amenwerkingsschool wordt bestuurd door alle ouders Wiertsema 8S P I „De Rattenvanger” op gevel van Klaas de Vriesschool JK BESCHOUW MIJ ALLERMINST ALS EEN LEUGENAAR” KUNSTWERK VAN DE WEEK ■h ■I Lager Beroepsonderwijs in Waddinxveen (4) Jan./Febr.-aanvang Nieuwe en Herhalingscursussen gflSgj 8 -z-- ■I DE, NG l ■Il EKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 23 JANUARI 1975 Pagina 11 door ANDRE DE BRUIN Openbaar onderwijs? Persberichten Grondslag Geen neutrale school Vakbeweging 1 I ■i WADD1NXVEEN Ina van Dijk is de maakster van deze muurdecoratie „De Rattenvanger”die is te vinden op deze zijgevel van de openbare Klaas de Vriesschool aan de Herman Heijermanslaan 15. WADDINXVEEN Na lezing van het antwoord van het bestuur van je Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs in Waddinx- |een in het Weekblad voor Waddinxveen van vorige week beschouw ik mij |llerminst als een leugenaar. Briefschrijvers I Enquete LBO Bestuurlijke vormgeving (ADVERTENTIE) BLOEMTIEK Eigen. H. J. Zeypveld I .mTfRflOffl1 *H«»i Regentesseplantsoen 30 Gouda - Tel. 01820 - 14061 ders zien dan een zéér tijdelijke; als die van een werkgroep, die slechts het „veldwerk” doet. Conclusies: 1. Mijn verwerping van het levensbe schouwelijke conflictmodel is ten on rechte .uitgelegd als een pleidooi voor volstrekt neutralisme. Het is een plei dooi voor Behoedzaamheid en Liefde (zie art. 9 jan.). 2. Omdat ik de levensbeschouwelijke grondbeginselen uiterst serieus heb genomen, wordt mij onverdraagzaam heid verweten. En dat terwijl ik juist tegen de onverdraagzaamheid protes teer. Tegen vooroordelen. Stichtingsbestuur: Een samenwerkings school is een openbare school en het be voegd gezag berust bij de gemeenteraad. Het bevoegd gezag wordt niet gekozen door de ouders. Het is geen school van de ouders. Protestanten en katholieken mogen ook meedoen Commentaar: De bestuursvorm van de samenwerkingsschool die ik op 19/12/74 beschreef is in principe uitgedokterd door het kabinet De Quay (1959-1963), waarin christen-democraten en liberalen samenwerkten. Wie zich de moeite zou geven om de adviezen, rapporten enz. te bestuderen, op grond waarvan de toen malige regering en Staten Generaal tot een oordeel is gekomen. En wie zich bovendien wil vermoeien na te lezen, wat hierover in de Staten Generaal is gezegd (bijv, door de Anti Revolutionair Tjalma in de le Kamer over de uitge breidheid van een dergelijke bestuurs» vorm) zal tot geen andere conclusie kun nen komen, dat de bestuurlijke vorm van de door mij besproken samenwer kingsschool alle ruimte biedt voor ou ders om de school te besturen. En zo ge beurt het ook. Overal in het land. Wie geïnteresseerd is in de beperkingen van MIe schoolbesturen, die bestudere: D. van de Brink, De crisis in het onderwijs, Bilthoven 1971. den dat de samenwerkingsschool voor LBO geen openbare school is, zodat de door de stichting genoemde on rechtvaardigheid jegens het pc onder wijs niet opgaat. Bijzonder interessant vond ik de bijdrage van de tweede briefschrijver. Zijn vragen beantwoordde ik reeds. Mijn dank ook voor de genoemde literatuur. Het thema van het genoemde werkje (Geloofsgetui genis) was mij wel bekend uit de tijd schriften. Mijn mening is er door -ver sterkt, dat de protestanten van Neder land over kwesties, die vroeger als essen- tiele geloofsvraagstukken golden, thans zeer verschillend en genuanceerd den ken. De Waddinxvener drs. André de Bruin beëindigt hiermee zijn op eigen initiatief geschreven artikelenreeks over het Lager Beroepsonderwijs in Waddinxveen. In dit vierde en laatste artkel van zijn hand gaat hij in op de in het Weekblad voor Waddinxveen gepubliceerde reacties naar aanleiding van zijn in deze krant van 19 december, 2 januari en 9 januari opge nomen artikelen. De Bruin deelt mee be reid te zijn degenen die over de behan delde kwestie wat nader geïnformeerd willen worden een literatuuropgave te verstrekken. Ook is de op het adres Bil- derdijklaan 24 wonende Waddinxvener bereid met ieder van gedachten te wisse len over dit onderwerp, vooral wanneer er misverstanden zouden zijn ontstaan. Stichtingsbestuur: Er is geen neutraal onderwijs mogelijk. De leerlingen moe ten we een keus opdringen. De Bruin noemt dit indoctrinatie Commentaar: Ik heb nergens geschreven dat neutraal onderwijs mogelijk is of ge wenst. Wat ik wel beweerd heb, is dat er onder alle ouders een verschillend verwachtingspatroon is t.a.v. elke school en dat de school zich daarvan bewust moet zijn. Heel toevallig is dit onlangs tot uitdrukking gebracht door Prof. Dr. W. J. Wieringa, de voorzitter van de Protestants Christelijke VWO/HAVO- Bond in zijn jaarrede. Letterlijk zei hij: „Tenslotte is mij ook opnieuw duidelijk geworden, dat bestuur en personeel van scholen een hoge mate van zorgvudig- heid mbet betrachten, juist in verband met dat verschil in verwachtingspatroon, ten aanzien van christelijke vorming. In dit opzicht heeft een christelijke school iets van een porseleinkast, maar ook van een glazen huis”. Op de zelfde golfleng te zittend, schreef Dr. H. G. van den Doel, directeur van het Prot. Chr. Stu diecentrum te Hoevelaken: Indoctrine ren” (-) moet verworpen worden”. Naar aanleiding van de grondbeginselen van de Stichting voor Prot. Chr. Voort gezet Onderwijs, stelde ik dat het peda gogisch en maatschappelijk onaanvaard baar is grondbeginselen op te nemen, waarin gesteld wordt dat katholieken enz. „Gods toorn” kunnen opwekken en ’n bedreiging vormen voor „de Gemeen te”. Dat noemde ik levensbeschouwelijke polarisatie. Deze polariserende opvattin gen zijn alleen door middel van „indoc trinatie” over te brengen. Thans stel ik vast dat het Stichtings bestuur in zijn artikel van 16 januari aan de kern van mijn betoog voorbij Begaan is, terwijl allerlei volstrekt on juiste beweringen worden gedaan. Een en ander moge blijken uit mijn bespre king van de 6 belangrijkste kwesties, die bet stichtingsbestuur in zijn artikel van vorige week naar voren bracht. Ik doe dit als volgt: Bij elke kwestie vermeld ik allereerst het standpunt van de stichting. Vervolgens geef ik mijn persoonlijk tonnnentaar om daarin m’n conclusies Ie trekken. Het stichtingsbestuur koos voor de Re formatorische Belijdenisgeschriften. De twee organisaties die in de stichting sa menwerken hebben deze geschriften nog extra aangeduid, hoewel dat eigenlijk overbodig was. De MAVO-grondslag luidt (art. 2): ”(-) haar grondslag is de Bijbel als Gods Woord opgevat naar de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die door de Synode van Dordrecht anno 1619 zijn vastgelegd”. De Chr. Techn. school, de tweede partij in de stichting, vermeldt in art. 2: ”(-) De grondslag van de Heilige Schrift als Gods Woord, vol gens de belijdenis, uitgedrukt in de 3 Formulieren van Enigheid”. Foto: WvW/Gijs Kooien Ik hoop dat hij tot de conclusie gekomen is (of zal komen wanneer hij alle artike len nog eens rustig overleest), dat zijn reactie wat te haastig was en daardoor té ongenuanceerd. Wat deze briefschrijver vooral van mij doet verschillen is, dat hij de grondbeginselen van de stichting niet serieus kan nemen en eigenlijk beweert, dat ze die toch niet waar kunnen maken. Tot slot nog iets over zijn opmerking over mijn academische opleiding. Ik ben het volkomen met hem eens, dat de „be oefenaar van wetenschap” afstand moet kunnen nemen van zijn object van stu die. Voorzover hij gelijk mocht hebben; dat ik die afstand niet wist te bewaren (wie zal dat uitmaken?), troost ik mij met de gedachten, dat sommige niet- academici in staat zijn zo’n grote afstand te nemen van de vraagstukken waarover ze zich buigen, dat ze elk wezenlijk con tact met hun probleemstelling uit het oog verliezen. INDIVIDUEEL ONDERWIJS KOPIEER- INRICHTING VERTAALBUREAU tie hier waartoe enige fijnbesnaarde lieren zich laten verleiden, wanneer er Iemand is, die het waagt enkele gefun deerde artikelen te schrijven over hun lipvoedingsmodel en de euvele moed reeft een pleidooi te houden voor een school, waarmee de hele gemeenschap kediend is en waarin alle ouders de zelf de rechten bezitten. Wie de hoop mocht nebben op een sensationeel slotartikel jnijnerzijds, moet ik teleurstellen. De boulevardpers-stijl ligt mij minder dan flegenen die zeggen hem te verwachten. [Wanneer ik de verwijten van het stich tingsbestuur, aan mijn adres gericht, on der de loep neem, dan zijn ze te herlei den tot het merkwaardig verwijt, dat ik fijn officiële levensbeschouwelijke en [bestuurlijke grondslagen uiterst serieus fieb genomen. Daardoor ontstond een per precies beeld. En nadat de heren van het stichtingsbestuur naar hun eigen Spiegelbeeld gekeken hadden, schreven p, geschokt: „Denkt die De Bruin nu Merkelijk dat we er zó uitzien?” pat deed ik: Ik toonde aan dat de le vensbeschouwelijke grondslagen van de porgestelde protestantse L.B.O.-school discriminerend zijn voor katholieken, [allerlei protestanten enz. Voorts werd bewezen, met behulp van 3 stichtings akten, dat er sprake is van een water dichte, anti-democratische constructie. Vervolgens werd het polariserende op voedingsmodel in een ruim kader ge plaatst, waarbinnen ik enkele harmonie- knodellen besprak. Zeer speciaal behan delde ik het model van een mogelijke samenwerkingsschool. Conclusies (De Bruin): De argumentatie van het stichtingsbe stuur is'onjuist en ondeugdelijk: 1. Het koos een stichtingsvorm en de daarin verankerde grondslagen heel bewust en opzettelijk. Omdat er (niet alleen in mijn kritische kanttekenin gen) scherpe kritiek werd geuit op de gekozen stichtingsvorm en de inhoud daarvan, krabbelde men terug. Maar de stichtingsacte, die even snel opge steld kan worden, als hij gewijzigd kan worden, is nog steeds dezelfde. 2. Omdat er sinds 1970 (eerste enquete samenwerkingsscholen) al plannen bestaan om in Waddinxveen een school voor Lager Beroepsonderwijs te stichten, vervalt ook het laatste ar gument dat aangevoerd is voor de keuze van de stichtingsvorm. 3. De stichting is bedoeld om een school te beheren. Niet als een werkgroep die het veldwerk doet. 4. Het niet noemen van een oudercom- missie - ik zeg het nogmaals - is een daad, typerend voor het ondemocra tisch denken binnen de stichting. Stichtingsbestuur: 1. We sloten een „compromis” over de grondslag, vanwege de discussie over 3 Formulieren van Enigheid en daar om luidt de grondslag van de stich ting: „De stichting aanvaardt de Hei lige Schrift, opgevat naar de belijde nisgeschriften der Reformatorische kerken. 2. De nieuwe stichting gaf een persbe richt uit „met vermelding van doel en grondslag”. Conclusies: 1. De geschetste bestuursvorm van de samenwerkingsschool, zoals door mij beschreven, is totaal anders dan die van de openbare school. 2. In die samenwerkingsschool vormen de ouders een volwaardig schoolbe stuur. 3. Alle ouders hebben in dat school bestuur dezelfde rechten. 3. „Het is onbarmhartig om de tegen stellingen tussen de opvoeding thuis en op school over de hoofden van de kinderen uit te spelen”, zo las ik in het Weekblad van Waddinxveen van 16-1-1975. Met die conclusie ben ik het volkomen eens. Conclusies (De B.): 1. Indien het stichtingsbestuur voor pc voortgezet onderwijs stelt, dat de uit komsten van deze enquête een samen- werkingssschool niet rechtvaardigen, dan heeft de attente lezer (die hele maal niet behoef te kunnen rekenen) kunnen constateren dat het aantal ouders dat zegt hun kinderen naar de pc LBO te zullen sturen, te laag is. Nog lager nu bekend wordt dat de pc LBO gebaseerd zal zijn op een zeer ortrodoxe grondslag. 2. De regio waaruit de pc LBO zijn leer lingen zou moeten betrekken is veel te groot en omdat het belangstellings- percentage evenzeer overschat wordt, mag worden aangenomen dat het Ministerie van Onderwijs de pc aan vrage niet zal aanvaarden. 3. Als we er van uitgaan, dat de samen werkingsschool voor LBO ook een regionaal karakter zal gaan dragen, zal deze school, omdat zij voorziet in een behoefte voor protestanten en openbaren en katholieken, zonder meer aan de stichtingsvoorwaarden kunnen voldoen. 4. De stelling dat: „De kansen voor een LBO school op samenwerkingsbasis in Waddinxveen vrijwel nihil zijn”, is hiermede weerlegt. 5. Elders zal door mij uiteengezet wor- Een stichtingsbestuur dat feiten uit offi- |iële documenten „insinuaties” en leu- lens noemt; onderzoekresultaten van de l'rije Universiteit wegwuift, als waren let hinderlijke muggen; een volledig ge ilek aan kennis demonstreert over sa menwerkingsscholen en de door mij ge- [chetste bestuursvorm (ik doe maar een [reep uit de bloemlezing van 16 januari II.), moet niet de illusie hebben kritische |ezers te overtuigen met een dergelijk kenbetoog. Ik waardeer het daarom des i meer van het Stichtingsbestuur, dat hen openlijk te kennen geeft ta.v. mij leze illusie niet te koesteren. Enig res pect voor mijn persoon is er kennelijk och nog overgebleven. Hoe weinig dat s. moge blijken uit het volgende: Kerkweg, Waddinxveen, tel. 2097 Zevenhuizen (60%), Bleiswijk (50%), Boskoop (50%) en Zoetermeer (30%). Deze veel te grote regio zou bovendien nagenoeg 50% van de verwachte leer lingen moeten leveren. Bovendien wordt het aantal LBO leerlingen veel te hoog geschat. Uit de enquete, gehouden door de werk groep voor LBO in samenwerkingsver band in het jaar 1974(1) bleek het vol gende: Van de 400 Waddinxveense jon geren, die jaarlijks het basisonderwijs verlaten gaat 25% 100 leerlingen naar een van de type scholen voor LBO. Hiervan gaven de ouders van 60 leer lingen de voorkeur aan een samenwer- kings-LBO en van 40 leerlingen aan een protestants christelijke. Dit zijn echter zowel jongens als meisjes. De aantallen jongens per jaar uit Waddinxveen zijn respectievelijk 30 en 20 in getal. De to tale belangstelling in 1974 gemeten voor samenwerkingsscholen onder alle 773 ondervraagde ouders was: 63% voor een samenwerkingschool; 31% voor een protestantse, katholieke of openbare school; 6% van de ouders had nog geen oordeel. Mocht er nog één lezer zijn die mij na 6 januari 1975 nog niet kent, wel nu, pij houdt zich vast: Ik ben „een olifant tie zichzelf druk maakt om een mug” tn „de gelovigen tegen elkaar uitspeelt”; [en wezen dat „blind” is en desalniette min „een veelkleurig schilderij bekijkt” [ri dan „slechts de donkere partijen” kaarncemt. De lezer denkt daarbij voorts kan iemand met „verdeel en heers”- [eigingen, die daarbij „zijn belangen” najaagt, terwijl hij „galspuwend” naar .compromissen” streeft. En dat alles [oor „een samenwerkingsschool voor LBO die zou moeten verrijzen op de puinhopen van de christelijke school”. Bijzonder verheugd ben ik met de reac tie van het NKV en het NW: „Bunde ling van kracht is goed voor het Lager Beroepsonderwijs” was mij uit het hart gegrepen. De reactie van het CNV was tot nu toe afwijzend. Dat betreur ik. Wat ik jammer vind, is het feit dat men in hun kring meent (blijkens een persbe richt van het CNV in het Weekblad voor Waddinxveen) dat ik er maar wat op los gelogen heb (op een gemeenschappelijke vergadering van de dire vakverenigingen op 4 november 1974), hetgeen hun be sluitvorming beïnvloedde. Daarom bied ik aan dat eens uit te praten. Of een openbare discussie te organiseren tussen degene, die mij (in mijn afwezigheid) een pertinente leugenaar heeft genoemd, en mij. Zo’n gesprek of discussie kan verhelderend werken. Wanneer de vier artikelen, die ik nu geschreven heb be stuur en leden van het CNV voldoende overtuigd hebben van het tegendeel, kun nen we de zaak als afgedaan beschou wen. De twee briefschrijvers reageerden te snel, ik had mijn eerste artikel net ge schreven. De meeste vragen en opmer kingen, die ze naar voren brachten, heb ik reeds beantwoord. Enkele antwoor den resteren. De briefschrijver, die over het proefschrift van Dr. L. Brunt (Stede ling op het platteland. A’dam 1974) las in Elseviers Magazine, moet het boek zélf niet ongelezen laten. Na lezing daar van, èn na bestudering van de ontwikke ling van Waddinxveen, zal hij tot de conclusie komen, dat de door hem ver moede vergelijking inderdaad niet op gaat (De briefschrijver twijfelde daar zelf al aan). Of hij zich gerealiseerd heeft dat hij, door Brunt’s proefschrift (ongelezen) als uitgangspunt te gebrui ken, de leden van de Stichting voor Protj Chr. Onderwijs als de „dorpelingen’* aanwijst is mij niet geheel duidelijk ge worden in zijn brief. jaande van de Stichting Avondschool InderwIJs Gouda en omstreken, met "■tJ Bi Commentaar (De B.): Overal waar in Nederland in deze tijd protestantse scho len worden opgericht, speelt het zelfde probleem: Welke grondslag kiezen we? Er blijken 3 keuzemogelijkheden te zijn voor een grondslag: 1. De Apostolische Geloofsbelijdenis, daterend van vóór de Reformatie. Hierin staan beginselen, waarmee vrijwel alle christenen zich kunnen verenigen. 2. De Reformatorische Belijdenisge schriften: Tot die Belijdenisgeschrif ten behoren de Heidelbergse Cate chismus en de 5 Leerregels van de Synode van Dordrecht. Zeer ortho doxe protestanten verwerpen de ’ruim’ geformuleerde Apostolische Belijde nis, omdat daarin niet precies de ver schillen tussen de christenen worden aangegeven. Zij houden dus vast aan de genoemde Belijdenisgeschriften, die een essentieel bestanddeel zijn van de drie Formulieren van Enigheid. 3. De grondslag, ontworpen door F. Boerwinkel: Hierin wordt vooral het accent gelegd op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de christen. In de kringen van het CNV is men voor deze formulering nogal geest driftig. TYPEN (ook op elektrische machines). MIDDENSTANDSAVONDSCHOOL van de stichting C.M.O. met Rljkssubsldle. STENO Nederlands en moderne talen. BOEKHOUDEN - M.B.A. TALEN, BEDRIJFSCORRESP. en CONVERSATIE voor beginners en gevorderden (Ned., Frans, Duits, Engels. Spaans). ELEMENTAIRE WISKUNDE voor economische weten schappen. AVOND-MAVO ultgi voor Voortgezet Or Rljkssubsldle. STUDIEHULP voor leerlingen van alle scholen voor voortgezet onderwijs. VRAAGT VRIJBLIJVEND STUDIE-ADVIES I Inlichtingen en aanmeldingen dagelijks van 9-22 uur. In alle persberichten van de stichting, mij desgevraagd gegeven door de re dactie van het Weekblad voor Waddinx veen, mis ik de vermelding van doel èn grondslag: op 19 september (1974 pag. 1) staat „op deze plannen en de inhoud van de statuten van de nieuwe stichting ho pen we nog nader terug te komen”. En op 26 september 1974 staat wèl de doel stelling („werkzaam te zijn tot oprich ting en instandhouding van één of meer scholen voor christelijk voortgezet on derwijs te Waddinxveen”), in de krant. Maar over de grondslag (art. 2) werd to taal niets meegedeeld. De eerste die hier melding van maakte was de schrijver van dit artikel. Conclusies: 1. Ten onrechte spreekt het stichtings bestuur van „een compromis”. De formulering „Reformatorische Ge schriften” kan slechts betekenen: Keuze voor de 3 Formulieren van Enigheid. De artikelen over de grond slag van de 2 deelnemende partijen geven nog een extra aanwijzing, hoe wel geen theoloog deze extra aanwij zing nodig zou hebben. 2. De reeds eerder door mij naar voren gebrachte mening wordt nogmaals be vestigd: De stichting wordt gedragen door een klein groepje zeer ortho doxe protestanten,, die niet als ver tegenwoordigers van alle protestanten kunnen worden gerekend. In het stichtingsbestuur zijn zij in de meer derheid. Een meerderheid, die zij steeds weer zullen kunnen waarma ken, omdat volgens art. 8 van de Stichtingsakte gestemd wordt bij meerderheid van stemmen, terwijl „absenten” schriftelijk mogen stem men. 3. De berichtgeving van het stichtings bestuur over de grondslag is mis leidend geweest. Het stichtingsbestuur: „De kansen voor een school op samenwerkingsbasis (LBO) zijn vrijwel nihil geworden”. „Wie geen moeite heeft met rekenen, zal beamen dat de aanspraken van de Waddinxveense protestants christelijke stichting gerechtvaardigd en democra tisch verantwoord zijn”. Commentaar: De aanvraag voor een protestants christelijke school voor LBO is verricht door de Vereniging voor Christelijk Algemeen Voortgezet en Be roepsonderwijs voor Gouda e.o„ te Gou da. In haar verzoek aan het Ministerie van Onderwijs wordt een school voor Lager Technisch Onderwijs gevraagd. In de aanvraag wordt melding gemaakt van een sterk overdreven deelnemings percentage van de regio (op basis van 1972!), terwijl de regio zelf wordt om schreven met: Waddinxveen (100%), Reeuwijk (50%), Moerkapelle (100%), Ptandpunt stichtingsbestuur: De stich- llng zal worden omgezet in een vereni ging. Dat was altijd al de bedoeling. We pozen de stichtingsvorm, omdat we snel hoesten werken. Er was een samenwer kingsschool voor LBO op komst. De richting ziet haar taak uitsluitend als pt van de grond helpen van de scholen gemeenschap in eerste instantie. [mimen taar (De Bruin): Het verweer p> de stichting is onlogisch. Komt [eer op de voor mij onbegrijpelijke lo gica: r Omdat we een democratische vereni- gingsvorm wilden, kozen we een wa terdichte en anti-democratische stich tingsvorm. r Omdat een vereniging en een stichting tn oprichting, dezelfde rechten heb ben om een school aan te vragen bij het Ministerie van Onderwijs en er door geen der juridische vormen tijds- verlies kan ontstaan, werd gekozen voor een stichtingsvorm. Teneinde de ze later te veranderen in een vereni ging. r Omdat we in artikel 6 van onze stichtingsacte hebben opgenomen: Het bestuur (van de stichting) is be last met het beheren van de school of scholen der stichting”, kunnen we de taak van het stichtingsbestuur niet an-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1975 | | pagina 13