Kaasmaken: handwerk van begin tot eind Poëtische babytaal aan de Zeeuwse kust Kaasboerderij De Jongenhoeve: ruim twintig jaar een begrip Wanneer open? Opmerkelijk verschijnsel Een echt bedrijf Eigen stempel la- Rondleidingen Kaasfamilie De Vos houdt traditie in stand r Door: Truus van der Pauw Zomer 1999 Pim Cluistra Bij familie de Vos worden zo’n 55 kazen Ineke de Jong, bezig met haar grote liefhebberij: kaasmaken. kaas twee Acht maanden oud en dan al op vakantie mee Lekker genieten van de zon en de zee! Met mijn gele hoedje op zit ik hier parmant Te spelen onder de blauwe lucht op het strand Zomer ‘99 in Zee land is echt cool! Voor papa, mama en mij is dat hét vakantie-gevoel! De Jongenhoeve is een druk bedrijf, niettemin vinden Ineke, ’Eigenlijk maken we helemaal geen reclame voor ons bedrijf. We staan een keer per jaar op de braderie van Bergambacht. Daar krijgen wel veel belang stelling. En zolang als we kaas maken doen we mee aan de kaaskeuringen. Dat is goed voor de opbouwende kritiek.’ Sinds kort hebben we een vi deo over hoe wij kaasmaken. De koeien worden ’s morgens tot I 1.00 uur gemolken dus we maken de kaas ’s middags. Wie ’s ochtends komt kan dan de vi deo zien. Ook houden we hier wel kinderfeestjes. Dat doen we al een jaar of zeven. De kin deren kunnen dan de hele boerderij zien.’ Kinderen zijn een gewild foto- onderwerp. Een lachend tandloos smoeltje doet het immers altijd goed. Ook in de zendingen naar aanleiding van deze rubriek ‘Het vakantiege voel’ zijn de ba by’s en kinderen rijk vertegen woordigd. Trot se ouders en grootouders to nen hun lievelin getjes tenslotte graag aan zo’n 44.500 lezers. Maar zelden komt het voor dat kinderen van een maand of acht zélf hun fo to opsturen, laat staan dat zij dit larderen met een schattig rijmpje. Hannah de Jong, geboren op 19 oktober 1998, bleek zo’n door tastende tante en verdient dan ook een plekje op deze pagina. Haar inspiratie haalde zij onge twijfeld uit haar (gele) hoge hoed! Kaasboerderij De Jongenhoeve is maandag tot en met za terdag van 9.00 tot 17.00 uur uur open voor de ver koop van zuivelproducten. Wie een rondleiding wil hebben moet tevoren een afspraak maken. Dit kan via telefoon 0182-351229. Het adres is Benedenberg 90 in Bergambacht. Zuivelboerderij De Vos is van maandag tot en met zater dag open van 9.00 tot 12.30 uur en van 14.30 tot 17.30 uur. Ook hier geldt dat men tevoren even moet bellen als men ook een rondleiding wil krijgen. Het telefoon nummer is 0348-552181. Het adres is Lopikerweg west 100A in Cabauw. BERGAMBACHT- Als ze een maal begint met praten is Ineke de Jong bijna niet te stoppen over haar liefhebberij: kaasma ken. Al bijna 25 jaar maken zij en haar man Leen kaas op hun kaasboerderij ’De Jongenhoe ve’ aan de Benedenberg 90. Maar vervelen doet kaas nog al tijd niet. ’Mijn vader ging vroeger altijd naar de kaasmarkt in Gouda’, vertelt Ineke. ’Toen ik met Leen trouwde en op de boer derij van zijn ouders kwam wo nen, wilde ik ook kaas gaan ma ken. Mijn schoonouders waren gestopt met deze traditie. Maar de boeren hier deden het alle maal. Het hoort erbij, vonden wij.’ ’Ons bedrijf is in die 25 jaar nogal uitgebreid. Onze zoon zit op de Hogere Agrari sche School in Dronten en wil graag boer worden. Daarom zijn we altijd gegroeid. Hij houdt zich bezig met de var kens en het land: het maaien, de mest uitrijden enzovoorts. Onze dochter Margriet assi steert bij het maken van kaas en de jongste, Lianne, helpt ge lukkig in de vakanties en de weekenden mee. Zij woont in Utrecht waar zij studeert.’ de melkkoeien. Wij denken hier meer rendement uit te ha len. Overigens duurt het nog wel een jaar eer de melk van de twintig nieuwe koeien voor kaasmaken mag worden ge bruikt. Je bent het eerste jaar verplicht deze melk aan de fa briek te verkopen.’ CABAUW- De boerderij van De Vos aan de Lopiker weg west 100a staat al tien tallen jaren bekend als de plek waar je echte boeren kaas en andere zuivelpro ducten kunt kopen. Vader en moeder De Vos werk ten aanvankelijk op deze boerderij bij een oom en twee tantes van vader De Vos. Toen de gelegenheid zich voordeed om het be drijf te kopen, deden ze dat. Kaasmaken was vanaf het begin het terrein van moeder De Vos. Zij was het die haar jongste zoon Theo dit oude ambacht leerde. En nog steeds is hij de enige van zijn twaalf broers en zussen die weet hoe de kaas moet worden gemaakt. Schoonzus Petra beheerst dit vak ook en springt regelmatig bij. van vijf kilo per dag gemaakt. duceren dan in de zomer. Maar de mensen drinken ’s zomers en ’s winters melk. Dus wil de fabriek de melkproductie gelijk houden en springt zij financieel bij.’ ’Ómdat de koeien 's zomers geen extra voer nodig hebben en alleen gras eten, kunnen we ook graskazen maken. Er zit dan meer caroteen in vers gras, daar krijg je gelere kazen van. Dat zie je ook in de melk. En de kaas is ’s zomers zachter dan 's winters. De vetten zijn bij koud weer harder, dat komt ook doordat de koeien ander voer krijgen.’ Een minder stabiele factor is de varkensstapel. Die prijs is de af gelopen jaren gehalveerd door onder meer de varkenspest- problemen. De stapel van De Vos heeft niettemin dezelfde omvang gehouden. In Brussel MOET je friet eten en langs Manneke Pis. En de echte liefhebber zoekt uiter aard in een paar stegen 'weg' van-het dappere urinerende mannetje naar zijn vrouwelij ke variant ’Vrouwke Plas’. Pa rijs verlaat geen toerist zonder een bezoek te brengen aan de Franse Euromast, het Louvre, de Moulin Rouge en de l’Arc de Triomphe (waar Lance Armstrong over anderhalve week met twee handen hoog en een zonnebril op zijn kruin onderdoor komt). De tuinen van Gaudi en La Sa- grada Familia zijn in Barcelo na verplichte kost. Net als een wandeling over de Ramblas waar menige passant nog 50.000 pesetas verspeelt aan de gewiekste balletje-balletjes- spelers. Een uitje naar de an dere balvirtuozen van de plaatselijke trots Barca mag eveneens niet ontbreken. In de tempel van Louis, Nou Camp, lopen tegenwoordig meer Hollanders rond dan in Lloret de Mar. In Rome kun je niet om het kolossale Colosseum heen. Idem dito wat betreft de Fon tana di Trevi in hartje centrum en het imposante plein van Paus Johannes Paulus de zo veelste. ’Dank voor die bezoe- ke!’ Trouwens, een extra aan rader in Rome: eten bij Gino, op de Via Carmones, een ty pisch Italiaan familierestau- rant Gevoelsmatig kan elk moment Al Capone binnen wandelen met vier tot de tan den toe bewapende kleerkas ten. Niet om Gino om te leg gen, maar om met de lokalen de pasta di Gino te eten met een goed gevuld glas rosé. Dit betrof alleen nog maar de crème de la crème van de be zienswaardigheden. Elke visite aan een vakantiestad is ook nog eens goed voor een basi- liekje en een kathedraaltje of tien, een museumpje of wat, en tientallen gebouwen met indrukwekkende voorgevels. Zelf bij ieder standbeeld hou den we de pas in. Soms wordt een poging ondernomen om het Latijnse schrift op de sok kel te ontcijferen. En zo wordt van kerktoren tot de kaartjesverkoper van het museum, alles op de handy- of fotocam en regelmatig beide, vastgelegd. Geen haast, het is tenslotte vakantie en je bent in een plaats waar je mis schien maar een keer in je le ven komt Ja, zo zien we toch een hoop op zo’n dag in de grote, vreemde stad. En dan, na twee weken be wonderen en bezichtigen, be gint het gewone leven weer. Eten, werken, slapen, met zo af en toe een Dagje Efteling met de kinderen, een tweewe kelijks bezoek aan moeder achter de geraniums en een weekend Centerparcs. Maar vooral eten, werken, slapen. Vijftig weken lang. En nu komt het frappante: een culturele wandeling door de eigen woonplaats komt in het jaarboek niet voor. Geen Bodegraver die het plaatselij ke kaasmuseum bezoekt Maar wel het museum van Pi casso in Barcelona. Geen Gou wenaar die een foto maakt van het eigen prachtige stad huis. Maar wel een fotoboek vol van architectonische ge bouwen uit het jaar nul. Geen Waddinxvener die een excur sie maakt naar een van de meubelfabrieken op het indus trieterrein. Maar wel op Malta eindeloos staren naar de kun sten van de glasblazers. Misschien doet u er dit jaar goed aan een regiotoer te boe ken. Zo ziet u nog eens wat Hoe dan ook, een prettige va kantie! De Vos maakt nu zo’n 55 kazen van vijf kilo per dag. Daarvoor is 2400 liter melk nodig. Deze wordt verkregen uit de och tend- en de avondproductie van de koeien. De kazen gaan vrijwel allemaal naar De Produ cent in Gouda. Een klein deel blijft over voor de verkoop aan huis. Het gaat dan vooral om de Goudse en kleinere kruidenka- zen met onder meer brandne tel, ui, knoflook, selderie of ko mijn. Ook voor zure producten als karnemelk, (vruchten-) yog hurt, kwark en eieren kan men in de winkel terecht. ’Tot twee jaar geleden maakten we deze zelf. Maar dat was financieel niet aantrekkelijk meer’, legt Theo uit. ’We verkazen nu alle melk en de andere zuivel kopen we van een collega-boer uit Blokland. Het blijven dus echte boerenpro ducten.’ Zuivelboerde rij De Vos is een echt be drijf, iets wat je van de bui tenkant niet zou verwachten. De voorbijrijdende stadsmens ziet het polderlandschap als een idyllisch plek met daarin schilderachtige boerderijen. Bij De Vos wordt echter hard ge werkt. Van de opbrengst van alleen de kaasproductie kunnen twee gezinnen leven. Een voor deel is dat de melk- en daarmee ook de kaasprijzen vrij stabiel zijn. ’Kaas is in de winter iets duurder dan in de zomer’, ver telt Theo. ’In de winter worden de koeien gevoerd met kuilgras en mais. Dat kost geld. Zij krij gen daarom een toeslag voor de melk. Zonder die toeslag zouden de boeren minder pro- haar man en kinderen tijd om rondleidingen te verzorgen. ’Via de VW in Gouda krijgen we veel mensen’, vertelt Ineke. ’De mensen kunnen het hele jaar door komen, want alles ge beurt binnen. En ze komen uit de hele we reld, uit Duitsland, Engeland, Frankrijk, zelfs uit China! Vori ge week waren er nog Russen, Belgen en Amerikanen. Het is hier ook zo oer-Hollands. Kaasmaken is echt iets wat vooral in het Groene Hart plaatsvindt. Negentig procent van de boerenkaas komt uit dit laagveengebied.’ ’We hebben soms weken met wel dertig rondleidingen. Meestal doe ik de presentaties. ’Samen met mijn oudere broers Hans en Piet heb ik dit bedrijf in 1984 van mijn ouders ge kocht’, vertelt Theo de Vos. 'Het bedrijf had toen al dezelf de omvang als nu. Mijn vader heeft steeds de gelegenheid aangegrepen land erbij te ko pen als die kans er was. In zijn achterhoofd hield hij de moge lijkheid open dat meerdere van zijn zonen boer zouden willen worden.’ Die wens is dus uitgekomen. Drie zonen hebben een fulltime baan op de boerderij. Theo zorgt voor de kaas en de boek houding, Piet voor de koeien en Hans voor de varkens en de mechanisatie. Alle melk die de koeien produceren, is bestemd voor de kaas. Het bijproduct van de kaas, de wei, gaat weer naar de varkens. ’We hebben nu honderd melk koeien, 65 fokvarkens en vier honderd vleesvarkens’, ver volgt Theo. ’Toevallig hebben we dit voorjaar twintig koeien erbij genomen. Jongvee fokken we niet zelf meer op. Het kost geld om de kalveren op te laten groeien. Dat geld gaat nu naar Boerenkaas kan men nu nog herkennen aan de eigen ton- vormige stempel. Straks wordt dit vervangen door de KB- stempel. Kazen met deze op druk zijn milieuvriendelijk ver vaardigd en garanderen kwali teit. En die geldt natuurlijk voor alle soorten, van jong tot extra belegen. ’Meestal wordt de krui- denkaas jong verkocht’, weet Theo. ’De kruiden maken de smaak al dus is de leeftijd minder belangrijk. De Produ cent geeft ons aan hoeveel en welke kruidenkazen nodig zijn. Hetzelfde geldt voor de ’gewo ne’ Goudse kazen. Overigens heeft de naam ’Goudse’ niets te maken met de streek. Het pro ces van kaasmaken bepaalt of een kaas een Goudse is.’ Voordat een kaas in de winkel ligt is er inderdaad een heel proces aan vooraf gegaan. ’Je hebt zo’n kaas wel twintig keer in je handen gehad eer deze bij de producent is’, beaamt Theo. ’Elke dag wordt ie omgedraaid totdat hij weggaat. We brengen de kazen zelf naar Gouda. Deels in de auto deels in de aanhanger. Ze liggen hier op de planken en dan is het aan elkaar doorgeven naar Soms er wel meter buiten, wordt vier mee gegooid’, be sluit hij chend. Een moet weken rijpen voordat hij van de boer derij af mag. Tegen de tijd dat deze in de winkel ligt zijn er nog twee of vier weken bijgekomen en kan men spreken van een goede jonge kaas. Voor jong be legen geldt een periode van twee tot drie maanden. Een kaas is belegen als hij vijf tot zes maanden oud is. Oude kaas heeft er ne gen maanden tot een jaar opzitten en extra belegen nog langer. 2al$Tl

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Weekblad voor Waddinxveen | 1999 | | pagina 15