Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Si
BUITENLAND.
irocfd.
jls
der.
p
jer.
Bekendmaking.
aten
Tandei
rater
ista.
Baltenlaadsch Overzicht.
Zondag 20 Fébmrl.
f
-
GOUDSCHE COURANT
Ului.
tm.
agenstraat.
mroo-
ikken. De
ondenteund
ïf-Tandarts Z.
>nen
I) Cents,
tndwater zijn
’ublicum b«-
;e gehad, of
laaroin waar-
aankoop va»
en dagelijkich
tandsteen ver-
helderheid en
Preparaten ie
k, winkelier
dam by F,
eieijn C°.
J. L. F. C.
te Utrecht
van Wind-
r by T. J.
L Wolff.
oze plaag in
teeda geata-
middel is
grens aan
aar bestaan
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda,
doen te weten, dat het ie aanvulling. Kohier voor
de plaatselijke directe belasting dezer Gemeente, voor
het dienstjaar 1875, door den Raad rastgesteld, ge
durende acht dagen, van dea voornrid$lags tien tot
des namiddag, een, en van drie tot vijf ure, ter
Secretarie der gemeente, voor een ieder ter lering ii
nedergelegd, binnen welkep tjjd elk aangeslagene,
tegen agueu ainslag, bij Gedebuteerde Staten in be
roep kan komen bij verzoekschrift op ongeregeld
papier geschreven.
Gouda, d«n 18n February 1876.
Burgemeetter en Wethouder» voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
DtooaucwKK Foïtuuk. tam Bkrokn Uzixpoobm-
I. den Keiser
Nr 2.
er pijn iu 4e«
jen Tand en
•d^r bederf
its 30 Cents
ig voorzien
en Hoofd-
i. te Delft,
tandpijn bij
esoh, het lost
en wc vorming
w versterking
reinigt, geeft
rwijl het de.
t kleedt zich
ïvalenta en
in met di-
it aan, doch
humatisme.
WATTEN
i verdelging
leproevehet
an aard, en
tas en ver
te de ligtere
schuilplaat» verkenen, als het leven van den vluchte
ling bedreigd wordt. «Een slaaf,* sprak Fawcett, «kan
de grootste wreedheid ontvluchten, een slavin kan een
scheepsbevelhebber smeeken haar te redden van een
beleediging, die erger dan de dood is, Welnu in zulk
een geval sal de komraaudant met haar moeten spreken,
een ondersoek instellen of werkelyk haar leven gevaar
loopt»
«Zou de admiraliteit denken, dat Engelsobe offi
cieren en zeelieden than, zoo volkomen hun gevoel
van meuschlievendheid en al hun maunelijken moed
verloren hebben om de gehoorzame dienaar, van zulk
een politiek te worden.
Doch niet slechts dat de slaven alleen in doodsge
vaar op de schepen morden toagelaten; zoodra dit
gevaar geweken is, moeten zij uitgeleverd worden,
mogen zij niet vrij blijven.
«Kan iets een groote natie meer onwaardig zijn?»
roept Fawcett tfit. Engeland sal den vluchteling uit
leveren aan zyu w roeden meester. Eu dit schrijft
de Regeering voor, niettegenstaande de natie een
kreet van verontwaardiging heeft doen hooren. De
Regeering schyn? W deuken, dat zij genoeg gerecht-
vaardigd is, ala zij een koninklijke commissie
naar de wettigheid der voorschriften onderzoek laat
doen.*
Disraeli beeft gisteren de namen van de leden
der commissie genoemd, wier taak het zal ziju na
te gaart, welke de verbiutenissen van Engeland met
andere Mogendheden zijn ten opzichte van het ver-
kenen ran hulp aan voortvluchtige slaven.
Achter deze commissie verwhuilt de Regeering zich
en door haar wil zij haar verantwoordelijkheid
dekken.
Doch, de opmerking is ven Pawoett, waarom, als
I ZIJ met op de hoogte der zaak was, iudieu zij de wet
niet kende, waarom deze circulaires dan uitgevaar
digd? Aan dit alternatief kan zy niet ontsnappen.
Zij kende de wet niet en dan wa, het roekeloos zulk
een teeder punt zonder de noodige studie aan te
roeren, of zij kende de wet wel, en dan is het on
waardig zich te versteken achter een Kou. commissie.
Daar is geen enkel bewijs dat scheepsbevelhebbers
haar gedrongen hebben zulke instructies te geven.
Het ontbrak op de vergadering niet aan moties, die
schier alk hierop neerkwametn dat de tweede
laire als de eerste moest worden ingetrol
motie van den heer Whitbread diende or
te worden.
De heer Moltershead had vermanen, dat delibe-
raten wel neus dergelijke circulaires hadden uitgevaar
digd, en als dit zoo was, zei hjj, waren op dit punt
beide partyen even slecht. Gedurende eeuwen had
Engeland een schuilplaats verleend aan politieke ver*
oordeelden, en ging men voort met deze circulaires
nog meer kracht te verleenen, Weldra zouden ook dc
staatkundige vluchtelingen moeten worden uitgeleverd.
Dat de liberalen ook wel eens gezondigd hebben
sal Disraeli evenmin baten als de Kon. commissie.
Zegt deze, dat de Regeering in haar recht was, 't
folk zal er nkt naar vragen; de sympathie der natie
stoort zich weinig aan een wetboek. Het is waar,
dat de liberalen niet altijd even slavenlievend waren.
«Geen Minister van Marine en geen admiraliteit heeft
ooit eenigen lust gevoeld den slavenhandel te onder
drukken, of deed uit eigen beweging iet, om dit
doel te bereiken. W*t zij op dit gebied in overeen
stemming met de wentellen van anderen verricht heb
ben, geschiedde met weerzin en slecht, teu halve.»
Zoo schreef Palmer,teu aan Lord Russell in 1862.
Doch deze, brief is geert evangelie. Than, beroepen
zich de conservatieven op de circulaire van 1871.
Wat getehiedde er toen? Er werd geen oironlaire
uitgevaardigd, doch de admiraal, die het Oost-Indiseh
eskader commandeerde, schreef den kapiteins, die
ouder hem stonden, iets dergelijk, voor al, thans in
de oironlaire wordt gelezen. De Admiraliteit wist ter
nauwernóod, wat de admiraal bevolen had, en het
Ministerie vernam er in ’t geheel niets van. Lord
Clarendon had een jaar te voren ten opzichte van een
bijzonder geval iets dergelijk, voorgesohreven en da
adinittnl verhief life uitspraak tot een algwneéiï bevel,
dat onder den imam van de „Station Order» bekend
staat. De kaak is thans geheel andere. Het Gouver
nement nam voor zyn rekening iets waarover de li-
EJröïLAKD
In Exeter Hall werd deze week een meeting ge
houden onder voorzitterschap van professor Fawcett,
waarop zeer veel parlementsleden, leden der vereeni-
giugen tot afschaffing der slavonsy of tot bescherming
der Afrikaanaohe inboorlingen «abovenal veel werk
lieden tegenwoordig waren.
De heer Faweett heeft by die gelegenheid een
redevoering gehouden, waaruit de oude Eugelsche
geest sprak, die den dood aan de slavernij gezworen
heeft. Het ia niet louter bluf, als de Britten hun
daden verkondigen, die tot bevrijding der verdrukte
mensohheid verricht werden. Sinds 1806 werd de
slavenhandel voor Engelsehen verboden en reeds in
1834 was de slaverny in de Engelsobe kolonies af
geschaft. Sinds dien tijd heeft een eskader op de
Westkust en nu ed dan ook op de Oostkust van
Afrika onderhouden om den handel in menseden tegen
te gaan.
En nu kwamen de circulaires fan hot conserva
tieve Ministerie, die een schrede in de tegenoverge
stelde richting aanduiddeuhoe zouden de Engelsehen
en bovenal do liberalen kunnen zwijgen De huma
niteit heeft iu deze zaak meer met de politiek te
maken dan wel een» het geval is.
„Wy kunnen," sprak Faweett, «de woorden der
regeering niet verkeerd uitleggen, wanneer wy be
weren, dat zy den lust heeft de bescherming, die den
slaven tot nog toe verleend werd, zooveel mogelyk
te verlammen, als wy vernemen, dat scheepsbevelheb
bers niet vergeten mogen, dat de oorlogsschepen alleen
bestemd zyn om de officieren en manschappen op te
nemen. Met een cynisme, een slavenhouder waardig,
wordt gezegd: «Gy zult, vóór ge hem aan boord
neemt, u er van overtuigen, of er er een gegronde
reden voor bestaat hem bescherming te verteenen.»
„Waarom aldus gesproken?» vraagt Fawoett. «Werd
dan aan slaven en politieke veroordeelden zoo kwistig
hulp verstrekt, dat zy wat ingekort moeten worden?
Waar is de man, die in het aangerioht zyner land-
genooten durft verklaren, dat Engeland veel voor de
slaven gedaan heeft?
Fawoett zag aan de donkere wolk, zooals hij de
uitvaardiging der circulaires noemde, een zilveren
rand. De quaestie, zei hy, is wederom op het tapyt
gebracht eu de verontwaardiging ontwaakthet Gou
vernement moet zich niet verwonderen als wij uit het
kwade iets goeds zoeken te doen voortkom, n. Wy
zullen de uitdaging aannemen, die de Hegetring tot
ons gericht heeft, en h.iar zeggen, dat er geen stap
rugwaarts kuu gednan worden; dat de verdrukten
in ’t vervolg niet minder, maar meer hulp van Eugelaud
zullen ontvangen.
Het genoemde geldt de schepen op zee, doch nog
iets anders is voorgesohreven voor die, welke zich in
territorale wateren bevinden. Zij mogen slechts een
in adem, en
ten glans te
et tnndvhtCMh
Alles voorspelt aan de republikeinsohe partij ia Frank
rijk morgen een beslissende overwinning. Vele candida
tes van de moreele béde, van de Bonapartisten en andere
monarchale partyen hebben zich teruggetrokken, soms
in departementen, waar zij zich eerst zeker waanden
van de overwinning. De organen van Buffets partij
zijn dan ook zeer ter neergeslagen of verwyten den
conservatieven gebrek aan moed en geestkracht. Som
migen zelfs beschuldigen hun geestverwanten ouder
do openbare ambtenaren ran aanbidding der rijzende
zon van de republiek. Indien niet alle voorteekenen
bedriegen, dau zal de republikeinsche partij de vrucht
oogsten van haar jarenlang geduld eu ondanks do
pressie der regeering, in weerwil van Buffet, zal de
natie de republiek bevestigen door de keuze vau haar
vertegenwoordiger».
Iu de Zaterdag gehouden zitting van den Pruirisehen
Ministerraad is volgens de Köln. Zeil, werkelijk in
beginsel tot de overdracht der Staatssporen aan hut
Rijk besloten.
De telegraaf heeft reeds de aanneming gemeld door
de Belgische kamer van de internationale suikeroon-
ventie met 64 tegen 23 stemmen. Bij de stemming
onthielden zich drie leden. Een amendement van de
centrale sectie, strekkende om art. 5, hetwelk het
miiiimuni dér ontvangsten op 1,500,000 fros. stelt,
te doen vervallen, werd, door den Minister Malou
bestreden, met 44 tegen'42 stemmen verworpen; één
lid onthield zich.
De Engelsohe premier heeft woord gehouden en zyn
wetsontwerp ingediend, waardoor de Koningin by haar
titelt er nog een zal kunnen voeden, en wel dien,
welke haar het aangenaamst of minst onmisbaar toe-
schynt. Welke dat zijn zal, kan later eerst blijken,
doch het is zeker, dat Her Most Gracious Majesty
een onvolledigheid iu de titulatuur ontdekt heeft.
Wellicht, wil het gerucht, dat zy zich Keizerin van
Indiê wil noemen. Er zyn in Engeland reien die
nieenen, dat II. M. het wel met haar naam stellen kan.
De heer Northcote heeft de houders van Turksohe
schuldbrieven der leening 1855 gerustgesteld door te
verzekeren, dat de Porte haar bi zondere verbintenissen
zal nakomen.
Te Manchester is Jacob Bright, de liberale can-
didéat, tot lid van ’t parlement gekozen.
De telegraaf bracht gisteren het voor Oostenrijk
verblijdend bericht, dat de bankkwestie met Hongarije
zal worden opgelost, zonder aanleiding te geven tot
een botsingde Nationale Bank te Weenen zal een
afdeëling hebben te Peath voor Hongaarsohe bank
noten. Waarschijnlijk zullen de onderhandelingen over
de tol- en handelsovereenkonut nu spoedig tot een
gunstig einde leiden. Hongaarsohe bladen twijfelen
echter aan de juistheid van het Weener bericht.
De Spaansohe regeering heeft iu de Cortez-zitting
renige mededeelingen gedaan over den stand der
zaken iu het Noorden; generaal Queseda heeft zyn
hoofdkwartier gevestigd te Elorio, terwyl de voor
posten van zyn korps zich uitstrekten tot den linker
oever van de Deva; generaal Moriones heeft zich
bij verraasing meestergemaakt fan de hoogten van
Aya en Cestona. De Cariistiskhe troepen zyn iets
zuidwaarts gerukt enj oonoentrseren zich bij Tolosa;
men verwacht, dat zij het eerst verontrust zullen
worden door het legercorps onder' Martinez Campos,
dat nog altyd in de Baztan-vailri staat. Koning Al-
phonso wordt te Vittoria verwaébt.
Orer het geheel schijnt de troonrede een zeer goe
den indruk te hebben gemaakt. Vooral de zinsnede
waarin gesproken werd van het bevrijden van 7 6,000
slaven op Cuba is zeer levendig toegejuieht. Wat
omtrent don Carlos werd gezegd is geenszins groot
spraak. Reeds lang was van den Pretendent niets
meer te vreezen. En de berichten van het oorlogs-
tooneei blijven zoo gunstig, dat de Koning, wat betrat
het naderend eind van den strijd, misschien sterker
had kunnen spreken, dan hij deed. Intussohen i» zijne
gematigdheid slechts te prijzen, omdat mrn bij de
bekende zorgeloosheid der Spaansche legen nooit kan
weten, of niet eene enkele onvoorzichtigheid weer de
behaalde voordeelen doet te loer gaan.
Volgens later bericht is de kómng naar het Nqoé-
derleger vertrokken, waar hij ieiS het bevel zal aan
vaarden eu generaal Quesada obef van den star zyn
zal. By zyn vertrek en op de tusechenstations bé-
groette de bevolking hem met geestdrift.
■1