I
Geen zekerheid over verdwijnen van voet- en wagenverkeer
Hoofdstuk
uit boek
ll
W. Verboom
IS
De Unie
V
Bedelaars
Pakpapier
Ophaalbrug
Schilderachtig
Sterke stroming
Tol In 1887 kwam er een nieuwe houten
WADDINGSVEÊN
WADDINXVEEN - Het is niet bekend wanneer de eerste
brug over de Gouwe, van oudsher tussen Kerkweg en Brug
weg, is gebouwd, in de middeleeuwen bevond zich daar een
voet- en wagenveer. Vermoedelijk is dat weer in de zestiende
eeuw door een brug vervangen.
V
k
Ju
WOENSBAt. 30.H1I I 19X6
In zestiende eeuw de
eerste brug over de Gouwe
door W. VERBOOM
1673 ’’afgeworpen"
l
Vervolg op de volgende tekstpagina
De klapbrug in 1930. Werd gebouwd in 1924. (Uit: Waddinxveen 750jaar).
1920. (Uit: Waddinxveen 750 jaar).
een houten huisje als dagverblijf voor
de brugwachters gezet. Daar stonden
een paar stoelen en een tafel in en ook
een potkacheltje. Daar was het lekker
De moeder van Maarten woonde in het
huis dat an de smederij gebouwd was.
De oude draaibrug in
de Zuidkade en het gemeentehuis dat
daar gekomen was in 1911, droegen
daaraan bij. Ook het café "De Unie” op
de hoek van de Kerkweg en de winkels
daartegenover en langs de Afscheeps-
plaats verhoogden de gezelligheid. Een
vastgestelde winkelsluitingstijd was er
vroeger niet. Alle winkels waren elke
dag meestal tot negen uur ’s avonds ge
opend. ’s Zaterdags zelfs tot tien uur, de
vrije zaterdagmiddag was er toen nog
niet.
Op de zaterdagavond was het dan ge
woonlijk erg druk. Daar stond ook Bur-
'Is er nog volk voor de roeiboot”, riep veerman op de laatste dag dat hij in het pon
tje Waddinxveners overzette. Dat was in 1963. Op de openingsdag van de hefbrug
bleef deze nieuwe "hoge brug” op 34 meter hoogte staan. (Foto: J. Oskam, uit verza
meling H. de Goeij).
Verder op het Jaagpad stond een blokje
van twee huizen. In het eerste woonde
jaren geleden schipper Nederberg, die
papier en andere goederen naar vissers
plaatsen (Katwijk, Vlaardingen) ver
voerde en terugkeerde met oud zeil
doek en oude netten waarvan het stevi
ge en duurzame oud-Waddinxveense
pakpapier werd vervaardigd.
In het huis daarnaast woonde vóór 1900
Ph. Verbruggen, een aannemer. Hij
moet een goede kijk gehad hebben op
bouw- en waterwerken en gaf daar veel
collega’s deskundig advies over. Dit
huis werd later vele jaren bewoond door
Maarten de Rooij, de smid en zijn ge
zin. Hij had aan de Kerkweg met twee
broers een smederij onder de naam Ge
broeders De Rooij.
Daar werden vroeger ook de bekende
Waddinxveense schaatsen gemaakt.
Dat waren schaatsen met een zeer korte
hals, het einde gelijk met de hak, beho
rend tot het type schaats dat snel om
hoog rijst (”vol” is). De ijzers waren
drie millimeter breed, later twee milli
meter. Het schaatshout was van eike-
hout. Op de ijzers stonden bij de hals in
geslagen: Gebr. de Rooij. In een boek
over schaatsenrijden van 1888 staat on
der de beschrijving van de Waddinx-,
veense schaatsen: ”Te koop bij de
Rooij te Waddinxveen (een goede
schaatsensmid) voor 5,-”. Ongeveer
in die tijd werd aan de gebroeders De
Rooij voor het uitstekende fabrikaat
een diploma uitgereikt met een gouden
medaille.
De smederij met woonhuis stond aan de
Kerkweg. waar veel later het warenhuis
Knaapen is gekomen. Het is te begrij
pen dat die gebouwen vroeger in betere
staat verkeerden. Ten oosten van het
woonhuis liep de Alpherwetering. Over
dit water was een kleine brug, met aan
beide zijden van de Kerkweg een ijze
ren hek. Iedereen kende deze brug als
de ’’smidsbrug”. De smederij was een
vrij lang gebouw waarin ramen met klei
ne roeden in de voorgevel zaten. Tegen
over de smederij was de ’’travalje-
(hoefstal).
Eén van de gebroeders, Maarten, was
een bekwame hoefsmid. In het begin
werkten de drie gebroeders Arie, Kors
en Maarten) samen in het bedrijf. Later
werden hun taken gesplitst en ging
Maarten alleen verder met de smederij
De meest bekenden van zijn personeel
waren: Van Harberden, een hoefsmid
met veel vakbekwaamheid en Robbert
de Bruin, die alle smidswerk goed ken
de en ook veel verstand van sloten had.
Jarenlang zijn ze aan de smederij van
Maarten de Rooij verbonden geweest.
1934 in verband met de verruiming van
de Gouwe en de bouw van een nieuwe
brug (hefbrug) afgebroken Ook veel
huizen aan de oostzijde van de Gouwe
moesten verdwijnen.
De oude herberg ”Het Wapen van
Bloemendaal” behoorde eveneens
daartoe. Vermoedelijk was dit een ze-
ventiende-eeuws pand, dat zeer lang de
enige herberg aan de brug geweest zal
zijn. Omstreeks 1880 hing het wapen
nog buiten de deur; het was een combi
natie van de wapens van Bloemendaal,
Broek, Thuyl en ’t Weegje en Broek
huizen. Bloemendaal voerde een boter
bloem, Broek, Thuyl en ’t Weegje een
vogel op een tak, Broekhuizen een huis.
De herberg moet stellig betere dagen
gekend hébben en het polderbestuur en
anderen zullen er vergaderd hebben
Toen in 1848 ”De Unie” werd ge
bouwd, was het met zijn glorie gedaan.
In het begin van de jaren dertig van deze
eeuw was het café van G. Wesseling.
Het was een hoog oud huis met puntdak
en met riet gedekt. Het rieten dak was
aan de achterzijde het laagst; daar was
het ongeveer anderhalve meter van de
grond.
Daarnaast woonde schipper H. Hoog-
endoorn die tevens brandstoffenhande
laar was. Zijn motorbootje ’’Niets zon
der Gods zegen”, waarmee hij zijn
dienst naar Gouda onderhield, lag dik
wijls afgemeerd bij zijn huis. In het ver
lengde van dit huis stond een rijtje klei
ne woningen. Omstreeks 1934 was het
huis van Hoogendoorn afgebroken,
evenals de dichtbij op het Jaagpad
Noordzijde staande kleine huizen.
Schipper Hoogendoorn ging op de
Zuidkade 51 wonen in het huis van de
familie A. Alblas, naast de vroegere
pastorie van de Remonstrantse Kerk.
(H. v.d. Bor heeft nu in de pastorie een
rijwielzaak).
WADDINXVEEN - 'De brug en
omgeving” is één van de 25 hoofd
stukken uit het in 1983 verschenen
en door oud-Waddinxvener gesch
reven boek ’’Waddinxveen 750
jaar”.
Dit 208 pagina’s tellende boek is
een uitgave van de Europese Bibli
otheek in Zaltbommel en nog
steeds te koop bij de Waddinxveen
se boekhandel. Het boek geeft een
goede weergave van een groot deel
van de Waddinxveense geschiede
nis.
’’Alleen het besef van het verleden
kan ons het heden doen verstaan”,
zo haalt de heer Verboom op één
van de eerste pagina's Herbert
Leuthy aan.
Op deze pagina publiceren wij met
dank aan de schrijver en de uitge
ver het hoofdstuk ’"De brug en om
geving" uit ’’Waddinxveen 750
jaar".
brug. Als je ’s avonds over het Jaagpad
liep kon je de brandende lantaren in de
kraam al in de verte zien. Dat was een
mooi gezicht.
Maar ik schreef Over J. Hoogendoorn,
de brugwachter. Hij behoefde niet ver
te lopen om zijn dagelijkse taak op de
brug uit te oefenen, want hij woonde
daar dichtbij: het huis was bijna tegen
de brug gebouwd. Als er geen schip in
zicht was, kon hij gemakkelijk even zijn
huis binnenlopen en hij liet dan zijn
klompen bij de deur staan. De school
jongens die elke dag voorbijkwamen,
wisten dat en hebben een keer een grap
uitgehaald met die klompen. Zij goten
er water in en gingen wat verder staan
kijken hoe het af zou lopen. Zij hadden
wel succes, want niet lang daarna werd
door een schipper om doorvaart gebla
zen. De brugwachter kwam snel uit zijn
In de Franse tijd was er een houten op
haalbrug over de Gouwe. De doorvaart
was erg smal. Bij de brug aan de Zuid-
kadekant bevond zich toen al de brug-
wachterswoning. Aan die zijde stond
toen een Aantal lindebomen langs de
Gouwe. Later werden die gerooid, ver
moedélijk omdat ze in de weg stonden
deze wagen was Hein Pijpers. Hij had
op de Zuidkade meer gelegenheid om
zijn twee paarden tot galop aan te zetten
als hij de brug naderde. Hij spoorde ze
dan aan met de roep "hup paarden, alle-
Op de hoek van de Kerkweg en Af-
scheepplaats stond vroeger het café-res-
taurant ”De Unie”. Het was een groot
gebouw. In 1873 werd het geheel geres
taureerd en aangepast aan de eisen van
die tijd. Het was tevens hotel. Aan de
voorgevel (bij de brug) hing omstreeks
1920 een bord waarop stond ’’Bondsho-
tel De Unie”/ Hotel en caféhouder was
toen W. Visbach. Aan de overzijde van
het pand aan de Kerkweg was de uit
spanning voor de paarden en de stalling
voor de wagens.
De enkele auto’s die toen door Wad
dinxveen reden, waren gemakkelijk te
tellen. De auto had paard en wagen in
die tijd nog niet verdrongen. "De Unie”
was vóór 1873 een herberg met kolfbaan
en werd in 1848 gebouwd. Er stond
vroeger tegenover ”De Unie” langs de
Gouwe een stenen schuur of pakhuis, in
gebruik bij voormeld hotel. Aan de
zuidgevel van die schuur bevonden zich
de aanplakborden van de gemeente.
Op de hoek Kerkweg-Zuidkade stond
vroeger een hoog woonhuis met een
mooie klokgevel. Dat was vermoedelijk
in de tweede helft van de achttiende
eeuw. Later werd op die plaats een
woon- en winkelpand gebouwd, waar
de ijzerhandel van de gebroeders De
Rooij was. Daarna werd het betrokken
door sigarenmaker A. van der Krans,
die er een winkel in rookartikelen dreef.
De ijzeren klapbrug en alle hiervoor
omschreven panden werden omstreeks
Aan het begin van de Brugweg (aan de
noordzijde) stonden enige huizen die
ook voor de Gouweverruiming wijken
moesten. Dat waren twee kleine wonin
gen onder één dak. In het achterste
(naast café Wesseling) woonde de fami
lie Bras, in het huis daarvoor kuiper M.
Kolkman. Laatstgenoemde ging toen in
een huis wat verder op de Brugweg wo
nen.
Naast zijn werk als kuiper was hij ook
afslager bij verkopingen (hij deed dit al
voor notaris mr. I. Molenaar, die tot
1910 in functie was) en lid van de bran
dweer, waarvan hij later vele jaren se
cretaris is geweest. Het verslag van de
grote brand op 4 februari 1931 in de ou
de meubelfabriek van Kempkes aan de
Afscheeppiaats is van zijn hand. Naast
het huis waarin Kolkman woonde,
stond het huis met smederij van De
Ruijter.
Wat was het schilderachtig om de oude
smid bij het vuur en aambeeld vanaf de
Brugweg door de geopende deuren van
de smederij te zien werken. Voor deze
huizen en bij de smederij stond een rij
tje lommerrijke kastanjebomen. Een
doipstafereel uit vervlogen jaren. De
Ruijters zoon Jan volgde hem op. Maar
ook dit huis en de smederij moesten om
streeks 1934 verdwijnen. Wat verderop
de Brugweg werd een nieuw huis met
smederij gebouwd. Hoe goed en nieuw
dit pand ook was, de sfeer van het oude
huis kwam niet terug. Jan de Ruijter
deed later het nieuwe huis en bedrijf
over aan A.J. van Rijn, waarna De
Ruijter en zijn vrouw in Brabant gingen
wonen. Zijn vrouw was afkomstig uit
die provincie.
Het huis dat volgde na de oude smederij
had een aan de oostgevel aangebouwd
boenhok (de Brugweg had vroeger aan
beide zijden een sloot) en een aan de
achterzijde aangebouwde schuur of
stal. Het werd bewoond door de oude
Jongejan en zijn dochter Klaasje. Het
huis en de schuur werden ook afgebro
ken in verband met de bouw van de hef
brug.
Een deel van het terrein en het gebouw
van ”De Eendracht” vielen buiten de
onteigening. Tot aan dit bedrijfsge
bouw, dat in 1904 was gebouwd, werden
alle huizen afgebroken. De Henegou-
werweg, met druk verkeer, loopt nu
dicht langs het gebouw van ”De Een
dracht”.
Het grote, oude huis direct zuidelijk van
de brug, waar ook de brugwachter Hil
gers wonde, viel eveneens onder de slo
pershamer. Hetzelfde lot ondergingen
zes huizen aan het Jaagpad Zuidzijde.
In één ervan, het grote herenhuis met
de erker, woonde jaren geleden de
koopman Van der Werve, eens eige
naar van de papiermolen ”De Herder”.
Achter dit grote huis liep de Kromme
Esse. Aan de overzijde van deze smalle
weg was de mooie overtuin die bij het
huis met de erker hoorde.
Later werd dit huis bewoond door Kors
Oudijk (omstreeks 1900), daarna door
de familie Spruijt en ten slotte door ar
chitect Van der Togt. Vanuit de kamer
met erker had men een mooi uitzicht op
de Gouwe. Dan volgde het huis van de
weduwe Dekker, die bier en andere
dranken verkocht. Daarnaast een oud
huis met rieten dak, bewoond door
brugwachter Huisman. Dan twee kleine
woningen onder een dak. In het ene
woonde de weduwe Van Veen en in het
andere speelgoedmaker Hogendoorn.
Hierna volgde een open stuk langs de
Gouwe, waar men op de kromme Esse
zijn weg kon voortzetten of kon vervol
gen op het Jaagpad.
De vaargeul was smal en de brugge-
hoofden te lang om de brug zo kort mo
gelijk te houden, want,het leggen van
een korte brug was goedkoper. In de
vaargeul was dikwijls een sterke stro
ming. Soms kon een beladen zeilschip
of een rij naakdie zwaar beladen was en
grotere diepgang had, niet tegen de
stroom op. Het gebeurde wel dat door
de schipper een dik touw werd uitge
worpen, zodat de dikwijls vele op de
kant wachtende fabrieksarbeiders een
handje konden helpen.
Erger was het als de brug niet meer
dicht wilde. Dit wekte de hilariteit van
de wachtenden aan beide zijden van de
brug op. Dan werd met spoed Robbert
de Bruin gehaald, een smid met een gro
te reputatie omtrent zijn vakmanschap.
Hij moest erbij komen om wat van de
brug af te vijlen en dan was het leed
weer geleden. Robbert de Bruin was
werkzaam in de smederij van de gebroe
ders De Rooij aan de Kerkweg (nu Ros
kam). Ja, die oude brug kreeg van veel
oponthoud de schuld. Ook als je te laat
op school kwam, als er weer een schip
vastzat in de vaargeul.
Pas in 1922 werd deze brug vervangen
door een ijzeren ophaalbrug. Vergele
ken bij de vorige die in 1921 in vervallen
toestand verkeerde, was de nieuwe brug
een verbetering. De doorvaart was nu
8,4 meter geworden. Door de gewijzig
de constructie kon de diepte van twee
meter op 3,7 meter gebracht worden.
huis en schoot in zijn klompen. Hoewel
hij wel kwaad werd, ging hij toch door
om .de brug te openen. Dat kon niet
wachten.
Vele jaren heeft brugwachter Hoogend
oorn zijn werk gedaan, zelfs tot hoge
leeftijd. Hij overleed in 1915 op zeve-
nenzeventigjarige leeftijd. Tot enkele
dagen voor zijn dood was hij op zijn
post geweest. Twee latere, eveneens be
kende brugwachters waren Hilgers en
Huisman. Wanneer zij werden aange
steld weet ik niet, wel dat Hilgers ook al
op de oude draaibrug, gebouwd in 1887,
werkzaam was. Ook zij hebben heel wat
jaren met een klompje aan een draad
"gehengeld”Na de bouw van de tegen
woordige hefbrug verviel die betalings
wijze van de bruggelden.
De oude draaibrug was erg smal. Bo
venop de ijzeren overspanning bevond
zich een petroleumlamp. Aan de Ker-
kwegzijde kon de brug worden afgeslo
ten door een hek. Aan de andere zijde,
bij de afrit naar de Brugweg, was geen
hekDaar was een andere afsluiting, ten
minste daar moest het voor doorgaan.
Het was een ijzeren stang, behoorlijk
dik, met een greep, die uit een soort me
talen koker getrokken werd die aan een
houten hek naar het Jaagpad Zuidzijde
was bevestigd. De aldus uitgetrokken
stang werd op een haak op het houten
hek naar het Jaagpad Noordzijde vast
gemaakt.
Het water kon nu bij de doorvaart van
een schip beter doorstromen, met veel
minder zuiging. Tijdens de bouw werd
ten behoeve van het verkeer gebruik ge
maakt van een pont dichtbij het ge
meentehuis. Henk de Goeij zette in die
dagen voetgangers en wielrijders met
een roeiboot over naar en van de Jan
Dorrekenskade. Zijn ouders woonden
in het grote huis op de hoek (waar nu
Arie Koren woont) en hadden daar een
kruidenierswinkel.
Dikwijls gingen er zwaar beladen wa
gens, getrokken door twee forse werkp
aarden, over de brug. Vooral de wagens
van de houthandel Alblas en van de
coöperatieve graanmaalderij ”De Een
dracht” hadden zware vrachten. De
paarden reden in galop als de brughoog-
te genomen moest worden. De brug
wachter liep dan op de hoogte achter de
wagen met een blok hout om dit, zo no
dig, achter een wiel te werpen, voor het
geval de aanloop mislukte.
Zo’n gebeurtenis had steeds veel be
langstelling en er waren altijd wel man-
nen bij de brug die de helpende hand
uitstaken. De wagen van ”De Een
dracht”, vol met zakken, kwam met een
grote vaart het terrein aan de Brugweg
af. Dat moest wel snel, want de afstand
van daar tot aan de brug was maar klein.
De houtwagen van Alblas kwam van de
Zuidkade.
Een bekende en bekwame koetsier op
bei”. De dieren wisten wat er van hen
verlangd werd en gingen met een vaart
de brug op. Dikwijls sloegen de vonken
uit de straatstenen op de hoogte. In de
herfst, als de suikerbieten geoogst wer
den en met boerenwagens via de Ker
kweg werden aangevoerd naar de Af
scheeppiaats of, als het daar vol was,
naar de wal voor het gemeentehuis, kon
het erg glad zijn door de kluiten grond
die door de wagens uit het dikwijls dras
sige land werden meegvoerd.
Hoewel er een verordening was om de
wagens schoon te maken voor ze op de
openbare weg kwamen, bleek dit in de
praktijk niet altijd goed uitvoerbaar te
zijn. De hele Kerkweg en vooral de om
geving van de brug waar de aanvoer
plaatsvond, werd dan één glibberige
massa. Menig voetganger of wielrijder
kon daar niet overeind blijven en kwam
te vallen. Dat veroorzaakte niet alleen
pijn en moddrige kleren maar ook dik
wijls de lachlust van de toeschouwers.
Een van de eerste beleidsdaden van
burgemeester P.A. Troost na zijn
komst naar Waddinxveen in 1920 was
het bietentransport na zaterdagmiddag
twaalf uur te verbieden. De vrijwillige
brandweer spoot dan de Afscheep
piaats, de Kerkweg en het gedeelte van
de Zuidkade bij de brug schoon met het
oog op de drukte van de zaterdagmid
dag en -avond en ten gerieve van de vele
kerkgangers op de zondag.
Een sfeervolle foto van de in 1924 gebouwde klapbrug over de Gouwe. (Uit: Toen Waddinxveen nog een dorp was).
geigen
ffleid 1
Swaalfde ent
R100,- een zesi
itocht.
Blijkbaar wenste Gouda, dat de Gouwe PreföUnt
vrijwillig onderhield, medezeggenschap J r
in de brug. Vanaf 1720 was de stad Gou- De brug was omstreeks 1915 altijd een
da dus voor een vierde deel mede-eige- gezellig trefpunt. De vele winkels aan
De Waddinxveense brug ligt ongeveer bij het laden en lossen van de schepen,
op de pude grens van Rijnland. In ver- Maar in de tijd dat de meeste goederen
band met de waterkering bevond zich per schip werden vervoerd - vooraan de
vroeger aan de brug een schotdeur, die Zuidkade bij de brug was het Goudse en
daar öp verzoek of op last van Rijnland het Leidse veer - is dat wel te begrijpen,
was aangebracht om zonodig het toestro- De houten ophaalbrug werd in 1859 af
men van water uit het zuiden tegen te gebroken en vervangen door een draai-
gaan. In 1515 was er sprake van zo’n brug. Een dergelijke brug was er ook in
schut. Zoals het was met de houten Boskoop en in Gouda (bij het Bol-
draaibhtg die in 1887 gebouwd werd, zal werk). In dat jaar werd ook de Af-
het ook geweest zijn in de zestiende scheepsplaats, direct noordelijk van de
eeuw: een smalle vaargeul en daardoor brug. in gebruik genomen. Het werk
sterke’stroming van het water, dus moei- was aanbesteed voor 730,-. Door het
lijk voor de schepen. ambacht werd daarin 600,- bijgedra-
gen.
draaibrug. Van deze brug is vooral be-
De schout van Waddinxveen. Huijbert kend dat die op 12 december 1902 door
Jansz. van Eijck, kreeg in 1583 vergun- een groep schaatsliefhebbers onklaar
ning om de westelijke helft van de werd gemaakt (stuk werd gedanst) uit
"Hooghe Brugh” te bouwen. De ooste- protest tegen het openbreken van de be-
jijke. helft met de oprit werd gebouwd vroren Gouwe. De ijsbreker kon daard-
door Bloemendaal. Het onderhoud oor niet verder en moest voor de brug
kwamWoor gezamenlijke rekening. Op blijven liggen.
deze'brug werd tol geheven, niet alleen Omstreeks 1900 was J. Hoogendoorn
van doorvarende schepen, maar ook van chef-brugwachter. Hij woonde in de
voetgangers en voertuigen. br'ugwachterwoning die dichtbij de op-
In 1672 werd ons land besprongen door rit aan de Zuidkade stond. Later werd
vier vijanden: Frankrijk, Engeland, de woning afgebroken, omdat het druk-
Munster en Keulen. Het was met recht ker wordende verkeer over de brug dit
een rampjaar. Het instellen van de wa- noodzakelijk maakte. In die tijd stond
terlinie bleek voor het gewest Holland er aan de overzijde, aan het Jaagpad, di-
éen uitstekende verdediging tegen de reet ten zuiden van de brug, een groot
vijandige troepen te zijn. De bruggen te oud huis. Omstreeks 1890 woonden
Waddinxveen en Boskoop werden in daar de dames Bos.
1673 ’’afgeworpen" om eventueel de Later werd dit huis door twee of drie ge-
Fransen in hun opmars te stuiten. De zinnen bewoond. Na de afbraak van de
Fransen zijn echter niet zo ver gekomen, brugwachterswoning werd een gedeelte
,4’roeger waren er mede-eigenaren in de van dat grote, oude huis aan de overzij-
Waddinxveense brug. Een vierde part de dienstwoning voor de brugwachter,
van ”de Hooghe Waddinxveense brug” Er werd direct noordelijk van de brug
werd in 1704 door de executeur-testa-
mentairs van Grietje Jacobs van Banc-
‘ken verkocht aan de ambachtsbewaar
ders van Zuid-Waddinxveen. Ook het
Goudse stadsbestuur is lange tijd mede- warm in de winter en men had er een
eigenaar geweest. Deze stedelijke over- mooi uitzicht over de bocht in de Gou-
3e)dhadÖp29y^nt%i^<^>?00L^éèn wé.'
awaalfde en-tBp 12 oktober 1-720 ypor J
:esde dèeï van de‘ brug gé-
naresse. Veel had het Goudse stadsbe
stuur dan ook niet over de brug te zeg
gen. Dat bleek wel uit het octrooi van de
Staten van Holland en West-Friesland
van: 1750, waarin bepaald werd welke
tolgelden bij, de brug geheven konden
worden. Het Octrooi werd verleend aan
"Baillu. Schout en Geregt van Zuid-
Waddinxvèen en aan verdere geïnteres
seerden”.
Vanaf 1720 genoot Gouda een vierde
van de baten uit de tolheffing. In 1762
droeg Willem van der Hoeven, secreta
ris van Bloemendaal, die kennelijk met
de zaken de brug aangaande was belast, ger van de winkel ”De Rookwolk” met
aan de thesaurier-ontvanger van de stad een kraam met sigaren en andere rook-
Gouda 149 gulden, 13 stuivers en 14 artikelen aan de Zuidkade dichtbij de
penningen af, zijnde de netto op
brengst. In 1855 bedroeg het batig saldo
voor Gouda nog 198,13 1/2. In 1861
was het gedaald tot 136,07 1/2. Ten-
slotté heeft het Goudse stadsbestuur in
1911 aan Waddinxveen zijn vierde deel
in de brug afgestaan, omdat het Goudse
aandeel gedurende de laatste jaren niets
had opgebracht. Bijna twee eeuwen was
Gouda mede-eigenares geweest.
-■'7- -
-j
“ZZ .y_—
-