Romeinen en 'barbaren' langs de
noordgrens van het Romeinse Rijk
I
I
De Oude Rijn,
een belangrijk
stukje van een
handelsroute
Wie wil er geen
geld verdienen
aan het leger?
4-
b
I
Legerplaatsen
weg
Beschaving
Garnizoensstad
Handel
Tacitus
Rivierdelta
Het leven langs de Limes, de grens van het Ro
meinse Rijk, biedt veel kansen. Er wordt gebouwd
en er wordt gehandeld. De lokale economie
bloeit. Is de inheemse bevolking daar blij mee?
Dat niet. Zij spreken over slavernij. Aldus Plinius.
ALPHEN
BW
■I
tb
SU.''
Tekst en foto’s:
Eveline J. Verhoeve
Romeinse ogen door een moei
lijk gebied liep: een drassig nie
mandsland met hier en daar be
woonbare hoogten. Reden voor
de Romeinen om in de loop
der jaren kanalen aan te leg
gen en een waterinfrastructuur
te scheppen die beter beheers
baar bleek. Voorbeelden zijn de
gracht van Corbulo tussen Rijn
en Maas en de gracht van Dru-
sus tussen Rijn en IJssel.
al steden. Tussen deze inheemse
steden en de Romeinse enclaves
was veel contact, toch bleven
het gescheiden werelden.
werd geëxporteerd.
De eerste aanzet voor handels-
activiteiten op grote schaal was
dus vaak de komst van een le
gereenheid. Er leefden veel min
der mensen dan tegenwoordig
en de komst van 500 man met
aanhang betekende veel voor de
lokale economie.
Langs de rivier werden verschil
lende castella, forten, gebouwd.
Tussen de castella stonden
wachttorens. Bij zo'n met een
Behalve over rivieren werden
ook veel goederen vervoerd
over land, daarvoor werden we
gen aangelegd tussen de ver
schillende stedelijke gebieden.
Langs de Limes liep een weg
parallel aan Rijn en Oude Rijn.
Deze weg is voor een deel te
ruggevonden. Tussen Albania-
na (Alphen) en Nigrum Pullum
(Zwammerdam) is de weg in
zijn geheel aangetoond. Onge
veer een meter onder het maai
veld liggen nog steeds over
blijfselen van deze weg. Een
Romeinse weg door drassig ge
bied werd gebouwd als een dijk
met aan beide zijden een grep
pel, met damwanden en een
fundament van eiken palen, een
Hoewel het wel duidelijk is dat
de grens langs de Rijn aan de
periferie van het Rijk lag. was
Tot het jaar 69, toen de 'Zuid-
Hollandse’ Cananefaten en hun
buren de ‘Gelderse’ Bataven
dapper in opstand kwamen te
gen de overheersende Romei
nen, werden lokale troepen in
gezet om de grens te bewaken.
Na deze opstand, die overigens
samenviel met een onrustige
machtsstrijd in Rome, werden
hulptroepen niet meer gestati
oneerd in hun eigen woonom
geving.
Hulptroepen zijn soldaten die
niet uit Rome en omgeving
kwamen. Voorheen werden
bewoners van gebieden waar
de Romeinen neerstreken, ge
rekruteerd voor het Romein
se leger. Zij dienden vaak vlak
bij hun eigen woonplaats. Dat
werd sinds de onlusten in het
Rijk niet meer gedaan. Vandaar
ook dat in Albaniana, het an
tieke Alphen aan den Rijn, sol
daten uit allerlei streken heb
ben gewoond. Er waren hier
nooit Cananefaten gelegerd. Er
kwamen hier ook nooit ‘ech
te’ Romeinen. Cananefaten en
Bataven werden onder meer uit
gezonden naar Brittannië.
Vlak na de opstand verscheen
het tiende legioen bij het op-
pidum - de hoofdstad - van de
Bataven. Daar werd de garni
zoensstad Batavodurum, het
huidige Nijmegen, gebouwd.
Deze stad werd het militaire be
stuurlijke centrum van het Ne
derlandse deel van de limes.
Dat betekende niet dat er geen
andere steden hier in het noor
den ontstonden. In deze regio
werd Forum Hadrianum, het
huidige Voorburg, langzaam
maar zeker de belangrijkste
stad. Deze Romeinse enclave
ontstond op de plek van het op-
pidum van de Cananefaten.
De inheemse bevolking kende
Romeinse legereenheid gevuld
fort - maar vooral bewoond
door inheemse soldaten die uit
alle delen van het Romeinse
Rijk afkomstig waren - ontstond
al snel een dorp, de vicus. Want
wie wil er geen geld verdienen
aan het leger?
Daar woonden vrouwen en kin
deren die bij de soldaten hoor
den. Hoewel zij niet gehuwd
waren, vormden zij toch een re-
Tot de komst van de Romeinen
leefde de inheemse bevolking
van de veeteelt en kon daarmee
in haar eigen onderhoud voor
zien. De verschillende stammen
- hier de Cananefaten - leefden
in kleine nederzettingen en wa
ren lokaal georiënteerd. Er was
weinig behoefte aan importgoe-
deren en er was weinig overpro
ductie om te verhandelen.
De Romeinen echter waren ‘ka
pitalisten' en zij deden niets
bever dan handel drijven. Er
waren zelfs internationale han-
delshuizen, waarvan de eigena
ren zeer welgesteld waren. In de
periode van de Romeinse over
heersing ontstond in de regio
dan ook een betere infrastruc
tuur om te handelen en vooral
in te voeren. Dit gebeurde veel
al over de rivieren in boten, gro
te platbodems met een zeil. De
handelswaar kon van alles zijn
zoals wijn en bouwmateriaal.
Uitvoerproduct vanuit de kust
streken was zout en ook kleding
Een deel van onze kennis over
het leven langs de noordgrens
is literair. Er is door bevooroor
deelde Romeinen uit het zonni
ge zuiden wel het een en ander
opgeschreven over de inheem
se bevolking in die uithoek van
het Rijk. ‘Daar waar woeste bar
barenstammen leven', aldus Ju
lius Caesar, rond 50 voor Chris
tus. Plinius ziet het een kleine
eeuw later in Naturalis Historia
al evenmin genuanceerd. ‘Deze
volkeren spreken van slavernij
als zij door het Romeinse volk
overwonnen worden', schrijft
hij verontwaardigd.
Maar Tacitus spant de kroon,
hij had een hekel aan deze ver
re uithoek. Van hem zijn de be
roemde woorden, voor de eeu
wigheid gebeiteld in de kom aan
het Rijnplein: ‘Het terrein is er
woest, het klimaat ruw, het le
ven en landschap somber. Hier
kom je alleen indien het je va
derland is.’
het niet zo dat de Romeinse be
schaving hier geen voet aan de
grond kreeg. Uit archeologische
vondsten blijkt dat er een dege
lijke Romeinse laag over de in
heemse gewoonten lag. Dat is
te zien aan typisch Romeinse
gebruiksvoorwerpen in aarde
werk, glas en metaal. Het is ook
te zien aan de bouwwerken die
opgegraven zijn.
Fascinerend is de goede conser
vering van materialen als hout
en leer. Nergens is zoveel hout
in de bodem bewaard geble
ven als juist hier in dit natte ach
terland. Vandaar ook dat in het
Alphense stadshart bijzonde
re vondsten zijn gedaan. Zo zijn
wanden van houten barakken
teruggevonden. Zo'n wand be
staat uit staanders met vlecht
werk ertussen. Beroemd is de
vondst van de boten van Zwam
merdam. Deze houten boten
zijn in de drassige bodem goed
geconserveerd. Ook in andere
plaatsen langs de Limes zijn zul
ke mooie vondsten gedaan.
harde vulling van puin en grind
en bestraat met grind.
Maar handel over zee was ook
heel belangrijk. Uit Brittannië
kwam bijvoorbeeld een aan
zienlijke hoeveelheid graan en
lood. Albaniana was een be
langrijke post op de transport
route die via de Rijn en het Ka
naal naar de monding van de
Theems in Brittannië - en vice
versa - liep.
- was een tamelijk zekere bron
van inkomsten.
Verder vestigden zich ook lo
kale boeren en ambachtslieden
om dezelfde reden in een vicus.
Soms was het overigens ook an
dersom en bestond er al een
dorp op de plek die de Romei
nen kozen om een castellum te
bouwen. In ieder geval bestond
een vicus bij een castellum bij de
gratie van de economische fac
tor die deze legereenheid voor
de legerplaats vormde.
In Alphen aan den Rijn is zo
wel aan de noordkant als aan de
zuidkant van castellum Alba
niana een vicus gevonden. Het
fort lag precies waar nu het Rijn
plein ligt. De afmetingen ko
men ongeveer overeen met het
omloopkanaal rónd dit deel van
het stadshart. Ten noorden van
het kanaal, omgeving Burge
meester Visserpark, was een ne
derzetting en ten zuiden van het
kanaal, omgevingjulianastraat,
was een tweede nederzetting.
delijk normaal functioneren
de gezinseenheid. In de vicus
vestigden zich ook al snel am
bachtslieden die met de soldaten
mee waren gekomen. Een een
heid legionairs - over het alge
meen 480 manschappen plus of
ficieren, dus een goede 500 man
Feit blijft dat een klein stukje
van de grens rond het Romein
se Rijk in het tijdperk van de Pax
Romana - de relatief vreedzame
periode ruwweg van 50 tot 250
na Christus - dwars door Ne
derland liep. En, dat vanaf 39-
40 na Christus deze grens ook
werd bewaakt vanuit grensfor-
ten. Op de plaatsen van deze
castella zijn veel steden ont
staan. Alphen aan den Rijn is
zo’n stad, al blijkt dat niet uit de
rest van de geschiedenis van Al
phen.
De Romeinse benaming voor
de grens, limes, betekent ove
rigens ‘pad’. Op de grens lag
een weg én een rivier, de ideale
combinatie voor transport van
mens en goederen.
De Rijn was in die tijd een gro
tere en woestere rivier dan te
genwoordig. De keurig gekana
liseerde watergang van nu kent
weinig gelijkenis met de ‘ech
te’ rivier zoals deze tweedui
zend jaar geleden door het land
schap stroomde en bij tijd en
wijle kolkte. De rivier was aan
zienlijk dieper en breder dan te
genwoordig en stroomde via
haar ruime delta, vertakt in vele
armen, naar de Noordzee. De
Oude Rijn was de hoofdstroom.
Daarmee is ook meteen duide
lijk dat grens in onze streken in
e Romeinse Limes
liep dwars door Ne-
derland langs de Rijn
en Oude Rijn. Daar
mee ligt ook Alphen aan den
Rijn op deze grens. Bewijs hier
voor zijn de twee grensforten
die de gemeente rijk is: Albani
ana onder het huidige Rijnplein
in het stadshart en Nigrum Pul
lum op het terrein van de Hoo-
ge Burch in Zwammerdam.
Het afgelopen jaar, 2009, was
het Zuid-Hollandse Jaar van de
Limes. Daarmee vroeg de pro
vincie aandacht voor dit archeo
logische monument.
De Limes is de oude Romein
se grens van tweeduizend jaar
geleden. Het leven langs deze
grens was niet anders dan in de
rest van het Romeinse Rijk, zij
het dat de militaire aanwezig
heid wat groter was en de mate
van beschaving wellicht iets
kleiner. Maar, daarover valt best
te discussiëren want noch Kel
ten noch Germanen waren de
barbaren waar Julius Caesar ze
in 'Oorlog in Gallië’ voor ver
sleet. Bovendien is de scheiding
Kelten en Germanen kunst
matig. De cultuurgroepen za
gen zelf dat onderscheid niet
zo en de ‘namen’ zijn ook niet
door henzelf bedacht. Boven
dien was indertijd de rivier niet
zo’n strakke grens: het was wel
iswaar een scheiding maar ze
ker geen dichtgetimmerde 'Ber-
lijnse muur’.
Romeinse bouwlieden, soldaten uit alle uithoeken van het Romeinse Rijk, bouwen zelf hun forten. Het eerste castellum in Alphen
aan den Rijn is houtbouw. Het fort is helemaal opgegraven en er is vooral over deze eerste bouwperiode veel bekend.
NAJAARSBIJLAGE Q
Oktober 2010 J
w- - tv.
Romeinse schrijvers verbazen zich over het land van die woeste
barbaren. Deze tekst van Tacitus is te vinden op het Rijnplein.