Oinnenluit&» Gemengde Berigten. Marktberigten. Burgerlijke Stand. pbgt iu N ird-31eesn ijk tot na afloop der volksstemming) en nets op dc weener en prager verdragen. De lieer von Bismarck wenscht dat door den vorigen spre ker niet nog meer Nuord-Sieeswijkers op bet dwaalspoor ge- bragt en strafbaar worden. Alle Noozd-öleeswijkers zijn Pruisen en moeten zich naar de pruisische wetten regelen, en de ge volgen van bet legended dragen tot dat de afstemming heeft plaats gehad. De uitleggiug, door den vorigen spreker aan de weener vredesbepalingen gegeven is onjuist. Tot 1870 kan ieder Noord-Sleesw-ijker door verkiezing Deen worden, maar dan blijft hij Deen en wordt door ons als zoodanig behandelt, wanneer hij terugkeert. Jlen zegt, dat de opper-hessische leden van den rijksdag, 'O die vergadering de vraag ter spri.uk zullen brengen, of er onoverkomelijke hinderpalen bestaan om het groothertogdom Hessen iu het noord-duitsch verbond op te nemen. Men ver wacht, dat de rijksdag zijne aigemeene beraadslagingen omstreeks de helft der aanstaande week ten einde gebragl zal hebben. De zitting zon dan drie dagen geschorst worden, ten eiiiac de bouds-revcriiigen dc gelegenheid te geven om te beraadslagen over die punien, in welke de besluiten van den rijksdag van hel ontwerp der bouds-constitutie afwijken. De Nord-Deutscbe Zeiltuig, hrt strategische belang der vesting Luxemburg bespre kende'verklaart, dat Luxemburg, als frausche vesting, in ver band met Metz, den regterfl..uk der pruisisclie verbindingslijnen in r zou brengen, welke +hans door de ptuisische bezet- tii. van Luxemburg is gedekt. 1 April, llit'sGravenhage wordt gemeld, dat de koning lier Nederlanden heel, a;ccZi,ii dei afstand van Luxem burg. De minister van Zuylu. van Nijevelt heeft daarvan aan den franschen gezant kennis gegeven Berigteu uit 's 11 age melden, dat de nederlai.dsche re gering officieel aan Pruisen heeft medegedeelu, dat tot den verkoop van Luxemburg neg et besloten is .n dat er niet *oe zal worden overgegaan, zonder toestemming van Pruisen. --De Staats- Anzeiger bevat eene verordening van den 31° maart, waarbij, krtchtens de wet v~ ".8 sopt. 1866, eeiie 4*/, procents leening van dertig millioen wordt uitgeschreven tot dek 1 r 'iaancieie behoeften van he. n.niljir beheer cu tot aanvullen van wapenen ui inmunilte. Florence, 3 April. De Italia zegt, dat het gerucht heden algemeen is verspreid, dat al de miuis'ers hun ontslag hebben ingediend het blad beweert echter, dat te dien opzigte nog geen bepaald besluit is genomen. Hetzelfde blad meldt, dat, ingevolge ontvangen berigteu, de porte weigert Vu i ut ia aan Griekenland af te staan. 4 April. De h"r RiensoU heeft aan Jc kamr: ...cdige- deeid, dat het ministerie heden o^ntend zijn ontslag heeft aan geboden, dat door den koning rmngencmen is. Petersburg, 4 April. Officieus wordt verzekerd, dat Rusland als mede-onderteekenaar der verdragen van 1833, op aanzoek van Pruisen stem zal nemen in de luxemburgsche aan gelegenheid, daar het van ourdeei dat bet verdrag betrek kelijk Luxemburg niet opgeheven is door de oplossing van den dnitschen bond, en dat de afstand van Luxemburg niet kan geschieden zonder toestemming der groote mogendheden. Het Journal de St. Petersbourg zegt, dat met het oog op de onverschilligheid van Lng..mi(i, Turkije de raadgevingen der mogendheden verworpen heeft, wier onderlinge eensgezind heid het fcrw'je was van hare onbaatzuchtigheid. Turkije, zegt het blad, laadt de verantwoordelijkheid voor de toekomst op rich. Er zijn grenzen, waar de blindheid ophoudt een grond van verontschuldiging te zijn. GOUDA, 6 April. Onlangs is aanbesteed het leggen van het dubbelspoor van hier op Oudewater, dat aangenomen is door tien heer L. Calis van Sliedrecht. Tevens is aan de noordzijde van het staticn alhier een aanzienlijke ruimte afgezet, hetgene, naar men verneemt, zal moeten dienen voor uitbreiding ten behoeve van de lijn Gouda 'sGravenhage Seheveningen, die men verwacht dat weldra zal tot stand komen, daar de rhijii9poer- weg-raaatsehappij eene schikking met het gouvernement zou getroffen hebben ten aanzien van de aansluiting te Rotterdam. In de zitting van de tweede kamer van woensdag is door den heer Thorbecke het voorstel gedaan, dat het wets ontwerp op de uitgifte van woeste gronden in erfpacht op Java aan de orde ter behandeling zou worden gesteld na den afloop der beraadslagingen over de wets-ontwerpen, waarvan de be handeling reeds aan de orde was gesteld. Dit voorstel Jokte eene breedvoerige gedachtenwisseling uit, waaraan, behalve de voorsteller, deel namen de heeren Rochussen, Keuchenios, van Zuylen van Nyevelt, Fransen van de Futte, Fijnappel, Godefroi, van Nispen van Sevenaer en de ministers van kolonisn en van binnenlandsche zaken. Zij die voor een uitstel gestemd waren, bragten als grond daarvoor bij, dat het aangevangen onderzoek, welke regten de in land so he bevolking vau Java op de woeste gronden had, eerst moest zijn afgeloopen, alvorens men eeu juist oordeel over het bedoelde wets-ont .»®.rp zou kunnen vesti gen. Zij die zich gunstig voor het voorstel verklaarden, deden dit of uit overweging dat het bedoelde onderzoek niet behoefde te zijn afgeloopen, of in de meening, dat de vraag omtrent de wenscheiijkheid van het al of niet uitstellen der behandeling ook bij de aigemeene beschouwingen van de voord ragt kon wor den beantwoord. De minister van koloniën gaf in antwoord op de hem gestelde vragen, of hij het voorstel van wet met overtuiging verdedigen zou, iudieu het door de kamer aan tie orde gesteld wierd, eene bevestigende verklaring, en zeide dat hij de mededeeling aan de kamer omtrent het instellen van een onderzoek gedaan had, omdat hij zich niet zou hebben verantwoord geacht, indien hij deze bijzonderheid aan haar had verzwegen. De minister van biunenl. zaken gaf den wensch te kennen dat de vergadering, bij de regeling harer werkzaam heden, de behandeling van het wets-ontwerp op de schutterijen waaraan zoowel bij de regering als bij de kamer in den laatsten tija met ijver gewerkt was, niet op den achtergrond mogt schuiven. liet voorstel van den heer Therbecke werd daarop niet 49 tegen 16 stemmen aangenomen. Daarna werden de beraadslagingen hervat over de begrooting van bet dep. van koloniën, De minister beantwoordde de in de z-ttingen der beide laatste dagen gemaakte aanmerkingen, zette zijne beginselen omtrent het koloniaal beleid uiteen en gaf omtrent onderscheidene bijzonderheden inlichtingen. Zoo deelde hij mede, welke uitlegging hij aan de bepalingen van de artt. 56 en 60 van het regerings-regleracnt van Iudie gaf, verdedigde het door hem genomen besluit tot intrekking der beschikking nopens het niet aanleggen van nieuwe koffijtuinen verder dan vier palen van de woonplaatsen, en gaf op wat hem bekend was omtrent het voorgenomen onderzoek in Indie aangaande het regt van den inlander op den grond, en welke de vraagpunten waren, die ter oplossing aan eene commissie waren onderworpen. Yoorts gaf hij te kennen wat hij ter bevordering der gouvernements-cultures dacht te doen, en her innerde daarbij aan hetgeen hij reeds in de gewisselde schrif turen en in zijne eerste rede dienaangaande had gemeld. De hl». Keucheuius en Rochussen voerden daarna nog het woord. Zij traden nog in eene beschouwing over het regeringsbeleid in koloniale aangelegenheden en de handelingen van vroegere besturen, terwijl tevens een oordeel werd geveld over de door het tegenwoordig bewind zoo hier als in Indie genomen maat regelen. De heer Thorbecke vroeg en bekwam daarna verlof om op een uader te bepalen dag tot de regering eenige vragen te rigteu omtrent een antwoord, in het noord-duitsche parlement dezer dagen uoor den pruisischen president-minister gegeven op eene interpellatie over de betrekkingen en het lot van het groothertogdom Luxemburg. De heer Thorbecke wil enkele vragen aan den minister van buitenlandsche zaken doen, naar aanleiding van de woorden voorkomende iu bovenbedoeld ant woord //dat de nederlaudsche regering door haren gezant al hier ons hare goede diensten aanbood ten behoeve der door haar veronderstelde onderhandelingen van Fruisen met Frank rijk over het groothertogdom Luxemburg." In de zitting van donderdag deelde de voorzitter mede dat het eindverslag gereed is over het wetsontwerp tot ver hooging van hoofdstuk V (ziekte rundvee). De dag van dis cussie zal nader wordeu bepaald. Yoorts is bepaald dat de interpellatie-Thorbecke over Luxemburg morgen ochtend ten 11 ure zal plaats hebben. Daarna zijn de aigemeene beraadslagingen over het hoofdstuk koloniën voortgezet. De heer von Foreest schetste de houding, welke hij tegen over de regering dacht aan te neinen. Hij sprak de krachtige overtuiging uit dat de behoudende koloniale politiek alleen strekte tot verhooging van de welvaart eu grootheid van Ne derland. De heer Frausen van de Futte verdedigde zijne handelingen als minister, ten aanzien van den aanleg van een zytak van den indischen spoorweg en de beweerde vervalsching van kaar ten. Hij heeft steeds acht geslagen op het algemeen belang. Daartoe beriep hij zich op den minister van koloniën. De minister van koloniën staafde Jie bewering. De heer van de Putte besprak vervolgens onderscheidene punten. Hij zou vóór deze begrooting stemmen, nadat de mi nister verklaard had het erfpacht-ontwerp te zullen verdedigen. De heer Keucheuius beantwoordde in eene uitgebreide rede den heer Rochussen. Hij kwam op tegen de insinuatie van vrije arbeiders, alsmede tegen gedwongen kotfijcultuur, zooals die thans is geregeld. Hij wees voorts op het verband tusschen dwangcultuur en christendom en hy schreef aau dwaugcultuur toe dat meu onder 13 millioen zielen naauwelyks 13D0 chris tenen kon aanwijzen. Java zou z. i. te gronde gaan, als men niet den koninklijken, den regt vaardigen weg van het chris tendom betrad. Hij beantwoordde ten slotte den beer van Foreest. Nadat dé hh. van Nispen en Stieltjes nog het woord had den gevoerd, antwoordde de minister van koloniën de sprekers. Uit zijne rede bleek dat hij onder de conservatieve banier in dit kabinet had plaats genomen en hij de conservatieve be ginselen nog was toegedaan. Op de intepellatie van den heer Thorbecke, of de ver klaring van den heer v. Bismarck, dat de nederlandsche re gering hare goede diensten heeft aangeboden bij de onderhan delingen omtrent Luxemburg, op iets anders berust dan op misverstand, heeft de heer van Zuylen, minister van buitenl. zaken in de zitting der tweede kamer van gisteren geantwoord, dat over Luxemburg geen eigenlijke onderhandelingen zijn gevoerd, maar alleen besprekingen hebben plaats gehad; dat het belang van Nederland wel degelijk, zoo niet regtstreeks, dan zijdelings is betrokken bij de oplossipg van het luxem- burgsche vraagstuk. Door de aanbieding van diensten, heeft men willen constateren, dat op de nederlandsche regering geene verantwoordelijkheid rust wegens de luxemburgsche kwestie. Met groot genoegen verklaarde de minister mede te deelen de verklaring van den heer v. Bismarck, dat alle banden tusschen Limburgsen Dnitschland hebben opgehouden te bestaan. Verder zegt de minister, dat de nederlandsche regering voortaan zich noch officieel noch officieus inlaten zal niet de zaken van Luxemburg. De heer Thorbecke heeft daarna geconstateerd de laatste ver klaring van den minister. De interpellatie is hiermede afge- Daarua heeft de kamer de discussie over het hoofdstuk ko loniën voortgezet en geëindigd. Het hoofdstuk is aangenomen met 52 tegen 17 stemmen. Eindelijk zijn de aigemeene beraadslagingen gehouden over het wetsontwerp tot nadere regeling van het koloniaal batig slot voor 1864. De regering heeft aan de tweede kamer der staten-gene- raal ingezonden de memorie van beantwoording op het verslag over het wets-ontwerp op de schutterijen. In die memorie worden op nieuw al de hoofdbeginselen, waarop de voordragt rust, door dt/.e regering verdedigd en speciaal de redenen ont wikkeld, die leiden tot handhaving van den schutterlijken leef- tiid (tot het 34ste jaar) en van de voorgedragen sterkte. Voor liet overige wordt aangetoond dat, volgens dit wets-ontwerp, de schutterijen reeds in vredestijd eene getalsterkte van 50,1)00 man bevatten, die bij opkomend oorlogsgevaar dadelijk kunnen worden mobiel verklaard. Men leest in de N'. Utr. Cour.: Onder de tirailleurs der conservatieve partij behooren steeds de heeren de Brauw en Wintgens, die, hetzij met allen eerbied gezegd, heel dikwijls praten over dingen daar ze niet de minste notie van hebben. Zoo onlangs de heer de Brauw over krankzinnigheid waarbij het ons bij nader informatie bleek, dat hij al veel last gehad en ook nog al veel kwaad be.uk- kend heeft met zijn zoogenaamde formaliteiten. Doch dit daargelaten. Niet minder dwaas dan zijn redenee-ing over krankzinnigheid is die over den dood der liberale partij, waar over de beer Keuchenius hem met slechts enkele woorden ad rem zoó heeft overbluft. Deze heeft hem, tegelijk met zijn vriend Wintgens, zoo wat doen uitlagchen en dat is wel de beste manier tegenover zulke oppervlakkige lieden. Wij willen niet veel over de luxemburgsche quaestie, waarin zoo veel duisters nog voorkomt, redenereu. Dit alleen willen we hopen dat deze zaak een zaak blijve tusschen den groothertog, de Luxemburgers en de betrokken mogendheden. Wanneer onze ministers door onvoorzigtig en onberedeneerd en ondoordacht handelen Nederland mengen in deze zaak, die het niet aangaat, dan zal men ons wel willen toegeven, dat zij, op hun zachtst genomeu, den koning veel meer kwaad doen, dan ooit een inmenging van zijn naam in eenig debat zon kunnen te weeg brengen. De fieer Thorbecke zal den minister van buitenl. zaken interpelleren over zijne handelingen ten opzigte der ittxemburg- sehe qusestie en wel voornamelijk over de aangeboden inter ventie, die zoo teregt de hilariteit van het noord-duitsche par lement heeft opgewekt. Deze zaak heeft eene dadelijk in net oog springende overeenkomst met die der poolsche nota van den heer van der Maesen de Sombreff. De handeling van den heer van Zuylen is even onhandig als die van zijn bovenge- noemden voorganger, terwijl men zulk eene onhandigheid eerder zou kunnen verwachten van den heer van der Maesen, die vreemd was aan de diplomatie, dan van den heer van Zuylen die altijd, vooral door zijne vrienden, als onze knapste diplo maat is geschetst. Zal de kamer nu weder hare afkeuring in eene motie uitdrukken, even als toen? Of zullen de conser vatieven nu beweren dat het middel, toen tegen een liberaal minister gebruikt, onwettig is zoo het tegen een conservatief staatsman is gerigt Zoo er geen votum over deze zaak wordt uitgelokt en dus den heer van Zuylen een echec wordt be spaard, heeft hij zulks alleen aan de genade van de liberale partij te danken, die hem niet met gelijke munt betalen en toonen wil, dat zij anders denkt over christendom dan de anti-revolutionaire vroegere vriend van den heer Groen. Men schrijft uit het voormalig 4e district van Zeeland dd. 1 April: Voortdurend vertrekken tal van huisgezinnen uit deze streek naar N. Amerika. De voorname beweegredenen daartoe zijn de kleine dagloonen, die zij hier verdienen en de duurte der levensmiddelen. Hoewel voor bijna alle producten van landbouw tegenwoor dig hooge prijzen worden bedongen, blijven de boeren zich niettemin aan de vroeger door hen bestede daggelden houden. Eeo man verdient, op enkele uitzonderingen na, 60 tot 75 cents, eene vrouw 50, hoogstens 60 cents per dag. De hier blijvende arbeiders vleijen zich dan ook, dat zij door het ver trek van anderen eene betere toekomst te gemoet gaan. Naar men uit Middelbarnis meldt heeft de gemeenteraad de jaarwedden der onderwijzers aan de openbare scholen aldaar verminderd. Ais een gevolg daarvan hebben :tl de hulponder wijzers aan die scholen hun ontslag aangeboden. Voor eene vacante betrekking van hoofdonderwijzer hebben zich zeer weinig sollicitanten opgedaan, omdat het aan die betrekking verbonden traclement met 300 verminderd is. Generaal Geffrard, president van Haïti, heeft den opstand bedwongen ea de orde in zijn rijk hersteld De juweelen vau prins Estcrhazy hebben te Londen ruim 435 duizend gulden opgebrngt De kleer makers te Parijs hebben den arbeid gestaakt. Meu begint iu Iraiikrijk de adressen tegen de legerorganisatie te verhinderen. Het terrer der tentoonstelling beslaat eene oppervlakte van 140 duizend vierkante ellen. Rome zal van zuiver water voorzien worden door eene waterluding deels in metselwerk, deels in ijzeren buizen, die van Arsoli over Tivoli naar Rome komt. Te Madrid zijn 22 senatoren benoemd. De Candioten hebben weder twee overwinningen behaald In Connecticut hebben de democraten bij de verkiezingen gezegevierd. De sultan heeft den afstand van Candia bepaald geweigerd. De duitsche oorlogsvlag zal zwart-w i -rood zijn. Te Louden wordt eene beweging georganiseerd ter gunste van verpligt lager onderwijs. De negerkoning van Bonny zal Parijs in mei bezoeken. Te Faversbam in Eugeland is eene bus- kruidfabriek in de lucht gesproDgen, waarbij drie menscben het leven verloren. Dingsdag is de tentoonstelling, naar schatting, r^eds bezocht door 90,000 personen. Graaf SValewski is benoemd tot senator. Te Salonicbi en Drama heeft eene aardbeving plaats gehad. Gouda, 4 April. Tarwe als in ile vorige week, rogge, boekweit, gerst en haver prijshoudend. Tarwe Poolsche per 2400 kilo 450. Roode Kleefsclie 445. Zeeuwsche per mud ƒ11.60 a 12.80. Rogge 7.70 a S.25. Gerst 6.25 ii 7.90. Haver 3.60 a 5.30. Boekweit Fransehe per 2'1 "0 kilo 230. Noordhrabantsche 245. Bruine boonen 12 a 16. Witte boonen 10 a 13. Groene erwten 10 a f 12. De aanvoer van varkeus en biggen was heden vrij aan zienlijk, maar de vraag was zeer gering zoodat veel is onver kocht gebleven. Boter 1.10 a 1.24 per ned. pond. GOl'DA. Geboren: 1 April. Dirk Bartholomeus Marinus Wilhelmus, ouders J. Oudijk eu J. Muijs. 2. Gerardus ilcndrikus, ouders G van Zutpheu en J. K. Scholten. 3. Thomas, ouders K. Biuuenihjk cu N. J.orius Leonard, ouders S. van Leer en J. Visser. Susanna, ouders C. H Dei- nee en A. Heetraan. 4. Elizabeth Aruolda, ouders J. van Rijn en C. Boere. Alida, ouders J B. de Hoop en M. van Hesse. 5. Elsje, ouders J. de Koning en A. van Waas. Overleden 2 April. J. Heunk, buisvr. van J. B. Huivenaar, 7C j. 3. A. Sloos, 22 na. J. C. van der Velden, 2 j 4 m Gehuwd 3 April. B vau den Broek en M. Schuurman. L. va» der Wolf eu J. Essebaggers. -- G. Neef en M. vau Harten. 4 T Heij- veld en N. van den Edel. J. M. Kleinhouwer eu G. C. Yareuhorst.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1867 | | pagina 2