KUNSTWERKEN OVER DE GOUWE De Gouwe in 1608 Coenecoopbrug uit 1987 Gouwe-aquaduct Waddinxveen Gouwe vandaag Gouwe te Boskoop Recreatievaart Boskoop Hefbruggen Haarlem en Gouda Gouwekaden Usselsluis Trekvaart Coenecoopbrug Woensdag 14 augustus 1991 Pagina 13 Alphen) aan den Rijn Zegerplas s' L 3 Boskoop Waddinxveen Hefbrug Waddinxveen Gouwe te Boskoop Hefbrug Boskoop r I ’SS x Mallegatsluis - Julian asluis Boezemgemaal ”mr. P.A. Pijnacker Hordijk” ’s-Molenaarsbrug - Dr. Albert Schweitzerbrug - Koningin Julianabrug Alphensebrug - Oude Rijn te Alphen aan den Rijn - Hefbrug Gouwsluis Spoorbrug te Alphen z Gouwe-aquaduct -Coenecoopbrug Gouda' Spoorbrug te Gouda er z V t V Woubrugge l'sl WADDINXVEEN - De zo’n 13 kilometer lange Gouwe stroomt al acht eeuwen door Waddinxveen, dat dit jaar 758 jaar bestaat. De Gouwe is nog altijd een eerste klas vaarweg met een rijke historie. Volgens de ge schiedschrijving voeren er zelfs oorlogsschepen óver dit water en wel in 1576 in verband met het Leidens beleg. Sinds 1656 vormt de eeuwenoude noord-zuid-vaarroute een directe verbinding tussen Amsterdam en Gou da, waar in 1306 de eerste sluis in de Gouwe werd gebouwd. .EYD, ERDER cc De Gouwe stroomt hier bijna 8 eeuwen De vaarwegen Amsterdam-Rotterdam in 1608 WADDINXVEEN - In Waddinxveen, maar ook vlak in de buurt, bevinden zich enkele bekende kunstwerken over de Gouwe. De brug te Waddinxveen heeft in 1984 een renovatie ondergaan, waarbij het oude houten dek door een stalen is ver vangen. Medio 1975 werd door rijkswaterstaat begonnen met de bouw van het aqua duct onder de Gouwe. Tijdens de bouw van het aquaduct behoefde de scheep vaart niet te worden gestremd. Wel moest rekening gehouden worden met enige beperkingen. Op 6 oktober 1981 werd het aquaduct door de toenmalige minster van Ver keer en Waterstaat Zeevalking ge opend. De totale bouwkosten hebben ongeveer 80 miljoen gulden bedragen. De totale (weg)lengte van het aqua- Woensdag 8 juli ...De brug is vanmorgen om plm. 8.15 4» 5 Anno 1991 is de Schinkel-Gouwevaart nog steeds een belangrijke vaarweg. Zo belangrijk voor de beroeps- en re- creatievaart dat zij op het nationale hoofdvaarwegennet is geplaatst. Alle kunstwerken op de route zijn - geheel volgens de in 1972 genomen besluiten - gedimensioneerd op schepen tot 2000 ton. Toch kan een schip van die afme tingen de vaarweg nog steeds niet beva ren. Moeilijk te verbeteren beperkin gen in het vaarwegprofiel zijn daaraan debet. Het traject Gouwe-Oude Rijn-Hei- manswetering kan schepen verwerken tot circa 1500 ton. Volgens de interna tionale klasse-indeling (CEMT) beho ren deze vaarwegen daarmee tot klasse uur in gebruik genomen, waarbij onder andere de hoofdingenieur en B. en W. van Waddinxveen tegenwoordig waren. rijkste datum in de geschiedenis van de vaarweg - gingen provinciale staten van Zuid-Holland accoord met voorstellen om het Zuidhollandse gedeelte van de vaarweg bevaarbaar te maken voor schepen tot 2000 tonIn een eerder sta dium hadden ook het provinciaal be stuur van Noord-Holland en de ge meente Amsterdam dit beleidsuit gangspunt onderschreven voor het op hun territoir gelegen deel van de vaar weg. Over een dergelijke ’’eerste klasse vaarweg” moesten bruggen wor den gebouwd met een minimum-door- vaartwijdte van 14 meter, terwijl de kolkafmetingen van de schutsluizen tenminste 120 bij 12 meter zouden moeten bedragen. Ter hoogte van Boskoop kent de Gouwe nog enkele zeer smalle gedeel ten. Reeds jaren wordt van provincie- wege geijverd voor de oplossing van dit welvaartsknelpunt. De verwachting is dat de verbetering van de Gouwe bij Boskoop binnen af zienbare tijd zal kunnen worden vol tooid, zodat een vlottere doorvaart kan worden geboden. Kanaalweg in de Victorwijk. De vaart en het pad liepen ongeveer midden door het bedrijventerrein Coenecoop, dat thans ontwikkeld wordt. Met de benaming Coenecoopbrug zal De recreatievaarroute Deltawerken- IJsselmeergebied, waarvan de Schin kel-Gouwevaart deel uitmaakt, is de enige nog ’’open” binnenvaarweg tus sen beide waterrecreatiegebieden. Hoogtebeperkende obstakels ontbre ken. In verband met deze kwaliteit wordt deze vaarweg ook wel aangeduid met ”staande-mast-route”. Woensdag, 7 oktober 1936. Weersgesteldheid: goed weer. Om 8 uur 's morgens werd door de Hoofd ir. L.T. v.d. Wal de brug offi cieel in gebruik gesteld. Tegenwoordig waren hierbij Burgemeester en Wethou ders van Boskoop, ir. de Kock van Leeuwen en ir. Hanskamp en verder bij de werken betrokken ambtenaren van de provincie en gemeente. De Boskoopse middenstand heeft aan deze dag een feestelijk aanzien gegeven door versiering van de brug en omge ving en door 's middags ten 4 uur 30 offi cieel ten raadhuize de brugwinkelweek te openen. Door een sjouwer werd voortgegaan met het bijstraten achter de loswal. duet, inclusief op- en afritten, bedraagt 700 meter, de breedte 50 meter en het diepste punt van de weg ligt 10 meter onder de waterspiegel. IV. Op de Ringvaart van de Haarlem- mermeerpolder kunnen echter slechts vaartuigen tot ongeveer 700 ton wor den toegelaten (klasse II). Voor de be roepsvaart is dan,ook met name het zuidelijke gedeelte van de route (glo baal tot en met Alphen) van belang. Het noordelijke deel is onder meer van betekenis voor het transport van kero sine naar Schiphol. Verschillende economische activiteiten in de regio zijn geheel of gedeeltelijk van het vervoer per binnenschip afhan kelijk. Jaarlijks passeren meer dan 15.000 beroepsvaartuigen, geladen met meer dan 4 miljoen ton (laadvermo gen) aan goederen de Julianasluis. De grote reconstructie van de Schinkel- Gouwevaart, waartoe in 1922 was be sloten, maakte ook de vervanging van de toen nog nieuwe ophaalbruggen te Waddinxveen en Boskoop noodzake lijk. In 1929 werd besloten dat de door- vaartwijdte van de nieuwe bruggen 25 meter zou worden, zodat twee schepen van 2000 ton er tegelijk door zouden kunnen varen. Voor deze grote over spanning werden hefbruggen ontwor pen met een doorvaarthoogte in geslo ten stand van 2,50 meter en een maxi male hefhoogte van plm. 35 meter;. In 1935 werd met de bouw van de bruggen begonnen. In verband met de slechte ondergrond werden de landhoofden gefundeerd op putten. De totale bouw kosten voor beide bruggen beliepen te zamen ongeveer 450.000,-. De belangrijkste aannemers waren: - voor de onderbouw: Hollandse Be ton Maatschappij - voor het constructiewerk: NV De Vries Robbé Zo; - voor het bewegingswerk: Werk spoor; - voor elektro-gedeelte: Heemaf; - voor het schilderwerk: Misset Hil versum. In 1936 werden de bruggen officieel in gebruik genomen. De opzichtersdag- boeken vermelden hierover: niet alleen een historisch verband wor den bevestigd tussen de brug en haar directe omgeving maar zal ook voor de weggebruiker duidelijkheid worden gecreëerd tussen de brug en de omge ving. Voor het vele vrachtverkeer van en naar bedrijvenpark Coenecoop zal dit de duidelijkheid ten goede komen. De Gouwe, ook wel aangeduid als Schinkel-Gouwevaart, welk vaarwater in de tweede helft van de vorige eeuw werd gereconstruceerd, is ook bekend als een onmisbaar onderdeel van de Staande-Mast-Route. Deze 95 kilome ter lange route verbindt het Ijsselmeer met de Deltawateren, twee beroemde Nederlandse vaargebieden. Alle soorten zeilschepen met masten tot 30 meter, maar ook plezierjachten en kano’s kunnen deze route gemakke lijk gebruiken. Alle bruggen zijn be weegbaar, dus de mast hoeft nooit ge streken te worden. Ook de diepte van de vaarroute, die 2,40 meter of meer bedraagt, kan voor de doorvaart geen belemmering vormen. Hoewel de Gouwe bevaarbaar zou moeten zijn voor schepen tot 2.000 ton is het in de praktijk zover nog niet. De Gouwe maakt dus deel uit van de vaarverbinding dwars door het vaste land van Holland. In acht eeuwen tijd heeft de vaarweg zijn bestaansrecht be wezen en een belangrijke bijdrage ge leverd aan het ontstaan en de ontwik keling van het Hart van Holland. En kele steden en dorpen ontlenen er zelfs hun naam aan, zoals Gouda (Gouwe- dam) en Woubrugge (Wou(d)bjug). In de middeleeuwen bestond de enige vaarweg van Amsterdam en het noor derkwartier van Holland naar de grote Zuidhollandse rivieren en stromen uit IJ, Spaarne, Haarlemmermeer, Oude Wetering, Braassemermeer, Woud- en Heimanswetering, Oude Rijn, Gouwe en Hollandsche IJssel. Aanvankelijk maakten echter de ter beveiliging tegen overstromingen opgeworpen dammen in het Spaarne en de mond van de Gouwe doorgaande scheepvaart on mogelijk. Bij deze dammen moesten de schepen hun goederen overladen, tenzij ze over de dam konden worden gehaald door middel van een overtoom. Deze bedrij vigheid trok mensen aan en zo ontston den ter plaatse verzorgingscentra: Spaarndam en Gouda. In 1286 werd onder Floris V in de dam in het Spaarne eerst een verlaat en later een houten sluis gebouwd,. De binnen vaart werd zo naar Haarlem getrokken. De eerste sluis in Gouda dateert van 1306, toen Jan van Beaumont er leen heer was. Eeuwenlang bleef de vaarweg via Haarlem en Gouda de enige toegestane noord-zuid-route. Beide steden pro beerden steeds op alle mogelijke wij zen te voorkomen dat door andere ste den kanalen werden gegraven. Am sterdam, dat ook binnenvaart tot zich wilde trekken, groef in 1413 de Kost- verlorenvaart tussen IJ en Schinkel, om zo de beurtvaart buiten Haarlem om naar Gouda te leiden (de eerste Schin kel-Gouwevaart). Haarlem legde daarop een dam in de Schinkel. In 1432 maakte Amsterdam een overtoom op de dam, maar Haarlem zorgde ervoor dat alleen de kleinere schepen binnen door gingen. Amsterdam probeerde het nog eens met een alternatief via Amstel, Drecht en Aar, maar ook deze route werd door Haarlem onbruikbaar gemaakt door het opwerpen van een dam: de Bilder- dam. Het zou nog twee eeuwen duren voordat Amsterdam een directe ver binding met Gouda zou krijgen. De sluis in Gouda was een keersluis, die alleen bij gelijke waterstand kon worden geopend. Daardoor ontston den grote opstoppingen, waarvan de toenmalige Goudse ’’middenstand” danig profiteerde. In 1436 kwam een tweede keersluis tot stand, die samen met de al aanwezige Donkere Sluis één grote schutsluis vormde. Het opont houd voor de scheepvaart bleef echter groot. Ook was de vaarweg door Gouda door de beperkte afmetingen en de ongunstige ligging van de sluizen al leen voor de kleinere schepen bruik baar. Tijdens het beleg van Leiden bleek de wenselijkheid om met oor logsschepen vanuit de Hollandsche IJs sel de Rijn te kunnen bereiken. Zo kwam in 1576 op aandringen van Prins Willem I de Mallegatsluis tot stand. Grote oorlogsschepen konden nu via de Turfsingelgracht op de Gouwe ko men. Men wilde voorkomen dat de route buiten Gouda om ook door vrachtschepen zou worden gebruikt en daarom werd in de sluis een vlot ge legd. Pas later werd deze ook voor de binnenvaart opengesteld. Op 5 februari 1895 kwam het vaarwater van de Hollandsche IJssel tot de Ring vaart van de Haarlemmermeerpolder in provinciaal beheer. De eerste pro vinciale werken waren met name ge richt op het verbeteren van de Gouwe kaden, waarbij net name de slappe on dergrond voor de nodige problemen zorgde. Ook werd een aantal kanaal verbredingen (onder andere Alphen en Boskoop) en bochtafsnij dingen in de Gouwe uitgevoerd en werd de gehele vaarweg op diepte gebracht. De gebrekkige capaciteit van de Malle gatsluis was omstreeks 1910 voor de provincie aanleiding om de minister te verzoeken deze rijkssluis te verbete ren. Dit zou echter een langdurige stremming van de scheepvaart inhou den. Omdat de minister het verder niet juist achtte dat een rijkssluis in een pro vinciale vaarweg ligt, was ook de aan leg van een nieuwe IJsselsluis van rijks wege niet te verwachten. Wei werd een subsidie in het vooruitzicht gesteld voor de bouw van een nieuwe (provin ciale) sluis, afhankelijk van de over name door de provincie van de nog aanwezige rijkswerken (waaronder de Mallegatsluis). Deze overname vond plaats in 1918. Op 19 december 1922 - een zeer belang- In 1927 werd een begin gemaakt met de bouw van een nieuwe IJsselsluis (de Julianasluis) en het graven van nieuwe verbindingen tussen de sluis en de Gouwe (het Gouwekanaal) en tussen de sluis en de Hollandsche IJssel (de Voorhaven). Dit werk, dat voor een deel in het kader van de werkverschaf fing werd uitgevoerd, werd in 1935 vol tooid. In de dertiger jaren werden ook de hefbruggen over de Gouwe in Wad dinxveen (1936), Boskoop (1936) en Gouwesluis (1938) opgeleverd. Na de Tweede Wereldoorlog werd, voortbedurend op het besluit 1922, de verbetering van de Schinkel-Gouw- vaart voortgezet. De ’’brug der zuch ten” (Alphensebrug) en de Woubrug- sebrug werden in 1953 op de gewenste afmetingen gebracht. In 1958 werd de nieuwe ’s-Molenaarsbrug in gebruik genomen, waarmee de vaarweg - voor wat de kunstwerken betreft - de 2000- tonners zou kunnen ontvangen. Bij de Julianasluis in Gouda passeren jaarlijks zo’n 13.500 pleziervaartuigen. Voor de pleziervaart is ook het traject ten noorden van Alphen van bijzon dere betekenis. Dit blijkt onder andere uit het aantal pleziervaartuigen dat jaarlijks Woubrugge passeert: bijna 30.000. Langs dit routedeel liggen ver schillende belangrijke waterrecreatie gebieden (Braassemermeer, Westein- derplassen, Nieuwe Meer). De plezier vaart op de Schinkel-Gouwevaart is overigens nog steeds groeiende. In 1986 hebben de beheerders van de over in de staande-mast-route gelegen kunstwerken besloten om - voorzover dat nog niet gebeurde - de bruggen en sluizen ook op zondag in het recreatie- seizoen te bedienen. WADDINXVEEN - De huidige Coe necoopbrug - de gereconstrueerde voormalige brug in rijksweg A 12 (Utrecht-Den Haag/Rotterdam) - werd in 1987 in gebruik genomen. Vijf jaar geleden gaven Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op verzoek van de colleges van B. en W. van Moordrecht en van Waddinxveen toestemming tot het gebruik van de naam Coenecoop brug. Beide gemeenten vonden het belang rijk dat vanaf de heringebruikname aan de brug een officiële naam werd gege ven. De toenmalige aanduidingen voor ”de brug over de Gouwe””de Gouwe- brug” of ”de Rijkswegbrug” zijn noch officieel noch in de volksmond aan vaard en eensluidend. Ook omdat er vele bruggen over de Gouwe en de rijksweg zijn, leidden de aanduidingen niet zelden tot misver standen. Met de benaming ’’Coene coopbrug” is die onduidelijkheid weg genomen. In 1656 kreeg Amsterdam dan einde lijk zijn directe vaarverbinding met Gouda. De Staten van Holland gaven namelijk op 6 april van dat haar toe stemming tot het maken van een trek vaart tussen beide steden. Van Amster dam liep deze vaart door Amstel, Drecht, via een nieuw te graven vaart naar de Aar en van de Aar door een nieuwe aftakking naar de Oude Rijn te genover de Gouwesluis. In eerste in stantie mocht deze vaart uitsluitend voor p^ssagiervaart worden gebruikt, maar ij, 1670 wist Amsterdam gedaan te krijgen dat alle nog bestaande be- lemmeiyigen werden opgeheven. Sindsdj kent Holland geen ’’verbo den” verten meer. Drecht en Aar werden in 1824 en 1825 verbeterd en uitgediept en de kunst werken werden vernieuwd. Al spoedig werd echter duidelijk dat de nieuwe, vaarroute niet aan de eisen van het snelgroeiende scheepvaartverkeer kon voldoen. In de laatste helft van de vorige eeuw werden daarom verschillende plannen ontwikkeld voor de verbetering van het vaarwater van Noord-Holland naar Rotterdam. Het plan dat tenslotte - aangevuld en gewijzigd - zoü worden uitgevoerd was uitgewerkt in een rap port van Stieltjens en Van der Hoeven en betrof de verbetering van Schinkel, Ringvaart van de Haarlemmermeer polder, Oude Wetering, Braassemer meer, Woud- en Heimanswetering, Oude Rijn en Gouwe: met andere woorden de reconstructie van de zoge naamde Schinkel-Gouwevaart. De Coenecoopbrug, ook wel bekend als de brug in voormalige rijksweg 12 is een elektrisch bewogen basculebrug. De doorvaarthoogte in gesloten stand bedraagt 4,44 meter, de doorvaart- wijdte van het beweegbare gedeelte 14 meter. De vaste overspanning heeft de zelfde afmetingen. In verband met het feit dat door inge bruikname van het Gouwe-aquaduct in 1981 de brug in het voormalige tracé van rijksweg 12 geen onderdeel meer uitmaakt van het rijkswegennet, is per 1 augustus 1984 de brug door de provin cie overgenomen. Gedeputeerde Staten hebben op sug gestie van burgemeester en wethouders van Waddinxveen de brug de naam ’’Coenecoopbrug” gegeven. Deze naam is afkomstig van een poldertje van voor de uitvening en drooglegging van de Zuidplaspolder. Over het water worden eenheden ver voerd, die niet of slechts zeer moeilijk op een andere wijze te transporteren zijn. Hierbij kan worden gedacht aan grote constructie-onderdelen en con structies (silo’s, offshoreprojecten, groot materieel, e.d.). De Schinkel- Gouwevaart biedt door de gunstige di- mensionering van de kunstwerken goede mogelijkheden voor dergelijke bijzondere transporten. In de beroepsvaart is sinds het begin van de zestiger jaren een schaalverde ling aan de gang. Kleinere schepen rui men het veld voor schepen met een steeds grotere laadvermogen. X Deze foto stamt nog uit de periode dat er in de Gouwe volop gezwommen werd. De zwem- en waterpolovereniging De Gouwe hield in de jaren vijftig en_zestig herhaaldelijk zwemwedstrijden in deze rivier. (Foto: Archief). Van dit gebiedje liepen vroeger een pad en een vaart naar de Gouwe, die De naam Coenecoop is afkomstig van vermoedelijk aansloten op de huidige een gebiedje (poldertje) van voor de uitvening en drooglegging van de Zuid plaspolder in de gemeente Waddinx veen en was gesitueerd ter hoogte van de huidige kruising Plasweg/Bredeweg. 73 *>EN' IEERTVL1 OCHT T>c t F y

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1991 | | pagina 13