Fotogram 4 KLEIN IS GROOT EN GROOT IS KLEIN - met een succes het in Snel, sneller, snelst tot Val op verkeer T O OS-olympiade herfstzonnetje grandioos SUCCES AGENDA’S j van mei mei i h WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 28 SEPTEMBER 'll Pagina 5 Tijd Een huwelijk in bezettingstijd 27 L. VAN SCHOOTEN Zeshonderd en een deelnemers maakten vorige week - door het slechte weer een week verlaat - van de TOOS-Olympiade een grandioos sukses, beschenen door een schitterend herfstzonnetje. De strijd om de ’gouden plakken’ verliep dank zij een groot team van medewerkers en juryleden vlekkeloos. Prijswinnaars 7-jarigen (goud): Tosca van Vliet 227 pnt; Zilver: René Zanen 213 pnt; Brons: Clema van Vuuren 211 pnt 8-jarigen: Goud: Carola Janmaat 248 pnt; Zilver: Jacqueline v.d. Klauw 241 pnt; Brons: Adrie Toor 239 pnt. 9-jarigen: Goud Connie Reym 240 pnt; Zilver: Ingrid Blijenberg 231 pnt; Brons: Annemieke den Haan 230 pnt. 10-jarigen: Goud: Amaud Buskens 252 pnt; Zilver: Anne- lies Ravenhorst 249 pnt; Brons: Carin Sirre 240 pnt. 11-jarigen: Goud: Ineke Kuypers 211 pnt; Zilver: Peter Speyer 193 pnt; Brons: Ingrid Siebelink 191 pnt. 12-jarigen: Goud Antonie José 198 pnt; Zilver: Peter Bronkhorst 192 pnt; Brons: Hans de Lange 176 pnt. Grotere scherptediepte kunt u bereiken door het diafragma klei ner te maken. U stelt nu in op 11 en kijkend op de derde ring ziet u, dat tus sen de twee getallen 11 de afstand 2J m tot en met oneindig staan aangegeven. Met andere woorden: u krijgt nu de kin deren op de voorgrond en ook het huis achterin de tuin helemaal scherp in beeld. Bij de eerste instelling zou u een bootje op 6 meter scherp en de voor grond van het riet heel onscherp op de foto hebben gekregen. Taai stukje Prachtig hulpmiddel Mooie foto’s maken Ja ,maar en opening Maar we gaan verder Groot voordeel Kijken op uw camera Trouwens, die drie instellingen op uw kamera zitten er niet voor niets. Daar is de diafragma met diverse cijfers als 22-16-11-8 enzovoort. Elke volgende in stelling laat precies dubbel zo veel licht door als de vorige. En daar is de ring met de afstandinstelling: van oneindig (u weet wel: dat omgevallen 8tje) tot bij voorbeeld 1 meter. Maar die derde ring, die niet gedraaid kan worden, wat is dat? Spelen met diafragma Klein of groot Op welke manier Volgens voorlopige cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statis tiek) kwamen in 1971 meer dan 1.000 kinderen en bejaarden (1.073) om in het verkeer. Voor de leeftijdsgroep 0-14 jaar bedraagt dit cijfer 449, boven de 65 jaar is dit aantal 624. Er van uitgaande dat het verkeer jaarlijks on geveer 3.000 mensenlevens eist, betekent dit dat kinderen en bejaarden ruim een derde deel van het dodenaantal in Nederland vormen. Ontvangen de nieuwe Boekhandel Veldwijk nv il f i "'u. U hebt ze wel eens gezien: die foto’s van door kenen, want dat vertelt uw belichtings- meter. Dichtbij: glasheldere waterdrup pels, op afstand: een wazig lijnen spel. Er werden in totaal 518 diploma’s uit gereikt, verdeeld over de vermeldingen goud (74), zilver (263) en brons (181). van TOOS - alleen aan juryleden waren er al veertig dames aanwezig - werd de TOOS Olympiade afgesloten. Akkoord, zegt u. Tot nu toe is de foto- theorie wel meegevallen. De L van de lichtgevoeligheid was duidelijk: donkere taferelen krijgen een hoog cijfer voor lichtgevoeligheid (bijvoorbeeld 24 DIN). En zonnige strandtaferelen moeten het met een laag DIN-getal doen (bijvoor beeld 18). Die tweede regel: klein is groot is ook gemakkelijk: bij veel licht is een klein diafragma nodig, dat is: een hoog cijfer. En weinig licht vraagt om een grote lensopening, date is: een klein cijfer. We geven toe, dat dit deel een wat taai stukje theorie was. En dat u in dat sa menspel van scherptediepte, lichttoevoer en afstand wel wat zult moeten experi menteren, ook omdat de snelheid van het te fotograferen onderwerp natuurlijk nog van invloed is. Maar wie zijn ’foto- memo’ goed gebruikt en na de opname elke foto nog eens rustig bestudeert, zal snel tot de resultaten komen waarnaar u - als u foto’s van anderen ziet - op dit moment nog een beetje jaloers kijkt Want op die ring kunt u aflezen, binnen welke afstand de mensen en dingen scherp in uw beeld komen bij elke kom- binatie van afstandinstelling en diafrag ma. Kijkt u maar: u zet bijvoorbeeld de afstand op 5 meter. Het beste is uw ka mera zelf even te pakken zodat u, als u echt een opname gaat maken, al even hebt geoefend. Afstand dus 5 meter. Dia fragma (het is een binnenopname) groot, dus klein cijfer, bijvoorbeeld 4. Ak koord? Wat zien we nu op de onderste ring, die niet verschoven kan worden? Datzelfde cijfer 4 komt er tweemaal op voor. En nu is de regel, dat wat zich op de aangrenzende afstandring tussen die twee cijfers bevindt ook scherp op de foto komt. Dat wisselt per lenzensy steem, maar in ons geval is dat van 3£ meter tot rond 6 meter. Dus een tamelijk klein bereik. De lens van dat toestel was zó gemaakt, dat alles wat zich tussen ongeveer één meter van het toestel bevond tot aan de horizon scherp in beeld kwam. Dat was gemakkelijk, maar had één groot be zwaar: alles was wel wat vlak en miste diepte. Wie naar betere foto’s streefde, was er niet helemaal gelukkig mee. En zo ontstonden de verfijnde lenzensyste men, waarmee het mogelijk werd de af stand zuiver in te stellen. Voordeel: scherpere foto’s met meer perspektief. Nadeel: kans op onscherpte van soms belangrijke elementen. Het is nog steeds bijzonder riskant in Waddinxveen de snelheidslimiet te overschrijden. Maandagochtend plukten de kontroleurs op diverse plaatsen zo’n 35 snelheidsduivels van de weg, die tus sen de zestig en negentig kilometer per uur reden. Een proces-verbaal werd hun deel. De oplossing zit in deze twee woorden. Want u mag uw diafragma groot of klein maken, mits u de belichtingstijd dienovereenkomstig verkleint of ver groot. Die grote lensopening 4 geeft op uw belichtingsmeter een tijd van l/250e sekonde. Nu u - om een groot scherpte- bereik te krijgen - overgaat naar dia fragma 11, dus driemaal zo klein (elk klikje geeft namelijk de helft van de vo rige), moet u ook driemaal zo lang be lichten, dus niet l/250e sekonde maar l/30e sekonde. Dat hoeft u niet te bere- zegt u nu. Dat is allemaal wel duidelijk, maar er is iets, dat niet goed zit. Eén van de basisregels van fotograferen was: veel licht is kleine lensopening, weinig licht: grote lensopening. En nu doen we maar net of dat allemaal niet belangrijk is. Daar klopt iets niet. In alle leeftijdsgroepen moest een spor tieve prestatie worden geleverd die be stond uit acht opdrachten. Bij elke op dracht werd naar leeftijd en prestatie een aantal punten toegekend. Deze punten beslisten over het toekennen van de heuse gouden, zilveren of bronzen me dailles. In de groepen van de acht- en negenjarigen werd het felst gestreden. Hier vielen dan ook de hoogste scores. Bij het scorebord was het een zenuw achtige bedoening; vreugde bij degenen die er op kwamen, verdriet als daarna een betere prestatie werd geleverd. En als het te pas kwam hadden de kame raadjes het net zo te kwaad als de ver liezer zelf. De spontane strijd eindigde met het uit reiken van de medailles door de heer P. Bakker namens het Waddinxveense ge meentebestuur. Achttien ’topsporters’ kwamen op het erepodium te staan en kregen een klaterend applaus van hun mededingers. De heer Bakker richtte een woord van dank aan alle medewerkers Want dat diafragma doet nog meer. Het beïnvloedt ook het scherptebereik en dat begrip moeten we u even uitleggen. Vroeger maakten we kiekjes, weet u wel? Dat gebeurde met zo’n vierkant zwart kastje. Heel gemakkelijk: je drukte op een knop en alles stond scherp op de foto. Geen gehannes met knopjes voor instelling van afstand en tijd. baarheid’ aandacht besteedt, is het be lang van een goede verlichting van fiets en brommer. Concrete informatie hier over wordt gegeven in een folder, die o.m. zal worden verspreid onder leerlin gen van scholen voor voortgezet onder wijs en via fietsenwinkels en -stallingen. In de etalages van vele warenhuizen en kledingmagazijnen in het gehele land zal met behulp van door WN vervaar digde affiches de aandacht worden ge vestigd op het nut van lichte opvallende kinderkleding. „En wat zou dat?” „Nou kerel, je mag dan honderdmaal de trotse vader zijn, maar jij bestéét niet. Je mag opendoen, en mantels ophangen en de dames naar de kraamkamer brengen, en je mag misschien water opzetten voor thee, en bloemen in vaasjes zetten enzovoorts, maar verder besta je niet.” Roel verbleekte. „En dan de grapjes” vervolgde Nardus, thans geheel in sombere herinneringen verdiept, „over de jonge vader. En de medische be schouwingen. En op wie het kind lijkt. Niet op jou hoor, troost je maar, behalve als het een lelijker! is. En dan het verhaal dat als man en vrouw om de beurt een kleine moesten krijgen, dat er nooit meer dan drie kwamen Hij zweeg, overweldigd. ,,’k Heb d’r zeven gehad” zei hij met een grafstem „dus ik weet waar ik over praat.” „En je hebt het overleefd” Roel hoorde opeens zichzelf lachen, hield met een op. Paste het wel, in zo’n gewichtig uur te lachen?” „Nou ja” werd Nardus milder „kein standje groot gemak.. Ik zou d’r niet één van willen missen. En kerel, als je zoiets kleins ziet, zoiets heel kleins, met alles d’r an, tien vingers en tien teentjes en dat heeft nog een stem ookGetroffen keek Roel naar deze ruwe bonk, die, dat wist hij, in de afgelopen jaren verscheidene tegenstanders zonder pardon het hoekje om had geholpen, Nardus, een vent van ijzeren die daar zo vertederd zat te praten over de zeven babies, die zijn dikke schommel van een vrouw hem geschon ken had. ,,’t Is toch ook iets heel moois” besloot Nardus tevreden „en kom je haast met de koffie?” „Eerst binnen bedienen” zei Roel. „Natuurlijk” begreep Nardus met een knipoog. „Wie heb je in de keuken? vroeg Tanja, vriendelijk de koffie aan nemend en keurend proevend. „Nardus”. „Komt ie niet binnen?” „Hij blijft liever waar-ie is” deed Roel de waarheid geweld aan. „Wat ie gelijk heeft” vond Lies „nóg meer mannen hier zeker. Maar je koffie is best, Roel.” „Dat wou ’k maar weten” zei Roel voldaan. „Waar hebben jullie ’t over?” vroeg Tanja nieuwsgierig. „Nardus” zei Lies, „licht Roel in over de vreugden van het vader schap, uit zijn rijke ervaring. Roel keek geschokt en schuldig op. „Ménnen” zei Lies. Roel blies de aftocht. „Hèhè” zei hij, toen hij aan de andere kant van de keukentafel in zijn koffie blies, tevreden kijkend naar het vertrouwde gezicht van Nardus, ,,’t Viel zeker niet mee?” vroeg die deskundig. „Nee” bekende Roel „of nou ja. Mevrouw Kollerie wist precies waar we het over gehad hadden. „Dat is ook zo’n bijdehande tante” prees Nardus „wil ge geloven Roel, ik ben zo blij als wat, dat we nou vrij zijn, maar dat ik tegen de vrede opzie?” een bootje op een meer met, wazig op de voorgrond, wat riet. Of: een tuin met spelende kinderen scherp in het beeld, met op de achtergrond de onscherpe kontouren van een huis. Effekten, die het geheel een aparte sfeer geven. Zulke foto’s zou u ook graag willen maken. Hoe doe je dat? Als uw toestel een normale uitrusting heeft voor afstand en diafragma-instel- ling, dan kunt u met die twee een krea- tief spel spelen en de effekten bereiken, die u zo bewondert in foto’s van ande ren. Want dat diafragma regelt niet al leen de toevoer van licht (klein cijfer is grote opening en omgekeerd), maar heeft ook invloed Op het scherptebereik. Dat is, zoals we in een vorig artikel al heb ben verteld, de afstand waarop voorwer pen scherp in het beeld komen. U kimt namelijk het diafragma zo in stellen, dat u naar wens een grote of een kleine scherptediepte krijgt. Met andere woorden: u bepaalt zelf of u dichtbij èn ver scherp in het beeld hebt of bijvoor beeld alleen die mensen en/of dingen, die vijf meter van uw kamera af staan. Dat doen de afstandinstelling én het dia fragma samen. En zo hebt u wéér een nieuwe grond regel, die u bij het fotograferen veel profijt kan geven. Dat is: klein cijfer - klein scherptebereik, groot cijfer - groot scherptebereik. Dat een klein cijfer een grote opening geeft vergeten we voor het gemak even. Klein blijft klein. Groot cijfer: grote scherptediepte. Verontrust over deze cijfers gaat Veilig Verkeer Nederland in de komende maanden een campagne voeren, waarbij het kind en de bejaarde, als de meest kwetsbare verkeersdeelnemers, centraal zullen staan. Dat de voorlichting gericht zal zijn op het aanleren van veilig ge drag door voetgangers, fietsers en brom- fetsers, en dat als onderwerp van deze campagne ’zichtbaarheid in het verkeer’ is gekozen, is een gevolg van de con clusies die men kan verbinden aan ge gevens van statistisch en wetenschappe- lijk onderzoek uit binnen- en buitenland. I Enkele van deze conclusies zijn: j bijna een derde van de kinderen en bejaarden die in 1971 in het Nederland se verkeer werden gedood waren voet- 1 gangers (375); I ongeveer een derde van de dodelijke I slachtoffers onder kinderen en bejaarden 1 in 1971 waren fietsers (377); I één op de zeven bejaarden boven 65 j jaar die in 1971 in het verkeer omkwa- men was bromfietser (90). J Uit de statistieken is niet af te lezen van 1 hoeveel ongelukken het ’niet gezien’ I worden de oorzaak is, maar aangenomen 1 kan worden dat vooral in de donkere jaargetijden deze factor (mede) een rol 1 speelt. 1 Uit een Engels onderzoek is gebleken dat een donker geklede voetganger bij I duisternis pas op een afstand van 25 tot j 60 meter gezien wordt door een auto- I mobilist die met gedimd licht rijdt: deze afstand wordt 40 tot 200 meter als de I I voetganger lichte kleding draagt. In het kader van de WN-campagne, I waarbij de nadruk gelegd zal worden op I het dragen van lichte kleding bij duister- I nis en bij slecht zicht overdag, zijn o.a. II twee televisiespots vervaardigd. Ook is een nieuwe brochure „Ouderen I in het verkeer” verschenen, speciaal be- stemd voor de oudere weggebruikers. In deze van veel foto’s voorziene brochure I komt eveneens het aspect ’zichtbaarheid’ voor. Zo wordt geadviseerd in het don- I ker een lichte jas, sjaal of hoofddoek te dragen. Verder wordt erop gewezen dat ook het in de hand hebben van een door kleur opvallende tas of een krant een H goede dienst kan bewijzen. De brochure I al worden uitgereikt aan de bezoekers van voorlichtingsbijeenkomsten die door VVN-afdelingen in bejaardencentra e.d. worden verzorgd en aan de deelnemers B aan door de kruisverenigingen te houden bejaardencursussen, waarin ook ver- keersproblemen worden besproken. i Tweede onderwerp waaraan Veilig Ver- I keer Nederland tijdens de actie ’Zicht- „Wat?” „Ja nou weer gewoon gaan leven, nette vent zijn, bekeuring slik ken als je zonder licht rijdt en beleefd zijn tegen de agent, niet meer ’s nachts uitkijken als de bommenwerpers overvliegen, geen lucht gevechten, geen dropping, geen onderduikers, geen vliegers weg brengen man, wat een dooie boel zal dirt worden.” „Daar zullen er meer last mee hebben” begreep Roel. „Ik ben te oud” peinsde Nardus overluid „en ik kan m’n gezin niet in de steek laten. Anders werd ik soldaat.” „Soldaat?” En de oorlog is afgelopen! Die krijgen straks helemaal niks meer te doen.” „We spreken mekaar nog” zei Nardus duister. „Bedankt voor je koffie. En sterkte.” „Dank je” zei Roel uit de grond van zijn hart. Nauwelijks was Nardus weg of daar stak het blozende hoofd van de dokter om de keukendeur. „Ha die aanstaande vader.” „Ja spot jij maar.” „Hoe is het met de kraamvrouw?” „Lies is bij d’r.” „Mooi, dan zal ik me maar niet haasten. Je hebt koffie, zie ik. Tuit me ook es een bakkie in, Roel.” Langzaam kwam in Roel’s hart de vrede en de blijdschap terug. Daar zat hij toch maar op de feestdag van de bevrijding! Alle narig- heid achter de rug. Ener waren nog mensen als Nardus en Hein. Als het nu alles goed ging opeens greep een inberedeneer de angst hem aan. „Zeg Hein „Zeg jij het es.” „Het kan toch nietverkeerd gaan, denk je?” Hein wilde een grapje maken, maar zag opeens dat het Roel ernst was. „Kereleen leven kost wel eens een leven. Dat is zo. Maar heel vaak zie je dat al aankomen. Als ik bang voor je vrouw was geweest, had ik haar naar het ziekenhuis laten brengen. Er kan natuurlijk altijd iets mis gaan, maar Tanja is gezond en alles is nor maal ik zou me maar geen zorgen maken vóór de tijd.” Lies stak haar hoofd om de hoek van de keukendeur. „Welja” zei ze „wij zitten te smachten naar koffie en met smart te wachten op Herr dokter, en de heren zitten hier koffie te slurpen.” Hein verwrikte niet. „Misschien kun je Roel onder de indruk bren gen” zei hij „dat is nog een groentje, maar mij niet, meisje. Als wij, heren der schepping, verkwikt en gesterkt zijn, zullen we es zien of er voor jullie nog een beetje prut in de koffiepot is. Voorlopig heeft Roel het méér nodig dan iemand anders. „Ja, dét zal wel” zei Lies, ,jnaar ik zou nou toch wel willen dat je maar even kwam.” Hein hoorde aan de klank in zijn vrouws stem dat het ernst was. „Nou kerel, sterkte” zei hij tot Roel. „Dat is de tweede keer” dacht die, „ze zijn er allemaal wél van overtuigd, dat ik het nodig zal hebben.” En hij ging maar es in de tuin kijken of het touw van de vlag wel goed zat. Roel keek besluiteloos naar Lies, die alleen maar grijnsde. Lang zaam liep hij de kamer uit, naar de keuken. Ja, hoe graag hij ook de intocht van de bevrijding zou zien, dét ontbrak er nog maar aan, dat hij kalm naar de Canadezen stond te kijken terwijl zijn vrouw „Roel” hoorde hij opeens Tanja’s stem. Hij haastte zich naar de kamer terug. „Ik dacht dat je naar de Canadezen ging kijken.” Lies en Tanja zagen elkander veelzeggend aan. „Nou dat wou je toch?” „Ménnen” zei Lies. „Tja mannen” echode Tanja. Roel wist niet meer waar hij het zoeken moest. Opeens kreeg hij een hersenflits. „Zal ik koffie zetten?” vroeg hij nederig. „Als je dat doet, ben je een schat” zei Lies. „En dan doe je tenminste iets nuttigs” voegde Tanja er koeltjes aan toe. Maar toen hij in de keuken was, meende hij toch, dat hij de beide vrouwen binnen hoorde proesten. „Ha, koffie!” zei een bekende stem. Het was Nardus. „Nardus, kerel” zei Roel „hoe graag ik je fieselemie ook zie, vooral vandaag, ik denk niet dat je binnen erg welkom bent. Weet je mijn vrouw eh ,Het is dus zover” zei Nardus kalm. Hij was een man van ervaring en Roel ondervond zijn nabijheid plots als een geweldige morele steun. Nardus ging zonder complimenten op de keukenstoel zitten. „Hier smaakt de koffie net zo lekker” stelde hij vast. „Zo, hebben ze jou naar de keuken gestuurd?” Zeg Nardus” vroeg Roel vertrouwelijk, „zijn vrouwen altijd zo als eh als ze „Geen huis mee te houen” verklaarde Nardus deskundig” jantje lacht, jantje huilt, zo ben je een lieve schat en zo ben je de grootste sukkel die er op de aardbodem rondloopt. Maar jö, je moet maar denken, eind goed al goed. Als alles voorbij is zijn ’t engelen. En dan komt voor jou de zwaarste tijd” voegde hij er somber-profetisch aan toe. Hoezo?” vroeg Roel, die deze cursus in het kraamheerschap gretig volgde. „Dan komt de visite” zei Nardus plechtig.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1972 | | pagina 5