Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Se,
ierlj
IJ,
»ekwame
)LEÏ
in,
>pt, ran
en.
N° 1821.
1876.
B,
■werk te
getuigen
sr letter»
eau ran
at 100,
BUITENLAND.
Vrijdag 28 April.
una
Kennisgeving.
«ff-
rlcaln.
PER
9
Buitenlandscli Overzicht.
ÏBS.
GOUDSCHE COURANT
len tegen
a
lieden en
zigtigiug
aan alle
1 binnen
letCHE-
ndei be
letter R,
fc VRIJ-
en Kan-
Hnxveen.
I.
r Belgen,
we, hoek
8 ure te
Kleiweg
aORK.
een
aan dag den nieuwen
brengen telkens nieuwe argumen-
«j toonen.
groot deel
en geslo-
PUNKS
Heer A.
'ttidplaf
378, de»
ons m
ozen te
vaar ge-
gstraat.
nik van
omloop
Be minister eindigde met te wijzen op de groots
levenskracht, waarvan Frankrijk getuigenis aflegt, door
het denkbeeld eene tentoonstelling te houden zoo spoe
dig na al den ramspoed der afgeloopen jaren, en ween
op het belang daarvan ook voor de geleerde genoot
schappen in de provinciën.
hWanneer.gij in uwe departementen teruggekeerd
rijt," aldus besloot Waddington zijne rede, „zegt dan
aan uwe medeburgers, dat de Regeering der Republiek
een Regeering van orde en vrede is. Zegt, dat, zoo wjj
vast besloten Zijn, de rechten van den Staat in haar
geheel te handhaven, wij tevens al wat aan het gods
dienstig geweten dierbaar is, door alle mogelijke waar
borgen zullen beschermen. Zegt, dat deze Regeering
evenzeer het kleed van den hoogleeraar als dat van
den priester zal eerbiedigen, en herinnert er aan, dat
wij met de woorden van den Maarschalk, een beroep
•doen op alle goedgezinde», alle goede burgen, allo
echte zonen van Frankrijk."
De rede des ministers heeft een zeer gunstigefl
indruk gemaakt, zoowel om haar strekking als haar
gematigdheid.
F R A N K R IJ K.
In een vergadering vau afgevaardigden van Fran-
sche geleerde genootschappen, in de Sorbonne te Parijs
gehouden, heeft de voorzitter, de minister van onder-
wijs Waddington, een belangrijke rede gehouden. Men
verwachtte natuurlek meer dan een toespeling op de
belangrijke vraag, betreffende de vrijheid van het hooger
onderwys, een vraag, die in den laatsten tijd tot zooveel
geschrijf en debat aanleiding heeft gegeven, en nog
steeds de aandacht in hooge mate bezig houdt. De
minister scheen die verwachting te willen bevredigen
en het politieke gedeelte zijner rede liep over de plicht
der Regeering om te waken over het openbaar onder
wijs in al zijn onderdeden.
#Het vraagstuk van het Hooger Onderwijs zal spoe
dig bij de tkamers in behandeling komen," zeide de
minister, De Regeering, getrouw aan het grondbeginsel
der vrijheid, is vast besloten de rechten van den Staat
te handhaven. Zeker zal de vaderlandsliefde der verte
genwoordigers hen ‘bewegen de middelen te vermeer
deren, waardoor de verschillende faculteitsscholen in
staat gesteld zullen worden het peil der wetenschap te
verheffen. Zij zullen een nieuw leven ingaan, wan
neer zij werkelijke univeraiteiten zullen worden, die
op verschillende plaatsen van Frankrijk alle takken van
onderwijs vereenigen. Het is weuschelijk, dat de toe
gang daartoe opengesteld zij voor jeugdige geleerden,
die evenals de privaat-docenten in Duitschland door
afzonderlijke colleges tot het onderwijs der faculteiten
voorbereiden.
,/Wij hebben veel te doen. Onze laboratoriën moeten
geldelijk gesteund, onze bibliotheken uitgebreid worden.
Wij moeten nieuwe leerstoelen opriohten en faculteits
scholen in volledige en machtige universiteiteu her
scheppen ‘niet enkel geïsoleerde lichtpunten maar
krachtige lichtbronnen, die over de departementen
haar licht verspreiden. Wij zullen hun veerkracht
moeten- geven en nieuw bloed in de aderen storten.
//Vooral de inrichtingen voor lager en meer uitge
breid lager onderwijs zullen groote opofferingen vor
deren willen zij zoo verbeterd worden als men het
verlangt. Het Ihger onderwijs, bij verschillende volken
verplicht, zal dit eveneens in "Frankrijk zijn, zoodra
het getal scholen aanzienlijk genoeg is, en dus geen
vader langer een voorwendsel heeft om zijne kinderen
er niet heen te zenden. Alsdan zullen boeten kunnen
worden opgelegd aan hen, die in heCyervullen van
dezen plicht nalatig zijn."
met de bede dat het H. M. goed mocht dunken, niet
den titel van Keizerin aan te nemen.
Prof. Fawcett heeft hierop verklaard, dat hij een
andere motie zou voorstellen, welker bespreking hij
eischen kon. Hij zou dus voostellen, dat het Huis
den raad des ministers aan de Koningin zou af keu
ren, om den titel van Keizerin te aanvaarden.
De dagbladen blijven dag,
titel bespreken en brengen telk
ten aan, om er het verkeerde van aan te
Zoo de Koningin volhardt, zal zij een
barer populariteit verliezen.
De prins van Wallis is te Madrid.
Bij de verkiezingen voor het Deensche Folkething
zijn totdusver 71 leden der linkerzijde gekozen. De
einduitslag zal waarschijnlyk zijn: 74 leden der lin
kerzijde op 102 verkozenen. De oppositie in het ont
bonden Folkething telde 60 leden. Alle aanvoerders
der linkerzijde zijn met groote Meerderheid herkozen.
De socialist Rio bekwam 1011 stemmen, tegenover
den heer Bille, die met 2037 stemmen herkozen werd.
De beurs heeft de mededeeliftgen van den Spaan-
schen Minister van Financiën beantwoord met belang
rijke daling, een bewijs dat het vertrouwen niet groot is.
In correspondenties uit Turkye wordt bevestigd,
dat de toestand voor het oogenblik ernstig is; in
Bosnië breidt de opstand zich ernstig uit, terwijl de
houding van Servië, de Turksche Regeering dwingt
een deel van haar troepen te bezigen tot het bewaken
der grenzen. De mogendheden hebben, blijkens heden
ontvangen berichten, den Sultan geraden zich van
eiken aanval op Montenegro en Servië te onthouden,
onder belofte van de opstandelingen tot een wapen
stilstand te bewegen de Sultan heeft toegestemd,
maar zet de wapening voort.
I oogenblik onmogelijk is, de rente van de staatsschuld
1 te betalen. Om al het mógelijke voor de betaling et
van te doen, zal men er niet alleen de buitengewone
oorlogsbelastingen er voor bewaren, maar ook de
grondbelasting met 2 percent en de verbruiksbelasting
met percent verhoogen.
De tabaksregie zal productiever worden gemaakt en
op de traktementen der ambtenaren met inbegrip der
geestelijkheid zal 25 percent worden gekort. In weer
wil van al die buitengewone maatregelen zal met de
betaling der jaarlijksche rente voor de schuld, waar
van hef kapitaal geen vermindering zal ondergaan,
eerst met 1 Januari 1877 een aan vang kunnen worden
gemaakt. Om voor het vervolg de middelen te kunnen
waarborgen tot nakoming van de verplichtingen van
den Staat zal de Regeering van de Cortes een meer uit
gebreide volmacht vragen om het grootste gedeelte der
belastingen te hervormen.
Met de bank van Spanje en de hypotheekbank zullen
overeenkomsten worden gesloten van de vlottende
schuld. Eerstgenoemde instelling zal gedurende twaalf
jaren de opbrengst van de grondbelasting en Indus—
triëele belasting genieten; de tweede zal de opbrengsten
der douane ontvangen. Op sommige belastingen zullen
opcenten worden geheven, tot het uitgeven Van Obli
gaties, rentende 6 percent, aflosbaar binnen ISjareft
door 3 ipaandelijksche uitlotingen. Deze schikkingen
zullen tengevolge hebben, dat de schuldeischers van de
geconsolideerde binnen* en buitenlandsche schuld van
3 percent en andere staatsschulden, te rekenen van
1 Januari 1877 het derde gedeelte Van hunne respec
tieve interesten zullen kunnen ontvangen. Te beginnet!
met 1 Juli 1879 zullen jaarlijks 25 millioen pesafa»
van aflossing kunnen wordtn besteed, en deze som
zal achtereenvolgens worden verhoogd, met de renten
van de afgeloste kapitalen en andere inkomsten die vrij
vallen. De fondsen voor aflossing bestemd zullen m
evenredigheid worden besteed voor kapitalen en renten,
De minister heeft voorts nog een geheel plan tot
verdere regeling van de verplichtingen jegens de
schuldeischers voorgesteld, en Wenscht de instelling'
van een speciale commissie, bestaande uit den minister
van financiën, den gouverneur der bank van Spanje eis
andere ambtenaren benevens eenige afgevaardigden, die
er voor zal moeten walsen, dat de fondsen Voor de be
taling van intresten en aflossing dt r kapitalen bssteiml
worden gebruikt voor het aangewezen doel.
Ongetwijfeld zal de richtige nakoming van dit pïa*
SPANJE.
Overeenkomstig de belofte van den Spaanschen
minister van financiën hééft hij Zaterdag de begroeting,
of lieve” een overzicht over den financiëelen toestand
van het rijk, bij het congres ingediend. Dat die niet
bijzonder gunstig is heeft de Regeering reeds vroeger
erkend en iedereen kon dit dan ook wel begrijpen. Voof
*t oogenblik hebben de eigenaars van Spaansche fondsen
nog niets te hopen, en ’t is althans iets waard, dat dé
Regeering. met een vast plan is voet den dag gekertnew.
Daarenboven is het een gunstig verschijnsel, dat zij
eerlijk voor den stand van zaken uitkomt. De heef
Salaverria heeft het ronduit gezegd, dat het op dfy
De BURGEMEESTER der gemeente Gouda,
Gezien de circulaire van den Heer-Commissaris
des Konings dezer provincie van den 11 April 1876,
N®. 1082, 2Afd. (Provinciaal blad n°. 32.)
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de
maand July, aanstaande, gelegenheid zal gegeven
worden tot het afleggen van het examen bedoeld in
art. 16 der wet van 8 Julij 1 874 (Staatsblad n°. 9)
gewijzigd bij de Wet van 4 April 1875 (Staatsblad
n°. 37), en dat zij die, zonder een diploma als veearts
te bezitten, vóór 1 February 1875 als veearts gepa
tenteerd zijn, of vóór dien dag aanvrage om patent
als veearts hebben gedaan en een bewijs van toela
ting tot uitoefening van de veeartsenijkunst na 1
Januarij 1877 wenschen te verkrijgen, worden uitge-
noodigd zich met duidelijke opgaaf van dameu en
woonplaats vóór 20 Junij e. k. schriftelijk te wen
den tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, ten
einde tot genoemd exannu te worden toegelaten.
Bij die aanvrage moet worden overgelegd een be-
wys dat zij voor ,1 February 1875 êen patent als
veearts hadden of daartoe, vóór d at tydstip aanvrage
hebben gedaan.
Gouda, den 26° April 1876.
De Burgemeester voomoemd,
VAN BERGEN IJZEN DOORN.
In de laatste berichten van ons vorig nummer is
«en fout geslopen. Niet de liberaal-conservatieve heer
Montauban-Pages is in het Jweede arrondissement te
Parijs verkozen, maar de heer Léon Pages is te
Montauban in het tweede district tegenover den
Bonapartischen candidaat overwinnaar gebleven.
Te Saint-Denis (bij Parys) is de republifceinsche
candidaat verkozen.
De vergadering der departementale raden in Frank
rijk roept verscheidene Ministers naar hunne pro
vinciën. Dufaure is naar Charente, Waddington naar
Marne, Decazes naar Bordeaux. Ricard daarentegen
tal spoedig te Parijs terugkomen.’.
De prefect van de Seine heeft bij den Gemeente
raad een ontwerp ingediend om een leening van
120.000.000 frs. te sluiten, ten einde de dokken van
Bercy weer op te bopwen en de Avenue de l’Opera
te kunnen voltooien.
De door het «/Journal officie!” openbaar gemaakte
staat van de opbrengst der belastingen gedurende de
drie eerste maanden van dit jaar heeft een hoogst
verrassenden indruk gemaakt.
Het jaar 1876 schyut voor Frankrijk een jaar vap
vooruitgang in vele opzichten te zullen zijn.
Van verschillende kanten ontvangt de Regeering
nu reeds toezegging van medewerking der verschil
lende Regeeringen voor de tentoonstellingin 1878
te houden, en zoo de politieke toestand van Europa
niet ongunstig ismag men verwachten, dat die
tentoonstelling een bij uitstek schitterende zal zyn.
In alle stilte zijn Zaterdag de zittingen van het
Katholieke congres geëindigd. Van felle, ophitsende
redevoeringen is tot nog toe buitenaf niet veel bekend
geraakt. Aan bet eind der zittingen resumeerde pater
Dulong de Rosnay het debat en verklaarde hij, dat het
congreszzaan God, aan de engelen en aan de men-
schen een prachtig schouwspel had opgeleverd," en
na deze troostrijke verklaring is men uiteengegaan.
De Pruisische landdag heeft zijne zittingen hervat.
Het wetsontwerp waarbij de Pruisische begrooting,
te beginnen met j7, wordt verlegd op 1 April tot
81 Maart, is in den Landdag ingediend; de begroo-
iing van het eerstvolgend jaar sluit met 156,643,303
m.; de buitengewone uitgaven bedragen 2,03fr,870 in.
In het Engelsche Huis der Gemeenten heeft de
eerste minister Maandagavond het verzoek van den
héér Fawcett geweigerd, om hem in de gelegenheid
te stellen de motie in te brengen en te verdedigen,
dat het Lagerhuis zich wenden zou tot de Koningin,