Nota Van der Hooft zegt:
BEDRIJFSLEVEN DEFILEER T
V ormen van bouwdistricten
gaat voorrang verdienen
Discussie in Waddinxveen
IK HOU VAN JOU
TT
Gezellige woonkeuken kan
goede leefruimte worden
Pagina 6
Districten
Door
E. v. d. Linden-
Nijdam
Kleuren
Gezelligheid
Vrije inkijk
Poffertjeskraam
Vloerbedekking
Bundeling
Toelichting
Al
Ni
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN donderdag 14 januari 1971.
l:
In de nota stelt de heer Van der Hooft verder, dat op 20 juli 1970 de Minis
ter van Volkshuisvesting en Ruimelijke Ordening heeft geschreven dat hij
in sterke mate dan voorheen rekening gaat houden met de plaatselijke en
regionale behoeften op het gebied van de woningvoorziening. De minister
acht de continuiteit bij het in aanbouw nemen van nieuwe woningen van
het grootste belang. Daarom wil hij dat er plaatselijk of regionaal een wo
ningmarktonderzoek wordt ingesteld en dat er een driejaren-plan wordt
opgemaakt voor de woningbouw, hetwelk gebaseerd moet zijn op de reëele
bouwmogelijkheden en de vraag naar woningen. De minister wijst daarbij
wederom op de bereidheid tot samenwerking van gemeenten in bouw
districten.
WADDINXVEEN - ”De bouwzaken bestuderend kom
ik hoe langer hoe meer tot de gedachte, dat met het
oog op de toekoms (welke reeds begonnen is) het
vormen van bouwdistricten voorrang zou kunnen ver
dienen, omdat dan beter- en met minder problemen -
drie-jaren-plannen kunnen worden gemaakt.” Dit zegt
burgemeester C. A. van der Hooft van Waddinxveen
in een discussie nota woningbouwzaken, die hij heeft
opgesteld in zijn kwaliteit van Gedelegeerde voor Wo
ningbouw en Woonruimteverdeling in het Interge
meentelijk Overlegorgaan Gouda en Omstreken. De
nota wordt morgen, vrijdagmiddag 15 januari om 15
uur, besproken in een openbare vergadering van de
Commissie Woningbouw en Woonruimteverdeling, die
hiertoe op het raadhuis in Waddinxveen bijeenkomt.
vol met meubels en al wat men ter
verfraaiing van het interieur had
aangeschaft. De keuken was gezellig
maar als leefruimte veel te beperkt.
Man en kinderen kunnen zich er
nauwelijks roeren als de vrouw bij
het aanrecht bezig is. De oplossing
zou natuurlijk zijn: de muur tussen
keuken en voorkamer weg te breken
en van de zo verkregen ruimte een
doelmatig en gezellige woonkeuken
te maken.
In de woonkeuken komen de
kleuren die we toepassen er erg op
aan. Het keukengedeelte hoeft ons
niet tegemoet te blinken als een
soort laboratorium, er kan best wat
kleur worden aangebracht die har
monieert met de kleuren in de woon
ruimte. De kleuren van de gordijnen
die we daar kiezen kunnen in de ge
makkelijk wasbare keukengordijnen
worden herhaald of er een aardig
contrast mee vormen. Met een tikje
gezond verstand en smaak kunnen
we woon- en keukenruimte door de
keus van goede materialen en kleu
ren zo op elkaar afstemmen dat het
er prettig wonen en werken is.
Hoewel ’’gezelligheid’’ voornamelijk
afhangt van de mensen die in een be
paalde ruimte wonen en niet, door voor
werpen kan worden aangebracht wordt
een gezellige mentaliteit, een gezellige
manier van leven wel degelijk door een
inrichting die daarbij hoort geaccentu
eerd. De goede mentaliteit is hoofdzaak,
het goede interieur vloeit daaruit voort.
Het inrichten van een woonkeuken is
een uitdaging aan ons gezond verstand
en onze smaak. Het vraagt een totaal an
dere instelling ten opzichte van het wo
nen dan nog maar al te vaak gebruikelijk
is. Het vraagt bezinning op het waarom
van de inrichting, een zorgvuldig afwe
gen van doelmatigheid en ’’gezelligheid”
Een woonkeuken bepaalt ons bij het feit
dat een huis een gebruiksvoorwerp is.
Somber doolt hij door de win-
terstraten, ijskoud van bui
ten, één en al vlammengloed
van binnen. Daar binnen,
waar die opgekropte gevoe
lens groeien tot een hartkreet,
Onlangs was ik in een huis, ergens
op het platteland, waar het gezin dat
uit man, vrouw en drie kinderen be
staat, huisde in de kleine keuken. De
veel grotere voorkamer wordt niet
gebruik (wel regelmatig schoonge
maakt!). „We hebben daar” zo zei
de vrouw des huizes ”in de zes jaar
dat we hier wonen nog nooit geze
ten”. De kamer stond desondanks
Aan een dergelijke eenvoudige
manier om het werkterrein van de
huisvrouw te betrekken bij de woon
ruimte wordt nog onvoldoende aan
dacht besteed. Met name bij de
bouw van zomerhuisjes. Men ziet
daar vaak piepkleine keukentjes
waarin de huisvrouw dus ook in
haar vacantie geïsoleerd van haar
gezin bezig moet zijn. Terwijl het
voor moeders een groot voordeel is
om onder het werk oog te kunnen
houden op haar kleuters. Kinderen
vinden het fijn moeder telkens even
te kunnen betrekken bij hun spel.
Man en vrouw houden contact ter
wijl elk van hen met eigen werk
zaamheden bezig is (ja, ik heb het
nu natuurlijk over een harmonisch
gezin!)
Een woonkeuken kan in deze behoef
ten voorzien. Zo’n woonkeuken stelt ei
sen waarover we goed moeten nadenken
voordat we bij de bouw of verbouwing
van een huis een dergelijke ruimte, die
voor zo uiteenlopende doeleinden moet
dienen, laten maken. Een woonkeuken
moet noodgedwongen uit twee delen be
staan: een uiterst practisch deel waar de
huisvrouw op efficiënte manier allerlei
werk kan doen; een ’’gezellig” deel waar
alle gezinsleden zich kunnen ontspan
nen.
Men heeft toen het stuk muur tussen
kamer en keuken laten wegbreken zodat
een U-vormige ruimte ontstond. De muur
werd vervangen door een bar die een ge
deeltelijke afsluiting vormde tussen ka
mer en keuken en een vrije inkijk tot
stand bracht van de ene ruimte naar de
andere. Zowel het woon- als het keuken-
leel leek hierdoor veel groter hoewel er
geen centimeter aan de ruimte was toe
gevoegd.
Een nieuw aanrecht, ter vervanging
van een heel oud exemplaar, kwam tegen
de iets hogere bar te staan. Vanuit de
zamenlijk te komen tot de keuze van
één of meer gemeenten waar de
bouw van:
a. dienstencentra voor nog actieve
bejaarden;
b. een verzorgingshuis voor minder -
valide bejaarden;
c. een verzorgingshuis voor demente
bejaarden;
d. het bouwen van een groot aantal
be jaar den woningen bijeen mogelijk
zou zijn.
In deze moderne tijd is het bijv, on
mogelijk geworden om demente be
jaarden en minder-valide bejaarden
samen onder één dak te laten leven.
Het platteland biedt voor deze bouw
bijna evenveel voordelen als de gro=
tere stad.
2. Het woningmarkt onderzoek.
a. Het doel moet in de eerste plaats
zijn het verkrijgen van een zo goed
mogelijk inzicht in de aard en de
omvang van de woningbehoeften in
een bepaald gebied (vraag).
b. Verder dienen bij dit onderzoek te
worden bestudeerd en geanalyseerd
de diverse mogelijkheden, welke er
zijn om in deze behoeften te voor
zien (aanbod).
De beslissing na dit onderzoek be
rust bij het Beleid.
Aandacht moet er niet alleen zijn
voor nieuwbouw, doch ook voor krot
opruiming, sanering, verbetering van
woonwijken, huisvesting van bejaar
den en gehandicapten.
Eenvoudig gezegd moet worden uit
gemaakt:
a. hoeveel woningen moeten worden
gebouwd;
b. waar moet worden gebouwd;
c. welke woningen moeten worden
gebouwd.
De Minister is bereid een bijdrage te
verlenen in de kosten van het instel
len van een woningmarktonderzoek.
Ik heb daar in het huis van een jong
gezin een aardig voorbeeld van gezien.
De keuken van de ouderwetse woning
die door man, vrouw en kinderen werd
betrokken, was uitermate klein. De huis
vrouw voelde zich daar opgesloten. Er
bestond geen directe verbinding tussen
kamer en keuken zodat ze geen oog op
de kinderen kon houden terwijl ze in de
keuken bezig was.
Het keuken gedeelte kan niet anders
dan uiterst practisch zijn: Hygiënisch,
doelmatig en overzichtelijk ingericht.
Het woongedeelte passen we daarbij aan.
Als we het omgekeerd doen lopen we
kans dat de keukenruimte een soort pof
fertjeskraam wordt. Een stijl-interieur en
een ijskast verdragen elkaar slecht.
Een keukenruimte kan echter heel
goed uitlopen in een woongedeelte dat
is ingericht met meubels die goed van
materiaal zijn en eenvoudig van lijn. Ik
denk nu aan de mooie Deense meubels
en aan de goedkopere maar ook heel
goede uit Finland, terwijl rotanstoelen
ook uitstekend voldoen. De overgang
tussen kook- en woongedeelte kan met
behulp van een bergmeubel worden aan
geduid. Is de keukenruimte groot genoeg
dan kan daar de eettafel haaks op het
bergmeubel staan zodat men vanuit het
woongedeelte alleen het bergmeubel ziet.
Maar hierop zijn vanzelfsprekend aller
lei variaties te bedenken die passen bij
de behoeften van het gezin en bij de mo
gelijkheden die de woning biedt.
Deze vloerbedekking ziet er aardig uit,
is minder sterk dan marmoleum dat zo
wat levenslang meegaat maar houdt het
toch wel zo’n 15 jaar uit. De kwaliteit
hangt af van de dikte. De goede tapliflex
kost ongeveer net zoveel als marmoleum.
Mocht u persé een vast tapijt in het
woongedeelte willen hebben, of tapijt-
tegels, dan kan dat bij de afscheiding tus
sen woon- en keukenafdeling overgaan
in een gladde vloerbedekking, bijvoor
beeld in marmoleum van dezelfde kleur
als hét tapijt. Toevallig zag ik kort ge
leden een dergelijke combinatie in een
moderne flat. Het blauwe tapijt ging over
in blauw marmoleum dat in de eethoek
lag. Het was alleen jammert dat men de
manholeum glanzend had gewreven. Het
is stukken mooier om het dof te laten
door de was te gebruiken die de fabriek
in Krommenie adviseert. Er zijn tapijt-
tegels die tegen water kunnen. Wie de
woonkeuken daarmee wil beleggen kèn
dat dus wagen. Een houten vloer kan met
een waterafstotend middel bewerkt - ook
een oplossing zijn.
Er worden per provincie advies
commissies in het leven geroepen,
die de minister zullen adviseren
welke gemeenten toewijzing voor
woningcontingenten met rijkssteun
(subsidie) zullen ontvangen (vrije-
sectorwoningen blijven buiten be
schouwing.)
Om te voorkomen dat door versnip
pering (zo zegt de minister) afbreuk
wordt gedaan aan de bevordering
van efficiëncy en kostenbesparing in
de bouw dient er rekening mee te
worden gehouden, dat bij de beoor
deling van de principe-aanvraag om
rijkssteun gelet zal worden op de
reeds eerder gegeven aanwijzing,
dat een complex woningen niet min
der dan 20 woningen mag omvatten,
terwijl het aanbeveling verdient te
streven naar de bundeling van ten
minste 50 woningen.
Uit een ander, zo zegt de heer Van
der Hooft in zijn nota, blijkt dat een
bundeling van krachten en samen
werking tussen gemeenten in bouw-
stromen en/of bouwdistricten ge
wenst is.
Het mag bekend worden veronder
steld, dat de minister af wil van een
verdeling van woningcontingenten
met rijkssteun over de provincies en
hoe langer hoe meer aandacht wil
besteden aan initiatieven van regio’s
of gemeenten, waaronder vanzelf
sprekend ook particulieren en in
stellingen.
De nota concludeert, dat door de
Raad van Overleg aandacht moet
worden besteed aan en keuze ge
maakt worden uit het gezamenlijk
werken in bouwstromen met enkele
gemeenten en het gezamenlijk wer
ken in een bouwdistrict of -distric
ten. De heer Van der Hooft voelt
persoonlijk het meest voor het laat
ste.
Als de gemeentebesturen één bouw
district niet wenselijk achten zal be
sproken moeten worden hoeveel
bouwdistricten er dan zouden moe
ten komen.
Tot slot geeft de heer Van der Hooft
de volgende korte toeliching op zijn
conclusies:
1. Bouwdistricten - Bouwstromen.
Door het samenwerken in een bouw
district zal het ook mogelijk zijn ge-
De nota doet een suggestie in de
richting van drie districten en wel:
1. Met Gouda als hoofdplaats zou
den Bodegraven, Boskoop, Reeuwijk,
Waddinxveen en Woerden ’n bouw
district moeten vormen met een to
taal van 116.884 inwoners per 1 jan.
1970.
2. Met Nieuwerkerk aan de IJssel
als hoofdplaats zouden Krimpen aan
de Lek, Lekkerkerk, Moordrecht,
Ouderkerk aan de IJssel en Zeven
huizen een bouwdistrict kunnen vor
men met een totaal van 35.252 inwo
ners per 1 januari 1970.
3. Met Schoonhoven als hoofdplaats
zouden Ammerstol, Bergambacht,
Berkenwoude, Driebruggen, Goude-
rak, Haastrecht, Oudewater, Stol
wijk en Vlist een bouwdistrict kun
nen vormen met 33.821 inwoners per
1 januari 1970.
In zijn conclusie stelt gedelegeerde
Van der Hooft voor om morgenmid
dag aan de hand van de nota te dis
cussiëren over:
a. het instellen van een bouwdistrict
met de mogelijkheid dit bouwdistrict
onder te verdelen in de drie eerder
genoemde groepen of de samenwer
king tot bestendigen in bouwstro
men;
b. opdracht te geven voor het hou
den van een woningmarkt-onderzoek
(In Waddinxveen is in december een
zodanig onderzoek reeds ingesteld
Red)
c. het opstellen van - al is het in het
begin maar globaal - een driejaren
plan.
d. doorstroming.
woonafdeling ziet men dus geen rommel
op het aanrecht staan. Een afzuigkap
zorgt voor het wegwerken van etens-
luchtjes.
'In-elke ruimte waar woon- en kcok-
gedeelte in elkaar overgaan, vormt de
vloerbedekking een van de pro-blemen.
Ik zou zelf het oersterke marmoleum
kiezèn dat in zoveel mooie kleuren voor
radig is en daarmee de hele ruimte laten
beleggen. In de zithoek kan dan een ta
pijtje van een mooie, warme kleur de
bedoeling van die hoek accentueren.
Voor mensen die wel een hygiënische,
gemakkelijk te onderhouden vloerbedek
king willen hebben maar marmoleum of
linoleum te ’’hard” vinden en te ”kil” is
er een vloerbedekking te koop die geluid
dempend is en warmer aandoet. Ik bedoel
tapiflex dat bestaat uit vinyl op vilt en
net zo gemakkelijk te onderhouden is als
linoleum en marmoleum. Het is in de
haridel gebracht door 'de Franse Sommer-
fabrieken maar wordt tegenwoordig on
der andere namen ook in Nederlandse
fabrieken (Krommenie, Balatum.o.a.) ge
maakt.
Een woningmarktonderzoek is in de
meeste gevallen alleen nuttig als het
in een bepaald gebied (Intergemeen
telijk Overlegorgaan Gouda en Om
streken) wordt ingesteld, omdat de
woningbehoefte een streek aangaat
en niet alleen een gemeente.
3 Het jarenplan
Om evenals dit in bouwstromen het
geval was - de continuiteit te bevor
deren en te waarborgen moet er een
jarenplan voor de bouw van wonin
gen worden gemaakt.
De planning moet flexibel zijn, om
dat er steeds weer nieuwe woonvorm
men kunnen komen en ingepast
moeten worden, maar het moet in
een jarenplan ook mogelijk zijn plan
nen te verschuiven en nieuwe plan
nen toe te voegen. Met andere woor
den: een jarenplan heeft alleen zin
als de jaren elkaar overlappen, zo
dat het jarenplan 1971-1973 gevolgd
wordt door het jarenplan 1972-1974
en volgende.
4. Doorstroming.
De doorstroming van goedkopere
naar duurdere woningen - van grote
woningen naar kleinere of omge
keerd - van de eigen woning naar
bejaardenwoning of centrum enz.,
kan door de samenwerking in een
bouwdistrict sterk worden bevor
derd, evengoed voor de kleinere ge
meente als de grotere gemeente of
de stad.
De keuze van de te bouwen wonin
gen c.q. de toewijzing wordt veel
groter, evenals de centra, welke al
eerder werden genoemd.
die naar buiten zal, naar bui
ten moet. ”Ik hou van jou”. En
dan blijkt op zo’n eenzame
winterwandeling, dat de
sneeuw tenminste ergens goed
voor is.
meester het défilé van het bedrijfs
leven gade.
raHMI
Op een stategisch punt aan het be
gin van de nieuwe uitvalsweg
slaan de commissaris en de burge-