amenwerkingsschool wordt bestuurd door alle ouders
Wiertsema
8S
P
I
„De Rattenvanger” op gevel van Klaas de Vriesschool
JK BESCHOUW MIJ ALLERMINST ALS EEN LEUGENAAR”
KUNSTWERK VAN DE WEEK
■h
■I
Lager Beroepsonderwijs
in Waddinxveen (4)
Jan./Febr.-aanvang Nieuwe en Herhalingscursussen
gflSgj 8 -z--
■I
DE,
NG
l
■Il
EKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 23 JANUARI 1975
Pagina 11
door ANDRE DE BRUIN
Openbaar onderwijs?
Persberichten
Grondslag
Geen neutrale school
Vakbeweging
1
I
■i
WADD1NXVEEN Ina van Dijk is de maakster van deze muurdecoratie „De Rattenvanger”die is te vinden
op deze zijgevel van de openbare Klaas de Vriesschool aan de Herman Heijermanslaan 15.
WADDINXVEEN Na lezing van het antwoord van het bestuur van
je Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs in Waddinx-
|een in het Weekblad voor Waddinxveen van vorige week beschouw ik mij
|llerminst als een leugenaar.
Briefschrijvers
I
Enquete LBO
Bestuurlijke vormgeving
(ADVERTENTIE)
BLOEMTIEK
Eigen. H. J. Zeypveld
I
.mTfRflOffl1
*H«»i
Regentesseplantsoen 30
Gouda - Tel. 01820 - 14061
ders zien dan een zéér tijdelijke; als
die van een werkgroep, die slechts het
„veldwerk” doet.
Conclusies:
1. Mijn verwerping van het levensbe
schouwelijke conflictmodel is ten on
rechte .uitgelegd als een pleidooi voor
volstrekt neutralisme. Het is een plei
dooi voor Behoedzaamheid en Liefde
(zie art. 9 jan.).
2. Omdat ik de levensbeschouwelijke
grondbeginselen uiterst serieus heb
genomen, wordt mij onverdraagzaam
heid verweten. En dat terwijl ik juist
tegen de onverdraagzaamheid protes
teer. Tegen vooroordelen.
Stichtingsbestuur: Een samenwerkings
school is een openbare school en het be
voegd gezag berust bij de gemeenteraad.
Het bevoegd gezag wordt niet gekozen
door de ouders. Het is geen school van
de ouders. Protestanten en katholieken
mogen ook meedoen
Commentaar: De bestuursvorm van de
samenwerkingsschool die ik op 19/12/74
beschreef is in principe uitgedokterd
door het kabinet De Quay (1959-1963),
waarin christen-democraten en liberalen
samenwerkten. Wie zich de moeite zou
geven om de adviezen, rapporten enz. te
bestuderen, op grond waarvan de toen
malige regering en Staten Generaal tot
een oordeel is gekomen. En wie zich
bovendien wil vermoeien na te lezen,
wat hierover in de Staten Generaal is
gezegd (bijv, door de Anti Revolutionair
Tjalma in de le Kamer over de uitge
breidheid van een dergelijke bestuurs»
vorm) zal tot geen andere conclusie kun
nen komen, dat de bestuurlijke vorm
van de door mij besproken samenwer
kingsschool alle ruimte biedt voor ou
ders om de school te besturen. En zo ge
beurt het ook. Overal in het land. Wie
geïnteresseerd is in de beperkingen van
MIe schoolbesturen, die bestudere: D.
van de Brink, De crisis in het onderwijs,
Bilthoven 1971.
den dat de samenwerkingsschool voor
LBO geen openbare school is, zodat
de door de stichting genoemde on
rechtvaardigheid jegens het pc onder
wijs niet opgaat.
Bijzonder interessant vond ik de bijdrage
van de tweede briefschrijver. Zijn vragen
beantwoordde ik reeds. Mijn dank ook
voor de genoemde literatuur. Het thema
van het genoemde werkje (Geloofsgetui
genis) was mij wel bekend uit de tijd
schriften. Mijn mening is er door -ver
sterkt, dat de protestanten van Neder
land over kwesties, die vroeger als essen-
tiele geloofsvraagstukken golden, thans
zeer verschillend en genuanceerd den
ken.
De Waddinxvener drs. André de Bruin
beëindigt hiermee zijn op eigen initiatief
geschreven artikelenreeks over het Lager
Beroepsonderwijs in Waddinxveen. In dit
vierde en laatste artkel van zijn hand
gaat hij in op de in het Weekblad voor
Waddinxveen gepubliceerde reacties naar
aanleiding van zijn in deze krant van 19
december, 2 januari en 9 januari opge
nomen artikelen. De Bruin deelt mee be
reid te zijn degenen die over de behan
delde kwestie wat nader geïnformeerd
willen worden een literatuuropgave te
verstrekken. Ook is de op het adres Bil-
derdijklaan 24 wonende Waddinxvener
bereid met ieder van gedachten te wisse
len over dit onderwerp, vooral wanneer
er misverstanden zouden zijn ontstaan.
Stichtingsbestuur: Er is geen neutraal
onderwijs mogelijk. De leerlingen moe
ten we een keus opdringen. De Bruin
noemt dit indoctrinatie
Commentaar: Ik heb nergens geschreven
dat neutraal onderwijs mogelijk is of ge
wenst. Wat ik wel beweerd heb, is dat
er onder alle ouders een verschillend
verwachtingspatroon is t.a.v. elke school
en dat de school zich daarvan bewust
moet zijn. Heel toevallig is dit onlangs
tot uitdrukking gebracht door Prof. Dr.
W. J. Wieringa, de voorzitter van de
Protestants Christelijke VWO/HAVO-
Bond in zijn jaarrede. Letterlijk zei hij:
„Tenslotte is mij ook opnieuw duidelijk
geworden, dat bestuur en personeel van
scholen een hoge mate van zorgvudig-
heid mbet betrachten, juist in verband
met dat verschil in verwachtingspatroon,
ten aanzien van christelijke vorming. In
dit opzicht heeft een christelijke school
iets van een porseleinkast, maar ook van
een glazen huis”. Op de zelfde golfleng
te zittend, schreef Dr. H. G. van den
Doel, directeur van het Prot. Chr. Stu
diecentrum te Hoevelaken: Indoctrine
ren” (-) moet verworpen worden”.
Naar aanleiding van de grondbeginselen
van de Stichting voor Prot. Chr. Voort
gezet Onderwijs, stelde ik dat het peda
gogisch en maatschappelijk onaanvaard
baar is grondbeginselen op te nemen,
waarin gesteld wordt dat katholieken
enz. „Gods toorn” kunnen opwekken en
’n bedreiging vormen voor „de Gemeen
te”. Dat noemde ik levensbeschouwelijke
polarisatie. Deze polariserende opvattin
gen zijn alleen door middel van „indoc
trinatie” over te brengen.
Thans stel ik vast dat het Stichtings
bestuur in zijn artikel van 16 januari
aan de kern van mijn betoog voorbij
Begaan is, terwijl allerlei volstrekt on
juiste beweringen worden gedaan. Een
en ander moge blijken uit mijn bespre
king van de 6 belangrijkste kwesties, die
bet stichtingsbestuur in zijn artikel van
vorige week naar voren bracht. Ik doe
dit als volgt: Bij elke kwestie vermeld ik
allereerst het standpunt van de stichting.
Vervolgens geef ik mijn persoonlijk
tonnnentaar om daarin m’n conclusies
Ie trekken.
Het stichtingsbestuur koos voor de Re
formatorische Belijdenisgeschriften. De
twee organisaties die in de stichting sa
menwerken hebben deze geschriften nog
extra aangeduid, hoewel dat eigenlijk
overbodig was. De MAVO-grondslag
luidt (art. 2): ”(-) haar grondslag is de
Bijbel als Gods Woord opgevat naar de
Drie Formulieren van Enigheid, zoals
die door de Synode van Dordrecht anno
1619 zijn vastgelegd”. De Chr. Techn.
school, de tweede partij in de stichting,
vermeldt in art. 2: ”(-) De grondslag van
de Heilige Schrift als Gods Woord, vol
gens de belijdenis, uitgedrukt in de 3
Formulieren van Enigheid”.
Foto: WvW/Gijs Kooien
Ik hoop dat hij tot de conclusie gekomen
is (of zal komen wanneer hij alle artike
len nog eens rustig overleest), dat zijn
reactie wat te haastig was en daardoor té
ongenuanceerd. Wat deze briefschrijver
vooral van mij doet verschillen is, dat hij
de grondbeginselen van de stichting niet
serieus kan nemen en eigenlijk beweert,
dat ze die toch niet waar kunnen maken.
Tot slot nog iets over zijn opmerking
over mijn academische opleiding. Ik ben
het volkomen met hem eens, dat de „be
oefenaar van wetenschap” afstand moet
kunnen nemen van zijn object van stu
die. Voorzover hij gelijk mocht hebben;
dat ik die afstand niet wist te bewaren
(wie zal dat uitmaken?), troost ik mij
met de gedachten, dat sommige niet-
academici in staat zijn zo’n grote afstand
te nemen van de vraagstukken waarover
ze zich buigen, dat ze elk wezenlijk con
tact met hun probleemstelling uit het
oog verliezen.
INDIVIDUEEL
ONDERWIJS
KOPIEER-
INRICHTING
VERTAALBUREAU
tie hier waartoe enige fijnbesnaarde
lieren zich laten verleiden, wanneer er
Iemand is, die het waagt enkele gefun
deerde artikelen te schrijven over hun
lipvoedingsmodel en de euvele moed
reeft een pleidooi te houden voor een
school, waarmee de hele gemeenschap
kediend is en waarin alle ouders de zelf
de rechten bezitten. Wie de hoop mocht
nebben op een sensationeel slotartikel
jnijnerzijds, moet ik teleurstellen. De
boulevardpers-stijl ligt mij minder dan
flegenen die zeggen hem te verwachten.
[Wanneer ik de verwijten van het stich
tingsbestuur, aan mijn adres gericht, on
der de loep neem, dan zijn ze te herlei
den tot het merkwaardig verwijt, dat ik
fijn officiële levensbeschouwelijke en
[bestuurlijke grondslagen uiterst serieus
fieb genomen. Daardoor ontstond een
per precies beeld. En nadat de heren
van het stichtingsbestuur naar hun eigen
Spiegelbeeld gekeken hadden, schreven
p, geschokt: „Denkt die De Bruin nu
Merkelijk dat we er zó uitzien?”
pat deed ik: Ik toonde aan dat de le
vensbeschouwelijke grondslagen van de
porgestelde protestantse L.B.O.-school
discriminerend zijn voor katholieken,
[allerlei protestanten enz. Voorts werd
bewezen, met behulp van 3 stichtings
akten, dat er sprake is van een water
dichte, anti-democratische constructie.
Vervolgens werd het polariserende op
voedingsmodel in een ruim kader ge
plaatst, waarbinnen ik enkele harmonie-
knodellen besprak. Zeer speciaal behan
delde ik het model van een mogelijke
samenwerkingsschool.
Conclusies (De Bruin):
De argumentatie van het stichtingsbe
stuur is'onjuist en ondeugdelijk:
1. Het koos een stichtingsvorm en de
daarin verankerde grondslagen heel
bewust en opzettelijk. Omdat er (niet
alleen in mijn kritische kanttekenin
gen) scherpe kritiek werd geuit op de
gekozen stichtingsvorm en de inhoud
daarvan, krabbelde men terug. Maar
de stichtingsacte, die even snel opge
steld kan worden, als hij gewijzigd
kan worden, is nog steeds dezelfde.
2. Omdat er sinds 1970 (eerste enquete
samenwerkingsscholen) al plannen
bestaan om in Waddinxveen een
school voor Lager Beroepsonderwijs
te stichten, vervalt ook het laatste ar
gument dat aangevoerd is voor de
keuze van de stichtingsvorm.
3. De stichting is bedoeld om een school
te beheren. Niet als een werkgroep
die het veldwerk doet.
4. Het niet noemen van een oudercom-
missie - ik zeg het nogmaals - is een
daad, typerend voor het ondemocra
tisch denken binnen de stichting.
Stichtingsbestuur:
1. We sloten een „compromis” over de
grondslag, vanwege de discussie over
3 Formulieren van Enigheid en daar
om luidt de grondslag van de stich
ting: „De stichting aanvaardt de Hei
lige Schrift, opgevat naar de belijde
nisgeschriften der Reformatorische
kerken.
2. De nieuwe stichting gaf een persbe
richt uit „met vermelding van doel
en grondslag”.
Conclusies:
1. De geschetste bestuursvorm van de
samenwerkingsschool, zoals door mij
beschreven, is totaal anders dan die
van de openbare school.
2. In die samenwerkingsschool vormen
de ouders een volwaardig schoolbe
stuur.
3. Alle ouders hebben in dat school
bestuur dezelfde rechten.
3. „Het is onbarmhartig om de tegen
stellingen tussen de opvoeding thuis
en op school over de hoofden van
de kinderen uit te spelen”, zo las ik
in het Weekblad van Waddinxveen
van 16-1-1975. Met die conclusie ben
ik het volkomen eens.
Conclusies (De B.):
1. Indien het stichtingsbestuur voor pc
voortgezet onderwijs stelt, dat de uit
komsten van deze enquête een samen-
werkingssschool niet rechtvaardigen,
dan heeft de attente lezer (die hele
maal niet behoef te kunnen rekenen)
kunnen constateren dat het aantal
ouders dat zegt hun kinderen naar de
pc LBO te zullen sturen, te laag is.
Nog lager nu bekend wordt dat de
pc LBO gebaseerd zal zijn op een
zeer ortrodoxe grondslag.
2. De regio waaruit de pc LBO zijn leer
lingen zou moeten betrekken is veel
te groot en omdat het belangstellings-
percentage evenzeer overschat wordt,
mag worden aangenomen dat het
Ministerie van Onderwijs de pc aan
vrage niet zal aanvaarden.
3. Als we er van uitgaan, dat de samen
werkingsschool voor LBO ook een
regionaal karakter zal gaan dragen,
zal deze school, omdat zij voorziet in
een behoefte voor protestanten en
openbaren en katholieken, zonder
meer aan de stichtingsvoorwaarden
kunnen voldoen.
4. De stelling dat: „De kansen voor een
LBO school op samenwerkingsbasis
in Waddinxveen vrijwel nihil zijn”, is
hiermede weerlegt.
5. Elders zal door mij uiteengezet wor-
Een stichtingsbestuur dat feiten uit offi-
|iële documenten „insinuaties” en leu-
lens noemt; onderzoekresultaten van de
l'rije Universiteit wegwuift, als waren
let hinderlijke muggen; een volledig ge
ilek aan kennis demonstreert over sa
menwerkingsscholen en de door mij ge-
[chetste bestuursvorm (ik doe maar een
[reep uit de bloemlezing van 16 januari
II.), moet niet de illusie hebben kritische
|ezers te overtuigen met een dergelijk
kenbetoog. Ik waardeer het daarom des
i meer van het Stichtingsbestuur, dat
hen openlijk te kennen geeft ta.v. mij
leze illusie niet te koesteren. Enig res
pect voor mijn persoon is er kennelijk
och nog overgebleven. Hoe weinig dat
s. moge blijken uit het volgende:
Kerkweg, Waddinxveen, tel. 2097
Zevenhuizen (60%), Bleiswijk (50%),
Boskoop (50%) en Zoetermeer (30%).
Deze veel te grote regio zou bovendien
nagenoeg 50% van de verwachte leer
lingen moeten leveren. Bovendien wordt
het aantal LBO leerlingen veel te hoog
geschat.
Uit de enquete, gehouden door de werk
groep voor LBO in samenwerkingsver
band in het jaar 1974(1) bleek het vol
gende: Van de 400 Waddinxveense jon
geren, die jaarlijks het basisonderwijs
verlaten gaat 25% 100 leerlingen naar
een van de type scholen voor LBO.
Hiervan gaven de ouders van 60 leer
lingen de voorkeur aan een samenwer-
kings-LBO en van 40 leerlingen aan een
protestants christelijke. Dit zijn echter
zowel jongens als meisjes. De aantallen
jongens per jaar uit Waddinxveen zijn
respectievelijk 30 en 20 in getal. De to
tale belangstelling in 1974 gemeten voor
samenwerkingsscholen onder alle 773
ondervraagde ouders was: 63% voor een
samenwerkingschool; 31% voor een
protestantse, katholieke of openbare
school; 6% van de ouders had nog geen
oordeel.
Mocht er nog één lezer zijn die mij na
6 januari 1975 nog niet kent, wel nu,
pij houdt zich vast: Ik ben „een olifant
tie zichzelf druk maakt om een mug”
tn „de gelovigen tegen elkaar uitspeelt”;
[en wezen dat „blind” is en desalniette
min „een veelkleurig schilderij bekijkt”
[ri dan „slechts de donkere partijen”
kaarncemt. De lezer denkt daarbij voorts
kan iemand met „verdeel en heers”-
[eigingen, die daarbij „zijn belangen”
najaagt, terwijl hij „galspuwend” naar
.compromissen” streeft. En dat alles
[oor „een samenwerkingsschool voor
LBO die zou moeten verrijzen op de
puinhopen van de christelijke school”.
Bijzonder verheugd ben ik met de reac
tie van het NKV en het NW: „Bunde
ling van kracht is goed voor het Lager
Beroepsonderwijs” was mij uit het hart
gegrepen. De reactie van het CNV was
tot nu toe afwijzend. Dat betreur ik. Wat
ik jammer vind, is het feit dat men in
hun kring meent (blijkens een persbe
richt van het CNV in het Weekblad voor
Waddinxveen) dat ik er maar wat op los
gelogen heb (op een gemeenschappelijke
vergadering van de dire vakverenigingen
op 4 november 1974), hetgeen hun be
sluitvorming beïnvloedde. Daarom bied
ik aan dat eens uit te praten. Of een
openbare discussie te organiseren tussen
degene, die mij (in mijn afwezigheid)
een pertinente leugenaar heeft genoemd,
en mij. Zo’n gesprek of discussie kan
verhelderend werken. Wanneer de vier
artikelen, die ik nu geschreven heb be
stuur en leden van het CNV voldoende
overtuigd hebben van het tegendeel, kun
nen we de zaak als afgedaan beschou
wen.
De twee briefschrijvers reageerden te
snel, ik had mijn eerste artikel net ge
schreven. De meeste vragen en opmer
kingen, die ze naar voren brachten, heb
ik reeds beantwoord. Enkele antwoor
den resteren. De briefschrijver, die over
het proefschrift van Dr. L. Brunt (Stede
ling op het platteland. A’dam 1974) las
in Elseviers Magazine, moet het boek
zélf niet ongelezen laten. Na lezing daar
van, èn na bestudering van de ontwikke
ling van Waddinxveen, zal hij tot de
conclusie komen, dat de door hem ver
moede vergelijking inderdaad niet op
gaat (De briefschrijver twijfelde daar
zelf al aan). Of hij zich gerealiseerd
heeft dat hij, door Brunt’s proefschrift
(ongelezen) als uitgangspunt te gebrui
ken, de leden van de Stichting voor Protj
Chr. Onderwijs als de „dorpelingen’*
aanwijst is mij niet geheel duidelijk ge
worden in zijn brief.
jaande van de Stichting Avondschool
InderwIJs Gouda en omstreken, met
"■tJ
Bi
Commentaar (De B.): Overal waar in
Nederland in deze tijd protestantse scho
len worden opgericht, speelt het zelfde
probleem: Welke grondslag kiezen we?
Er blijken 3 keuzemogelijkheden te zijn
voor een grondslag:
1. De Apostolische Geloofsbelijdenis,
daterend van vóór de Reformatie.
Hierin staan beginselen, waarmee
vrijwel alle christenen zich kunnen
verenigen.
2. De Reformatorische Belijdenisge
schriften: Tot die Belijdenisgeschrif
ten behoren de Heidelbergse Cate
chismus en de 5 Leerregels van de
Synode van Dordrecht. Zeer ortho
doxe protestanten verwerpen de ’ruim’
geformuleerde Apostolische Belijde
nis, omdat daarin niet precies de ver
schillen tussen de christenen worden
aangegeven. Zij houden dus vast aan
de genoemde Belijdenisgeschriften,
die een essentieel bestanddeel zijn van
de drie Formulieren van Enigheid.
3. De grondslag, ontworpen door F.
Boerwinkel: Hierin wordt vooral het
accent gelegd op de maatschappelijke
verantwoordelijkheid van de christen.
In de kringen van het CNV is men
voor deze formulering nogal geest
driftig.
TYPEN (ook op elektrische machines).
MIDDENSTANDSAVONDSCHOOL van de stichting
C.M.O. met Rljkssubsldle.
STENO Nederlands en moderne talen.
BOEKHOUDEN - M.B.A.
TALEN, BEDRIJFSCORRESP. en CONVERSATIE voor
beginners en gevorderden (Ned., Frans, Duits, Engels.
Spaans).
ELEMENTAIRE WISKUNDE voor economische weten
schappen.
AVOND-MAVO ultgi
voor Voortgezet Or
Rljkssubsldle.
STUDIEHULP voor leerlingen van alle scholen voor
voortgezet onderwijs.
VRAAGT VRIJBLIJVEND STUDIE-ADVIES I
Inlichtingen en aanmeldingen dagelijks van 9-22 uur.
In alle persberichten van de stichting,
mij desgevraagd gegeven door de re
dactie van het Weekblad voor Waddinx
veen, mis ik de vermelding van doel èn
grondslag: op 19 september (1974 pag. 1)
staat „op deze plannen en de inhoud van
de statuten van de nieuwe stichting ho
pen we nog nader terug te komen”. En
op 26 september 1974 staat wèl de doel
stelling („werkzaam te zijn tot oprich
ting en instandhouding van één of meer
scholen voor christelijk voortgezet on
derwijs te Waddinxveen”), in de krant.
Maar over de grondslag (art. 2) werd to
taal niets meegedeeld. De eerste die hier
melding van maakte was de schrijver van
dit artikel.
Conclusies:
1. Ten onrechte spreekt het stichtings
bestuur van „een compromis”. De
formulering „Reformatorische Ge
schriften” kan slechts betekenen:
Keuze voor de 3 Formulieren van
Enigheid. De artikelen over de grond
slag van de 2 deelnemende partijen
geven nog een extra aanwijzing, hoe
wel geen theoloog deze extra aanwij
zing nodig zou hebben.
2. De reeds eerder door mij naar voren
gebrachte mening wordt nogmaals be
vestigd: De stichting wordt gedragen
door een klein groepje zeer ortho
doxe protestanten,, die niet als ver
tegenwoordigers van alle protestanten
kunnen worden gerekend. In het
stichtingsbestuur zijn zij in de meer
derheid. Een meerderheid, die zij
steeds weer zullen kunnen waarma
ken, omdat volgens art. 8 van de
Stichtingsakte gestemd wordt bij
meerderheid van stemmen, terwijl
„absenten” schriftelijk mogen stem
men.
3. De berichtgeving van het stichtings
bestuur over de grondslag is mis
leidend geweest.
Het stichtingsbestuur: „De kansen voor
een school op samenwerkingsbasis
(LBO) zijn vrijwel nihil geworden”.
„Wie geen moeite heeft met rekenen,
zal beamen dat de aanspraken van de
Waddinxveense protestants christelijke
stichting gerechtvaardigd en democra
tisch verantwoord zijn”.
Commentaar: De aanvraag voor een
protestants christelijke school voor LBO
is verricht door de Vereniging voor
Christelijk Algemeen Voortgezet en Be
roepsonderwijs voor Gouda e.o„ te Gou
da. In haar verzoek aan het Ministerie
van Onderwijs wordt een school voor
Lager Technisch Onderwijs gevraagd.
In de aanvraag wordt melding gemaakt
van een sterk overdreven deelnemings
percentage van de regio (op basis van
1972!), terwijl de regio zelf wordt om
schreven met: Waddinxveen (100%),
Reeuwijk (50%), Moerkapelle (100%),
Ptandpunt stichtingsbestuur: De stich-
llng zal worden omgezet in een vereni
ging. Dat was altijd al de bedoeling. We
pozen de stichtingsvorm, omdat we snel
hoesten werken. Er was een samenwer
kingsschool voor LBO op komst. De
richting ziet haar taak uitsluitend als
pt van de grond helpen van de scholen
gemeenschap in eerste instantie.
[mimen taar (De Bruin): Het verweer
p> de stichting is onlogisch. Komt
[eer op de voor mij onbegrijpelijke lo
gica:
r Omdat we een democratische vereni-
gingsvorm wilden, kozen we een wa
terdichte en anti-democratische stich
tingsvorm.
r Omdat een vereniging en een stichting
tn oprichting, dezelfde rechten heb
ben om een school aan te vragen bij
het Ministerie van Onderwijs en er
door geen der juridische vormen tijds-
verlies kan ontstaan, werd gekozen
voor een stichtingsvorm. Teneinde de
ze later te veranderen in een vereni
ging.
r Omdat we in artikel 6 van onze
stichtingsacte hebben opgenomen:
Het bestuur (van de stichting) is be
last met het beheren van de school of
scholen der stichting”, kunnen we de
taak van het stichtingsbestuur niet an-