m.
Nieuws en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Ei
1876.
ouda,
1NDS
r,
SS.
«ff
Buiteulaiidsch Overzicht.
Woensdag 14 Juni.
Iff
De inzending van advertentlën kan geschieden tot één
BUITENLAND.
uur dea namiddags van den dag der uitgave
GOUDSCHE COURANT
ingin.
3OUDA
bi,.
Russen,
wat men
NSWO-
oorende
de Ge
in den
•uim 40
Tvoor
ide met
'1MBER
door de
10CIIE,
ritMien
WeA. P.
ekotnen.
vgussen,
15 cen-
MBY-
ore con-
in tijds
te Parga
bü Ch‘.
oiffeurs.
i Zwart,
men de
ilt niet,
e 1.50
HOOI-
Polder,
1MBER
)AGEN
norgene
■‘oatnuü,
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Afzonderlijke Nonuners VUF CENTEN.
treffende
te, zoo-
een vele
a zwart
De uitgave dezerCourant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In de Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DÏN8DAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prjjs per drie maanden is f 1.75,
franco per post 2.—
in of op
«al de geheele «aalt waarschijnlijk spoedig een einde
nemen.
Het komt ons reeds zeker voor, dat een der beide
mogendheden, die een eerste rol in het spel gespeeld
heeft, er genoeg van heeft. Indien wij ons niet bui
tengewoon bedriegen, heeft Oostenrijk zieh terugge
trokken uit den strijd ran hooge staatkundige kuipe
rijen tegen Turkije. Engeland’» vastbesloten houding
heeft het land verbaasd en zijn staatslieden hébben
ontdekt, dat Duitschland zeer wel wist wat het wilde,
en een vast plan van actie had gevormd. Zoo het
spel van kuiperij en ontbinding wordt voortgezet,
moet Rusland het alleen doen, en wij zullen openlijk
verklaren, dat wij ons ontzaglijk vergist hebben, indien
het thans niet uitsluitend van Rusland en Turkije
afhangt of het oorlog zal zijn of vrede. De loop
der gebeurtenissen heeft deze beide mogendheden
alleen in het strijdperk gelaten, en volgens onze
zieh temg te trekken.
De grond voor deze overtuiging is gelegen in het
feit, dat het voor een der groote mogendheden nood
zakelijk is, dat een andere mogendheid verzwakt in
plaats van versterkt wordt. Duiischland kan niet toe
staan, dat Rusland te machtig wordt. Zoo Duitsch
land ooit een overeenkomst gesloten heeft met Rusland,
dan was dit zeker niet om deze mogendheid in staat
te stellen binnenlandsche moeilijkheden te voorkomen
en kracht en zekerheid buiten de grenzen te winnen.
Welke prijs ook aan Duitschland zou beloofd worden,
toch zou het resultaat van de goedkeuring van Rus
land» staatkunde altijd zijn, dat een krachtiger Rus
land tegenover Duitschland zou staan, met een dagelijks
in krachten winnend Frankrijk in Duitschland’s>rug.
Het is ongetwijfeld het besluit der Duitsche staats
lieden, om Rusland te verzwakken en zijn macht te
breken. Frankrijk scheen voor langen tijd onschadelijk
te zijn gemaakt, doch het herwint krachten met on-
berekenbaren spoed, een reden te meer om Rusland
te verzwakken, want dit rijk zou niet binnen redelijken
tijd weder kracht herwinnen.
Hulp vau Duitschland is dus het allerlaatste wat de
Qzaar te hopen heeft; een krachtige stoot niet naar
voren, maar in de diepte, is wat h ij te verwachten heeft,
zoo by het waagt aanvallend te werk te gaan. Van
Oostenrijk behoeft hij voorzeker evenmin hulp te ver
wachten, Engeland toont op gestrenge wijze aan, dat
het zich in den weg zal plaatsen, terwijl Frankrijk
zwak en aarzelend is, daar het zeer wel weet wat ge-
geschieden zou, iudien het Rusland als bondgenoot
aannam. Wanneer de Czaar vervolgens opmerkt, dat
Turkije ontwaakt en dat de Russiche invloed te
Konstantinopel vervlogen is; wanneer hij den treurigen
toestand van Rusland’» financiën ziet (de Pall Mall
spreekt van een Mnearly brankrupt treasury* dan zal
hij wel geen enkelen maatregel goedkeuren, die tot
oorlog het sein zal kunnen geven. Ruslands zal er
dus wel voor zorgen, dat het niets doet om den strijd
te verhaasten, in het geval dat de strijd onvermijdelijk
is. Doch bij ons bestaat groote twijfel of de strijd
onvermijdelijk is. Zij die beweren, dat hij dit ia
(de meerderheid in Engeland) gaan uit van de over
tuiging, dat de artti-Turksohe opwinding der Russische
bevolking het gouvernement verhinderen zal terug te
treden. Eer wij toegeven dat 'dit zoo is, zouden wij
veel meer moeten weten van de liefde der Bussen
voor de slavische stamverwanten dan wij nu weten,
Is die hartstocht werkelijk vanzelf ontstaan of is ze
geschapen door officieele dagbladen P Is er bovendie»
De aanvullings-verkiezingen in Frankrijk hebben
natuurlijk weder een onderzoek van geloofsbrieven
in de kamer ten gevolge gehad. Wanneer eene ver
kiezing wegens onregelmatigheden of ongeoorloofde
praktijken woidt vernietigd, wordt bij de tweede ver
kiezing wel gezorgd, dat alles in orde is, en vandaar
dan ook, dat thans een aantal verkiezingen zonder
debat zijn goedgekeurd.
Aan de orde was vervolgens de discussie over de
prite en consideration betreffende een voorstel van
den heer Naquet, tot intrekking der wet van 1872
op de jury’s, en na eene bestrijding van den minister
van justitie, den heer Duftfure, werd, overeenkomstig
het voorstel der commissie van rapporteurs, met 264
tegen 153 stemmen bealotou, k«t roor.be!
behandeling te nemen. i
Ei odelijk kwam in behandeling het verzoek van
den proeureur-generaal tot het instellen eener vervol
ging tegen den heer Rouvier, die, zooals men zich
zal herinneren, de vervolging zelf heeft gewenscht,
teneinde „zijn eer des te beter worde gehandhaafd.
Ook nu weder verzocht hij de kamer dringend het
verzoek toe te staan, aan welk verlangen gevolg werd
gegeven. Heden zal de discussie over het reglement
van orde plaats hebben.
De Bcriijnschp Pott deelt mede, dat het van goed
onderrichte zijde de verzekering heeft verkregen, dat
de Pruisische Regeering in den jongst verioopen tijd
mei de direction van verscheiden spoorwegen onder-
handelingen heeft aangeknoopt, ten einde die spoor
wegen in het bezit te verkrijgen. Dit geschiedt met
het oog op het groote plan om de Duitsche staats
spoorwegen in handen van het Rijk te doen over
gaan. Het blad .noemt verscheiden tpoorwegdirec-
tiën' op, met welke onderhandel! ngen zjjn aangeknoopt.
In1* het Engelsche lagerhuis heeft de leider der
oppositie Harington de Regeering geïnterpelleerd
over de Engelsche politiek in de Oostersche quaestie.
Disraeli vond<»het minder gepast uitvoerige inlich
tingen te geven, maar was toch bereid mede te dee-
len, wat zonder gevaar geschieden kon. Een‘uit
voerig telegram deelt den hoofdinhoud, zijner rede
mede, die vrij geruststellend heeten mag.
Vooreerst legt de minister er zeer de nadruk op,
dat Engeland» pogingen uitsluitend gericht zijn op
het behoud van den vrede. Verder is een groot
struikelblok uit den weg geruimd. De Berlynsehe
memorie is niet bij de Porte ingediend en zal niet
ingediend worden. En uit andere telegrammen sehynt
4e mogen worden afgeleid, dat de mogendheden zich
sterk maken van de Porte te verkrijgen, dat door
haar als uit eigen beweging maatregelen worden ge
nomen, die aa» de opstandelingen voldoende waar
borgen geven.
Dan beweert Disraeli dat Engelands weigering door
de mogendheden volstrekt niet is opgenomen als eene
onvriendschappelijke handeling en er een aantal pun
ten zijn, waarin zij samengaan. In elk geval is er
overeenstemming ten deze, dat aan de nieuwe Turk-
•che regeering tijd moet worden gelaten, om hare
staatkundige plannen tot rijpheid te brengen. Ook
van de vereenigde pogingen om Servië „vast te hou
den,* wordt melding gemaakt en dan medegedeeld,
wat men nog niet vist, dat de mogendheden den
Sultan hebben erkend.
Eindelijk spreekt hij nog ran een ondergeschoven
stuk, dat in de dagbladen van Weenen sou lijn open
baar gemaakt, en waarin men geheel ten onrechte
hem oneerbiedige uitdrukkingen in den mond heeft
gelegd ten aansien van een der verbonden mogend
heden. Vermoedelijk wordt Rusland bedoeld, maar
wij kennen den brief nog niet, die intussohen weer
een nieuw bewijs is voor de stoutheid, waarmede
men tegenwoordig berichten schept.
De berichten over den stand der zaken in Turkije
luiden heden evenals gisteren meer geruststellend
in de eerste plaats wordt bevestigd, dat Rusland de
Herren nadrukkelijk heeft gewaarschuwd, welk
tijdstip door den Sultan schfnt afgewacht om Servië
opheldering te vragen over rijn wapening. Verder
wordt het als een gunstig toeken bemhouwd, dat de
nieuwe Turksche Regeering lit eigen .beweging het
initiatief heeft genomen om niet de opstandelingen
zip can kötavun av<w»4 4a L-z»—-ï. w .4 am» vlo*,
anderen kant worden erkend, dat de toestand niet
zonder gevaar blijft; de hartstochten zijn opgew kt
onder de Zuid-Slaven, de kans om zich aan de Turksche
heerschappij te ontwringen staat beter dan ooit, en
niet zoo spoedig zal de kalmte dus wederkeeren; de
ruwe Slavische volksstammen op het Balkim-schier-
eiland blijven het buskruid gelyken, dat licht ont
ploft. Dat ook de Grieken er nog aan denken om
te visschen, als het water nog wat troebeler wordt,
blijkt uit de aankomst te Berlijn van een'agent, die
een leening wil sluiten. Het is niet waarschijn
lijk, dat die heer zal slagen; dat leert tje ervaring.
De Ministers van den nieuwen Sultan zijn intus-
schen niet eens over den wëg, dien zij zullen inslaan;
de grootvizier Mehemed Ruchdi Pacha en de Minister
van Oorlog Hussein Avni Pacha hebben wel mee
gewerkt om den onmogelijken Abdul-Aziz te ont
tronen, maar weigeren met de Jong-Turksche partij,
waarvan Midhat Pacha het hoofd is, mee te gaan.
Om die reden zou dan ook van bet geven vau een
constitutie geen sprake meer zijn geweest.
--
ENGELAND.
De Pall Mall Gazette is stellig overtuigd, dat
het gevaar van oorlog zeer gering is en tevens ver
mindert. Het blad erkent dat deze overtuiging verre
van algemeen is, doch niettemin volhardt het er
en het geeft de volgende redenen voor zyn meening.
wVier vijfden van den opstand is kuiperij tegen
elkander van de groote mogendheden. Niets is zoo
zeker dan dat de opstand van den aanvang af aan
aangestookt en onderhouden is door mogendheden,
die ongeveer even vurig gesteld zijn op de onafhan
kelijkheid der arme verdrukte Bosniërs als op die
van de arme verdrukte Polen.
Het is zeker waar, dat de Christenen in Turkije
of, beter gezegd, hen die men Christenen gelieft te
noemen, zeer verdrukt zijn en dat die verdrukking
den opstand wettigde, doch Turkye had bij het onder
drukken van den opstand iets anders te doen dan
de vraag naar een rechtvaardig bestuur te bevredigen.
De opstand toch word aangestookt en gevoed, niet
ter wille tan een goede regeering van Bosnië en
Herzegowina, maar ter gunste van Oostenrijkers en
Russen, en tot het verkrijgen van staatskundige voor-
deelen voor prins Gurtsohakoff of graaf Andtassy.
Zoodra Rusland en Oostenrijk, die uit eigenbelang
het vuurtje gestookt hebben, bespeuren dat ze meer
verliezen dan winnen, door hiermede voort te gaan,
A