Verbranding kerstbomen is op 4 januari Meningen over noodzaak zoetwater kanaal raken meer en meer verdeeld Nieuwe leidster In Waddinxveen wordt de aanleg ervan alleen nog maar als feit geconstateerd Oliebollenbal Instuif Inn Muziek trekt erg veel mensen WADDINXVEEN Tot voor kort was het nog zo dat de gemeente Wad dinxveen de noodzaak erkende van de aanleg van het zoetwaterkanaal Waddinxveen (Gouwe)-Voorburg (Vliet). In de kortgeleden verstuurde gemeentelijke reactie op het ontwerp-streekplan Zuid-Holland Oost krijgt het provinciaal bestuur echter te horen dat Waddinxveen nu al leen nog maar constateert dat de provincie en het hoogheemraadschap van Delfland de aanleg van het zoetwaterkanaal noodzakelijk achten. Het zal duidelijk zijn dat ook de Progressieven (inclusief PSP) in onze gemeenteraad beginnen aan te hikken tegen het kanaal, dat in Wad dinxveen niet alleen in Zuidkade 1, maar ook achter het sportpark ”de Sniep” in de te stichten woonwijk Zuidplas 1 ondergronds zal moeten worden aangelegd. lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll kanaal e. 77 WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN WOENSDAG 28 DECEMBER 1977 tijdens de jaarwisseling, op een enkele Uitzondering na, niet werden geconsta teerd. WADDINXVEEN Tot leidster aan de openbare Mr. A. de Rooskleuter school is benoemd mej. A. Meter uit Leidschendam. Zij volgt mej. L. S. Winterwerp op, die diverse jaren leid ster aan deze school is geweest. stigd worden op een aantal in beschou wing genomen alternatieven voor de zoetwatervoorziening van Delfland”. In de provinciale staten is het nu de PvdA-fractie die haar twijfels heeft uitge sproken over het nut van het zoetwater- kanaal. De voorzitter van deze fractie, de heer J. Hoek van Dijke, zei laatst bij de behandeling van de begroting: ”Het is zeker niet onze gewoonte op eens geno men besluiten terug te komen. Als echter door nieuwe feiten en inzichten de twijfel gaat rijzen en grotere vormen aanneemt, ontstaat er een situatie die te vergelijken is met wat in deze Staten enkele keren meer is voorgekomen”. Hij doelde hier mee op het feit dat de PvdA-fractie en kele jaren geleden onder leiding van de huidige gedeputeerde drs. J. Borgman de aanleg van de Leidsebaan tussen Den Haag en Leiden tegenhield nadat het be sluit daartoe reeds was genomen. De PvdA-fractie heeft enkele jaren gele den gestemd voor de aanleg van het zoet- waterkanaal, waarvan wordt verwacht dat het in droge tijden de verzilting van het grondwater in het Westland zal tegen gaan. Tegenstanders van het kanaal twij felen echter aan het nut ervan omdat de capaciteit onvoldoende zou zijn en de ko sten inmiddels te hoog zijn geworden. Die zouden zijn opgelopen van f 100 mln. tot f 150 mln. Tot de tegenstanders behoren o.m. de fracties van de PPR en PSP in Provinciale Staten. VIJF VRAGEN Hoek van Dijkes fractiegenoot drs. H. J. Koenen kwam dit najaar al in de vaste commissies van advies en bijstand voor waterschapszaken en voor milieu beheer met vijf vragen, die later uit voerig door het provinciaal bestuur zijn beantwoord. Omdat in Waddinxveen nauwlettend wordt gevolgd hoe het nu zit met de aanleg van het zoetwaterka- naal tussen Waddinxveen en Voorburg volgen we de gestelde vragen en de daarop gegeven antwoorden op de voet. We dachten alle geïnteresseerden daarmee een plezier te doen: I. Is het mogelijk de destijds gemaakte kostenraming van de aanleg van de kana len zodanig bij te stellen, dat kan worden aangegeven hoeveel kosten op dit moment met de aanleg zijn gemoeid? ”In 1967 werden de kosten van de aan leg van het kanaal Waddinxveen- Voorburg met de bijkomende werken, te weten de aanpassing van het gemaal te Gouda en van de Gouwe te Gouda tot Waddinxveen alsmede exploitatie kosten, geraamd op f 70 miljoen, ter wijl de kosten van de aanleg van het kanaal op zichzelf werden geraamd op 46 miljoen. De kosten van de aanleg van het kanaal op zichzelf worden thans geraamd op 115 miljoen”. WADDINXVEEN Zaterdag 7 ja nuari houdt de Waddinxveense dansso- ciëteit Instuif-Inn 77 in het Anne Frank-centrum een grandioos oliebol lenbal. Op deze avond kan men dansen op de muziek van het bekende orkest Second Life. De avond begint om 20.00 uur. Toegangsbewijzen kunnen telefo nisch worden besteld op woensdaga vond 4 januari 1978 tussen 19.00 en 21.00 uur, tel. 5566. Nadat in 1967 nogmaals hetzelfde ter rein in Groenswaard voor dit verlichte bomerffeest was benut, moest vanwege de steeds naderbij komende bebouwing in 1968 naar een ander terrein worden omgezien. Dat bleek toen nog aanwe zig aan de Souburghlaan. Ook in 1969 kon hier nog een brandstapel worden opgericht. Toen .moest ook daar het werkterrein worden verlegd en nu is het al weer sinds 1970, dat dit feestjaar lijks op het parkeerterrein bij het zwembad wordt gevierd. WADDINXVEEN De traditionele kerstboomverbranding in Wad dinxveen is in 1978 volgende week woensdagavond 4 januari om half acht. Op het parkeerterrein bij het zwembad in het sportpark ”de Sniep” zal dan weer de fik in onze sparrebomen worden gestoken. De bomen kunnen die woensdag vanaf half vier aan de Sniepweg worden ingeleverd. Voor elke twee ingeleverde bomen wordt een lootje uitge reikt. Aan deze verloting zijn weer enkele prijsjes verbonden. De trek king van deze verloting vindt tijdens de kerstboomverbranding plaats. Steeds gaan in het begin van het nieuwe jaar duizenden bomen op deze manier het vuur in - het georganiseerde fikkie- stoken onder leiding van de Wad dinxveense vrijwillige brandweer. Het was in 1966 op een terrein in Groens waard, dat de Waddinxveense brand weer dit evenement, speciaal ten ge rieve van de jeugd, begon en van toen af is dit jaarlijke fikkie-stoken een tra ditie geworden en een goede traditie mag wel worden gzegd, want de Dienst van Openbare Werken en -Bedrijven behoefde de laatste jaren maar weinig achteloos weggeworpen, afgedankte kerstbomen uit de goot op te pikken, terwijl ’’wilde” kerstboomverbranding der die omstandigheden worden gezien als een aanvulling op de noodvoorzie ningen, die dan worden ingeschakeld. Onder normale omstandigheden echter vervalt de inlaat te Leidschendam en wordt alleen gebruik gemaakt van het kanaal Waddinxveen-Voorburg. Het samenspel tussen het gebruik van dit kanaal en het gemaal te Leidschen dam tijdens periode van verzilting van de Hollandsche IJssel dient dan ook niet als een koerswijziging ten opzichte van het verleden te worden gezien. In het verleden is er steeds van uitgegaan dat de kanalen Waddinxveen-Voorburg en Maafssen-Bodegraven ongeveer ge lijktijdig in gebruik zouden komen; er behoefte derhalve niet op een over gangsfase gerekend te worden. Ten aanzien van de vraag, die in dit verband kan rijzen, wat het nut zou zijn van het kanaal Waddinxveen- Voorburg, indien het kanaal Maarssen- Bodegraven niet zou worden aange legd, dient er op te worden gewezen, dat reeds het werkcomité watervoor ziening Midden-West-Nederland de aanleg van het kanaal Waddinxvéën- Voorburg noodzakelijk geoordeeld heeft, zowel wanneer de Hollandsche IJssel ongeschikt zou zijn, als wanneer deze geschikt zou blijven als aanvoer- weg van zoet water. Een situatie zoals wij thans kennen, waarin het soms voorkomt, dat de Hol landsche IJssel verzilt, en die het mid den houdt tussen beide uitgangspunten is destijds niet in de overwegingen be trokken. Hoe dit zij, vaststaat dat er, evenals in het verleden, nog steeds van wordt uitgegaan, dat een definitieve voorziening zal worden getroffen voor de aanvoer van water uit het Amsterdam-Rijnkanaal, zulks ter on dervanging van het bezwaar van perio dieke verzilting van de Hollandsche IJssel. Welke vorm deze voorziening zal verkrijgen valt thans nog niet te zeg gen, aangezien een en ander nog in stu die is.” 4. De maximale waterbehoefte van Delf land is 17.4 m3 per sec. dit is 11.4 m3 voor de handhaving van het peil en 6 m3 voor de doorspoeling. Het getal van 17,4 m3 kan achterhaald zijn. Omdat het oppervlakte water schoner is geworden, is wellicht een geringe hoeveelheid water nodig, ts deze mening juist? Wat wordt dan de maximale waterbehoefte? ”De verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater heeft geen in vloed op de doorspoelingsbehoefte, zoals deze door het werkcomité is afge stemd op de bestrijding van binnen dringend zout bij de contactpunten van de boezem met zout binnenwater. De daarvoor nodige hoeveelheid is tevens voldoende voor de bestrijding zowel van enige interne verzilting als van de invloed van de resterende verspreide lozingen van ongezuiverd rioolwater. Bij de vaststelling van de behoefte voor de doorspoeling in 1967 is er van uitge gaan dat de overbelasting van de op pervlaktewateren met organische stof fen door het nemen van zuiveringstech- nische maatregelen zal worden beëindigd.” 5. De maximale waterbehoefte voor ver versing en doorspoeling van Delfland's boezem is gebaseerd op cijfers ontleend aan het rapport "De watervoorziening van Midden-West-Nederland". Wordt dit rap port bijgesteld? Is bekend of bijstelling reeds heeft plaats gehad? Zo ja, dan dient deze bijstelling zo spoedig mogelijk ter kennis van de commissie te worden gebracht. ”Een bijstelling van het rapport ”De watervoorziening van Midden-West- Nederland” wordt op dit moment niet overwogen. Overigens zij opgemerkt, dat in dit rapport voor de waterbe hoefte van grasland, die een groot deel van de totale waterbehoefte uitmaakt, wordt uitgegaan van de (maximale) na tuurlijke infiltratiecapaciteit vanuit de sloten. Beregening of bevloeiing is bui ten beschouwing gelaten. De laatste ja ren en met name 1976 hebben een vrij grote uitbreiding van het aantal beregenings- en bevloeiing'sinstallaties met onttrekking aan het oppervlakte water te zien gegeven. De indruk be staat dat door deze ontwikkeling een toename van het waterverbruik moet worden verwacht.” ALTERNATIEVEN ”Het werkcomité watervoorziening Midden-West-Nederland heeft drie al ternatieven bezien: a. watervoorziening van Delfland ge heel via Rijnlands boezem met in- laatpunten te Leidschendam en Zoe- termeer. De kosten, die aan dit alter natief verbonden zijn, zijn dermate hoog dat deze oplossing geen rede lijk alternatief vormt. Grote delen van de boezem van Rijnland dienen bij dit alternatief verbreed en ver diept te worden, juist daar waar be bouwde gebieden doorsneden wor den; b. watervoorziening van Delfland ge deeltelijk via Rijnlands boezem (8 m3/sec. via Leidschendam) en ge deeltelijk via eèn klein kanaal Waddinxveen-Voorburg (9,4 m3/sec.). De kosten van dit alterna tief werden in 1967 geraamd op f 107 miljoen, waarvan f 32 miljoen voor het nieuwe kanaal. Ook bij deze oplossing dienen, in verband met de toekomstige groei van de waterbe hoefte van Rijnland, een aantal na uwe gedeelten in de boezem ver breed en verdiept te worden; c. watervoorziening van Delfland, ge heel via het kanaal Waddinxveen- Voorburg (17,4 m3/sec.). De totale kosten van dit alternatief, waaronder begrepen de bijkomende werken, werden zoals in ons antwoord op vraag 1 reeds is opgemerkt, in 1967 geraamd op f 70 miljoen, terwijl de kosten van de kanaalaanleg op zich zelf werden geraamd op f 46 mil joen. Naast deze drie alternatieven zijn in latere jaren nog twee alterna tieven naar voren gebracht,- te weten: d. aanleg van een buisleiding voor de aanvoer van het benodigde water. Afgezien van de kwaliteitsaspecten bij watertransport in gesloten leidin gen, zijn de kosten van dit alternatief circa 25% hoger te stellen dan die van de kanaalaanleg; gebruik van het effluent van de toe komstige zuiveringsinstallatie van ’s- Gravenhage en omstreken. Nog daargelaten de hieraan verbonden bezwaren dat in droge perioden te weinig water voorhanden zal zijn ter wijl natte perioden uitbreiding van de boezembemalingscapaciteit nodig zul len maken, doen de ernstige gevaren voor de volksgezondheid, welke, indien het hierbedoelde gebruik van het eff luent al mogelijk zou zijn, zeer hoge zuiveringskosten nodig zouden maken (onder andere ontzilting), dit eigenlijk geen deugdelijk alternatief zijn. Concluderend kan worden opgemerkt, dat voor een adequate watervoorzie ning van Delfland nu en in de toekomst een oplossing dient te worden gevon den in één van de vorenvermelde alter natieven, voorzover deze deugdelijk kunnen worden geacht. Van deze alter natieven is het sub c genoemde, be staande in aanleg van het kanaal, het goedkoopste. 3. Gesteld is indertijd, dat Delfland onmo gelijk altijd water kan blijven betrekken van Rijnland. Thans wordt echter in de nota van Delfland het "samenspel'' beju beld tussen de sluizen in Alphen aan den Rijn en het nog aan te leggen Zoetwater kanaal. Kennelijk is hier sprake van een koerswijziging van Delfland!Rijnland. Kan Delfland nu ook bij een eventuele niet aanleg van het kanaal op de medewerking van Rijnland blijven rekenen? ”De mogelijkheid tot het inlaten van water door Delfland te Leidschendam is thans beperkt tot 8 m3/sec. Dit hangt samen met de inlaatcapaci- teit te Gouda, de eigen behoefte van Rijnland en de transportcapaciteit van de boezem van Rijnland. Voorts mag niet van het blijvend betrekken van deze hoeveelheid water door Delfland, waarmee nog slechts gedeeltelijk in Delflands behoefte zou kunnen worden voorzien, worden uitgegaan, aangezien Rijnland deze wateraanvoer zonder de in ons antwoord op vraag 2 bij het alter natief sub b genoemde aanpassingswer- ken aan de boezem, in verband met de eigen waterbehoefte en andere belan gen niet kan verzekeren. Het kanaal Waddinxveen-Voorburg hergeeft Delfland de inlaatmogelijk heid van voldoende water onafhanke lijk van Rijnland. Alleen in zeer bijzon dere omstandigheden, wanneer de Hol landsche IJssel zou verzilten, hetgeen in het droge jaar 1976 is voorgekomen en er nog geen vervangende voorzie ning, waarbij onder meer gedacht kan worden aan het kanaal Maarssen- Bodegraven, ter beschikking zou staan, zou het aanbeveling verdienen als extra noodvoorziening gebruik te maken van het gemaal te Leidschendam. Dit ge maal moet in deze overgangsfase en on- WADDINXVEEN Muziek en mu ziekinstrumenten oefenen op veel men sen grote aantrekkingskracht uit. In Waddinxveen zijn daar genoeg bewij zen voor te vinden. Het is evenwel op merkelijk dat juist op dit gebied nog weinig onderzoek is verricht waardoor moeilijk nauwkeurig is aan te geven hoe groot die belangstelling is en hoe dé verdeling is over de verschillende vormen van muzikale activiteiten. Enig inzicht verschaft de uitslag van een onderzoek dat het Ministerie van CRM in 1976 heeft laten instellen naar het aantal Nederlanders boven 15 jaar dat zich uit liefhebberij met kunst of kunstnijverheid bezig houdt. Globaal bleek dit ruim 30% te zijn, waarbij drie activiteiten er duidelijk uitspringen: textiele werkvormen, muziek en film en fotografie. Op het eerste gezicht doen de percen tages in dit rapport bescheiden aan. Wanneer men deze echter gaat verta len in absolute getallen blijkt dat zeer veel amateurs zich in ons land actief met een of andere vorm van muziek beoefening bezig houden. Vult men deze uitkomsten aan met geschatte ge gevens over de jeugd van 11-15 jaar, dan komt men op een totaal van onge veer 1.4 miljoen. Dat betekent dat 1 op de 10 Nederlanders zich actief met mu ziek bezig houdt. Hoe is deze belangstelling verdeeld? Globaal komt men tot de volgende aan tallen, waarbij tussen haakjes de belan grijkste instrumenten of toepassingen zijn vermeld: zingen 460.000, toetsinstrumenten (piano, orgel, accordeon) 590.000, strij kinstrumenten (viool, cello) 20.000, tokkelinstrumenten (gitaar, mandoline) 285.000, blaasinstrumenten (solospel, harmonie en fanfare) 155.000, slagins trumenten (o.a. drumbands) 33.000. Verdeling naar leeftijd vertoont bij toe tsinstrumenten en blaasinstrumenten een gelijkmatige spreiding. Tokkelins trumenten (gitaar) zijn bij de jongeren favoriet, terwijl bij het zingen de ou dere leeftijdsgroepen sterker vertegen woordigd zijn. Mannelijke amateurs blijken in de meerderheid, vooral bij tokkel- en blaasinstrumenten. Alleen bij het zin gen zijn beide sexen gelijk vertegen woordigd. Doe-het-zelf speelt bij het leren bespe len van een muziekinstrument een gro tere rol dan menigeen wellicht denkt. Zelfs bij toetsinstrumenten blijkt één op de drie amateurs geen les te hebben gehad! Bij de blaasinstrumenten is dat vier van de tien en bij de tokkelinstru menten zelfs zes van de tien. De kroon spant echter het mooiste ’’instrument”: de menselijke stem. Bij 9 van de 10 zan geressen óf zangers is van onderricht geen sprake. Bij de keuze van een muziekinstrument blijkt de welstand nog steeds een rol te spelen. De meeste tokkel- en blaasins trumenten vindt men in de lagere inko mensgroepen terwijl welgestelden naar verhouding meer toetsinstrumenten be spelen. De toetsinstrumenten zijn overigens opvallend ruim vertegen woordigd bij amateurs met lagere op leidingsniveau (elektronische orgels?). Toetsinstrumenten vormen een van de weinige sectoren waarvan ook cijfers uit handel en industrie bekend zijn. Deze bevestigen de snelle opkomst van het elektronische orgels en 8.000 a 9.000 piano’s. 2. Voor de aanleg van het kanaal Maarssen-Bodegraven is kennelijk wèl een kosten/batenanalyse gemaakt, en wel voor de aanvoer van resp. 20, 40 en 60 m3/sec. Is het mogelijk alsnog een globale kosten/batenanalyse te geven voor de aan leg van het kanaal Waddinxveen- 1 Voorburg, zodat we een beetje uit de "wel-nietes-sfeer" kunnen komen? ’’Reeds in de veertiger jaren moest Delfland voor de watervoorziening van zijn gebied ömzien naar andere inlaat mogelijkheden dan die langs de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg, zulks wegens het feit, dat het zoute water uit zee steeds verder landinwaarts .drong als gevolg van de verbeteringswerken voor de ontwikkeling van het Rotter damse havengebied, die in dat gebied werden uitgevoerd. Zo bleek in de droge zomer van 1947 dat ook het laatst 1 overgebleven inlaatpunt, waar kwanti tatief en kwalitatief voldoende water kon worden ingelaten, te weten dat bij de Parksluizen, volstrekt onveilig was geworden. Met medewerking van Rijn land heeft Delfland toen noodmaatre gelen genomen in de vorm van de bouw van semipermanente bemalingsinstalla- ties te Gouda en te Leidschendam (dit laatste was in 1953 gereed), waardoor de onttrekking van een beperkte hoe veelheid water van 8 m3/sec. aan Rijn lands boezem mogelijk werd. In het in 1967 verschenen rapport ”De watervoorziening van Midden-West- Nederland” van het door de colleges van gedeputeerde staten van Noord- Holland, Utrecht en Zuid-Holland in gestelde werkcomité watervoorziening Midden-West-Nederland wordt de wa terbehoefte van Delfland berekend op een maximum van 17,4 m3/sec. Uit een globale benadering van de verziltings- schade bij gebruik van de Parksluizen als inlaatpunt, zulks overeenkomstig de methode, die is gehanteerd bij de studie over kosten en baten van het kanaal Maarssen-Bodegraven blijkt, dat deze ten gevolge van de noodzaak tot perio diek inlaten van water met een hoog chloridegehalte gedurende het zomer halfjaar jaarlijks gemiddeld circa 100 miljoen zou bedragen, welk schadebe drag is gerelateerd aan de veilingop- brengsten voor 1975. Reeds voor ge noemd werkcomité en ook voor Delf land en het rijk was de rentabiliteit van de aanleg van het kanaal dan ook der mate evident, dat het opstellen van een kosten-batenanalyse niet nodig werd geacht. Ook thans staan voor een ko- stenbatenanalyse geen exacte cijfers ter beschikking. Wel kan ter beantwoor ding van de vraag naar een globale kosten-batenanalyse de aandacht geve- I

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1977 | | pagina 5