95 92 en achter op rijden regts moeten uit tegenkomen halen. Art. 27. Het is verboden op andere plaatsen dan die, welke daarvoor door Burgemeester en Wethou ders zullen worden bepaald, met rijtuigen op vracht te slaan, almede om van de straat personen aan te roepen of aan te houden om rijtuigen lot vervoer aan te bieden. Art. 28. Geen bespannen voertuig zal binnen de kom der gemeente mogen stilstaan, zonder dat de eigenaar of ander geschikt persoon de teugels houde of voor de bespanning geplaatst zij. Ook mogen de paarden niet afgespannen aan de voertuigen worden vastgemaakt. Art. 29. Op plaatsen waar tot het brengen of afhalen van personen, onderscheidene rijtuigen, om streeks denzelfden tijd zamen komen, zullen deze allen, nimmer anders dan hetzij van de Noord- naar de Zuidzijde, hetzij van de Oost- naar de Westzijde op en af rijden en noch bij aankomst, noch bij het vertrek elkander mogen voorbij rijden, maar in eene reeks moeten opvolgen. Bovendien zal ieder voerman gehouden zijn om de voorschriften of bevelen hem dienaangaande van wege de Policie gegeven, onverwijld te gehoorzamen. Art. 50. Indien in rijtuigen, waarmede personen zijn vervoerd, achtergelatene goederen van onbekende personen worden gevonden, zal daarvan onverwijld kennis worden gegeven aan den Commissaris van Policie, die het zal vrijstaan die goederen naar het Commissariaat te doen overbrengen. Art. 51. De geleider van rij- of voertuigen met honden bespannen, zal naast de honden moeten gaan, voor andere rij- of voertuigen in tijds uithalen en terwijl deze voorbij rijden met zijn rij- of voertuig moeten blijven stilstaan. ste vijf streep dikte aan de horens gebonden en voor elk tiental van eenen geleider moeten voorzien zijn. Op de klinkerstraat en daar waar dit verder door Burgemeester en Wethouders verboden wordt zal geen vee mogen worden gedreven of geleid. Art. 22. Wilde of gevaarlijke dieren mogen niet zonder toestemming van den Burgemeester door de kom der gemeente worden geleid, maar zullen met de noodige voorziening ter voorkoming van ongeluk ken, langs de buiten Singels vervoerd moeten worden. Art. 25. Niemand zal overlangs de klinkerstra- ten of de wandelpaden of waar dit verder door Bur gemeester en Wethouders verboden is, met paarden en rijtuigen, hand-, krui- of andere wagens of kar ren, met welke bespanning of voortstuwing ook, mo gen rijden, ten ware het overige gedeelte der straat bezet of onbruikbaar is; ook zullen daarover niet mogen worden gerold of vervoerd vaten, kuipen, wielen of eenig zwaar voorwerp. Op kinderwagens en .broodwagens met de hand getrokken of voortgestuwd wordende, is dit verbod niet van toepassing. Art. 24. Het is verboden met losse paarden an ders dan stapvoets en met een. door één of meer paarden voortgetrokken voer- of rijtuig, harder dan in een’ matigen draf door de Gemeente te rijden. Met diligences, postwagens en molenaarswagens, zal slechts stapvoets mogen gereden worden, behalve bij het op- en afrijden der bruggen, ter lengte van twintig ellen aan iedere zijde. Art. 25. Ieder die met een rij of voertuig voor eene opgehaalde brug komt zal verpligt zijn stil te houden tot dat de brug gesloten is en al de voet gangers, die naar het nederlaten gewacht hebben, haar zijn overgegaan. Art. 26. Voerlieden of berijders zullen bij het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Adresboeken Gouda | 1855 | | pagina 47