DORPSKRANT
ZOMAAR EEN ZEVENHUIZENAAR
Arend Verhoef was jachtopziener
-fit
de jacht
een goede jager
Ik zal eens een voorbeeld geven
van een goede jager. Onlangs had
ik een aankomend jager meegeno
men, die even op moest passen.
verhaal
Vertel eens een leuk voorval, vra
gen we Verhoef. "We kregen hier
eens iemand met centen, die dacht
dat voor geld alles te koop was. Hij
wilde mee op jacht en droeg een
mooi jasje. Tegen twee jongens
die hier altijd waren zei ik dat ze
hem de put moesten laten zien.
wonen aan de rotte
Op deze zonnige najaarsmiddag
lijkt het ons hier, nabij de stilte van
het Korenmolengat, aan de Twee
manspolder, heerlijk wonen. "Ja
hoor, inderdaad" beaamt Verhoef
"We genieten van de natuur en
hebben hethierbestnaaronzezin.
Mevrouw Verhoef laat zich ook po
sitief uit over het wonen. "Ik kom
uit de stad, maar geef mij maar het
buitenleven. Verlang ik naar de
stad, dan ga ik gewoon een daagje
winkelen, 's Avonds ben ik maar
weer wat blij om hier te zijn",
(terwijl ze praat spitst een prach
tige Siamese langharige kat de
oren en doet aanhalig tegen z'n
vrouwtje, die hem trots toont).
Tijdens ons bezoek worden her
haaldelijk handen opgestoken te
gen wandelende en fietsende
voorbijgangers, want velen ken
nen hen. "Wie een lege band heeft
komt naar ons toe voor een fiets
pomp en als er iets vervelends ge
beurt, dan lossen we dat zelf op"
stelt Verhoef. "Bang zijn we hier
gegroeid langs de rotte
Hij vertelt: "In de mobilisatie van
'14-'18 is ons huis gebouwd. Het
Jachthuis, waarrin de familie Hul-
dy halverwege de zestiger jaren
zijn intrek innam, verrees tegelij
kertijd. Ik was nog een kleine jon
gen en moest spijkers rapen van
m'n vader, die hier als jachtopzie
ner was aangesteld. M'n ouders
jachtopziener
Toen de broer van Verhoef in 1940
overleed, kwam de beheerder van
het jachtgebied, Ernest van Ro-
munde, vragen of Arend Verhoef
zijn broers plaats in wilde nemen
als jachtopziener. Na veel wikken
en wegen, beet Verhoef toe. In tij
delijke dienst.
pagina 10
GRANOL EN SIER-
PLEISTER
15 kg. 26,50
HOOGGLANS EN
ZIJDEGLANS-LAK
750 cc. v.a. 12,25
speciaalzaak Verf - Behang
autolakken
A. VERSPRILLE
theeschenkerij en zwembad
©as :Sgili§£ig5L
"A//'ef iedere schutter is een goede jager", zegt de 72-jarige Arend Ver
hoef en hij kan het weten, omdat hij meer dan 40 jaar jachtopziener is ge
weest. Twee jaar geleden hing hij 'zijn luit aan de wilgen', ofwel, trok hij
voor het laatst zijn jachtopzienersconstuum uit, om het nooit meer aan te
trekken. Betekende dat ook een einde aan de jacht?" Nee hoor", ontkent
Verhoef "als hobby jaag ik nog weieens, hooguit tweemaal per jaar, op
hetzelfde land, op verzoek van de boeren. Het jagen was eigenlijk ook
niet zozeer mijn taak als jachtopziener. Bijhouden van de wildstand, het
opruimen van ongedierte en het schoonmaken van het jachtgebied was
m'n echte taak. Dat betekende dat ik soms dagenlang door de polders
zwierf, meestal in gezelschap van m'n honden. Ik weet alles van de die
ren die er in m'n jachtgebied, tussen tijksweg en Middelweg en langs de
Rotte, leven en welke beschermd moeten worden. Nu houdt niemand het
jachtgebied meer echt bij. Dat is wel jammer. Het recreatieschap heeft
wel mensen in dienst hiervoor, maar of het zo gebeurt als een jachtopzie
ner het doet, dat betwijfel ik. Vroeger leidden m'n zoon en ik, net zo het
uitkwam, bezoekers door het Korenmolengat, een natuurreservaat hier
aan de overzijde van de weg. Bij nacht en ontij kwamen ze vragen of ze
erin mochten. Tegenwoordig is dat veel beter geregeld. In het seizoen
(zomer) wordt er elke woensdagmiddag een excursie naar het Korenmo
lengat georganiseerd. Iemand van het recreatieschap, die veel verstand
heeft van de flora en fauna in dat gebied, leidt de bezoekers dan rond".
"Sommige boeren ondervinden
schade aan hun gewassen, welke
aanzienlijk kan oplopen, door b.v.
fazanten, eenden, hazen en duiven
Als de wildstand niet goed bijge
houden is en de boer heeft de ja
ger, die zijn land onder z'n beheer
heeft, herhaaldelijk op de over
vloed aan wild attent gemaakt, dan
kan hij schade claimen bij de jager,
want hij heeft z'n land niet bijge
houden. Dat kan in de duizenden
guldens lopen...gelukkig komt zo
iets maar zelden voor. Als het wild
niet goed bijgehouden wordt kan
er sprake zijn van een plaag. Niet
iedere schutter is een goede jager,
zie ik al aan het begin. Sommigen
loven een beloning uit voor de ja
ger die het meeste wild schet. Ik
vind dat zulke lui op de verkeerde
weg zitten. De jacht moet met be
leid worden gedaan. Een drijfjacht
bijvoorbeeld, wordt door veel bui
tenstaanders veroordeeld. Ik zeg
juist, dat, als het op de juiste wijze
gebeurt, het de beste methode is.
De buitenste jager vangt zo het
zieke of aangeschoten wild op, zo
dat er geen aangeschoten, halfdo
de dieren achterblijven op het
jachtveld. De mannetjeshazen
rennen het snelst vooruit en de
vrouwtjes doen het wat kalmer. De
vrouwtjes komen zo eerder in ons
schotsveld, doch die sparen we
zoveel mogelijk.
Dat betekende dat hij mocht schie
ten als hij wild zag. Hij deed het
echter niet toen hij een paar
duiven zich spelend in de bomen
zag voortbewegen. "Ik kon het niet
over m'n hart verkrijgen die vogels
te schieten", zei hij verontschuldi
gend. Daar was ik blij om, want
zo'n jager is een goede jager, hij
schiet niet om te doden. Het is er
één met een hart voor alles wat
leeft. Hij was dan ook als jager ge
slaagd en mocht, wanneer hij
wilde, met me mee op jacht. Dat
gaan er nog meer, goeie vrienden
van me, die hiervoor niets behoe
ven te betalen. Een jager betaalt
namelijk voor het jagen op het land
aan de boer en geeft een gedeelte
van de buit. Ik heb zoveel voor niks
gekregen in m'n leven, dat ik ande
ren ook weieens wil trakteren.
Dat betekende dat de twee jon
gens over een zogenaamde grep
pel sprongen, wat nagedaan werd
door de Hagenaar. Toen de jon
gens een keer net deden of ze
sprongen, maar op hun plaats ble
ven staan, soronq de Hagenaar in
de put. Vies onder de" modder
kwam hij eruit. Ook buurman Hul-
dy heb ik een keer gefopt. Hij ging
nogal eens graag mee op jacht en
kwam dan altijd met een nat pak
thuis, tot ergernis van z'n vrouw.
Op een keer kwam hij met een
vriend en vroeg me of ik die vriend
niet eens een nat pak kon bezor
gen. Nou dat heeft hij geweten. In
plaats van z'n vriend heb ik hem
expres in een val laten lopen (de
vorige keren was het duidelijk zijn
eigen schuld). Een vierkant gaatje
was daarvoor van te voren in de
drassige grond uitgestoken en met
takken bedekt. Helemaal onder de
blubber kwam hij thuis...wat heb
ben we gelachten. Boontje kwam
om z'n loontje, ofwel wie een kuil
graaft voor een ander....
zonder geluk vaart niemand
wel
zou ook een goede spreuk boven
dit artikel over Arend Verhoef ge
weest zijn, want zeker in materieel
opzicht, werd het hem in de schoot
geworpen. Dat z'n leven ook scha
duwkanten kent zal hij zeker bea
men, maar wiens leven heeft dat
niet? Welk huis is zonder kruis?
Arend Verhoef is een bezige man.
Stilzitten kan hij moeilijk. Tuinie
ren en timmeren zijn geliefkoosde
hobby's van hem. "Nu wordt het
me soms weieens allemaal teveel"
zegt hij wijzend op z'n voortuin "ik
moet het allemaal maar bijhouden.
Ik maak een kippenhok, hier tegen
de dijk, dan heb ik aan dit stukje
tuin geen onderhoud meer". Hij
legt z'n hamer neer en gaat z'n in
terviewsters voor naar binnen. Z'n
vrouw Map, met wie hij alweer 12
jaar samen is, begroet ons even
warm als haar man dat deed in de
riante huiskamer. Op onze bewon
derende opmerkingen over de
inrichting reageert Verhoef met de
opmerking dat het meeste werk
van de verbouwing, doorzijn han
den tot stand is gekomen.
niet, want we worden goed be
schermd door onze drie honden.
Eén van de honden is een herder,
die ik ooit heb gered toen hij uit
een auto was gezet. Ik moet altijd
erg opletten als ik me met één van
de honden op de weg bevind en er
komt een hardloper naar me toe
met van die zwaaiende armen. Ik
doen dan maar gauw een stapje
terug, omdat de honden dan den
ken dat ik belaagd wordt." Hij
vertelt dat er eéns een lid van de
politiehondenvereniging De Ver
dediger bij hem kwam vragen zijn
vrouw (kwasi) aan te vallen en te
zien of de (politiehond) van dat be
wuste lid, de vrouw van z'n baas in
bescherming wilde nemen en de
aanvaller zou bijten. Verhoef: "Ik
zei toen: Als jouw hond bijt, sta ik
voor de gevolgen in, en als hij niks
doet, sta jij voor de gevolgen in..
waardoor deze proef mooi niet
doorging" schatert hij.
Weet u dat ze u de 'koning van de
Rotte noemen?". "Hè?, nee, noe
men ze me zo? Hij heeft even tijd
nodig om dit te verwerken en
denkt intussen diep na. Veel later
gaat er een lichtje bij hem op en
vindt hij er een alleszins accepta
bele verklaring voor, namelijk dat
diverse nazaten van hem een plek
je aan de oever van de Rotte behe
ren. De éne dochter is getrouwd
met Bas van Vliet, de sluiswachter
en woont bij de jachthaven aan de
Rotte. De andere dochter is ge
trouwd met Rob v.d. Steenhoven,
is eigenaar van café De Roerdomp
en kijkt uit over de Rotte. Z'n zoon,
woont bij z'n vader achter en heeft
een functie bij het recreatieschap.
Een kleindochter heeft haar intrek
genomen in de gerenoveerde thee
schenkerij aan de overzijde van de
Rotte.
Misschien is er nog een verklaring
voor, die de andere overtreft, want
wie kent zo goed de omgeving van
de Rotte als Arend Verhoef? Wie
kent er bij wijze van spreken elke
boom, plant, struik, dier, datgroeit
en welke leeft in de uitgestrektheid
van de zomen van de Rotte? Wie
was tot zijn 70ste jaar knecht en
meester van het gebied van de
rijksweg tot aan de Middelweg en
misschien nog wel verder?
met hun acht kinderen, waren de
enige bewoners van deze omge
ving. Om naar het dorp te gaan
was er een paadje, met klaphekjes.
Alles deden we lopen of op de
fiets. Electriciteit en water waren
er toen nog lang niet, dat is pas van
de laatste jaren. Tot het voornaam
ste jachtgebied van m'n vader be
hoorde de Tweemanspolder, hetr
Korenmolengat en de Rottemeren.
Helaas stierf m'n vader toen ik 15
jaar was en verliet mijn moeder
met ons het huis aan het Koren
molengat. M'n oudste broer, die
jachtopziener was in Rozenburg
nam mijn vaders functie over en
ging met z'n vrouw in dit huis wo
nen. Mijn moeder ging toen aan de
Lange Zijde wonen in een huis van
de Diaconie en ik ging bij een tuin
der in Poeldijk werken voor kost en
inwoning. M'n moeder verdiende
de kost met 'bakeren' en leefde
verder van een bescheiden pensi
oentje. Helaas werd ze ziek en
moest ik bij haar komen wonen om
de kost voor haar te verdienen. Ik
ben toen o.a. hulp-jachtopziener
bij m'n broer geworden en was ver
der manusje-van-alles. Ik hielp
veel in het jachtveld.
Wat hield dat in?
"Tja, opknappen, het jachtveld
schoonmaken en onderhouden. Ik
trouwde op jonge leeftijd en trok
met m'n vrouw bij m'n moeder in.
Ik had destijds beloofd dat ik tot
aan haar dood voor m'n moeder
zou zorgen en die belofte ben ik
nagekomen, 28 jaar lang. In 1937
ben ik sluiswachter geworden en
met moeder, vrouw en kinderen in
het sluiswachtershuis, nabij de
molen De Eendracht getrokken.
Daar zijn wij een theeschenkerij
begronnen in een houten gebouw,
achter het woonhuis. Aanvankelijk
klein, maar later veel groter. Veel
later heeft he tnog een aantal jaren
op de plaats gestaan waar nu het
clubhuis van de watersportvereni
ging staat. Het heette toen De
Rottestroom, maar toen het ons
eigendom was droeg het de naam
Tusschen de meren".
Over wijlen zijn baas laat Verhoef
zich bijzonder lovend uit. "Zo'n
baas is een zeldzaamheid" prijst
hij, ondertussen de kwaliteiten en
de vrijgevigheid van hem opsom
mend. De heer Van Romunde, die
bankdirecteur was van beroep,
had nevenactiviteiten in de "Ex
ploitatie maatschappij Zevenhui
zen een jachtclub, die in het bui
tenhuis van Van Romunde, bijeen
komsten hield. Dit huis kreeg dan
ook de naam van Het Jachthuis.
Omdat Verhoef en z'n vrouw, hun
schoonzuster niet uit de jachtop
zienerswoning wilden zetten, ble
ven ze bij de sluis wonen. Dat bleef
ook zo, toen de schoonzuster uit
die woning trok en met Piet
Schenk trouwde. Omdat de zuster
van mevrouw Verhoef, getrouwd
met Jan de Koster, geen woning
had, mocht zij met haar man in de
'dienstwoning', echter op afspraak
dat wanneer Verhoef de woning
wilde gaan bewonen, zij eruit
moesten. Dat is na de oorlog ge
beurd. Over die oorlog wil Verhoef
niet praten, ondanks dat hij er wel
een boek over zou kunnen schrij
ven. "Het is veel te lang geleden".
Na de oorlog is Bas van Vliet in het
woonhuis getrokken, die z'n tuin
aan de overkant van de Rotte had.
Later is m'n dochter met hem ge
trouwd.
Dorpsstraat 166 - Zevenhuizen
Tel. 01802-1377.
Hoe goed meneer Van Romunde
voor Verhoef was blijkt uit het vol
gende: "Zoals bekend was er hier
in de Rotte een zwembad. Dat
werd geëxploiteerd door de IJs
club. Toen dat te koop kwam zei
m'n baas: 'jij koopt dat zwembad
en we gaan er samen een thee
schenkerij van maken. De andere
theekschenkerij werd van de hand
gedaan en zo begonnen m'n vrouw
en ik de exploitatie van het zwem
bad De Roerdomp en de thee
schenkerij. Al spoedig stonden
onze dochters en zoon ons terzijde
Om bij het zwembad te komen,
was er destijds een smal landweg
getje. Later werd het een geasfal
teerde weg, zodat de bereikbaar
heid beter was. Ook voor de IJs
club, die hier op de Rotte bij vorst
perioden, schaatswedstrijden or
ganiseerde. Zonder de financiële
steun van Van Romunde had ik de
ze onderneming nooit kunnen
runnen" lacht Verhoef. "En dat
was het nog niet allemaal, want op
een morgen belde hij me op, met
de mededeling dat hij die nacht
slecht geslapen had. 'Verhoef', zei
hij, 'je moet straks naar de nieuwe
notaris, waar je woonhuis op jouw
naam zal worden geschreven. Na
tuurlijk was k erg verbouwereerd
en in de zevende hemel, toen ik als
één van de eerste klanten van no
taris Bos het huis op mijn naam
overgeschreven kreeg. Helaas
stierf mijn vrouw, zodat ik het be
heer van de theeschenkerij en het
zwembad niet meeraankon. Ik had
een vergunning waarin beschre
ven stond dat binnen een bepaald
gebied geen zwembad mocht wor
den begonnen. Ook geen camping
want dat was ik nog vergeten te
vertellen, die lag ook vlakbij De
Roerdomp. Afgevaardigden van
de provincie kwamen toen bij me
praten over het opzetten van een
camping, welke niet van de grond
kon komen, omdat ik daarvoor het
alleenrecht had, evenals het
zwembad. Aanvankelijk konden
we iet tot overeenstemming ko
men, maar uiteindelijk werden we
het eens. M'n dochter had al eens
gezegd: Pa, ik wil de hele sante-
kraam wel van je kopen, maar ik
heb geen rooie cent'. Dus ben ik
naar de provincie gestapt en heb
gezegd: jullie mogen hetzwembad
en de camping hebben, ik doe van
m'n rechten afstand. Als voor
waarde daarvoor stel ik jullie een
geheel nieuwe theeschenkerij op
de oever van de Rotte bouwen
voor m'n dochter. En dat is zo
gebeurd. M'n dochter en schoon
zoon runnen nu alweer jaren café
De Roerdomp, dat dezer dagen
drastisch wordt uitgebreid. Omdat
ik graag klus, steek ik er af en toe
ook een handje bij uit" lacht Ver
hoef.
het oude zwembad De Roerdomp en de camping