I Geen zekerheid over verdwijnen van voet- en wagenverkeer Hoofdstuk uit boek ll W. Verboom IS De Unie V Bedelaars Pakpapier Ophaalbrug Schilderachtig Sterke stroming Tol In 1887 kwam er een nieuwe houten WADDINGSVEÊN WADDINXVEEN - Het is niet bekend wanneer de eerste brug over de Gouwe, van oudsher tussen Kerkweg en Brug weg, is gebouwd, in de middeleeuwen bevond zich daar een voet- en wagenveer. Vermoedelijk is dat weer in de zestiende eeuw door een brug vervangen. V k Ju WOENSBAt. 30.H1I I 19X6 In zestiende eeuw de eerste brug over de Gouwe door W. VERBOOM 1673 ’’afgeworpen" l Vervolg op de volgende tekstpagina De klapbrug in 1930. Werd gebouwd in 1924. (Uit: Waddinxveen 750jaar). 1920. (Uit: Waddinxveen 750 jaar). een houten huisje als dagverblijf voor de brugwachters gezet. Daar stonden een paar stoelen en een tafel in en ook een potkacheltje. Daar was het lekker De moeder van Maarten woonde in het huis dat an de smederij gebouwd was. De oude draaibrug in de Zuidkade en het gemeentehuis dat daar gekomen was in 1911, droegen daaraan bij. Ook het café "De Unie” op de hoek van de Kerkweg en de winkels daartegenover en langs de Afscheeps- plaats verhoogden de gezelligheid. Een vastgestelde winkelsluitingstijd was er vroeger niet. Alle winkels waren elke dag meestal tot negen uur ’s avonds ge opend. ’s Zaterdags zelfs tot tien uur, de vrije zaterdagmiddag was er toen nog niet. Op de zaterdagavond was het dan ge woonlijk erg druk. Daar stond ook Bur- 'Is er nog volk voor de roeiboot”, riep veerman op de laatste dag dat hij in het pon tje Waddinxveners overzette. Dat was in 1963. Op de openingsdag van de hefbrug bleef deze nieuwe "hoge brug” op 34 meter hoogte staan. (Foto: J. Oskam, uit verza meling H. de Goeij). Verder op het Jaagpad stond een blokje van twee huizen. In het eerste woonde jaren geleden schipper Nederberg, die papier en andere goederen naar vissers plaatsen (Katwijk, Vlaardingen) ver voerde en terugkeerde met oud zeil doek en oude netten waarvan het stevi ge en duurzame oud-Waddinxveense pakpapier werd vervaardigd. In het huis daarnaast woonde vóór 1900 Ph. Verbruggen, een aannemer. Hij moet een goede kijk gehad hebben op bouw- en waterwerken en gaf daar veel collega’s deskundig advies over. Dit huis werd later vele jaren bewoond door Maarten de Rooij, de smid en zijn ge zin. Hij had aan de Kerkweg met twee broers een smederij onder de naam Ge broeders De Rooij. Daar werden vroeger ook de bekende Waddinxveense schaatsen gemaakt. Dat waren schaatsen met een zeer korte hals, het einde gelijk met de hak, beho rend tot het type schaats dat snel om hoog rijst (”vol” is). De ijzers waren drie millimeter breed, later twee milli meter. Het schaatshout was van eike- hout. Op de ijzers stonden bij de hals in geslagen: Gebr. de Rooij. In een boek over schaatsenrijden van 1888 staat on der de beschrijving van de Waddinx-, veense schaatsen: ”Te koop bij de Rooij te Waddinxveen (een goede schaatsensmid) voor 5,-”. Ongeveer in die tijd werd aan de gebroeders De Rooij voor het uitstekende fabrikaat een diploma uitgereikt met een gouden medaille. De smederij met woonhuis stond aan de Kerkweg. waar veel later het warenhuis Knaapen is gekomen. Het is te begrij pen dat die gebouwen vroeger in betere staat verkeerden. Ten oosten van het woonhuis liep de Alpherwetering. Over dit water was een kleine brug, met aan beide zijden van de Kerkweg een ijze ren hek. Iedereen kende deze brug als de ’’smidsbrug”. De smederij was een vrij lang gebouw waarin ramen met klei ne roeden in de voorgevel zaten. Tegen over de smederij was de ’’travalje- (hoefstal). Eén van de gebroeders, Maarten, was een bekwame hoefsmid. In het begin werkten de drie gebroeders Arie, Kors en Maarten) samen in het bedrijf. Later werden hun taken gesplitst en ging Maarten alleen verder met de smederij De meest bekenden van zijn personeel waren: Van Harberden, een hoefsmid met veel vakbekwaamheid en Robbert de Bruin, die alle smidswerk goed ken de en ook veel verstand van sloten had. Jarenlang zijn ze aan de smederij van Maarten de Rooij verbonden geweest. 1934 in verband met de verruiming van de Gouwe en de bouw van een nieuwe brug (hefbrug) afgebroken Ook veel huizen aan de oostzijde van de Gouwe moesten verdwijnen. De oude herberg ”Het Wapen van Bloemendaal” behoorde eveneens daartoe. Vermoedelijk was dit een ze- ventiende-eeuws pand, dat zeer lang de enige herberg aan de brug geweest zal zijn. Omstreeks 1880 hing het wapen nog buiten de deur; het was een combi natie van de wapens van Bloemendaal, Broek, Thuyl en ’t Weegje en Broek huizen. Bloemendaal voerde een boter bloem, Broek, Thuyl en ’t Weegje een vogel op een tak, Broekhuizen een huis. De herberg moet stellig betere dagen gekend hébben en het polderbestuur en anderen zullen er vergaderd hebben Toen in 1848 ”De Unie” werd ge bouwd, was het met zijn glorie gedaan. In het begin van de jaren dertig van deze eeuw was het café van G. Wesseling. Het was een hoog oud huis met puntdak en met riet gedekt. Het rieten dak was aan de achterzijde het laagst; daar was het ongeveer anderhalve meter van de grond. Daarnaast woonde schipper H. Hoog- endoorn die tevens brandstoffenhande laar was. Zijn motorbootje ’’Niets zon der Gods zegen”, waarmee hij zijn dienst naar Gouda onderhield, lag dik wijls afgemeerd bij zijn huis. In het ver lengde van dit huis stond een rijtje klei ne woningen. Omstreeks 1934 was het huis van Hoogendoorn afgebroken, evenals de dichtbij op het Jaagpad Noordzijde staande kleine huizen. Schipper Hoogendoorn ging op de Zuidkade 51 wonen in het huis van de familie A. Alblas, naast de vroegere pastorie van de Remonstrantse Kerk. (H. v.d. Bor heeft nu in de pastorie een rijwielzaak). WADDINXVEEN - 'De brug en omgeving” is één van de 25 hoofd stukken uit het in 1983 verschenen en door oud-Waddinxvener gesch reven boek ’’Waddinxveen 750 jaar”. Dit 208 pagina’s tellende boek is een uitgave van de Europese Bibli otheek in Zaltbommel en nog steeds te koop bij de Waddinxveen se boekhandel. Het boek geeft een goede weergave van een groot deel van de Waddinxveense geschiede nis. ’’Alleen het besef van het verleden kan ons het heden doen verstaan”, zo haalt de heer Verboom op één van de eerste pagina's Herbert Leuthy aan. Op deze pagina publiceren wij met dank aan de schrijver en de uitge ver het hoofdstuk ’"De brug en om geving" uit ’’Waddinxveen 750 jaar". brug. Als je ’s avonds over het Jaagpad liep kon je de brandende lantaren in de kraam al in de verte zien. Dat was een mooi gezicht. Maar ik schreef Over J. Hoogendoorn, de brugwachter. Hij behoefde niet ver te lopen om zijn dagelijkse taak op de brug uit te oefenen, want hij woonde daar dichtbij: het huis was bijna tegen de brug gebouwd. Als er geen schip in zicht was, kon hij gemakkelijk even zijn huis binnenlopen en hij liet dan zijn klompen bij de deur staan. De school jongens die elke dag voorbijkwamen, wisten dat en hebben een keer een grap uitgehaald met die klompen. Zij goten er water in en gingen wat verder staan kijken hoe het af zou lopen. Zij hadden wel succes, want niet lang daarna werd door een schipper om doorvaart gebla zen. De brugwachter kwam snel uit zijn In de Franse tijd was er een houten op haalbrug over de Gouwe. De doorvaart was erg smal. Bij de brug aan de Zuid- kadekant bevond zich toen al de brug- wachterswoning. Aan die zijde stond toen een Aantal lindebomen langs de Gouwe. Later werden die gerooid, ver moedélijk omdat ze in de weg stonden deze wagen was Hein Pijpers. Hij had op de Zuidkade meer gelegenheid om zijn twee paarden tot galop aan te zetten als hij de brug naderde. Hij spoorde ze dan aan met de roep "hup paarden, alle- Op de hoek van de Kerkweg en Af- scheepplaats stond vroeger het café-res- taurant ”De Unie”. Het was een groot gebouw. In 1873 werd het geheel geres taureerd en aangepast aan de eisen van die tijd. Het was tevens hotel. Aan de voorgevel (bij de brug) hing omstreeks 1920 een bord waarop stond ’’Bondsho- tel De Unie”/ Hotel en caféhouder was toen W. Visbach. Aan de overzijde van het pand aan de Kerkweg was de uit spanning voor de paarden en de stalling voor de wagens. De enkele auto’s die toen door Wad dinxveen reden, waren gemakkelijk te tellen. De auto had paard en wagen in die tijd nog niet verdrongen. "De Unie” was vóór 1873 een herberg met kolfbaan en werd in 1848 gebouwd. Er stond vroeger tegenover ”De Unie” langs de Gouwe een stenen schuur of pakhuis, in gebruik bij voormeld hotel. Aan de zuidgevel van die schuur bevonden zich de aanplakborden van de gemeente. Op de hoek Kerkweg-Zuidkade stond vroeger een hoog woonhuis met een mooie klokgevel. Dat was vermoedelijk in de tweede helft van de achttiende eeuw. Later werd op die plaats een woon- en winkelpand gebouwd, waar de ijzerhandel van de gebroeders De Rooij was. Daarna werd het betrokken door sigarenmaker A. van der Krans, die er een winkel in rookartikelen dreef. De ijzeren klapbrug en alle hiervoor omschreven panden werden omstreeks Aan het begin van de Brugweg (aan de noordzijde) stonden enige huizen die ook voor de Gouweverruiming wijken moesten. Dat waren twee kleine wonin gen onder één dak. In het achterste (naast café Wesseling) woonde de fami lie Bras, in het huis daarvoor kuiper M. Kolkman. Laatstgenoemde ging toen in een huis wat verder op de Brugweg wo nen. Naast zijn werk als kuiper was hij ook afslager bij verkopingen (hij deed dit al voor notaris mr. I. Molenaar, die tot 1910 in functie was) en lid van de bran dweer, waarvan hij later vele jaren se cretaris is geweest. Het verslag van de grote brand op 4 februari 1931 in de ou de meubelfabriek van Kempkes aan de Afscheeppiaats is van zijn hand. Naast het huis waarin Kolkman woonde, stond het huis met smederij van De Ruijter. Wat was het schilderachtig om de oude smid bij het vuur en aambeeld vanaf de Brugweg door de geopende deuren van de smederij te zien werken. Voor deze huizen en bij de smederij stond een rij tje lommerrijke kastanjebomen. Een doipstafereel uit vervlogen jaren. De Ruijters zoon Jan volgde hem op. Maar ook dit huis en de smederij moesten om streeks 1934 verdwijnen. Wat verderop de Brugweg werd een nieuw huis met smederij gebouwd. Hoe goed en nieuw dit pand ook was, de sfeer van het oude huis kwam niet terug. Jan de Ruijter deed later het nieuwe huis en bedrijf over aan A.J. van Rijn, waarna De Ruijter en zijn vrouw in Brabant gingen wonen. Zijn vrouw was afkomstig uit die provincie. Het huis dat volgde na de oude smederij had een aan de oostgevel aangebouwd boenhok (de Brugweg had vroeger aan beide zijden een sloot) en een aan de achterzijde aangebouwde schuur of stal. Het werd bewoond door de oude Jongejan en zijn dochter Klaasje. Het huis en de schuur werden ook afgebro ken in verband met de bouw van de hef brug. Een deel van het terrein en het gebouw van ”De Eendracht” vielen buiten de onteigening. Tot aan dit bedrijfsge bouw, dat in 1904 was gebouwd, werden alle huizen afgebroken. De Henegou- werweg, met druk verkeer, loopt nu dicht langs het gebouw van ”De Een dracht”. Het grote, oude huis direct zuidelijk van de brug, waar ook de brugwachter Hil gers wonde, viel eveneens onder de slo pershamer. Hetzelfde lot ondergingen zes huizen aan het Jaagpad Zuidzijde. In één ervan, het grote herenhuis met de erker, woonde jaren geleden de koopman Van der Werve, eens eige naar van de papiermolen ”De Herder”. Achter dit grote huis liep de Kromme Esse. Aan de overzijde van deze smalle weg was de mooie overtuin die bij het huis met de erker hoorde. Later werd dit huis bewoond door Kors Oudijk (omstreeks 1900), daarna door de familie Spruijt en ten slotte door ar chitect Van der Togt. Vanuit de kamer met erker had men een mooi uitzicht op de Gouwe. Dan volgde het huis van de weduwe Dekker, die bier en andere dranken verkocht. Daarnaast een oud huis met rieten dak, bewoond door brugwachter Huisman. Dan twee kleine woningen onder een dak. In het ene woonde de weduwe Van Veen en in het andere speelgoedmaker Hogendoorn. Hierna volgde een open stuk langs de Gouwe, waar men op de kromme Esse zijn weg kon voortzetten of kon vervol gen op het Jaagpad. De vaargeul was smal en de brugge- hoofden te lang om de brug zo kort mo gelijk te houden, want,het leggen van een korte brug was goedkoper. In de vaargeul was dikwijls een sterke stro ming. Soms kon een beladen zeilschip of een rij naakdie zwaar beladen was en grotere diepgang had, niet tegen de stroom op. Het gebeurde wel dat door de schipper een dik touw werd uitge worpen, zodat de dikwijls vele op de kant wachtende fabrieksarbeiders een handje konden helpen. Erger was het als de brug niet meer dicht wilde. Dit wekte de hilariteit van de wachtenden aan beide zijden van de brug op. Dan werd met spoed Robbert de Bruin gehaald, een smid met een gro te reputatie omtrent zijn vakmanschap. Hij moest erbij komen om wat van de brug af te vijlen en dan was het leed weer geleden. Robbert de Bruin was werkzaam in de smederij van de gebroe ders De Rooij aan de Kerkweg (nu Ros kam). Ja, die oude brug kreeg van veel oponthoud de schuld. Ook als je te laat op school kwam, als er weer een schip vastzat in de vaargeul. Pas in 1922 werd deze brug vervangen door een ijzeren ophaalbrug. Vergele ken bij de vorige die in 1921 in vervallen toestand verkeerde, was de nieuwe brug een verbetering. De doorvaart was nu 8,4 meter geworden. Door de gewijzig de constructie kon de diepte van twee meter op 3,7 meter gebracht worden. huis en schoot in zijn klompen. Hoewel hij wel kwaad werd, ging hij toch door om .de brug te openen. Dat kon niet wachten. Vele jaren heeft brugwachter Hoogend oorn zijn werk gedaan, zelfs tot hoge leeftijd. Hij overleed in 1915 op zeve- nenzeventigjarige leeftijd. Tot enkele dagen voor zijn dood was hij op zijn post geweest. Twee latere, eveneens be kende brugwachters waren Hilgers en Huisman. Wanneer zij werden aange steld weet ik niet, wel dat Hilgers ook al op de oude draaibrug, gebouwd in 1887, werkzaam was. Ook zij hebben heel wat jaren met een klompje aan een draad "gehengeld”Na de bouw van de tegen woordige hefbrug verviel die betalings wijze van de bruggelden. De oude draaibrug was erg smal. Bo venop de ijzeren overspanning bevond zich een petroleumlamp. Aan de Ker- kwegzijde kon de brug worden afgeslo ten door een hek. Aan de andere zijde, bij de afrit naar de Brugweg, was geen hekDaar was een andere afsluiting, ten minste daar moest het voor doorgaan. Het was een ijzeren stang, behoorlijk dik, met een greep, die uit een soort me talen koker getrokken werd die aan een houten hek naar het Jaagpad Zuidzijde was bevestigd. De aldus uitgetrokken stang werd op een haak op het houten hek naar het Jaagpad Noordzijde vast gemaakt. Het water kon nu bij de doorvaart van een schip beter doorstromen, met veel minder zuiging. Tijdens de bouw werd ten behoeve van het verkeer gebruik ge maakt van een pont dichtbij het ge meentehuis. Henk de Goeij zette in die dagen voetgangers en wielrijders met een roeiboot over naar en van de Jan Dorrekenskade. Zijn ouders woonden in het grote huis op de hoek (waar nu Arie Koren woont) en hadden daar een kruidenierswinkel. Dikwijls gingen er zwaar beladen wa gens, getrokken door twee forse werkp aarden, over de brug. Vooral de wagens van de houthandel Alblas en van de coöperatieve graanmaalderij ”De Een dracht” hadden zware vrachten. De paarden reden in galop als de brughoog- te genomen moest worden. De brug wachter liep dan op de hoogte achter de wagen met een blok hout om dit, zo no dig, achter een wiel te werpen, voor het geval de aanloop mislukte. Zo’n gebeurtenis had steeds veel be langstelling en er waren altijd wel man- nen bij de brug die de helpende hand uitstaken. De wagen van ”De Een dracht”, vol met zakken, kwam met een grote vaart het terrein aan de Brugweg af. Dat moest wel snel, want de afstand van daar tot aan de brug was maar klein. De houtwagen van Alblas kwam van de Zuidkade. Een bekende en bekwame koetsier op bei”. De dieren wisten wat er van hen verlangd werd en gingen met een vaart de brug op. Dikwijls sloegen de vonken uit de straatstenen op de hoogte. In de herfst, als de suikerbieten geoogst wer den en met boerenwagens via de Ker kweg werden aangevoerd naar de Af scheeppiaats of, als het daar vol was, naar de wal voor het gemeentehuis, kon het erg glad zijn door de kluiten grond die door de wagens uit het dikwijls dras sige land werden meegvoerd. Hoewel er een verordening was om de wagens schoon te maken voor ze op de openbare weg kwamen, bleek dit in de praktijk niet altijd goed uitvoerbaar te zijn. De hele Kerkweg en vooral de om geving van de brug waar de aanvoer plaatsvond, werd dan één glibberige massa. Menig voetganger of wielrijder kon daar niet overeind blijven en kwam te vallen. Dat veroorzaakte niet alleen pijn en moddrige kleren maar ook dik wijls de lachlust van de toeschouwers. Een van de eerste beleidsdaden van burgemeester P.A. Troost na zijn komst naar Waddinxveen in 1920 was het bietentransport na zaterdagmiddag twaalf uur te verbieden. De vrijwillige brandweer spoot dan de Afscheep piaats, de Kerkweg en het gedeelte van de Zuidkade bij de brug schoon met het oog op de drukte van de zaterdagmid dag en -avond en ten gerieve van de vele kerkgangers op de zondag. Een sfeervolle foto van de in 1924 gebouwde klapbrug over de Gouwe. (Uit: Toen Waddinxveen nog een dorp was). geigen ffleid 1 Swaalfde ent R100,- een zesi itocht. Blijkbaar wenste Gouda, dat de Gouwe PreföUnt vrijwillig onderhield, medezeggenschap J r in de brug. Vanaf 1720 was de stad Gou- De brug was omstreeks 1915 altijd een da dus voor een vierde deel mede-eige- gezellig trefpunt. De vele winkels aan De Waddinxveense brug ligt ongeveer bij het laden en lossen van de schepen, op de pude grens van Rijnland. In ver- Maar in de tijd dat de meeste goederen band met de waterkering bevond zich per schip werden vervoerd - vooraan de vroeger aan de brug een schotdeur, die Zuidkade bij de brug was het Goudse en daar öp verzoek of op last van Rijnland het Leidse veer - is dat wel te begrijpen, was aangebracht om zonodig het toestro- De houten ophaalbrug werd in 1859 af men van water uit het zuiden tegen te gebroken en vervangen door een draai- gaan. In 1515 was er sprake van zo’n brug. Een dergelijke brug was er ook in schut. Zoals het was met de houten Boskoop en in Gouda (bij het Bol- draaibhtg die in 1887 gebouwd werd, zal werk). In dat jaar werd ook de Af- het ook geweest zijn in de zestiende scheepsplaats, direct noordelijk van de eeuw: een smalle vaargeul en daardoor brug. in gebruik genomen. Het werk sterke’stroming van het water, dus moei- was aanbesteed voor 730,-. Door het lijk voor de schepen. ambacht werd daarin 600,- bijgedra- gen. draaibrug. Van deze brug is vooral be- De schout van Waddinxveen. Huijbert kend dat die op 12 december 1902 door Jansz. van Eijck, kreeg in 1583 vergun- een groep schaatsliefhebbers onklaar ning om de westelijke helft van de werd gemaakt (stuk werd gedanst) uit "Hooghe Brugh” te bouwen. De ooste- protest tegen het openbreken van de be- jijke. helft met de oprit werd gebouwd vroren Gouwe. De ijsbreker kon daard- door Bloemendaal. Het onderhoud oor niet verder en moest voor de brug kwamWoor gezamenlijke rekening. Op blijven liggen. deze'brug werd tol geheven, niet alleen Omstreeks 1900 was J. Hoogendoorn van doorvarende schepen, maar ook van chef-brugwachter. Hij woonde in de voetgangers en voertuigen. br'ugwachterwoning die dichtbij de op- In 1672 werd ons land besprongen door rit aan de Zuidkade stond. Later werd vier vijanden: Frankrijk, Engeland, de woning afgebroken, omdat het druk- Munster en Keulen. Het was met recht ker wordende verkeer over de brug dit een rampjaar. Het instellen van de wa- noodzakelijk maakte. In die tijd stond terlinie bleek voor het gewest Holland er aan de overzijde, aan het Jaagpad, di- éen uitstekende verdediging tegen de reet ten zuiden van de brug, een groot vijandige troepen te zijn. De bruggen te oud huis. Omstreeks 1890 woonden Waddinxveen en Boskoop werden in daar de dames Bos. 1673 ’’afgeworpen" om eventueel de Later werd dit huis door twee of drie ge- Fransen in hun opmars te stuiten. De zinnen bewoond. Na de afbraak van de Fransen zijn echter niet zo ver gekomen, brugwachterswoning werd een gedeelte ,4’roeger waren er mede-eigenaren in de van dat grote, oude huis aan de overzij- Waddinxveense brug. Een vierde part de dienstwoning voor de brugwachter, van ”de Hooghe Waddinxveense brug” Er werd direct noordelijk van de brug werd in 1704 door de executeur-testa- mentairs van Grietje Jacobs van Banc- ‘ken verkocht aan de ambachtsbewaar ders van Zuid-Waddinxveen. Ook het Goudse stadsbestuur is lange tijd mede- warm in de winter en men had er een eigenaar geweest. Deze stedelijke over- mooi uitzicht over de bocht in de Gou- 3e)dhadÖp29y^nt%i^<^>?00L^éèn wé.' awaalfde en-tBp 12 oktober 1-720 ypor J :esde dèeï van de‘ brug gé- naresse. Veel had het Goudse stadsbe stuur dan ook niet over de brug te zeg gen. Dat bleek wel uit het octrooi van de Staten van Holland en West-Friesland van: 1750, waarin bepaald werd welke tolgelden bij, de brug geheven konden worden. Het Octrooi werd verleend aan "Baillu. Schout en Geregt van Zuid- Waddinxvèen en aan verdere geïnteres seerden”. Vanaf 1720 genoot Gouda een vierde van de baten uit de tolheffing. In 1762 droeg Willem van der Hoeven, secreta ris van Bloemendaal, die kennelijk met de zaken de brug aangaande was belast, ger van de winkel ”De Rookwolk” met aan de thesaurier-ontvanger van de stad een kraam met sigaren en andere rook- Gouda 149 gulden, 13 stuivers en 14 artikelen aan de Zuidkade dichtbij de penningen af, zijnde de netto op brengst. In 1855 bedroeg het batig saldo voor Gouda nog 198,13 1/2. In 1861 was het gedaald tot 136,07 1/2. Ten- slotté heeft het Goudse stadsbestuur in 1911 aan Waddinxveen zijn vierde deel in de brug afgestaan, omdat het Goudse aandeel gedurende de laatste jaren niets had opgebracht. Bijna twee eeuwen was Gouda mede-eigenares geweest. -■'7- - -j “ZZ .y_— -

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1986 | | pagina 11