Vorming Agrarisch
Opleidingscentrum komt in
beslissende fase
I
'I z
Pagina 9
door Cees Bakker
Basisvorming
Twee blokken
Kleine school
Don Bosco MA VO.
Leegzuigen
Identiteit
Contact houden
Hoofdvestiging Boskoop
P. van Naarden.
Geen fusie
Maranatha MA VO.
Bestuur en leiding van de Christelijke
Lagere Tuinbouwschool, resorterend
onder de CBTB (Christelijke Boeren en
- i van me
ning dat de vorming van een AOC de
beste garanties biedt voor de toekomst.
Volgens directeur N. van Naarden
Wat de beide Boskoopse MAVO’s,
Maranatha en Don Bosco, betreft is er
voorlopig geen sprake van een fusie.
Directeur P. van Veller van de Marana
tha MAVO is wel blij met het door de
gemeente geformuleerde standpunt
maar plaatst een vraagteken bij de stel
ling dat de positie van beide MAVO’s
nogal zwak zou zijn. Tn welk opzicht
zijn wij zwak? Getalsmatig? Onze
school heeft jaren achtereen zo’n 175
tot 180 leerlingen gehad. Een jaar of
tien geleden is door de besturenraad
(een landelijk adviserende club) een on
derzoekje gedaan, waarna men vast
stelde dat onze school tot in de jaren ’90
stabiel zou blijven. Niettemin groeide
het aantal leerlingen tot 220,230 en dat
is nog steeds zo.’
Merkwaardig genoeg werd deze toena
me van het aantal leerlingen juist gerea
liseerd toen in Waddinxveen ’De Wad-
de’, een combinatie van MAVO en
LBO (lager beroeps onderwijs) ging
draaien. Wat hiervan de reden is kan
onmogelijk met harde feiten worden
aangetoond. Van Veller kan er slechts
naar gissen.
De huidige fusiedrang wordt in belang
rijke mate toegeschreven aan de veel
besproken basisvorming, waarvoor een
zelfstandige MAVO niet toegerust zou
zijn. Onzin, vindt Van Veller. ’Wat is
basisvorming eigenlijk? Het plan is om
straks de eerste drie jaar van het voort-
gezet onderwijs 14 vakgebieden voor te
schrijven, volgens een voorgeschreven
aantal uren plus een aantal uren vrije
ruimte, die de scholen zelf kunnen in
vullen. Je kunt bijvoorbeeld denken
aan godsdienstonderwijs. Na die drie
jaar volgt een soort toets en daarna
gaan de leerlingen meer gericht verder,
al naar capaciteiten.’
’Men stelt nu’, aldus Van Veller, ’dat
een combinatie van MAVO en LBO
daarvoor ideaal is omdat een MAVO
alleen niet in staat zou zijn bepaalde
vakken voor deze basisvorming te ge
ven. Als ik het rijtje afloop dan is dat
alleen techniek. Leerlingen gaan niet
achter een machine, het gaat om een
stekkertje in elkaar zetten, een koffie-
zetapparaat repareren of zoiets. Dat
kan hier ook en nu al zijn er voor ons de
mogelijkheden om hierin thuis te raken.
Dat de MAVO’s daarvoor een LBO
nodig zouden hebben is dus echt niet
waar.’
Dat is volgens Van Veller het voordeel
van een betrekkelijk kleine school in
tegenstelling tot de ’leerfabrieken’ die
elders ontstonden in de drang naar groei
door fusie. Op een grote school is een
leerling immers een ’nummer’, terwijl
op een kleine school de leerkrachten de
leerlingen bij naam kennen, ook hun
eventuele problemen, wat een betere be
geleiding als resultaat heeft. ’Er is na
tuurlijk ook meer controle, maar dat
vinden de leerlingen géén voordeel’,
zegt Van Veller met een grijns.
In Boskoop is wel gesproken over een
combinatie of fusie van scholen. Vooral
in de tijd toen plotseling eisen werden
gesteld aan de aantallen leerlingen (de
beruchte HEF-VO operatie die werd af
geblazen). Als gevolg daarvan ontstond
wel een complete fusie-rage, die massale
scholen-combinaties deed ontstaan.
’De Boskoopse MAVO’s hebben daar
aan niet meegedaan. Wel zijn er steeds
contacten geweest tussen scholen, be
sturen en directies. Die zijn er nog, maar
niet met de bedoeling tot een fusie te
komen. Gewoon contact houden en
overleg, meer niet’, aldus Van Veller.
BOSKOOP - Het onderwijs in Nederland valt van de ene turbu
lente stroomversnelling in de andere. Maatregelen en hervormin
gen - veelal ingegeven uit bezuinigingsoogpunt - volgen elkaar in
snel tempo op. Schoolbesturen en -hoofden dienen adequaat als
een bedrijfsleiding in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en
hebben daarbij meer dan ooit rekening te houden met de eisen
die de maatschappij, lees: het bedrijfsleven, stelt. Zoals overal
elders is ook in Boskoop de toekomst van het voortgezet onder
wijs een bron van voortdurende zorg. De middelbare en lagere
tuinbouwscholen zullen hoogstwaarschijnlijk opgaan in een
AOC, Agrarisch Opleidings Centrum. De twee MAVO’s zullen Tuinders BondRijn algemeen
in de nabije toekomst evenmin aan een vorm van samenwerking
kunnen ontkomen, wil de toekomst veilig worden gesteld, dat is
althans de mening van het gemeentebestuur in een notitie over wordt daarover uniform gedacht in
het onderwijs in Boskoop. In dit artikel de stand van zaken.
Boskoop. Met instemming heeft men
kennis genomen van de gemeentelijke
notitie, terwijl ook het bedrijfsleven
(standsorganisaties) hebben laten weten
dat ook zij de vorming van een AOC
zien als veiligstelling van het groene on
derwijs in Boskoop.
Mogelijk betekent dit een fusie tussen
twee blokken scholen; een protestants-
christelijk blok en een algemeen-bijzon-
dere (openbare). Het PC-blok behelst
agrarische CBTB-scholen in Gorkum,
Ottoland, Gouda, Alphen, Rijnsburg
en Boskoop. De algemeen-bijzondere
groep omvat agrarische (rijks)scholen
in Oegstgeest, Gouda, Lisse en Bos
koop. Met elkaar goed voor ruim 2.000
leerlingen.
Om de eigen identiteit van beide blok
ken te behouden zouden ze, zo is al
thans de visie van Van Naarden, naast
elkaar kunnen functioneren binnen één
stichting. Scholen binnen deze samen
werkingsvorm zouden gebruik kunnen
maken van eikaars gebouwen en facili
teiten, hetgeen volgens Van Naarden
perfect past binnen het bezuinigings-
plaatje. De directeur van de LTS erkent
volmondig dat er best probleempjes
zullen rijzen, met name waar het perso
nele kwesties betreft. Wat bijvoorbeeld
te denken als een leerkracht binnen de
stichting naar een andere school in een
voor hem of haar totaal vreemd gebied
wordt overgeplaatst. Eén van de vragen
waarop nog geen antwoord is te geven.
Van Naarden geeft ook aan dat de sa
menwerking zich toch voornamelijk zal
toespitsen tussen scholen die al een
vorm van verwantschap hebben. Be
langrijk is echter dat de vorming van
een grootschalige AOC toekomstper
spectief heeft. ’Met een kleinere club
red je het niet. Het departement gaat uit
1 van het bezuinigingsprentje. Wij moe
ten kijken hoe we de gelden zo goed
mogelijk kunnen besteden en daarom
moet de AOC zo groot mogelijk zijn’,
aldus Van Naarden die binnen dit
raamwerk wel aan de vorming van drie
centra denkt.
’Wij zouden’, zo stelt Van Naarden,
’het wel terecht vinden als Boskoop een
hoofdvestiging wordt, vanwege de loca
tie, de uitbreidingsmogelijkheden, de
bereikbaarheid en de band met het
boomkwekerij-gebeuren. ’Met de Bos
koopse MAVO’s ziet de directeur nu
nog geen mogelijkheden voor een ’hori
zontale koppeling’, slechts de mogelijk
heid tot een verticale binding. Niettemin
verliest Van Naarden de Boskoopse
MAVO’s, waarmee een goed contact
wordt onderhouden, niet uit het oog.
’We proberen de zaak op lokaal niveau
in de gaten te houden. We moeten zor
gen voor een goede onderbouw zodat
op termijn aansluiting buiten de ge
meente rimpelloos kan verlopen. Zo
moeten we ouders in staat stellen te
kunnen kiezen voor een school in de
buurt. Daar moeten wij voor zorgen,
zeker als de gemeenschap daar prijs op
stelt, als ik de notitie van de gemeente
Boskoop zo lees. Meer voorlichting en
advies aan ouders is daarbij heel belang
rijk’, aldus Van Naarden.
De bewering dat ouders kiezen voor
grote, gecombineerde scholen met in
terne doorstromingsmogelijkheden,
wordt door Van Veller niet onderschre
ven en de stabiliteit van beide Boskoop
se MAVO’s lijken dat te onderstrepen.
Van Veller: ’De stelling dat ouders de
voorkeur geven aan een gecombineerde
MAVO-LBO school heb ik hier nog
nooit gehoord. We krijgen hier natuur
lijk ook leerlingen van de basisschool
met een advies voor MAVO/LBO
maar die gaan allemaal met een MA-
VO-diploma de deur uit. Dat een leer
ling van een Boskoopse MAVO tussen
tijds overstapt naar een LBO-school
komt maar héél sporadisch voor. Ik heb
het in de laatste jaren maar één keer
meegemaakt. Meestal zal het dan ook
nog te maken hebben met een verhui
zing. We krijgen hier zelfs wel eens leer
lingen met uitsluitend een LBO-advies,
als de ouders en het kind het willen dan
lukt het. Wij hechten dan ook veel
waarde aan het advies van de leerkracht
van de basisschool. Die kent het kind
immers, een test is maar een moment
opname.’
Gezien de specifieke sfeer van beide
Boskoopse MAVO’s vreest Van Veller
niet voor een plotselinge uitstroom naar
scholen buiten Boskoop. Mogelijkhe
den om één van beide MAVO’s uit te:
breiden met een HAVO-top er op ziet
hij echter ook niet. ’Je praat dan over 60
of 70 leerlingen, dan zijn er gewoon te'
weinig om zoiets te starten in Boskoop.
Het ligt aan de politiek hoe de toekomst
er uit ziet. Dat zullen we goed in de
gaten moeten houden om tijdig in te
kunnen spelen als zich nieuwe ontwik
kelingen voordoen’, aldus Van Veller.
Het verdwijnen van de Rijks Hogere
Tuinbouwschool wordt algemeen als
een verlies ervaren. Over blijft de
middelbare school die te klein is om
verder zelfstandig door het leven te kun
nen gaan. Datzelfde geldt voor de lagere
Tuinbouwschool aan de Zijde, beide
scholen zijn betrokken in een proces,
dat moet leiden tot samenvoeging van
een aantal agrarische scholen tot een
AOC. Onder leiding van een proces
coördinator is de afgelopen maanden
druk onderhandeld over de vorm waar
in één en ander gegoten kan worden.
Omstreeks deze tijd worden deze ge
sprekken afgerond waarna advies zal
worden uitgebracht bij de minister.
Wat Boskoop betreft staat als een paal
boven water dat het onderwijs in het
boomkwekersdorp niet verder mag ver
schralen, nadat al een MAVO (Egelan
tier), een Huishoudschool en de Hogere
Tuinbouwschool verdwenen. In een ge
meentelijke notitie, politiek in brede
kring onderschreven, wordt samenwer
king tussen scholen ook gezien als de
aangewezen methode om te behouden
wat er nog is.
In deze notitie - waarover deze krant in
november 1988 berichtte - wordt gesteld
dat de positie van de beide MAVO’s,
Maranatha en Don Bosco, voor de toe
komst ronduit zwak is door een gebrek
aan mogelijkheden voor, wat moet
worden de basisvorming, hetgeen wel
licht ouders zal brengen tot het kiezen
van een andere school. Beide MAVO’s
hebben bovendien een relatief groot
aantal niet-Boskoopse leerlingen. Er is
geen reden om meteen al de alarmbel te
luiden maar het lijkt er op dat de MA
VO’s niet aan een stroomversnelling
zullen ontkomen.
’Bovendien’, zo betoogt Van Veller,
’moet er nog een politieke beslissing ge
nomen worden. Als basisvorming er
komt dan alleen als het bugettair neu
traal kan gebeuren en zo heeft de over
heid nog wel wat plannen. Voor ons is
ideaal gewoon zelfstandig te kunnen
voortbestaan waarbij op dit moment
niet wordt gedacht aan een fusie, wel
aan het onderhouden van contacten.
Natuurlijk weten wij ook wel dat het
streven van de overheid is gericht op
meer fusies, maar hoever men daar in
wil gaan wachten wij maar af.’
’Stel’, zo wijst Van Veller op een ge
vaarlijke kant van fuseren, ’dat wij sa
men zouden gaan met een school - ik
noem maar wat - in Alphen. Die scho o>l
zou ons helemaal leegzuigen. Dat is al
tijd het grote risico wanneer een kleine
school samengaat met een grote. Inder
daad, je haalt er het Trojaanse paard
mee binnen.’
Weekblad voor Waddinxveen - Woensdag 25 januari 1989
P. van Veller.
f
•1
X
I
I
I
Zorg en hoop
voor voortgezet
onderwijs in
Boskoop
'l
I
•j
3