50 JAAR BEVRIJDING WADDINXVEEN 1940-1945 Plan voor onklaar maken van hefbrug ging niet door ’Als ik gepakt wordt, blijf dan bij m’n moeder komen en bidt voor me In Waddinxveen waren tijdens oorlogsjaren veel onderduikers Will Pagina V Oorlogsgraven op de oude begraafplaats aan de Kerkweg-West. (Foto: SjaakNoteboom). Vervolg van vorige pagina ze huiveren en geven elkan der een arm. ’t Is net of ze Toon een beetje kennen. Ook de mevrouw weet de weg. We gaan het hekje door, dat 15 vers 13‘. Vreemd, ’t was net of hij z’n dood voorvoelde. Tegen z’n vriendin had hij de avond als ik gepakt wordt, blijf dan bij m’n moeder komen en bidt voor me. Nou, dat is gebeurd ook, tot de dood van Toons moeder mensen bij gevechten zijn ge dood. Lubbert Rozeboom was één van hen. Hij vloog met zijn machine boven de Bloe- mendaalse polder dichtbij de ‘Dus hij was getrouwd en had kinderen'. ‘Jazeker. Eerst is hij in Dor drecht begraven, waar hij omkwam. Daardoor wist zijn ven was. Wel werd hij ver mist. Maar dan blijf je hopen. Zou hij nog terugkomen? Er was sprake van een naams- ‘En dit is het graf van J. Son- neveld', zegt het meisje, ter- zelfs nog wat dag. ‘Kom deze kant uit....‘ Ook in Waddinxveen hebben Joden ondergedoken gezeten, bij mensen aan de Noordka- de, bij een onderwijzer aan de Oranjelaan, bij een dokter aan de Kerkweg. Soms was het een heel gezin, soms een enkel kind. Niemand mocht weten dat ze er zaten, niemand mocht him namen kennen. Verraad zat overal, ook hier helaas door de sublieme Britse in lichtingendienst, hoopte je datje een paar maanden kon opereren tegen de vijand in bezet gebied, om dan terug te keren teneinde nieuwe agen ten op te leiden. De gemiddel de actieve dienst van een ge heim agent in de Tweede We reldoorlog duurde een paar maanden. boeren in de omgeving en ook wel bij burgers op zolder en in geheime bergplaatsen. Ook neergeschoten Engelse pilo ten, die niet waren gepakt, moesten geholpen worden. Zelfs in ’t Weegje zaten onder duikers. En dan de Joden niet te ver geten.... Zij moesten zich allemaal ver bergen, omdat zij niet hoor den tot het goede ras.... Eerst gingen ze naar kamp i Drente en daarna naar de vemietings- en Oost-Europa, zoals Ausch witz, Sobibor en Bergen-Bel- sen. Op hun kleren moesten ze een gele David-ster dragen ligt hij even zijn hoed op. ‘Nu is ’t genoeg', zegt hij, in eens van toon veranderend, "t Beste Nederlander Over Jan Molenaar en al zijn maten is Pieter Hans Hoets in zijn boek ‘Englandspiel ontmaskerd1 heel duidelijk. ‘Ze hebben niet alleen een- zeer belangrijke bijdrage ge leverd tot het slagen van de invasie en de bevrijding van Nederland, zij behoorden ook tot onze beste Nederlanders', schrijft hij. ‘Hun door is daar om ook nooit zinloos geweest: zij zullen voor ons en ook voor de komende generaties een lichtend voorbeeld blijven. Deze verzetsstrijders bleven doorvechten toen alles verlo ren scheen en zetten zich vol- Aan de stille reddingsactie van Waddinxveen hangt in het gemeentehuis een herinneringstableau, be staande uit vier tegels. Het is een geschenk van de stad Rotterdam aan ons dorp. Je ziet er de wapens op van de beide plaatsen, die zijn verbonden door de ke tenen van gevangenen en door de Nederlandse vlag. De datum 11 november 1944 staat er boven bij een opkomende zon. Want wat bleek op de mor gen na de nacht? Er waren maar liefst 700 Rotterdammers uit de klauwen van de vijand ge red. Op de tegel staat een toe passelijke tekst: Poort ge opend, mond gesloten! in de zomer en het najaar van dat oorlogsjaar en de derde (Jordaan) is op 3 mei 1945 twee dagen voor de bevrijding door de Amerikanen - in het Oostenrijkse concentratie kamp Mauthausen ziek en uitgeput omgekomen. Na tuurlijk wist Jan Molenaar met al zijn collega’s dat hun opdracht als geheim agent in door de vijand bezet gebied le vensgevaarlijk was. Ze waren bereid om enorme risico’s te nemen, want volgens het oor logsrecht wordt een gevangen spion niet als krijgsgevange ne aangemerkt. Spionnen krijgen de kogel of worden onthoofd. En velen werden eerst gemarteld om hen te dwingen hun geheimen en contacten prijs te geven. Dat mag niet volgens het oorlogs recht. Maar het werd gedaan. Speciaal door de Duitse Si- cherheitsdienst (SD). Desal niettemin was er altijd aan bod van Nederlandse agen ten. Als je werd uitgestuurd Hij was21jaar. Links van Toon is het graf van Cornells Both. Ook hij kwam op 11 mei 1940 om het leven. Hij werd 35 jaar en Ook de tekst op dit graf zal ik stierf als dienstplichtig sol- niet vergeten'. ‘Dit is net het oorlogsmonu ment in het klein, ook zo’n Wij hadden dus ook een ver zetsgroep. Daar in een huis aan het Noordeinde kwamen we bij elkaar. Het huis staat er niet meer, maar de plek weet ik nog goed te vinden, ’t Was op nummer 95. Vanwege de veiligheid ge bruikten we alleen maar voornamen: Gerrit en Annie, Arie en Jo, Wim en Arnold. Ook in de Nesse hadden we een vergaderplaats in een bi bliotheekje. We deden sabotagedaden: ka bels die onder de Gouwe la gen, werden doorgesneden, zodat verbindingen werden verbroken, telegraafpalen werden omgehakt. Gevaar- naar Duitsland, bijvoorbeeld naar Swinemünde, dat is heel ver weg, waar nu de grens met Polen is. Natuurlijk waren er mannen die probeerden onder te dui ken. Anderen kregen de kans niet. En er waren mannen die zich niet wilden verstoppen. Ze gingen, omdat ze van de nieuwe overheid de oproep gekregen hadden van de te werkstelling en ze meenden die te moeten gehoorzamen. ten in dezelfde plaats en op dezelfde fabriek werkten, konden elkaar wel helpen en opbeuren. Gelukkig zijn er velen terug gekeerd. Helaas niet alle maal, zoals je ziet'. Een ogenblik nog staan we voor de graven. Nu begint ’t een beetje donker te worden. Het vooijaar geurt. De kerk- hofbomen ruisen zacht. We lopen het pad terug. ‘Er zijn meer Waddinxveners te betreuren. Denk aan de mensen die Jehova Getuigen waren. Ook zij wilden Hitler en z’n leugenbende niet vol gen. Dat zeiden en schreven ze openlijk. Ze werden gevan gen genomen en weggevoerd. Eerst naar het kamp Vught en daarna: de vrouwen naar Ravensbrück, de mannen naar Auschwitz. Echtparen bleven niet bij elkaar, gezin nen vielen uiteen. Ook mogen we Van Vuuren niet vergeten die in Valken burg bij Den Haag werd ge dood. Hij stierf als militair op de eerste oorlogsdag. En hier in het graf van de fa milie Oudijk ligt hun zoon WADDINXVEEN - We zijn weer terug bij het oude kerkhof van Waddinxveen. Daar liggen de slachtoffers van de oor log. Daar zouden we toch even gaan kijken, volgens de af spraak. ‘Hier ligt Toon‘, zegt de meneer, “kom nu maar even mee. Het is nog licht genoeg om zijn graf te kunnen vinden1. Elly. Heel soms waagden Joden zich toch op straat, zonder ster en met heel veel lef, want het risico was groot. Ook de helpers liepen groot gevaar. Als Joden werden ge snapt, gingen ook hun be schermers naar de gevange nis en een onzekere toekomst tegemoet. In Vlaardingen was een ver zetsgroep die ’De Geuzen’ heette. Die organisatie stuur de mensen uit om ook in an dere plaatsen verzetsgroepen te vormen. Bij ons kwam Jan Kijne. Als hij berichten zond, leek het erop of jij onderwij zer was, die schriftelijke les sen gaf. Als je wist waarover het ging, kon je z’n berichten volgen, geheimtaal. In Waddinxveen was zo’n ver zetsgroep moeilijk te vormen. Ook andere hulpdiensten kwamen eerst niet van de grond, zoals de Koningin Wil- helmina-garde, die meisjes en vrouwen aanzette tot ver- pleegwerkzaamheden. Op een dag stopten de brie ven van Jan. Toen is iemand bij ons van daan in Vlaardingen gaan vragen wat er aan de hand was. En wat bleek? De Geu zen waren verraden, opge pakt en gevangen gezet in de strafgevangenis van Scheve- ningen, die de bijnaam had: het Oranje-hotel. In de duinen bij Den Haag, op de Waalsdorpervlakte zijn ze allemaal doodgeschoten: 18 mannen, ook Jan Kijne. De dichter Jan Campert, naar wie in Waddinxveen een straat is genoemd, heeft er een gedicht over geschreven: ‘De achttien doden'. Aandachtig zegt de vrouw de regels op: ‘Een cel is maar twee meter lang en nauw twee meter breed, wel kleiner nog is het stuk grond dat ik nu nog niet weet, maar waar ik naamloos rus ten zal, mijn makkers bovendien, wij waren achttien in getal, geen zal de avond zien‘. Even zwijgt de vrouw, dan ledig in voor Nederland in de donkerste jaren uit onze ge schiedenis. Daarom is het voormalig verzet, met vele andere Nederlanders, hen ruim 45 jaar na ’t einde van de Tweede Wereldoorlog nog steeds niet vergeten'. ‘De meesten van hen zijn geval len zonder in de gelegenheid te zijn geweest tegen de be zetter te opereren zoals ze zich dat voorgesteld hadden, omdat zovelen direct na de landing gearresteerd werden. Dat is erg geweest. Maar ze zijn gegaan - terug naar bezet Nederland, terug in de greep van de nazi’s, waaraan de meesten zich net ontworsteld hadden. Ze zijn teruggekeerd, bereid om hun leven te geven voor Nederland1. Wat de Ne derlandse agenten van het Englandspiel, zoals Jan Mo lenaar, hebben gedaan, staat te lezen op het aan hen gewij de monument in Den Haag aan de Hoge Weg bij de Sche- veningse Bosjes en de Water partij: ‘Zij sprongen in de dood voor onze vrijheid'. zia. Ik weet zelfs de datum nog: 10 november 1944. Ze werden zomaar gevan gen genomen in hun wo ning en op straat om te werken voor de Duitsers, die hun eigen jongens no dig hadden voor het front. Er was geen ontkomen aan daar in Rotterdam. Mee moesten ze, vijfdui zend mannen tussen de 17 en 40 jaar, naar plaatsen ergens in Nederland en Duitsland. Grote groepen werden in boten en trei nen vervoerd. Afscheid ne men was er vaak niet eens bij. Terwijl het bevel was gegeven kleding, schoe nen, dekens, eetgerij en brood mee te nemen, wa ren er die de tijd niet had den gekregenom hun spul len in te pakken. Laat in de avond kwam er ook een stoet Rotterdam mers door Waddinxveen. Zij moesten lopen, langs de Zuidkade, de Oranje laan en de Noordkade naar de in aanbouw zijnde gebouwen van de fabriek Van Dobbelmann, de late re NKF. Daar maakten de nazi’s onderdelen van Vl’s en V2’s, griezelige onbeman de vliegtuigen die op een bepaald moment ontplof ten, vliegende bommen dus. De Waddinxveners die aan de route woonden, waarlangs de gevangenen werden voortgejaagd, hoorden het geloop van die mensen en het ge schreeuw van de bewa kers. Nieuwsgierig kwam men even kijken. Wat zou er aan de hand zijn? En toen gebeurde het De nieuwsgierigheid sloeg om in hulp. Eerst kregen de gevange nen gauw wat in hun ge stopt: een beker water, een appel of een boterham. Maar het kwam ook voor dat als een soldaat niet goed oplette een man of een jongen uit de stoet werd getrokken een huis deur binnen of een tuin poort. Zij werden gered! Helaas hebben de anderen die niet konden worden geholpen onmenselijk ge leden. In Duitsland was het bestaan vreselijk hard, ook al omdat de ste den daar steeds vaker en feller door de Engelsen werden gebombardeerd. De Rotterdammers die er terecht kwamen, moesten zware arbeid verrichten aan wegen en spoorlijnen. Eten en kleding kregen ze nauwelijks. Velen stierven van uitputting en honger. En wie het overleefde, kon je nauwelijk herkennen, zo uitgehongerd en be rooid als ze waren, over dekt met luizen en besmet door de ellendigste ziek ten.... WADDINXVEEN - ‘Pikten jullie dat dan allemaal maar?1, klinkt de verontwaardigde stem van één van de meisjes ‘ook stom!' 'Nee!', zegt de vrouw fel. Ze loopt nog steeds met de fiets aan de hand en houdt even haar pas in. Ze wil het hele verhaal wel vertellen: ‘Nee, zeker niet! Er kwam verzet. lijk werk. En als de bezetter genoeg van al die tegenwer king kreeg, konden ze on schuldig mensen als gijzelaar gevangen zetten. Ook verspreidden we illegale kranten, zoals Trouw en Vrij Nederland, daar stonden be trouwbare berichten in. We werkten samen met LO- groepen in Alphen en Bos koop. Wij waren met ons tie nen. Eén van ons zat in Bos koop op het Distributiekan toor. Daar konden ze per soonsbewijzen vervalsen voor de onderduikers en extra bon kaarten krijgen. Ook hielpen we de onderduikers bij het vinden van een onderduik adres. We hadden een geheime code, een wachtwoord. Dat moest, niemand wist immers of er een verrader voor ’m stond. Je mocht ook niet te veel we ten en niet te veel vragen. Waar onderduikers waren te rechtgekomen tenslotte, wist je vaak niet. Soms dreigde er onraad en moest je zelf onderduiken; werd je gepakt, dan wachtte het concentratiekamp en voor velen de dood. Ik heb eens bij een kennis van de ondergrondse ondergedo ken gezeten: Daar was een schuilhokje achter een onop- WADDINXVEEN - We wandelen langzaam de hef brug op. ‘Zat daar nu die Toon gevangen?', vraagt een meisje, wijzend op het brugwachtershuisje. ‘Ja, daar onderin, dat was een wachtlokaal van de Duit sers. Ze moesten de brug bewaken', zegt de man. ‘Ook daar zaten ze in één van de grote huizen', hij draait zich om naar de Nesse. ‘Burgeringenieurs waren het, die werkten voor de Werhmacht'. En dan opkijkend één van de heitorens. ‘Weetje dat ze de brug nog onklaar hebben willen maken? Dan konden onze bevrijders er niet over heen. ’t Is niet doorge gaan, maar bij een proef- aanslag werd wel de bo venkant ontzet'. Midden op de brug blijven we staan aan weerskan ten van de verteller. Hij wijst over de rivier in de richting van Gouda. ‘Daar aan het eind, vlakbij de Wilhelminakade, heb ben de bezetters nog een rij huizen en fabrieken af gebroken om een schoots veld te krijgen voor het ge val de geallieerden zouden komen over de rijksweg vanaf Utrecht. Ze sloopten een bakkers winkel, een houtzagerij en een fabriek waar speel goed en schoolborden wer den gemaakt. Ook burgers raakten hun huizen kwijt. De rijksweg was meerma len doelwit van bombarde menten. Zo beschoten En gelse jachtvliegtuigen eens een Duitse vrachtau- tocolonne. Het pontje over de Gouwe dat daar was, is in die tijd verdwenen. Ik weet nog datje om overgezet te wor den 2 cent moest betalen, met fiets kostte het 3 cent... Even zwijgt de meneer, dan zegt hij, in de verte starend: Ook uit die richting zijn zij gekomen. Die gebeurtenissen ver geet ik nooit. De jongens en mannen van de Rotterdamse raz- daat bij Dordrecht'. ‘Hier rust onze innig geliefde man en vader', zegt iemand zuil', zegt het kind. ‘Er staat hardop, een rood-wit-blauwe vlag op 1 en onderaan zijn gouden leeuwtjes'. ‘Lees eens wat er op de zuil staat'? vraagt de meneer. ‘Bij u schuil ik. Psalm 143 familie eerst niet dat gestor- vers9b' --”T 1-J 1 'Juist', verklaart de vrouw, ‘want toen Toon gepakt was, vond z’n moeder naast z’n bed een opengeslagen boekje met verwisseling. Maanden later een oude bijbeltekst: werd dat ontdekt. Toen is Wie in de schuilplaats des Al- Cornells Both opnieuw begra ven, hier op het kerkhof van Waddinxveen en op zijn steen kwam te staan: Wel verloren maar niet vergeten. Een toe- vallend luikje. Midden in de nacht werd er op m’n deur ge bonsd. O, wat schrok ik. Waar is het luikje, dacht ik hoe gaat ’t open! M’n hart sloeg in m’n keel. Nu hebben ze me gevon den.... ’t Viel gelukkig allemaal mee. Er was geen verraad. Engel sen hadden wapens afgewor pen boven de polder en een lichtkogel gaf de plaats van de dropping aan. Daarvoor maakten wakker. Natuurlijk was ik vreselijk opgelucht en tegelijk ook vre selijk bang. Nee, ’t viel niet mee om van het weinige wat je had te delen met de onder duikers. De boeren in de omgeving konden ook niet zo veel doen, als ze wilden tenminste. Ze moesten het overgrote deel van hun oogst aan de vijand afdragen. Ook de mensen uit de steden, die honger leden en hun mooiste sieraden en duurste kleren wilden ruilen voor eten, konden ze vaak niet helpen'. Dan valt de meneer in de rede en z’n stem klinkt een beetje bitte: ‘Toch waren er ook al tijd mensen die er beter van werden, door de zwarte han del....' Arie. Hij kwam om bij gevech ten in Delft, ook hij verloor op vervolgt ze: 11 mei 1940 het leven, 20 jaar ‘Gelukkig kwam hier wel oud. Ook hij is gevallen voor zijn vaderland. Vooraan rechts van het poort- gebouwtje weet de meneer de grafsteen te vinden. Opnieuw die zich niet vrijwillig meld den voor moesten onderduiken. Zij wil den niet voor de Duitsers Wordt veel te laat. Kijk ’ns, ’t werken en verstopten zich bij moet bij half tien zijn. We gaan naar huis!' 'Zijn alle verhalen dan ver teld?', vragen de meisjes. ‘O nee', antwoordt de vrouw. ‘Dat niet, maar tochzegt de man. ‘Wij mogen nog wel even: morgen is ’t vrij en de avond is nog niet om...' ‘Jullie willen alles horen? Nou vooruit, loop dan nog maar mee'. ‘Is het voor jullie niet te zwaar, al die herinneringen?' Westerbork in vraag ik. d J~ ‘Als juliie maar niet te vlug kampen in Duitsland lopen', is het antwoord van de meneer. Hij wil z’n verhalen wel kwijt. ‘Ik ga nu naar huis', besluit de mevrouw “’t is waar, het met daarop het woord: Jood, grijpt je altijd nog aan, maar wat er gebeurd is, moet ver teld worden. Als we de ge schiedenis niet doorzien, kan alle ellende ons weer overko men. Ik ben moe, begrijp je'? Als de vrouw wegrijdt op haar fiets, zegt de man: ‘Ik kan het begrijpen. Ze heeft alles van zo dichtbij meegemaakt'. Op staat is het minder som ber dan onder de bomen van het kerkhof. De hemel toont Thuis heb ik nog een foto van 1 ‘T’’ 1 een j00(is meisje. Ze heette Sara, maar we noemden haar lerhoogsten is gezeten, ver nacht in de schaduw des Al- machtigen. Dat boekje lag ook op z’n kist. Op 4 oktober werd hij begraven. Iedereen passelijke tekst', was er. Maar ’t was gevaar- 1 lijk. Natuurlijk werd er geke ken of er verzetsmensen op de wijl ze nog een stap naar begrafenis waren'. links doet. ‘Hij is na de oorlog ‘Hier rust Toon Pille, geboren gestorven. Kijk maar. Op 26 18 augustus 1921', lees ik en juni 1945. Waarom ligt hij ‘in de ondergrondse strijd hier dan'? voor zijn vaderland gevallen Tlij moest naar Duitsland 30 september 1944. voor dwangarbeid. Zeventien Niemand heeft liefde dan de- jaar was hij pas, toen hij ging, ze, dat iemand zijn leven zet Hij is in Duitsland ziek ge- voor zijn vrienden Johannes worden, van verdriet of ont bering en een maand na de bevrijding overleden. 21 jaar oud en ook gevallen voor het vaderland'. voor z’n arrestatie gezegd: Jo, Waarom ging hij toch'? -1--11 ‘Je moest. Eerst de alleen staande mannen, later ook de getrouwden, vaders van kin deren. Hele fabrieken werden zo leeggehaald. Ze gingen ze me ‘Hoe komt hij hier nu te recht'? We vertelden toch al, dat er Je hoort alleen het knerpen in de eerste oorlogsdagen veel van het grind. We vinden 4 graven. ‘Daar ligt hij in het midden', wijst de vrouw met een klein gebaar. De man neemt even z’n hoed Gouwebrug. Sergeant-marco- af. nist was hij. Toen werd z’n ‘Op de plaats waar Toon is vliegtuig neergeschoten. doodgeschoten staat een hou- Lees het opschrift van zijn ten kruis met het opschrift: grafsteen maar: Hier viel op 30 september Getrouw tot in den doedt. Ge- 1944 in dienst van het vader- vallen voor het vaderland te land Toon Pille oud 23 jaar. Ik Waddinxveen op 11 mei 1940. weet het precies en vergeet die regel nooit. Schoolkinde ren uit Gouda hebben het kruis geadopteerd en zorgen voor bloemen. Weekblad voor Waddinxveen - WOENSDAG 3 MEI 1995 Wat eng', zeggen de meisjes, zijn we allemaal bij haar blij- 1 - ven komen'. Nu klinkt er iets blijs in de stem van de me vrouw. Wie liggen hier nog meer'? willen wij weten. helemaal links toegang geeft ‘Rechts van Toon ligt Lubbert tot de begraafplaats: ‘Neder- Rozeboom uit Bedum in Gro- De jongens die bij elkaar za- landse oorlogsgraven', staat ningen'. erop. We lopen door de stille hof tot helemaal achteraan. een LO-groep van de Landelijke Organisatie voor hulp aan on derduikers. En onderduikers waren er veel. Jonge mannen de Arbeidsinzet, - A ,|W 1 o 7//W///////' I ■."u-.’ HL;.', jtoH feniir ggki’iu

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1995 | | pagina 27