Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
OW.
STEN,
de Prjjaea
kGK, eea
i, 8CHA-
,A"MAAI-
groot aan-
I
1
1876.
N° 1851.
BUITENLAND.
Vrijdag 7 Ml.
EfwH.
IOUT).
grijzen.
Co.
f5
m o
Kj' uj
K S
n 0
s -
rn ïjj
t Lot.
Buitenlandsch Overzicht.
J
mooie
A
V
Sc
en
OTIXG
IE
IJ
5
s I
EKEN.
I
L.
i.
<1
I
1
I
aanwezig»
vertrouwen
i
>n TEN
TDEK.
rar,
QUAST,
etarit.
GOUDSCHE COURANT.
io,
•AM.
SI
J
man
EÉN Lot
nar bij de
Heer A.
nj hen, die
asten.
Hing zjjn
Jen Secre-
mMBBMBW!-«aBgeagegs5ga=.' -u \'gLr=g===ssE=-»c. Twerrrsssgaawca*
Overdreven Staatszorg.
Door de groote omwenteling der vorige eeuw
is de gelijkheid van alle burgers voor de wet
een feit geworden, het standen-verschil is opge
heven, die gelijkheid is door alle constitution
geproclameerd.
In de maatschappij is evenwel nog genoeg
te vinden wat met die theoriën in strjjd is;
de naam bestaat wel, het wezen ontbreekt niet
zelden.
Door ijverige werkzaamheid vindt een win
kelier een fatsoenlijk bestaan; hjj kan zjjn gezin
onderhonden, zjjn kinderen een opvoeding geven
overeenkomstig zjjn stand, hjj is naar zyn ver
mogen nuttig voor de maatschappij, wanneer
deze zjjn diensten noodig heeft, njj is in één
woord een nuttig burger. Toch is hij volstrekt
niet vry van zorgen. Kapitaal ontbreekt hem
om zjjn zaken uit te breiden en daardoor zijn
inkomsten te vermeerderen. Wat hjj wint, heeft
hij noodig voor zijn gezin; wat zal het lot zjjn
van dit gezin, als hjj door den dood uit zjjn
werkkring wondt weggerukt, wat zal zjjn lot
zjjn, als door omstandigheden buiten hem, zjjn
zaak achteruitgaat, of de ouderdom hem belet
alles naar behooren waar te nemen?
Een jjverig daglooner voorziet, gesteund door
een spaarzame, huishoudelijke vrouw, in de be
hoeften van zjjn gezin. Is de maaltjjd dikwijls
schraal, ontbreekt meestal wat voor anderen
onmisbaar is, gebrek wordt niet geleden, zjjn
dagwerk schenkt hem eeu eerljjk verdiend stuk
brood voor vrouw en kind. Jaren achtereen
dient hjj trouw denzelfdeu meester, deze wordt
echter oud, en doet daarom de zaak aan kant,
en de trouwe werkman is broodeloos; wel vmdt
hjj weder werk, maar ook hij is oud geworden,
en jeugdige krachten hebben dikwijls de voor
keur. Wat zal zjjn lot zjjn, als de ouderdom
hem het werken belet, of als ziekte hem bui
ten staat stelt in zjjn onderhoud te voorzien?
Zjjne geringe verdiensten hebben hem geen ge
legenheid verschaft om te sparen, nu moet de
openbare liefdadigheid worden te hulp geroepen,
en een wekeljjksche gift, niet zelden met weer
zin gegeven en dikwijls met nog meer weerzin
ontvangen, moet in de meest dringende behoeften
voorzien. Is dit het loon van een ijverig werk
zaam leven, beloont zoo de maatschappij het
werk harer dienaren? Ep hoeveleu verkeeren
in de toestanden, hier met een enkel woord
geschetst!
Maar er zjjn ook andere toestanden. Moeten
duizenden bij duizenden voor zich zelven zor
gen, voor anderen neemt de staat die zorg op
zich. Is self-help regel, er zjjn uitzonderingen.
De ambtenaar, die den staat een bepaald
aantal jaren gediend heeft, of door lichaams
gebreken of ziekte buiten staat is, langer zjjn
plichten te vervullen, wordt niet verstooten; op
bepaalde voorwaarden wordt hem pensioen ver
leend. Hjj behoeft niet angstig te vreezen voor
den ouden dag, een gedeelte van zijn inkom
sten is hem door den staat gewaarborgd.
Hier ontbreekt dus de gelijkheid.
Moet de ambtelooze burger trachten te spa
ren, de gedwongen spaarpenningen van den
ambtenaar worden door den staat bewaard.
Oppervlakkig zoude men dus moeten zeggen,
dat de ambtenaar veel bevoorrecht is boven den
ambteloozen burger, toch schjjnt dit niet zoo
te zjjn: de ambtenaars waardeeren de ban ge
schonken voorrechten niet, niet zelden hoort
men van hunne zjjde klachten over den staat
van onmondigheid, waarin zjj gehouden wor
den. Zjj zjjn verplicht tot stortingen aan het
pensioenfonds zonder zekerheid dat zij eenige
voerdeelen van die gestorte gelden zullen trek-
Tot rapporteur over de wet Waddington is door
de commissie uit den Fransehen senaat benoemd, de
heer Paris, een der tegenstanden. Men kan dus
wel berekenen, dat het advies der commissie ongunstig
luiden tal. De republikeinen rekenen evenwel, bij
voltallige opkomst hunner partij, op eene kleine meer
derheid.
In de keuze tusschen terugkeer tot de wet van
1871 en verdaging der discussie over de gemeente
wet heeft volgens de Independence de Ministerraad zich
voor het laatste verklaard. Inmiddels heeft de com
missie het voontel van Duprat en Marvaise om tot
de wet van 1848 terug te keeren, in behandeling
genomenmen verwacht, dat het zal worden aange
nomen en aldus bestaat nog de kans dat men het
eens zal worden.
Het Journal Officitl behelst een nieuwe lijst van
125 veroordeelde communisten, aanjwie de Maarschalk-
president gratie verleend heeft.
De linkerzijde van de Kamer had besloten op ver
daging van de aangekondigde interpellatie van Raspail
over den brief van Mao-Mahon aan te dringen, totdat
het verslag over het voorstel-Gatineau is uitgebracht.
In de Kamerzitting van Maandag werd in dien zin
beslist, dat eerst het onderzoek betreffende sommige
verkiezingen plaats zou hebben. Tevens had de in
terpellatie van Gambetta plaats over het gebeurde
bij de Examens der Ecole Polytechuique; hij eischte
df hf,ȴ>eining eener commissie van 3 afgevaardigden
en twee senatoren, om onder leiding van den Minis
ter van Oorlog een enquête in te stellen. De Minis
ter vereeuigde zich met dit denkbeeld en na een
zeer heftig debat trok Gambetta hierop zijn inter
pellatie in.
Bij deze gelegenheid en den daarop volgenden dag
hebben, tengevolge van de heftigheid der Bonapartisten
betreurenswaardige tooneelen plaats gehad, die een
wetgevende vergadering nooit tot eer strekken.
Omtrent de verdere houding der mogendheden
zullen waarschijnlijk belangrijke conferenties te Reich
stadt worden gehouden, alwaar de czaar en keizer
Frans Jozef elkander zullen ontmoeten, naar men ver
zekert vergezeld van hun kanseliers Gortschakoff en
A nd ran sy. Vóór het vertrek van den keizer van Rus
land heeft (keizer Wilhelm hem nog een afscheids
bezoek te Juge nheim gebracht. De Reich»-Anztiger
heeft officieel bekend gemaakt, dat dit bezoek slechts
eene beleefdheid was en dus in geen betrekking stond
tot de politiek. Welke waarde echter dergelijke ver
zekeringen hebben, weet iedereen. In de gegeven om
standigheden zullen de vorsten, die een zoo machtigen
invloed op den gang van zaken uitoefenen, elkander
wel niet ontmoeten zonder over den politieken toe
stand te spreken en elkander daaromtrent te verstaan.
Het Engelsche volk schijnt in de Oostersche quaestie
zich meer en meer voor eene voorzichtige politiek
onzijdigheid te verklaren. Dit blijkt o.*a. uit de dis
cussie Maandag in de beide parlementshuizen ge
houden. Ziehier het daarover handelend telegram
Graaf Derby zegt, op een vraag van lord Camper
down, dat generaal Tschernajeff zijn ontslag uit Rus-
sischen krijgsdienst heeft genomen. Het is hem onbe
kend, of ook andere Russische officieren naar Servië
zyu vertrokken. Onder de Russische bevolking heerscht
groote sympathie voor de zaak der Serviërs en de
mogelijkheid bestaat, dat voormalige Russische offi
cieren in Servischen dienst zijn getreden, maar hij
is daarvan niet Beker, en hij heeft geene enkele
reden om te onderstellen, dat zij naar Servië zijn
gegaan met de toestemming, veel minder nog met
machtiging van de Russische Regeering.
Lagerhuis. De heer Disraeli bevestigt, Mn antwoord
op eene vraag van den heer Hartington, dat Servië
en Montenegro den oorlog aan Turkije hebben ver
klaard. De onderhandelingen tusschen de Porie en
de opstandelingen zijn thans geëindigd. Hij zal de
deswege gevoerde correspondentie overleggen, met
uitzondering van eenige gedachtewisselingen van ver-
tro uw el ijken aard tusschen de mogend hetku. De dis*
het verrichtte werk,
!t wissels op de toe-
de munt, dan heeft
fikvorderen.
Worden alle traktementen in overeenstem
ming gebracht met de tegenwoordige maat
schappelijke toestanden, dan zal steeds een vol
doend aantal geschikte personen beschikbaar
zyn om den staat te dienen, al bestaat ook geen
vooruitzicht op het ontvangen van pensioen na
verloop van een veertigtal jaren.
Dan ook zal men niet meer behoeven te kla
gen over gedwongen stortingen en men zal den
staat geen verwijt kunnen maken, dat hy zich
fondsen schept van de gelden der ambtenaren.
Deze zullen dan gelyk zjjn met alle andere bur
gers, en voor zichzelven moeten en kunnen zorgen.
De gelijkheid van alle burgers voor de wet
moet ook hier gehuldigd worden, en de over
dreven staatszorg moet, in plaats van uitgebreid
te worden, geheel ophouden, niet slechts in het
belang van den staat, maar ook in het belang
van de ambtenaren zelven.
■M===========3KS==9aBaEKS==r=SXSC3C3RE====SSS=>=ae==9=S
ken. Zjj willen niet slechts pensioen toot zich
zelven, zij willen ook zekerheid dat hnn gezin
bij hun sterven niet broodeloos zal zijn. Van
daar een agitatie in de ambtenaarswereld, ver
gaderingen, comité’s, adressen, verdeeldheid en
wat niet meer.
Worden de wenschen der ambtenaars inge
willigd, dan zal daardoor do bestaande onge-
Ijjkheid nog vergroot worden. Heeft men nu
slechts bevoorrechte personen, dan zal men be
voorrechte gezinnen krijgen.
Er zijn zeker gevallen dat een pensioen bil-
Ijjk is. Een krijgsman, die door den oorlog
buiten staat gesteld is om verder in zjjn onder
houd te voorzien, die met verlies van ledema
ten, of van het gezicht uit den strijd terug
keert, moet geholpen worden. De staat is ver
plicht hem zyn overige levensdagen te onder
houden.
Een ambtenaar bij den waterstaat, die in den
strjjd tegen de elementen zyn gezondheid ten
offer brengt, moet daarvoor schadeloos gesteld
worden, en zoo zjjn meer gevallen denkbaar.
Maar de staatszorg is overdreven, wanneer
zjj alle ambtenaren verplicht om gelden bjjeen
te brengen en een fonds te stichten waaruit de
staat pensioen verleent. Is ieder ambteloos bur
ger verplicht voor zich zelven te zorgen, die
verplichting heeft ook de ambtenaar, en de
staat behoeft niet te zorgen, dat hjj aan die ver
plichting voldoet, evenmin als hjj rich met de
toekomst der overige burgers bezag houdt.
tn pliurtwvan meerdere bétèmmering moesten*
de ambtenaren de vrjjbeid vragen, die ieder
burger bezit, om zelf hun spaarpenningen te
beheeren; in plaats van de bestaande ongeljjk-
heid te vermeerderen moest men streven om
tot geljjkheid te komen.
De pensioenregeling, zooals die thans bestaat,
vindt weinig voorstanders, het vooruitzicht om
pensioen te verkrjjgen lokt weinigen uit om
ambtenaar te worden; het gebrek dat bestaat,
aan predikanten, onderwyzers, officieren van ge
zondheid enz. enz. bewjjst dit, de regeering be
grijpt dit ook, zjj geeft geen vooruitzichten op
betere pensioenen, maar zjj geeft hoogere pre-
miên, als men zich wil verbinden om den staat
te dienen.
Gebrek aan ambtenaren behoeft men dus niet
te vreezen, als de staat zich van zjjn overdre
ven zorg onthield; en al ware dit het geval, dan
zoude met verhoogde jaarwedde gemakkeljjk de
lust om zich aan den staatsdienst te wijden op
gewekt worden.
De arbeider is zyn loon waardig, dat loon
moet evenredig zijn me#
men moet niet betalen sa
komst, maar met klinka
men het recht goed werk'