van doorgaan, vóór die gevangenbewaar der tot bewustzijn komt. Vlug! Haast je!” De Professor had gelijk, want Cantrell, wiens adem de laatste minuten duidelijk waarneembaar was geworden, het een zacht gekreun horen. Duncan bezag hem vlug en kinkte. „Het is beter om weg te gaan,” zei hij. Het trio liep snel naar de deur en Duncan pakte de knop al beet, toen Tim met een luide uitroep op zijn schreden terugkeerde. „Hee, wat is er?” vroeg Duncan zich verschrikt om- Tim sloeg op zijn dijbeen. „Go, wat een sufferds wa ren wij bijna. Gouw, Duncan, pak zijn benen!” „Waarvoor? Kom mee, Tim!” „Om hem in de kooi te stoppen, natuurlijk, oude dom merd! Vooruit! We hebben dertig seconden om hem erin te duwen.” Cantrell was een zwaargebouwde man, maar ongeluk kig voor hem was hij kort; en Tim en Duncan hadden geen tijd hem zacht te behandelen, als ze dat ooit gewild zouden hebben. Toen de dertig seconden verlopen waren, was de deur van de kooi weer op slot. Op ’t zelfde ogen blik opende Cantrell, die in een ongemakkelijke houding lag, langzaam de ogen. Tim sleepte een stoel voor de kooi en nam erop plaats en lachte gelukkig. Duncan begon met belangstelling de gecompliceerde uitrusting en meubilering van het labo ratorium te bezichtigen. De Professor, die in de buurt van de deur draalde, scheen niet geheel op zijn gemak, ondanks de snelle verandering in verhouding tussen Cantrell en hem zelf. Er ontstond een korte stilte. Toen kreunde Cantrell een beetje, trachtte zich uit te strekken en vestigde zijn ogen op de staven van de kooi. Hij zat ineens rechtop en zijn hoofd, dat al pijnlijk genoeg was, stootte met kracht tegen de zoldering van het konijnenhok. „Oef!” schreeuwde hij. „Wat de waar de „Kom, Professor,” zei Tim gehaast. „Geen lelijke woor den, hoor!” Cantrell staarde hem alles behalve vriendelijk tussen de spijlen door aan. „Waar voor de duivel ben ik?” vroeg hij schor. „In de wagen de kooi, bedoel ik,” antwoordde Tim lief. „Laat me er uit, duivelachtig zwijn-” krijste Cantrell, zijn gekwetst hoofd met hernieuwde wbede stotend. „Laat mij er ogenblikkelijk uit!” „Kom, kom,” zei Tim berispend. „Het is verboden die ren in hun kooien te plagen, maar zij mogen geen lelijke dingen tegen hun bewakers zeggen.” Cantrell deed zijn mond open om met kracht te ant woorden, maar Tim snoerde hem de mond. „Waar kan hij dat toch geleerd hebben?” vroeg hij Duncan. „Hij heeft vast een schriftelijke cursus of iets dergelijks gevolgd: Nu, Cantrell,” vervolgde hij kort aangebonden, „houdt op met dat onbetamelijke gepraat en laten wij tot de zaak overgaan. Mijn voorstel is dit Ik heb de Professor en u zit in de kooi. Als u me uw woord geeft, dat u me niet lastig zult vallen of proberen oom tegen zijn zin terug te halen voor een tijdsbestek van drie maanden, zult u hem daarna krijgen voor uw lezing. Als u niet wilt” Tim aarzelde even en barstte dan in een luid gelach uit. „Ja, verdraaid! Als u niet wilt zult u in die kooi logeren en op melk leven tot u van ge dachten verandert. Nu, wat zegt u daarvan?” „Ik zou je eerst moeten zien hangen,” gilde Cantrell woest. Tim lachte minzaam. „Zoals u wilt, natuurlijk. Als u het er zo gezellig vindt, zou het me spijten u te storen. Hij keek op zijn polshorloge. „O, al bijna één uur! Wat vliegt de tijd toch om, als je je amuseert, hè? Zullen we eens zien, of tante Georgina wat voor ons te eten heeft, Oom? Ik lust wel wat. En ik zal voor u melk laten bren gen, Cantrell,” voegde hij er bedachtzaam aan toe. Het was ook weer niet eenvoudig vergunningen te krijgen voor deze bouw omdat in de bestemmingsplan nen voor het nieuwe stadsdeel hele maal geen rekening was gehouden met de bouw van scholen op deze plaats. De plannen van de school zijn aanleiding geweest voor de Dienst Stadsontwikkeling om nog eens de plannen voor Gouda’s uit breiding onder de loep te nemen. Op de tekening van de school met de omgeving daarvan ziet men dan ook dat er een ringweg is geprojecteerd rond de bestaande bebouwing. Vóór Bloemendaal II komt een ringweg te liggen die ten noorden van de Prins Willem-Alexanderkazeme aansluit op de Bodegraafsestraat- weg. De Provinciaal Planologische Dienst heeft geadviseerd de school Sommige dingen liggen zo voor de hand dat het jaren duurt voor iemand ze ziet liggen. Heeft Amerika niet tot 1492 moeten wachten tot eindelijk Columbus Zo heeft het tot vandaag moeten duren voor Anne- lies op het idee kwam oom Piet een boekenbon te ge ven. Dagenlang heeft zij gezocht naar iets leuks en dat is moeilijk voor een man van die leeftijd en met 97 stropdassen. Maar nu is het feest en oom Piet is het middelpunt van de aandacht, hij zit blij verrast met de enveloppe in zjjn hand en Annelies wacht met spanning op zijn reac tie. Zij weet nog niet hoe blij hij er mee zal zijn, maar ze had het kunnen weten. Want wat is de boekenbon anders dan een cadeau dat altijd in de smaak valt, zelfs in de meest persoonlijke uitvoe ring. Maak er gebruik van, ga eens naar boekhandel 'f n.. F ÏJW WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN HOLLANDS HART - donderdag 3 april 1969 de tuinarchitectuur is adviseur de heer Meijers te Dordrecht, leraar kunde was niet voldoende ruimte beschikbaar zodat men zich moest

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1969 | | pagina 2