Bruin onder „waarheid
om
Hardnekkig misverstand
bevoegdheden Hav&bestuur
eigen opvattingen
krant uit te dragen
Lezers schrijven
„Kijk, dat verstaat De
„De Bruin
is
in
CNV blijft voor een prot.
chr. scholengemeenschap
Jamin in ’t nieuw
TEGEN WEGGEEFPRIJZEN
WEER NIEUWE ARTIKELEN
Handelsregister
van de Kamer
r
Drogisterij van der Heiden
WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN DONDERDAG 30 JANUARI 1975
Citaat
Tenslotte
Structuur
Persbericht
(Advertentie)
Dr. W. H. J. N. WIENTJES,
Distelveld 18, Waddinxveen
lid van de commissie van bestuur
van de samenwerkingsschool voor
Havo/Atheneum te Waddinxveen
BESTUUR STICHTING VOOR
PROTESTANTS CHRISTELIJK
VOORTGEZET ONDERWIJS
TE WADDINXVEEN
CNV BESTURENBOND
AFDELING WADDINXVEEN
COMMISSIE VAN BESTUUR
VOOR DE SAMENWERKINGS
SCHOOL VOOR HAVO/
ATHENEUM TE
WADDINXVEEN
Deze rubriek staat ter vrije beschikking van elke lezer van het Weekblad
voor Waddinxveen. Brieven die de grenzen van het fatsoen of van het recht
op privacy te buiten gaan worden geweigerd. Anonieme brieven worden
niet gelezen. Brieven onder pseudoniem worden wel geplaatst, mits de
redactie de schrijver van naam kent.
WADDINXVEEN Aan het han
delsregister van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor
Gouda en omstreken ontlenen we
de volgende gegevens:
Secretariaat: Vijverlaan 44, tel. 4041
Havo/Atheneum in
Wegens enorm succes ruimen wij op tot en met zaterdag 1 febr.
HAAST U.
Zuidkade 1 (bij de brug).
Toen wij naar aanleiding van de artike
len van de heer De Bruin in dit week
blad van 16-l-’75 ons tegenbetoog publi
ceerden, hadden we zeker niet de hoop
de schrijver, voor wat betreft de samen-
werkingsideologie, van gedachten te kun
nen veranderen. Wél dat hij zou inzien
en erkennen dat hij in zijn benadering
van ons streven naar het grondwettelijk
verkregen recht tot schoolstichting mini
maal zou toegeven waarheid en leugen
niet geheel van elkaar te hebben kunnen
onderscheiden. Dat zou zijnerzijds een
eervolle correctie zijn geweest en zijn
ideologie geloofwaardiger. Wij beschul
digen onszelf deze naieve verwachting te
hebben gekoestert.
„De Stichting voor Protestants Chris
telijk Voortgezet Onderwijs te Wad
dinxveen is sinds kort werkelijkheid
geworden. Het doel is te komen tot
oprichting en instandhouding van een
of meer scholen voor christelijk voort
gezet onderwijs te Waddinxveen. In
eerste instantie gaat het om een chris
telijke scholengemeenschap voor LBO,
MAVO en LHNO. De grondslag is de
Heilige Schrift als Gods Woord, op
gevat naar de Belijdenisgeschriften van
de Reformatorische Kerken.
De stichting is in het leven geroepen
toen de chr. LTS te Gouda („De
Nieuwe Vaart”) wegen ruimtegebrek
’n aanvraag tot het Ministerie van On
derwijs richtte voor een dependance
te Waddinxveen. Deze aanvraag werd
als zodanig afgewezen, maar zou ge
continueerd kunnen worden als tot
een protestants christelijke scholen
gemeenschap zou kunen worden geko
men voor LBO, MAVO en LHNO. Na
lang beraad tussen de besturen is de
stichting realiteit geworden, waarbij
de besturen van de chr. mavo en chr.
Het kan ook anders. Artikel 61 van de
Gemeentewet geeft aan de gemeente
raad de bevoegdheid kommissies in te
stellen met het oog op de behartiging
van bepaalde belangen (lid 1). De be
voegdheid en samenstelling van zo’n
kommissie worden door de raad gere
geld (lid 2). Ook niet-raadsleden kun
nen daarin zitting hebben. De raad
kan dus haar eigen bestuursbevoegd
heid van een openbare school delege
ren aan een kommissie, waarin ook
vertegenwoordigers van het bijzonder
onderwijs zitting hebben. De kommis
sie is echter niet eigen baas. Zij is
verantwoording schuldig aan de raad,
die bovendien de kommissies kan op-
lenen aan de oprichting van een school
voor lager beroepsonderwijs op zgn. sa-
menwerkingbasis. De CNV-ers blijven
bij hun keus voor een christelijke school
voor LBO en voor een christelijke scho
lengemeenschap.
het etiket openbare school of bijzondere
school hanteren naargelang het hun uit
komt. Maar de samenwerkingsschool in
Waddinxveen is geen openbare school
en is geen bijzondere school in de bete
kenis zoals iedereen die kent.
Secretariaat: Schuberthof, Waddinxveen
Secretariaat: Peuleyen 70
Ten overvloede zij nog eens vermeld dat
er drie „godsdienstleraren op de school
aanwezig zijn: een katholieke, een pro
testantse en een „openbare”. Deze ge
ven, zoals afgesproken bij de start van
de school, les aan de leerlingen volgens
de geloofsovertuiging of levensovertui
ging die door de ouders als gewenst is
opgegeven. De klassen worden op dat
moment dus opgedeeld. Vanaf de derde
klas zal er een toenemende uitwisseling
van en kennismaking met andermans op
heffen, haar bevoegdheden en samen
stelling wijzigen, enz. De school in
kwestie is en blijft een openbare
school. Hetzelfde geldt voor de be
heersvorm die denkbaar is ex art. 41
en 43 van de Wet Gemeenschappelijke
Regelingen. Art. 41 bepaalt dat aan
gemeenschappelijke regelingen tussen
gemeenten onder bepaalde voorwaar
den ook kan worden deelgenomen door
privaatrechtelijke rechtspersonen. Art.
43 opent zelfs mogelijkheid voor een
gemeenschappelijke regeling tussen één
gemeente en één of meer privaatrech
telijke rechtspersonen. Zo’n privaat
rechtelijk rechtspersoon zou afkom
stig kunnen zijn uit de wereld van het
bijzonder onderwijs. Aangezien men
van oordeel is dat een op de W.C.R.
gebaseerd lichaam ’n publiekrechtelijk
lichaam is, dienen wij ok hier te spre
ken van een openbare school. Een niet
onbelangrijk verschil met de art. 61-
school is dat hier niet noodzakelijker
wijs sprake hoeft te zijn van een ver
antwoordingsplicht aan de gemeente
raad; evenmin kan de raad in dit ge
val de gemeenschappelijke regeling op
eigen houtje wijzigen of opheffen.
Daar staat o.a. tegenover dat de goed
keuring en toezichthoudende funktie
van Gedeputeerde Staten niet te om
zeilen lijkt.”
Het slotartikel van de heer A. A. de
Bruin in het Weekblad voor Waddinx
veen van 23-l-’75 geeft ons als bestuur
van de Stichting voor Protestants Chris
telijk Voortgezet Onderwijs in Waddinx
veen nauwelijks of geen reden meer tot
reactie. Wij achten het een verfijning van
de drie voorgaande artikelen met geen
enkel nieuw aanknopingspunt voor ver
der gesprek. De standpunten blijken zo
ver uiteen te liggen dat verder zinvol
discussiëren niet wenselijk is. Dat wij
toch van de geboden gelegenheid tot du
pliek gebruik maken dient ter voorko
ming dat zwijgen wellicht uitgelegd kan
worden als een teken van zwakte.
In de aanhef van dit artikel stelden wij
dat we nooit de gedachten hebben gehad
dat de heer De Bruin zou toegeven om
trent onze bezwaren tegen de samen
werkingsschool. Op deze bezwaren wei
gerde hij ook maar enigermate in te
gaan. Wel spande hij enkele mensen uit
het protestants-christelijk politieke- en
schoolleven voor zijn wagen om zijn
mening te staven. Wij geven toe dat er
over deze materie genuanceerd gedacht
wordt. Hij citeert b.v. een stem uit de
anti-revolutionaire partij. Voor de objec
tiviteit een andere stem; met name wat
betreft de beheersvorm. In ’Anti-revolu
tionaire Staatkunde’, 43ste jrg., nr. 11,
nov. ’73) schrijft Mr. J. G. H. Krajen-
brink, wetenschappelijk medewerker bij
de Dr. A. Kuyperstichting, o.m. het vol
gende:
Dit dus wat betreft de beheersvorm van
de samenwerkingsschool. Wie meer ge
ïnteresseerd is voor de principiële kant
zou b.v. het boekje van Dr. C. Gilhuis
’De gezamenlijke school, vóór of tegen?’
kunnen raadplegen. Nogmaals, we be
treuren het dat de heer De Bruin niet
wezenlijk is ingegaan op onze met name
principiële stellingname. Met wat loze
kreten overtuigt men niemand.
Tot slot nog dit. Het is goed dat na 6
pagina’s weekblad de door ons niet ge
zochte discussie nu wordt afgesloten. De
lezers en wij dienen er van te onthouden
dat het hele betoog van de heer De
Bruin als essentie had de vereniging voor
Christelijk Voortgezet en Beroepsonder
wijs voor Gouda e.o., en het bestuur van
de stichting voor Christelijk MAVO te
Waddinxveen, te bestempelen als gevaar
lijke gezwellen in onze samenleving. Zij
maken op oneigelijk wijze gebruik van
de wet op de onderwijsvrijheid. Toe-
maar. Gaat u zich daarvoor gerust oriën
teren op onze beide scholen. Zij missen
- nog steeds volgens de heer De Bruin -
elke aanspraak zich verder te ontplooien,
en in het belang van hun kinderen hun
scholen in te brengen in een scholen
gemeenschap. Een specifiek christelijke
opvoeding is uit de tijd en als opvoe
dingsmodel verwerpelijk. Christen-ouders
neme daar wel goede nota van. Wat ons
betreft nemen wij het betoog gaarne voor
kennisgeving aan. Om dan rustig en vol
vertrouwen op de ingeslagen weg voort
te gaan. Wie meer wil weten neme gerust
contact op met ons secretariaat: Vijver
laan 44, Waddinxveen, telefoon 4041.
- in samenwerking een ideëel doel te
bereiken. Voorop staat voor ieder dat er
op een democratische wijze, dat wil on
der meer zeggen: met respect voor ei
kaars mening en met de mogelijkheid
die mening naar voren te brengen, ge
werkt wordt. Dat dit meer een harmo
nische dan een polariserende werkwijze
is, zal voor iedereen duidelijk zijn. Dat
bij zo’n werkwijze de opvattingen van de
enkeling niet gemakkelijk overheersen,
eveneens.
De in de commissie levende democratie-
gedachte houdt intussen ook in dat de
leden vrij zijn ook buiten het verband
van de school hun eigen hoogst per
soonlijke opvattingen, al dan niet met
gebruikmaking van de pers, kenbaar te
maken. De heer De Bruin heeft van dat
recht op zijn wijze gebruik gemaakt.
Zonder op de inhoud en de strekking
van zijn artikelen in te gaan, willen wij
er echter geen twijfel over laten bestaan
dat de commissie van bestuur voor de
samenwerkingsschool voor Havo/Athe
neum te Waddinxveen, zoals die thans
is samengesteld, geen publikaties over
een te stichten school voor LBO zou
hebben gedaan.
Nog een staaltje van De Bruin’s bewon-
derenswaardige vasthoudendheid. Hij
zegt: ”De mavo-grondslag luid (art. 2):
”(-) haar grondslag is de Bijbel als Gods
Woord opgevat naar de Drie Formulie
ren van Enigheid, zoals die door de Sy
node van Dordrecht anno 1619 zijn vast
gesteld”. In onze weerlegging hebben wij
als service de schrijver de juiste fomu-
lering ter hand gesteld en hem erop ge
wezen dat zijn weergave onjuist was. Het
moet n.l. zijn: ’De stichting aanvaardt
als grondslag de Heilige Schrift als Gods
Woord, opgevat naar de Beijdenisge-
schriften der Reformatorische Kerken’.
Dit - we zeggen het nogmaals - is ook de
grondslag van onze stichting. We hebben
hem de wezenlijke verschillen uiteen
gezet en aangetoond dat zijn redenering
niet opgaat. En toch blijft De Bruin glas
hard bewust deze grondslag onjuist weer
geven. „Ik” - het begint eentonig te wor
den - „spreek de waarheid en voel mij
allerminst een leugenaar” zo schrijft hij.
De attente lezer zal het duidelijk zijn dat
onze oppostant bewust aan deze ver
draaiing moet vast houden om zijn be
toog staande te kunnen houden. Men
leze daarvoor, voorzover nodig, nogeens
rustig onze eerste schrijven over.
Waar verschil van mening tussen de heer
De Bruin en ons zal blijven bestaan is
de uitslag en de waarde van de gehouden
enquette. Wij betrappen hem er echter
wel op dat hij wel de percentages ver
meldt welke in zijn voordeel lijken te
zijn maar andere getallen achterwege
laat. De vraag was ook dat, nu men wist
l.t.s. resp. te Waddinxveen en Gouda
elk vier leden afvaardigden. De CBTB,
waaronder de chr. huishoudschool res-
sorteerd, kan onmiddellijk worden op
genomen als haar bestuur alsnog be
sluit mee te werken.
Gezien de grote problemen, waarvoor
het christelijk onderwijs zich gesteld
ziet past geen halfslachtigheid t.a.v.
het christelijk karakter en we mogen
dankbaar zijn dat er nu weer een aan
tal leden van diverse kerkgenootschap
pen zjch onvoorwaardelijk en positief
achter het protestants-christelijk on
derwijs willen stellen. Temeer daar in
Waddinxveen ook van de kant van de
Samenwerkingsschool (waarin overi
gens de Vereniging voor Protestants
Christelijk Voortgezet Onderwijs par
ticipeert, wel te onderscheiden van on
ze stichting) pogingen ondernomen
worden om te komen tot een samen
werkingsschool voor LBO. Dat zou in
de praktijk betekenen dat er een open
bare LTS zou komen. Het gaat hier
om de belangen van de kinderen! Nu
er nog mogelijkheden zijn moeten we
die aangrijpen! We hopen dat, als we
een beroep op U doen we op aller
medewerking mogen rekenen:”
„Het is al meermalen ter sprake ge
bracht: wij kennen in Nederland
(Grond-)wettelijk slechts twee beheers
vormen voor het onderwijs, namelijk
openbaar en bijzonder onderwijs. Het
ligt voor de hand dat er bij het behe
ren van een gezamenlijke school pro
blemen kunnen rijzen. Want hoe men
de gezamenlijkheid ook in het vat giet,
het resultaat is altijd óf een openbare
óf een bijzondere school. Een derde
weg is er niet. Zo kan men een geza
menlijke school bijvoorbeeld beheren
in de vorm van een vereniging of een
stichting. Wanneer de participanten
allen van huis uit behoren tot het bij
zonder onderwijs ligt een dergelijke
beheersvorm voor de hand. Ook het
openbaar onderwijs (de gemeente bij
voorbeeld) kan echter deelnemen in
een privaatrechtelijke vereniging of
stichting. Waar het echter een privaat
rechtelijk lichaam betreft moet er dan
gesproken worden van bijzonder on
derwijs.
Een ander punt waar naar onze mening
de heer De Bruin ten onrechte hardnek
kig de redelijkheid bewust uit het oog
verliest, is de door hem gesignaleerde on
democratische structuur van onze stich
ting. In dit verband zal het de objectieve
lezer zeker niet zijn ontgaan dat de
schrijver hoogst merkwaardige buitelin
gen moest maken om zijn ’bewijzen’ te
staven. Men zal zich b.v. herinneren dat
hij in zijn eerste artikel een stichting in
de onderwijswereld een afschuwelijke
zaak vond. In zijn tweede artikel krijgt
echter de rooms-katholieke ’’stichting”
voor basis- en kleuteronderwijs een
schouderklop voor hun democratisch
functioneren, terwijl daarentegen de
hervormde school”vereniging” als anti
democratisch wordt bestempeld. De be
doeling van deze inkonsekwentie zal
duidelijk zijn. Wij hebben naar onze
overtuiging duidelijk gemaakt dat in on
ze stichting alle kerkelijke groeperingen
gelijkelijk berechtigd zijn. 4 Gerefor
meerden, 3 Hervormden en 1 overige
kerken. In eerste instantie beredeneerde
De Bruin dat de hervormden de schul
digen waren van het ’zeer orthodoxe
stempel’ der stichting. Dat bleek na onze
uiteenzetting niet vol te houden. Toch
blijft De Bruin volhouden - tegen beter
weten in - dat de stichting gedragen
wordt door een ’zeer klein groepje’ or
thodoxe protestanten. Een aannemelijke
bewijsvoering liet hij nu echter achter
wege. Hij weet het kennelijk zelf ook
niet meer. Wij evenmin.
dat er ook van protestants-christelijke
zijde naar een LBO wordt gestreefd,
voor welk van de twee type scholen men
zou kiezen. 49% sprak zich uit voor een
samenwerkingsschool, 39% voor een
protestants-christelijke LBO en 12% had
’geen mening’. In dit verband is het goed
te weten dat ons adressen bekend zijn
waar nooit de formulieren zijn opge
haald of helemaal niet zijn benaderd.
Men moet de werkelijke waarde van een
enquette naar onZe mening niet over
trekken. Frappant is ook in dit verband
de duidelijk afwijking in de cijfers met
eerder gehouden enquettes.
Thans stellen wij vast dat de heer De
Bruin aan de kern van de door ons
weerlegde feiten volkomen is voorbij ge
gaan. Bewust ons schrijven uit elkaar
heeft getrokken ter commentatiëring om
daarna zijn dubieuze conclusies te trek
ken. De kern van zijn laatste betoog was
voor iedereen duidelijk: „Ik beschouw
mij allerminst als een leugenaar” Deze
typering is overigens door hemzelf in
gébracht en niet door ons. Met andere
woorden: „Alles wat ik over de stichting
op papier zette is voor de volle honderd
procent de waarheid”. Wat de heer De
Bruin nu precies verstaat onder „waar
heid” zullen we voor de lezers proberen
uiteen te zetten met enkele markante
voorbeelden.
De Bruin beweert: „De werkcommissie
koos heel bewust en opzettelijk de stich
tingsvorm en de daarin verankerde
grondslagen. Omdat er (niet alleen in
mijn kritische kanttekeningen) scherpe
kritiek werd geuit op de gekozen stich
tingsvorm en de inhoud daarvan, krab
belde men terug”.
De werkelijkheid is evenwel dat de werk-
commissie reeds in haar vergadering van
24 juni 1974 besluit „voorlopig de stich
tingsvorm te kiezen, die later kan wor
den omgezet in een vereniging waarbij
de ouders meer zijn betrokken” (passage
overgenomen uit de notulen). De enige
kritische kanttekening kwam tot nu toe
uit de CNV-vergadering gehouden op 26
november 1974 waarvan een aantal leden
de ’’voorlichtingsavond’ van de heer De
Bruin hadden bijgewoond. Staande die
vergadering hebben een drietal onzer
bestuursleden de CNV-ers gezegd dat op
een later tijdstip naar de verenigings-
vorm gestreefd zal worden. Duidelijk
moet zijn dat deze bestuurders dit niet
zo maar, zonder gedekt te zijn door het
gehele bestuur, konden beweren. Wan
neer dit ’misleiding’ zou zijn geweest
zouden de heren door het stichtings
bestuur voor deze in een openbare ver
gadering gedane uitspraak toch minstens
wel ter verantwoording zijn geroepen.
En toch zegt De Bruin: „Dit is niet
waar, de stichting liegt, ik spreek de
waarheid en voel mij allerminst een
leugenaar”.
En toch zegt de heer De Bruin: ”Dit is
niet waar, ik weet niets van een pers
bericht af, ik ontmaskerde de stichting
als een leugenachtig groepje extremisten,
ik spreek de waarheid en voel mij aller
minst een leugenaar”.
Wij stellen voorop dat we voor de vraag
begrip hebben. De heer De Bruin is im
mers lid van onze commissie en heeft
bovendien een werkzaam en gewaar
deerd aandeel in enkele door de com
missie ingestelde werkgroepen, hetgeen
velen in Waddinxveen bekend is. Be
dacht dient echter te worden dat de op
vattingen en besluiten van de commissie
en zijn werkgroepen in onderling over
leg tot stand komen. De afgevaardigden
van een protestantse, een katholieke en
een openbare vereniging streven ernaar
- allen vanuit hun eigen uitgangspunten
De Gouwe Dis BV beoogt het voeren
van een specialiteitenrestaurant-bistro
enz. Het maatschappelijk kapitaal be
draagt 50.000,—, terwijl 15.000,— is
geplaatst. Als directeur fungeert C. G.
Keij. Zijn vrouw, M. B. Keij-Snel, treedt
op als adjunct-directrice.
De aandeelhouders van Heemskerk
BV hebben op hun vergadering van 9
januari 1975 een besluit genomen inzake
kapi taakvermindering.
Overigens moeten we de lezers de illusie
ontnemen dat de heer De Bruin bij het
direct kiezen van een verenigingsvorm,
met een door hem genoemde grondslag,
voor hem wel aannemelijk zou zijn ge
weest. Alsof hij dan wel had toegegeven
dat onze schoolaanvraag democratisch
gerechtvaardigd is. Daarvoor liggen de
artikelen van De Bruin in het Weekblad
voor Waddinxveen in het kader van de
gemeentedaarsverkiezingen van vorig
jaar nog te vers in het geheugen. Er was
toen geen sprake van een stichting, laat
staan de grondslag daarvan; maar toen
reeds trachtte hij de lezers te beïnvloe
den. Stichting en grondslag werden voor
hem de gretig aangegrepen stok om mee
te slaan.
In het Weekblad voor Waddinxveen van
16 januari j.l. stelt het bestuur van de
Stichting voor Protestants-Christelijk
Voortgezet Onderwijs te Waddinxveen,
in zijn reactie op de artikelen van de
heer A. A. de Bruin, de vraag of de
heer De Bruin zijn privé-mening heeft
weergegeven, dan wel of hij ook de me
ning van de commissie van bestuur voor
de samenwerkingsschool voor Havo/
Atheneum heeft vertolkt. Indien deze
vraag niet gesteld zou zijn, zouden wij
ons als commissie van bestuur waar
schijnlijk buiten de discussie hebben ge
houden. De aanleiding lag immers niet
bij onze school voor Havo/Atheneum,
doch bij een nog te stichten school voor
Lager Beroeps Onderwijs (LBO), op
welke grondslag dan ook. Nu de vraag
wel gesteld is, willen wij er het volgende
antwoord op geven.
In aansluiting op het bericht van de
commissie van bestuur voor de samen
werkingsschool voor HAVO/Atheneum
Waddinxveen wil ik het volgende als lid
van de commissie van bestuur naar voren
brengen. In Waddinxveen heerst een
hardnekkig misverstand over de be
voegdheden van de Commissie van Be
stuur het schoolbestuur) van de Sa
menwerkingsschool voor Havo/Athene
um te Waddinxveen. Omdat dit misver
stand zelfs ook onder sommige voor
standers van deze school leeft, lijkt het
nuttig nog eens te trachten dit uit de weg
te ruimen.
Het schoolbestuur van de samenwer
kingsschool voor Havo/Atheneum te
Waddinxveen heeft voor de school het
volledig bevoegd gezag. Het bevoegd ge
zag van deze school berust dus niet bij
de gemeenteraad of bij Burgemeester en
Wethouders. Dit bevoegd gezag is over
gedragen aan het schoolbestuur. Slechts
in twee, zeer bijzondere gevallen treedt
de gemeenteraad als bevoegd gezag op
en wel indien de school in stand wordt
gehouden met een aantal leerlingen dat
onder het wettelijk minimum ligt of
wanneer gebouwen en terreinen niet
meer voor de school gebruikt worden
doordat de school bijv, is opgeheven. En
dat zullen zelfs de tegenstanders van een
samenwerkingsschool voor voortgezet
onderwijs niet hopen, als ze kennis heb
ben gemaakt van de voortreffelijke gang
van zaken zoals die op de samenwer
kingsschool voor
Waddinxveen is.
Nog iets over de samenstelling van het
schoolbestuur. In een verordening is
vastgelegd dat het schoolbestuur bestaat
uit drie leden van de katholieke vereni
ging voor voortgezet onderwijs in sa
menwerkingsverband te Waddinxveen,
drie leden van de protestants christelijke
vereniging voor voortgezet onderwijs in
samenwerkingsverband te Waddinxveen,
drie leden van de openbare vereniging
voor voortgezet onderwijs in samenwer
kingsverband te Waddinxveen, plus de
wethouder van onderwijs. De leden van
de verenigingen worden gekozen in le
denvergaderingen van de respectievelijke
verenigingen. Bij belangrijke besluiten
van het schoolbestuur, welke besluiten
omschreven zijn, zijn de stemmen nodig
van minstens twee van de drie leden van
elke vereniging. Geen van de drie par
tijen kan dus in de klem komen.
Voorts acht het CNV het in het belang
van de leerlingen dat gestreefd wordt
naar een spoedige totstandkoming van
een christelijke scholengemeenschap,
waaraan zullen deelnemen de bestaande
scholen (MAVO en LHNO) en de school
voor LBO in oprichting.
De besturenbond van het CNV hand
haaft dan ook zijn standpunt dat het
geen adhesie en medewerking zal ver-
Nog veel slimmer is zijn bewering over
het door ons bestuur uitgegeven pers
bericht. De Bruin beweert het volgende:
„In geen enkel door mij gelezen pers
bericht wordt melding gemaakt over de
grondsag (art. 2). De eerste die hier mel
ding van maakte was ik’. In extenso la
ten we het door ons bedoelde persbericht
nu volgen. Het werd begin oktober 1974
verstrekt aan alle regionale dag- en
weekbladen en ook aan alle plaatselijke
en regionale kerkbladen. Het luidt als
volgt:
De afgelopen weken is in het Weekblad
voor Waddinxveen uitvoerig van gedach
ten gewisseld over de vraag of er in
Waddinxveen een protestants-christelijke
of een samenwerkingsschool voor lager
beroepsonderwijs moet komen.
De aangevoerde pro en contra argumen
ten hebben geen wijziging gebracht in de
reeds eerder door de plaatselijke centrale
van het CNV ingenomen standpunt.
Kennisneming van de artikelen van de
heer A. A. de Bruin heeft de CNV-ers
gesterkt in hun opvatting, dat er binnen
een samenwerkingsschool geen of onvol
doende ruimte is voor christelijk onder
wijs. Christelijk onderwijs is meer dan
neutraal onderwijs plus christelijke vor
ming. Het gaat om het totaal van onder
wijs, opvoeding en vorming. De Bijbelse
boodschap laat zich niet gelijkschakelen
met andere, ideologische opvattingen.
Zeker niet in het onderwijs. Daarom
kan er ook geen werkelijke bundeling
van krachten plaats vinden. Met het
NW en het NKV streeft het CNV er
naar dat er in ons land kwalitatief goed
(beroeps)onderwijs gegeven wordt. Maar
dat is een andere bundeling van krach
ten dan het samengaan van bijv, huma
nisme en christendom in een school.
De primaire verantwoordelijkheid voor
het onderwijs ligt bij de ouders. Het be
voegd gezag van de school dient dus ge
kozen te worden door de ouders. Daar
om hecht het CNV er grote waarde aan
dat de nieuwe school de verenigingsvorm
krijgt.
WADDINXVEEN Met een aantal
aantrekkelijke aanbiedingen is vorige
week donderdag Jamin aan de Kerkweg
heropend. De verbouwde en aan de eisen
van deze tijd aangepaste Jamin-winkel
wordt in Waddinxveen gedreven door
mevrouw G. G. Both.
vattingen en overtuigingen zijn. De
voorstanders van de Samenwerkings
school voor Havo/Atheneum in Wad
dinxveen vinden dat dit voor de leer
lingen een goede opbouw is en dat dit
een goede voorbereiding is op het dage
lijkse leven van de maatschappij na deze
middelbare school. Wetswijzigingen zijn
niet gemakkelijk en vinden nooit snel
plaats. Dat is de reden waarom een sa
menwerkingsschool als in Waddinxveen
niet expliciet in de Wet voorkomt en
waarom zowel voor- als tegenstanders