Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BUITENLAND. Woenstteg 3 jttel. 1876. woensdag a jnei. jjo jggg Bulteiilaiidscli Overzicht. r I De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. i I I I 4 ji ADVERTENTIÉN wordengeplaatst ▼an 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTS LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG, WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad geschiedt de uitgave in den avond van DINSDAG, DONDERDAG en ZATER DAG. De prjjs per drie maanden is 1.75, franco per post 2. per» en *t volk den gk ignoreeren. .düt de Hongaarsche tag taj de indiening ij» verzoek aan den BELGIS Men heeft langen tijd België voorgesteld als een constitutioneel land bij uitnemendheid. Met evenveel, zoo niet met meer recht kan men beden ten dage op het voorbeeld van België wijzen, zoodra het de vraag geldt, hoever de ultramontaansche stoutigheden gedreven worden, zoodra men de Jezuïeten ongehinderd hun gang laat gaan. De Courrier de Bruxelles, een ultramontaansch blad, waarschuwt ouden hun kinderen niet tot officieren te laten opleiden, aangezien het leger een school is van atheïsme. De bewijzen, waarop de Courrier deze stelling grondt, zijn hoogst zonderling. Onlangs woonden een paar officieren te Gent in uniform een burgerlijke begrafenis by. De kolonel van hun regi ment diende hun op last van zijn generaal een ern stige bestraffing toe, maar deze generaal werd op zijn beurt door den luitenant-geueraal der divisie hierover streng berispt. Deze laatste berisping verwierf de goedkeuring van den graaf vau Vlaanderen, opper bevelhebber der cavalerie en op grond hiervan waarschuwt de Courrier tegen het leger als een kweek school voor atheïsme. Woensdag is deze zaak in de Kamer gebracht. On danks den heftigen tegenstand der clerio.de leden drongen hunne liberale medeleden den minister van GOUDSCHE COURANT. oorlog tot de verklaring, dat de tegenwoordigheid van een officier bij een burgerlijke begrafenis geen laakbare daad is. Vooral de heer Bara wees op de onverdraagzaamheid der geestelijkheid en bracht in herinnering, dat deze zelfs bij de begrafenis ééns Ro llings was aan den dag getreden. Leopold I werd tydens zijn leven door de geestelijkheid gevierd, zij ging hem tot den dorpel der kathedralen te gemoet; hij overlaadde haar trouwens met gunsten en eerbe toon. Maar zijn lijkkist, die in de crypt der kerk te Laeken zou worden bijgezet, mocht niet door de groote deur der kerk worden binnengedragen, omdat Leopold I protestant was geweest. Het lijk werd door een achterdeurtje op zijn plaats gebracht. Leo pold II heeft toen der onverdraagzame geestelijkheid haar zin gegeven. De geestelijkheid wilde naar de heer Bara zeide«frapper haut, afin de frapper fort.* Van den kant der clerikale leden ontlokte deze her innering gemor en protest, maar op afdoendc gron den kon hare juistheid niet worden tegengesproken. D IT I T 8 C H L A N D. De vrijheer von Hafenbrade heeft in de Beiersche Kamer van afgevaardigden weder eene vermakelijke proeve van parlementaire welsprekendheid geleverd. Hij had een voorstel ingediend om bij den Koning aan te dringen op krachtiger handhaving der Zondags wet. Dit was laatstleden Woensdag aan de orde en blijkens het zittingvendag opende hij het debat met de volgende rede: nMijne heeren, ik verzoek u, neem de zaak ernstig ter harte, want ik ben tot de overtuiging gekomen, dat ik, met mijn voorstel te doen, eene quaestie van algemeen, van nationaal en van volksbelang heb aan gekoerd. Mijneheeren, wat zou ik dan toch eigenlijk met mijn voorstel meenen? (stormachtig gelach) dat het u zoo vroolijk maakt. Het doet mij genoe gen, dat het mij gelukt, zulk een levendigen toon in de vergadering te brengen. (Algemeen gelach). Ik wil maar eert einde maken aan den humbug dat er bij staats werken op Zon- of feestdag wordt gearbeid. Overal vindt men het zeer verkeerd, dat dit bij de spoorwegwerken, bijv, ook in de centrale werkplaats, geschiedt. Zelfs in de geweerfalfck te Amberg gc>*s beurt het. Ik heb bij mijne geestverwanten en zelfs bij een protestant instemming met mijn voorstel ge vonden. Men zal het my, hoop ik, niet kwalyk ne men dat ik het heb ingediend, naardien ik Beieren als een echt katholiek land beschouw. Over mijh ypörtt4\en toelichting hebben sommige bladen veel he^^ingj geniaakt Ik wil niet zeggen, dat zij mij /Mfclad, ofschoon het mij toch hier en daar 'zö'è0s^w%eschenen. Doch dit is eenvoudig een be- wijsöfSik den spijker op den kop heb geslagen. Vooral trokken ze te velde tegen het woord «verwil dering.* Mijneheeren, er bestaat allerlei soort van verwildering, namelijk bij het volk, in de pers en journalistiek, en daarom moet men als vertegenwoor diger Wel eens zulk een voorstel doen. Luit ieder er van denken wat hij wil, ik ben niet baug. In dat opzicht ben ik gehard; de ondervinding heeft mij verstaald. Men mag van mij zeggen wat m u wil, zich over mij ergeren of vroolijk maken, die dingen vallen bij mij op een onvruobtbaren bodem (storm achtige hilariteit). Zij raken mij niet. Nu, Mijne- heeren, zijn sommige bladen te velde getrokken lege» mijne provincie. De feiten die zij hebben vermeld, hoe overdreven ook, voorgesteld, betreur ik want zij bewijzen hoe diep sommige verkeerdheden by de De Fransche regceriug zal waarschijnlijk niet vóór de hervatting der parlementaire werkzaamheden de nog vereischte benoemingen doen. Men verwacht er nog een twintigtal, waaronder plaatsvervangers voor 5 prefecten, die hun verplaatsing bij de vorige be noeming niet hebben aangenomen. De ministers zyu weer allen te Parijs teruggekeerd, behalve Bicard, die in den loop der week wordt terug verwacht en onder wiens voorzitterschap de ouinmiasie belast met het ontwerpen eener wet op de organisatie der gemeenten, naar men zegt den 4n Mei, zal ver gaderen. Wat de gevoelens van den minister zijn, is vry zeker. Hij wil, dat de maires uit de gemeen teraden gekozen worden, maar dat de regeering zal voortgaau deze I» benoemen. De repubbkeinsehe bladen zijn slechts matig tevreden met een dergely- keu maatregel. Zij weusebeu, dat de benoeming der maires door den Gemeenteraad zelf plaats heeft. De Zondag gehouden herstemmingen zyn ten voor- deelc der republikeinen uitgevallen. Pascal Duprat is te Parijs verkozen. De n Keputttque Ffanqaiee,11 het orgaan vau Gam- betta, bespreekt in een uitvoerig artikel de gebreken die het stelsel vau directe belastingen aankleven, en betoogt nader de wenschelijkheid van het invoeren der inkomstenbelasting. Heden zal te Berlijn de definitieve stemming plaats hebben over de Pruisische spoorwegwet. Men wacht de aanneming met 30 stemmen meerderheid. Vrydag heeft de landdag het wetsontwerp tot in lijving vau Lauenburg in den Pruisiscbcn Staat weder behandeld en goedgekeurd. Geregeld komen in de laatste jaren in iedere zit ting van het Eugelsche lagerhuis twee voorstellen aan de orde, die regelmatig worden verworpen, doch allengs meer r nog eenige jaren hetzelfde lot te hebben ondergaan, wel eenmaal zullen worden aangenomen. Het eene strekt om huwelyken van den man met de zuster zijner overledene vrou v mogelyk te maken, het andere om het politieke stemrecht toe te kennen aan vrou wen. Laatstgenoemd onderwerp was eergisteren aan de orde. Zooals de heer Forsyth herinnerde, was in 1866 voor het eerst een wetsvoorstel in bovenbe doelden zin ingediend, dat toen bij het parlement werd gesteund door adressen met 13,000 handtee- keningen voorzien. In het vorige jaar bedroeg het aantal baudteekeningen 415,000 en in dit jaar tot nogtoe 356,000. Ook thans werd het voorstel door lerscbeidene sprekers verdedigd, door andere bestreden, en onder laatstgenoemde bevond zich een gevaarlijk renegaat, die in 1867, toen John Stuart Mill voor het eerst het wetsontwerp in het parlement verdedigde, er had voor gestemd, hoewel hij ook toen bedenkingen koes terde, die sedert waren toegenomen, en zich daarom thans tegen het ontwei p verklaarde, nl. de algemeen bekende redenaar John Bright. Voornamelijk aan de oppositie van den heer Bright en diens rede, waarop onmiddellyk do stemming volgde, moet het worden toegeschreven, dat het aantal tegenstemmers (239) 52 meer bedroeg dan in het vorige jaar; toc- toevallig was dat der voorstemmers (152) even groot. De bill, die Koningin Victorip dun titel schenkt „Keizerin van Indië”, is thans tot wet verheven. Zy erlangde de koninklijke -bekrachtiging, en eeue poging, <Nh althans de afkondiging van den nieuwen titel nog eenigen tijd te doen uitstellen, stuitte Don derdag in ’t Lagerhuis op de weigering van den heer heer Disraëli. Hoe onjuist ’t beweren van den Pre mier was, dat de bevolking van Britsch-Indiê als met tranen den nieuwen titel had afgesmeekt, bleek uit de pas per mail ontvangen Indische bladen. Het wa« daarom, dat de heer Cowen in ’t Parlement aan drong op uitstel van de af kondiging des titels, tot dat de aange kondigde motie Van den heer Fawcett in behandeling geweest zou zyn. Vergeefs Disraëli wilde van geen uitstel hooren Hij dreef tot ’t einde toe, ondanks allé tegenwerpingen, de gril door. Er is nu verder niets aan te doenmen kan enkel met de Tuut hopen, dat da keizerlijken titel zooveel mogeÊ Uit Weenen wordt beriep president-minister Tisza der Hongaarsche voorstellen i keizer om ontslag heeft herhaald; de gevoelens loopen echter tusacben de beide regeeringen reeds veel minder uiteen; ten opzichte van het toltarief is een volledige overeenstemming bereikt; het vraagstuk der restitutie van tolrecht levert geen groote moeielijkheden meer opin de Bankquaestie is een nieuw bemiddelend voorstel aangenomen; alleen bestaan er nog bezwaren ten opzichte der belasting op artikelen van verbruik. De beraadslagingen over de onderdeeleu der verschil lende onderwerpen zullen een geruitnen tijd duren. Zoowel het Hongaarsche als het Gisleitaansche Kabinet zal, bericht men verder, aan blij ven. Men ziet, on geveer dezelfde berichten; woorden en geen beslissing. Het ontwerp van wet waarbij de fueroi in de Noordelijke provinciën van Spanje worden afgeschaft, is - gereed. De Baskische provinciën zullen, wat betreft de belastingen en den militairen dienst, ge heel gelijk gesteld worden met de overige Spaansche I provinciën. Slechts voor de inrichting van haar pro- voorstanders vinden, zoodat zij vermoedelyk, ua j rinciaal en gemeentelijk bestuur worden eenige cou— oessiën gedaan.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 1