I Bestemmingsplan ligt ter inzage ■ONROEREND GOED ENB HYPOTHEEK INFORMATIE •I I Commentaar Commentaar Commentaar C. I. de Graaff E. J. Roskam P. Baan Commentaar C. M. van Es WEEKBLAD VOOR WADDINXVEEN WOENSDAG 25 JULI 1984 it - LI I IH-I KI Annuïteitenhypotheek Onroerend goed informatie GEVELTEKENING r z STEDEBOUWKUNDIGE STRUKTUUR worden getroffen, omdat de gemeenteraa, n 1 n *i t van J hiervan gebruik zullen maken. verwacht dat 10 jaar minder dan 2.450 auto’s per etmaal WADDINXVEEN Tot half augustus ligt in het Waddinxveense gemeentehuis het door de gemeenteraad begin deze maand vastge stelde bestemmingsplan Brugcentrum 1982. Voor de wegen in dan - Zuidkade, Jan Dorrekenskade-Oost, Julianastraat en Raad huisplein - hoeven geen voorzieningen ter beperking van de geluid hinder worden getroffen, omdat de gemeenteraad binnen een periode Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM 5 l 3 Brugcentrum kent vier protesterende bewoners jauiiiJiiiiilTTT 2UKMADC l( JAN DORREKENSKAOE - OOST Prijsontwikkeling bestaande woningen. 83 81 90 N3 FIGUUR 8 FIGUUR 7 inmir na 1979 1 £7.300 8.84 8,4 8.85 8.4 8,90 8.4 8.94 8.5 8.95 8.4 9,01 8,4 9,01 8.5 9,01 8.5 9,12 8.6 9,12 8,6 9,12 8.7 9,18 8,5 9,20 8,6 9,23 8.6 9,23 8,6 9,23 8,7 9,45 8,8 9,54 8,8 9,71 8.9 1980 171.100 MA MV MA MA MA MA MA 1981 153.500 1982 138 100 9,06 8.6 9,07 8.6 9.12 8.6 9,17 8.6 9.19 8.6 9.20 8.6 9,23 8,7 9.34 8.8 9.34 8.8 9.34 8,8 9.34 8,8 9,34 8,9 9,45 8,9 9,45 8.8 9.76 9.0 9,83 9,0 1983 142.100 MV MA MA MA MA MA MA JD MV MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MV MV MV MA MA MA MA MA KA MA MA MA MA MA MA MA MA MA MV MV Geldverstrekker Zwolsche Alg. Bonds.Mid /N/O.Ned 9,01 8.5 RPS Nutssp. 's-Grav. Rabo Hypoth Ver. Spaarbank Direktbank Mees Hope Enma Hypoth. AMRO Landbouwb (CL) Nat. Ned. Optie' Tiel Utrecht NMB ABN (ABHK) Bouwfonds N G W.U H FGH Ad a. Met reclamant is overleg gaan de over de aankoop van grond en opstallen, voorzover deze van belang zijn voor de realisering van het be stemmingsplan. Behalve het voor Woondoeleinden en Detailhandel be stemde gedeelte omvat de voorge stane aankoop tevens gronden welke zijn bestemd voor verkeer en woon- stud*1 ■.-TT. van emballage-mate- Een gedeelte van het perceel van re clamant is ingevolge het ontwerp- plan zoals dat ter visie heeft gelegen aangewezen voor “Verkeer” met als nadere aanwijzing “parkeerplaatsen”. De voor de realisering van gemelde bestemming benodigde strook grond dient te worden aangekocht. Een nadere afweging van de proble men welke aankoop door de gemeen te van het strookje grond met zich brengen voor de bedrijfsuitvoering ter plaatse, heeft ons aanleiding ge geven van de voorgestane aankoop af te zien en in het verlengde daarvan de betreffende strook voor “Erf” te be- Vooreerst wordt hier melding ge maakt van een tijdens de plaatsge vonden hoorzitting gemaakte correc tie in het bezwaarschrift van recla mant inhoudende dat voor sectie D 2005 dient te worden gelezen sec tie D 2004. Ad a. In de opzet van het onderha vige bestemmingsplan kan het bedrijf van reclamant in zijn oorspronke lijke vorm in de toekomstige situa tie niet gehandhaafd blijven. De al daar voorgestane meergezinswonin gen zijn de resultante van de op basis van het Kemenbeleid geformuleerde uitgangspunten en doelstellingen, welke in de toelichting uitgebreid en gemotiveerd aan de orde komen. Aankoop van de grond en opstal c.q. uitplaatsing van de kapsalon achten wij de enig mogelijke op lossing. voor reclamant’s A2 O ~8?95 8,3 zich opeist in het plangebied en dat een dergelijk bedrijf qua aard en om vang in de huidige opzet van het be stemmingsplan niet thuishoort; zeker wanneer daarbij in ogenschouw wordt genomen dat het bedrijf een uitbreiding voorstaat. Het positief be stemmen van het bedrijf van rada mant zou de uitgangspunten en doel stellingen van het plan te veel geweld aandoen. Voor overig commentaar ten aanzien hiervan wordt verwezen naar hetgeen aanvullend terzake in de toelichting is opgenomen (zie con- cept-besluit). 6. Voor wat betreft het bezwaar te gen de aanduiding “Te verwerven grond etc.” zij verwezen naar het commentaar op het bezwaar van re clamant Baan. Aanvullend wordt ten aanzien van de opmerking van recla mant dat de aanzegging ex artikel 13, lid 1, W.R.O. nietig zou zijn aan gezien in de aanschrijving van 18 ja nuari 1984 de krachtens artikel 23, lid 4, W.R.O. verplichte mededeling, dat, en op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt ontbreekt, opge merkt dat lid 3 van voormeld artikel “slechts” rept over een afzonderlijke kennisgeving aan degenen, die in de registert van het kadaster als eige naar van die gronden of zakelijk ge rechtigden daarop voorkomen. Aan deze - wettelijke - verplichting heeft ons college voldaan. Voorts is in de desbetreffende aan zegging medegedeeld, dat het onder havige ontwerp gedurende een maand, ingaande 19 januari 1984, voor een ieder ter inzage lag. Uit niets blijkt dat de betreffende aan zegging tevens dient in te houden, dat betrokkenen worden geinfor- meerd over de bevoegdheid tot het indienen van bezwaren, zodat de ver meende nietigheid in deze wordt be streden. Gelet op het vorenstaande ware de bezwaren van reclamant alle onge grond te verklaren. iinn ii.i i,i i iiHiir “iniiinniiii i - iiiinu wh ii voor “tuin” bestemde perceel te be stemmen tot “Erf”-. De plankaart is op overeenkomstige wijze aangepast. Het bezwaar ware derhalve gegrond te verklaren. Ad d. In een bestemmingsplan kan niet dwingend worden voorgeschre ven waar de ramen in de onderschei dene gebouwen moeten worden aan gebracht. Wel zal bij de uitvoering van het bouwplan met de belangen van reclamant - zoveel mogelijk - re kening worden gehouden. Jaar Absoluut Index 1980=100 109100 April 1984 t/m juni 1984 141.000,—. De prijs ontwikkeling heeft betrekking op de gemiddelde verkoopprijzen van bestaande woningen. Per woningtype en per regio kan de ontwikkeling anders zijrt. De prijs over de periode april t/m juni ligt 3% onder het niveau van dezelfde, periode in 1983 Extreme veranderingen m prijsontwikkelingen worden niet verwacht Andere vormen W U.H.Interim Hyp. 7,99 7,4 AMRO Vrije Hyp. 8,03 7,5 Bouwf. Rentekeuze 8,36 7,9 Nutssp. Ideaal Hyp. 8,9 8,4 Bouwf Rente Rust 9,44 8,8 RABO Rente Stabiel 9,57 8,9 ABN plus Hypoth. 9,77 9,1 Het bezwaar ware mitsdien onge grond te verklaren. Ad b. Voor het bezwaar tegen de aanduiding “Te verwerven grond etc.” zij verwezen naar het commen taar op het bezwaar van reclamant Baan, onder 1 ad b. Het bezwaar ware met inachtneming hiervan onge grond te verklaren. 3. De heer C.I. de Graaff maakt be zwaar tegen de voorgestane wijzigin gen achter zijn bedrijf, daar deze een belangrijke belemmering vormen voor diens bedrijfsuitoefening. Concreet hebben de bezwaren van re clamant betrekking op: 1. de aanvoer van grondstoffen; 2. de afvoer c.q. aflevering van ge reed produkt; 3. het plaatsen riaal. Overigens is reclamant zeker bereid gebleken tot verkoop, zelfs zonder nadere taxatie, mits zou worden ge kocht tegen een prijs die meer zou inhouden dan een eerder gedaan aanbod door ëen belegger. Ook is diens bereidheid tot verkoop nog eens benadrukt in het beroep te gen de tweede herziening van het be stemmingsplan. Hieruit moge reeds blijken, dat de huidige bedrijfslokatie voor reclamant minder hard is dan het bezwaarschrift thans doet ver moeden. 5. Reclamant stelt dat acht dient te worden geslagen op de inhoud van eerdergenoemd Koninklijk Besluit, waarin de gemeente wordt opgedra gen te onderzoeken in hoeverre het bedrijf van reclamant kan worden in gepast in de omgeving, temeer, daar, zo stelt de Kroon, niet is gebleken dat het bedrijf voor de bestaande om geving overlast veroorzaakt. Ten aan zien hiervan dient andermaal te wor den gesteld, dat het onderhavige be drijf als grootschalig moet worden aangemerkt, gelet op de oppervlakte (ca 2500 m2), welke het bedrijf voor 13, lid 1, W.R.O. eigendommen. Bedoelde samenvatting dient overi gens nog te worden aangevuld met het in punt 4 onder a van het be zwaarschrift genoemde bezwaar dat bij het onderhavige bestemmingsplan de winkel in de huidige vorm niet ge handhaafd kan blijven. Reclamant gaat er van uit, dat ook dit onderdeel van diens eigendom men eerst zal worden gesloopt en daarna vervangen zal worden door bebouwing volgens de bestemmings- aanduiding WD Daarnaast is tijdens de hoorzitting - ter verduidelijking van het be zwaarschrift - door reclamant opge merkt, dat winkel en bedrijf samen één geheel vormen en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, wat in houdt dat mocht .ooit worden ver plaatst, het gehele bedrijf zal moeten worden verplaatst. Voorts maakt reclamant in punt 9 van het bezwaarschrift melding van nietigheid van de aanzegging ex arti kel 13, lid 1, juncto artikel 23, lid 3, van de Wet op de Ruimtelijke Or dening d.d. 18 januari 1984, daar de mededeling ontbreekt in de aanzeg ging dat en op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt. De heer M. Lanen heeft namens de heer EJ. Roskam zijn bezwaren tegen het ontwerp-bestemmingsplan als volgt samengevat. Reclamant is van mening, dat aan de redelijkerwijs te stellen voorwaarden, om zijn be drijf met alle daarbij behorende wo ningen, en de winkel, weg te be stemmen, geenszins is voldaan; noch is aangetoond dat het bedrijf over last veroorzaakt; noch is gebleken dat een stedebouwkundige ontwikke ling van het centrum persé de gepro jecteerde vorm moet aannemen en dat niet de eigendommen van cliënt zouden kunnen worden ontzien; noch is aangetoond of valt te ver wachten dat een behoorlijke oplos sing voor de gevolgen van het wegbe stemmen door de gemeente zal wor den nagestreefd, integendeel. Onder die omstandigheden protes teert reclamant tegen het bestem mingsplan, dat op die onderdelen betrekking hq,eft en evenzeer uit drukkelijk tegen die aanwijzing ex ar tikel 13, lid 1, W.R.O. voor het ter rein van reclamant. Reclamant verzoekt uw raad acht te slaan op de voorgeschiedenis en met name op de inhoud van het K.B. van 13 januari 1984, inzake het bestem mingsplan Brugcentrum, tweede her ziening, alsmede op de hierboven weergegeven bezwaren en goedkeu ring te onthouden aan die onderde len van het bestemmingsplan, die betrekking hebben op diens eigen dommen en de huidige bestaande toestand te conserveren, door een po sitieve bestemming van de aanwe zige bedrijfs- en woningopSallen, resp. onbebouwde grond vast te stel len en voorts de goedkeuring te ont houden aan de aanwijzing ex artikel met vijf jaar vaste rente Zonder gemeentegarantie ningen .aan de zuidzijde van recla mant’s perceel. Reclamant verzoekt tevens een gedeelte van het op zijn eigendom gelegen en tot “Tuin” be stemde perceel grond te bestemmen tot “Erf” en wel tot een zodanige diepte dat een garage kan worden geplaatst. d. Bezwaar wordt gemaakt tegen de op de kadastrale grens geprojecteer de meergezinswoningen aan de zuid zijde van reclamant’s grondbehalve indien voldoende maatregelen wor den getroffen zodat vanuit deze meergezinswoningen geen uitzicht op diens tuin of huis mogelijk is. Be doeld bezwaar wordt gemaakt daar de ramen van de woonkamer en de slaapkamer van reclamant’s woning met name aan de zuidzijde zijn ge situeerd. meentebestuur noodzakelijk geacht, teneinde één van de centrale beleids doelstellingen, n.I. die op het terrein van het zgn. Kemenbeleid, te kunnen verwezenlijken. Met betrokkene is thans nog geen overeenstemming bereikt. In verband hiermee zijn wij van me ning dat alle ten dienste staande wet telijke mogelijkheden benut moeten worden om de bestemmingsplan- en onteigeningsprocedure zo snel mo gelijk te laten verlopen, zodat terecht toepassing wordt gegeven aan artikel 13, le lid, van de Wet op de Ruim telijke Ordening voor - overigens - al le in het bestemmingsplan nog te verwerven gronden. Uiteraard sluit het voormelde niet uit, dat alsnog tot aankoop of “nor male onteigening kan worden overge gaan. Wij zijn mitsdien van mening dat er geen aanleiding is om artikel 7 van de planvoorschriften, alsmede de daarop betrekking hebbende gedeel ten van de plantoelichting (evenmin blad 3 van de plankaart) niet vast te stellen. Het bezwaar ware mitsdien onge grond te verklaren. Aan het bezwaar van reclamant met betrekking tot de aan de bestemming “Tuin” gegeven aanduiding “te ver werven grond” etc. ware tegemoet te komen. De plankaart (blad 3) is op overeenkomstige wijze aangepast. Het bezwaar ware derhalve gegrond te verklaren. Ad c. Aan het bezwaar van recla mant met betrekking tot bedoelde “knik” ware tegemoet te komen. Voorts ware tegemoet te komen aan het verzoek om een gedeelte van zijn o 2 Q. qJ o - mingsplan, inclusief het aan te leg gen plein. 4. Dat niet valt te verwachten dat een behoorlijke oplossing voor de gevol gen van het wegbestemmen zal wor den nagestreefd., is een onjuiste en deels voorbarige constatering. Ver schillende malen is met reclamant, zowel mondeling als schriftelijk, van gedachten gewisseld over de door ons voorgestane aankoop van de betref fende grond en opstallen, waarbij eveneens bedragen zijn genoemd. Voorts is eerder onder meer een lo- katie aangeboden voor het bedrijf nabij de Mercuriusweg (aan de Ring vaart). Reclamant deelde ten aanzien daarvan mede daarvoor geen be langstelling te hebben. Ook voor het bedrijfsterrein Coenecoop voelt recla mant niet. 1. De heer P. Baan maakt samengevat de volgende bezwaren: a. Bezwaar wordt gemaakt tegen de bestemming “Woondoeleinden en Detailhandel”, voorzover gelegen op de hem in eigendom toebehorende gronden en vo.orzover zulks inhoudt, dat hij zijn bedrijf, een meubelstof- feerderij annex showroom, binnen het bestemmingsplan niet meer kan uitoefenen. b. Bezwaar wordt gemaakt tegen de aanduiding “te verwerven grond, waarvoor tevens de Wet op de Ruim telijke Ordening geldt”, alsmede te gen het daartnëe corresponderende artikel van planvoorschriften, omdat, nu de gemeente (nog) niet in staat is gebleken een redelijke en te verwe zenlijken oplossing aan te dragen, bij realisering van hef plan een redelijke uitoefening van zijn bedrijf niet mo gelijk is. Voorts wordt de werkgele genheid van 25 man in gevaar ge bracht. Tevens wordt bezwaar gemaakt tegen gemelde aanduiding, voorzover deze is gegeven aan een strook grond ge legen aan de zuidzijde van perceel sectie D 2039, daar op blad 1 van de plankaart aan bedoeld strook grond de bestemming “Tuin” is gegeven. Reclamant wenst genoemde strook grond te behouden. c. Bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat in de zuid-westelijke hoek van reclamant’s perceel de westelijke grens met een knik is aan gegeven, waardoor het terrein van reclamant wordt beperkt, althans een gedeelte zal vallen onder de planwijziging als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening; bij gesprekken met verte genwoordigers der gemeente zou be sproken zijn dat dit een rechte lijn zou zijn, lopende midden door het huidige bedrijfspand tot de hoogte van de geprojecteerde meergezinswo- Q' c V Q. <D O Voordat de vaststelling van het Brugcen trum 1982 een feit was, boog de gemeen teraad zich nog over vier protesterende bewoners van het Brugcentrum. Hun be zwaren werden wel gehoord, maar ze schoten en nauwelijks iets mee op. P. Baan, C.H. van Es, C.I. de Graaff en E.J. Oskam slaagden er niet in de ge meente van hun gelijk te overtuigen. Omdat er voor de plannen in het Brug centrum grote interesse bestaat en om ie dereen te laten kennisnemen van de dis cussie tussen de gemeente en een aantal bewoners van het Brugcentrum volgt hier de tekst van het aangenomen raads voorstel dat daarop slaat. Het bestemmingsplan Brugcentrum 1982 heeft een lange weg moeten gaan, eer het in zijn huidige vorm aam de raad kon worden aangeboden. De redenen hiervan zijn genoegzaam be- kend.Voorts hebben gewijzigde in zichten met betrekking tot de gevol gen van de Wet Geluidhinder en de “vertaling” daarvan in het bestem mingsplan eveneens bijgedragen tot een verdere vertraging. Het ontwerp-bestemmingsplan, welk plangebied globaal wordt begrensd door de Kerkweg-Oost, de Gouwe, de Jan Dorrekenskade Oost en de Julia nastraat, heeft vanaf 19 januari 1984 gedurende een maand ter gemeente secretarie voor een ieder ter inzage gelegen. Daar voorts in het ontwerp-bestem mingsplan m?t toepassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gronden zijn aangewezen, ten aanzien waarvan de verwerkelijking van het plan in de naast toekomst nodig wordt ge acht, is daarvan afzonderlijk ken nisgeving gedaan aan degenen die in de registers van het kadaster als eige naar van die gronden of zakelijk ge rechtigden daarop voorkomen. Van de gelegenheid tot het indienen van bezwaren hebben 4 personen ge bruik gemaakt. Voor de reclamanten is op 2 mei j.l. een hoorzitting gehou den ten overstaan van een kamer uit het college, waarin zij hun bezwaren hebben kunnen toelichten. Voorts zij hier vermeld dat bij brief van 25 januari 1984 is ontvangen het Koninklijk Besluit van 13 januari 1984, houdende de beschikking op 'het door de raad ingestelde beroep tegen het besluit van Gedeputeerde Staten tot onthouding van goedkeu ring aan de tweede herziening van het bestemmingsplan “Brugcentrum”. Deze tweede herziening voorzag met name in de verplaatsing van de sme derij annex metaalconstructiebedrijf ■R-oskam, teneinde op die plaats cir ca 18 woningen te kunnen bouwen. De volgende bezwaren zijn bij de raad ingekomen: 1. P. Baan, Zuidkade 13, Waddinx- veen; 2. C.H. van Es, Zuidkade 16-17, Wad- dinxveen; 3. C.I. de Graaff, Zuidkade 2, Wad- dinxveen 4. mr. M. Lanen, Wilhelminapark 19, Utrecht, namens de heer E.J. Ros kam, Kerkweg-Oost 197, Waddinx- veen. De bezwaarschriften zijn alle tijdig ingediend. Het bezwaarschrift van re clamant De Graaff is gericht aan de leden van de gemeenteraad in plaats van aan de raad. De overige bezwaar schriften zijn juist geadresseerd. In het bezwaarschrift van reclamant wordt veelvuldig verwezen naar het Koninklijk Besluit d.d. 13 januari 1984, nr. 25, terzake van de tweede herziening van het bestemmingsplan Brugcentrum. Bedoeld Koninklijk Besluit is eerst ontvangen nadat het onderhavige bestemmingsplan ter vi sie is gelegd. Met inachtneming van de overwegingen van de Kroon ge noemd in gemeld Besluit is de toe lichting derhalve ambtshalve aange vuld. Allereerst wordt naar deze aan vulling op de toelichting verwezen. Met inachtneming van deze aanvul ling wordt het bezwaar van recla mant verder nog van het volgende commentaar voorzien. 1. In de opzet van het onderhavige bestemmingsplan kan het bedrijf van reclamant in de toekomstige situatie niet gehandhaafd blijven. De op reclamant’s eigendommen ge projecteerde bestemmingen zijn de resultaten van de op basis van het kemenbeleid geformuleerde uitgangs punten en doelstellingen, welke ove rigens in de toelichting uitgebreid zijn omschreven. Aankoop van het ca. 2500 m2 grote terrein met bijbehorende opstallen achten wij voor de realisering van het plan de enig mogelijke oplossing. Reclamant is van mening datjiet me- taal-constructiebedrijf één geheel vormt met de winkel aan de Kerk weg-Oost en derhalve als één bedrijf moet worden beschouwd. Dit bete kent, aldus reclamant, dat indien tot verplaatsing van het bedrijf mocht worden overgegaan het gehele com plex zal moeten worden aangekocht. Van dit laatste hebben wij goede no ta genomen. Overigens vermogen wij niet in te zien waarom het winkelbedrijf niet los van het smederijbedrijf annex me- taal-constructiebedrijf kan worden uitgeoefend. 2. De opmerking van reclamant dat de winkel aan de Kerkweg-Oost niet in zijn huidige vorm volgens het ont werp-bestemmingsplan gehandhaafd kan blijven is niet juist. De in het ontwerp-plan aan het per ceel gegeven bestemming geeft slechts de mogelijkheden weer van een ter plaatse gewenste bebouwing. Bedoelde bestemming schept niet de verplichting tot uitvoering van ge noemde bestemming. Mocht evenwel tot sloop worden overgegaan, dan zal herbouw plaats vinden met inachtneming van de aan het perceel gegeven bestemming. Zo lang reclamant evenwel het eigendom behoudt van het pand aan de Kerk weg-Oost kan realisering conform de bestemming evenwel niet worden af gedwongen. 3. Niet zou zijn aangetoond dat het bedrijf overlast veroorzaakt. In de toelichting van het ontwerp is hier omtrent echter vermeld dat o.a. het metaal-constructiebedrijf niet meer onder de “ambachtelijke” noemer is te vangen en dat het door aard en omvang niet meer in het woon-/ winkelgebied thuishoort. V oorts wordt verwezen naar de - ambts halve - als gevolg van eerdergenoemd Koninklijk Besluit aangevulde toe lichting. Teveel zwaar verkeer trekt het be drijf aan, als gevolg waarvan hinder wordt ondervonden, nog daargelaten de rommelige aanblik van het be drijfsterrein. Daarbij komt nog dat het bedrijf een uitbreiding voorstaat, welke uitbreiding strijdig is met de in de Nota Kemenbeleid omschreven gewenste ontwikkeling. De stedebouwkundige structuur van het Brugcentrum is bepaald door de gekozen beleidsuitgangspunten, de bouwtechnische en architectonische kwaliteiten in het plangebied, pro grammatische aspecten met rand voorwaarden, als de eis van financiële haalbaarheid, alsrtiede uitgangspun ten voor de ruimtelijke vormgeving, met als belangrijkste punten het ver sterken van de gesloten straatwanden en vormgeving van de openbare ruimte. Bedoelde opzet vormt de basis voor de bestemmingsregeling, zoals die in de voorschriften en op de plankaart is vastgelegd. Hieruit moge blijken dat de stedebouwkundige opzet de ruggegraat vormt van het bestem- stemmen, mede gelet op de ligging van het perceel. De bereikbaarheid van het bedrijf vereist namelijk dat in ieder geval een uitrit dient te worden vrijgehou den, waardoor het effect van aan koop en realisering van de parkeer plaatsen verloren dreigt te gaan. De 3 parkeerplaatsen die als gevolg hiervan komen te verdwijnen zullen - voorzoveel nodig - elders worden ge creëerd. Gelet op het vorenstaande ware het bezwaar van reclamant gegrond te verklaren. De plankaart is met inachtneming hiervan overeenkomstig aangepast (blad 1 en 3), alsmede de toelichting op blz. 37 en de kaarten 5, 10 en 11. Geldverstrekker Zwolsche Alg. Bonds.Mid /N /o Ned 8,74 8,2 RPS Nutssp. 's-Grav. Rabo Hypoth. Utrecht Ver. Spaarbank Direktbank Tiel Utrecht Nat. Ned. 'Optie' AMRO Landbouwb. (CL) NMB AMEV Mees Hope Bouwfonds N.G. Enma Hypoth. ABN (ABHK) Woonfonds Holl. W.U.H FGH Andere vormen AMRO Vrije Hyp. 7,81 7,3 W.U.H. Interim Hyp. 7,99 7,4 Bouwf. Rentekeuze 8,36 7,9 Nutssp. Ideaal Hyp. 8,69 8,2 Bouwf. Rente Rust 9,23 8,6 RABO Rente Stabiel 9,36 8,7 ABN plus Hypoth 9,56 8,9 Betaalwijze: MV maand vooraf MA ='maand achteraf KV kwartaal vooraf KA kwartaal achteraf HA halfjaar achteraf Peildatum: 16 juli 1984 Bovengenoemde rentetarieven vormen een onderdeel van het zogenaamde NVM Stappenplan Via dit stappenplan vindt de hypotheekkeuze op een objectieve wijze plaats Behalve de hoogte van de rente zijn ook andere criteria van belang bij de keuze van de hypotheek De rente ontwikkeling is vooralsnog stabiel 2. De heer C.H. van Es maakte de volgende bezwaren: a. Bezwaar wordt gemaakt tegen de aan zijn perceel gegeven bestemming “Woondoeleinden” met als sub-be- stemming “Meergezinshuizen”. Re clamant vraagt zijn perceel tot woon doeleinden en detailhandel te be stemmen, teneinde aldaar zijn kap perszaak te kunnen voortzetten. b. Bezwaar wordt gemaakt tegen de aanduiding “Te verwerven grond, waarvoor tevens artikel 13, Ie lid, van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning geldt”, zoals aangegeven op blad 3 van de plankaart, alsmede tegen het daarmee corresponderende artikel 7 van de planvoorschriften, daar recla mant de noodzaak tot verwerkelij king van het plan op korte termijn niet vermag in te zien. Voorts vindt reclamant de aandui ding onwenselijk, mede gezien diens bedrijfsuitoefening in bedoeld pand en diens plaatsgebondenheid. doeleinden (meergezinshuizen). In het kader van deze aankoop-onder- handelingen wordt gesproken over een vervangend bedrijfsgebouw, waarin de bedrijfsuitoefening van re clamant op adequate wijze kan wor den voortgezet. Uitplaatsing van het bedrijf is in over eenstemming met de op de Nota Ker- nenbeleid gebaseerde uitgangspunten en doelstellingen van het plan. De be stemming Woondoeleinden en Detail handel is voorzoveel deze is geprojec teerd op de eigendommen van re clamant bedoeld als uitbreidings mogelijkheid voor de naastgelegen bakkerij, ter compensering van de ca. 120 m2 van betrokkene aan te ko pen grond. Het bezwaar van recla mant ware derhalve ongegrond te ver klaren. Ad b. Bij Wet van 27 oktober 1972 tot wijziging van de Onteigenings wet is bepaald: “Bij een bestem mingsplan kunnen voorzover het gronden betreft, waarvan het gebruik afwijkt van het plan, één of meer on derdelen worden aangewezen, ten aanzien waarvan de verwerkelijking van het plan in de naaste toekomst nodig wordt geacht”. Toepassing van artikel 13 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening maakt een versnelde bestemmingsplanproce dure mogelijk door de opneming van een nieuw lid in de Wet op de Ruim telijke Ordening, waarin is bepaald dat beroepen ten aanzien van bestem mingsplannen waarbij genoemd arti kel 13, le lid, wordt toegepast door de Kroon bij voorrang worden be handeld. De ratio van deze bepaling is bo vendien, in samenhang met artikel 85 (nieuw) van de Onteigeningswet, ten aanzien van de ingevolge artikel 13, le lid, van de Wet op de Ruim telijke Ordening aangewezen gronden versnelde onteigening mogelijk te ma ken, doordat niet vóóraf een ont- eigeningsplan - met de bevoegdheid tot het indienen van bezwaren - ter visie behoeft te worden gelegd en de raad derhalve aanstonds tot onteige ning kan besluiten. Uit het vorenstaande blijkt duidelijk dat toepassing van artikel 13, le lid, van de Wet op de Ruimtelijke Orde ning twee belangrijke rechtsgevolgen heeft, terwijl voorts een urgentie- element in het bestemmingsplan wordt ingebouwd dat door Gedepu teerde Staten en de Kroon kan wor den beoordeeld. De aanvang van de realisering van het onderhavige bestemmingsplan op korte termijn wordt door het ge- Met gemeentegarantie o TT ^2 873 8,1 t’KK'Éi, - j plein

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1984 | | pagina 9