Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BW tÉ o N° 1906. 1876. BINNENLAND. BUITENLAND. DEND Zondag 12 November. en, en echt» bijzonder (schap 0,1 ul Builenlaiidsch Overzicht. BEKENDMAKING. 4 C‘«, wegD. 138. (Vagrastraat. w. over dan cman. GOUDSCHE COURANT. DE ECHTE gedeelte van lf. Bakkeritwg. Ut n’. 84. KEREN AN LEEFTIJD rijne KLEUR- IE HERSTEL- d, enz. en de DÉ- üeer Mr. J. >cnat, West en te zijnen ze in de gewone spraakgebruik ons trouw op de hoogte hield ran de van onzen gemeenteraad Leonardos Gerardus Van Vliet wonende in de Hoefsteeg te Gouda is door de Politie uit de Touw- slagerij waarin hij werkte, verwijderd, omdat hij dan ouderdom van 12 jaren nog niet bad bereikt. Tegen dengene, die hem in dienst had is procesverbaal op gemaakt. Behoudens nadere goedkeuring, heeft de Gemeente raad van Bodegraven de schoolgelden aan de twee openbare scholen voor gewoon lager onderwijs met N G. 'el attent te d anders, de ide en echte ld in it kitr- bit oosje is een samteekeninl Zoon, Apo- bevindt op reegeld zijn. 'jk daar wel te te zien Alleen dia andleakeiiing vachten voor der MAAG, ERING. Zij JERPTE ia II), zij zijn ■IJVEND. en dobbel» GOUDA, 11 November 1876. Onder de ingekomen stukken bij den gemeenteraad, die in de zitting van gisteren ter tafel kwamen, was o. a. eene missive van de hh. J. van Bentura Zoon alhier, die kennis gaven, dat tengevolge van het raads besluit, waarbij hun verzoek om de subsidie voor het Raadsverslag met ‘200 te verhoogen, niet werd toegestaan, genoemd verslag met 1° December zal worden gestaakt. Onze vrees, kort na het raadsbesluit geuit, is dus bewaarheid, het Verslag gaat te niet en daarmede is dus de controle op de handelingen onzer vertegen- woording opgeheven. De besluiten van den raad zullen wij nog wel zoo nu en dan vernemen, maar naar de motieven die daartoe leiden, zullen wij moeten raden. Het zal voortaau een geheim voor ons zijn want de meesten onzer hebben uit den aard der zaak geen gelegenheid de raadszittingen bij te wonen, terwijl ook de tribune slechts aan enkelen plaats verleent, of onze raadsleden blijken geven van gezond verstand, nadenken, zaakkennis en juist oordeel, of dat zij praten zonder de zaken onderzocht, stemmen zonder de quaesties bestudeerd te hebben. Willen we weten wat er verhandeld is in de raads zaal, we zullen moeten afgaan op geruchten, we zullen ons moeten tevreden stellen wat het raadslid A. en het raadslid B. ons daarvan gelieven mede te deelen, ieder natuurlijk naar hunne iudividuëele opvatting. Een eigen opvatting zullen we niet meer kunnen hebben, want de basis voor ons oordeel is verdwenen. Breekt de tijd voor eene verkiezing aan en in het volgende jaar moet er reeds eene plaats hebben dan zullen we in den blinde rondtasten, we zullen niet weten wie der aftredende heeren waard is her kozen te worden en we zullen als het ware in den wilde onze stem uitbrengen. Het Verslag der raadszittingen gaat te niet 1 Alle openbare en vermomde vijanden van publiciteit juichen, enkele oprechte vrienden van openbaarheid treuren, en wij constateeren dat de publieke geest der Goudsche ingezetenen nog niet erg ontwikkeld schijnt, daar zij met hun allen nog geen Verslag der raadszittingen kunnen m stand houden, dat toch voor hun openbaar gemeente-leven onmisbaar is. De oorzaak van het tenietgaan van het raadsverslag is te zoeken1°. bij den gemeenteraad, door zijn noodlottig besluit, dat wij reeds den dag nadat het genomen was, ten sterkste veroordeelden en 2°. bij de ingezetenen. Want het is volkomen waar, wat de heer Messemaker dezer dagen in de Goudtche Kie»- vereeniging zeide, dat de ingezetenen niet genoeg belangstelling toonden. De burgerij heeft ’t niet genoeg gewaardeerd en op de lijst der inteekenaren van het Verslag werden namen gemist van personen," van wie men inderdaad meer belangstelling had mogen verwachten! Maar genoeg. Wij gevoelden behoefte, bij gelegen heid van de doodrijding van het Verslag een enkel woord daaraan te wijden, gedurende «enige maanden heeft het ons een kijkje' gegpnd in de raadszaal, een blik doen slaan op het gehalte onzer raadsleden, een photografie geleverd van parlementaire of niet- parlementaire schermutselingenvol dankbaarheid staren wij het na en het mag zich verzekerd houdta dat wij, wanneer later, op geheimzinnige wijze, allerlei geruchten van het stadhuis tot ons doordringen, zonder dat wij het ware ku men te weten komen, met weemoed zullen blijven denken aan den tijd, dat het Verslag handelingen FRANKRIJK. Noch in de Kamer, noch in den Senaat is Maandag iets belangrijks voorgevallen. In de eerste behandelde men de begrootiug van marine en koloniën en spraken eenige afgevaardigden in het belang der plaatsen, waaraan zij hun mandaat hadden te danken. De afgevaardigde Douville verzocht, dat de aalmoezeniers bij de vloot zouden worden afgeschaft en dat men op vastgc stelde tyden in plaats van de gebruikelijke gebeden <le artikelen van het maritieme wetboek zou voorlezen. Toeu de heer Bahrnonf een schitterend tafreel ophing van de toekomst, welke de Fransche vloot kan en moest te gemoet gaan, achtte de minister van financiën zich verplicht te zeggen, dat er geen geld was. Hij noemde het zeer gevaarlijk Frankrijk rijker voor te stellen dan het werkelijk is. De heer Douville, die o. a. gewezen had op de nutteloosheid van gepant serde schepen, vond ook bij den heer Raoul Duval bestrijding. De afschutting der aalmoezeniers bij de vloot, werd door dezen loatsUia ten inbreuk op de gewetensvrijheid genoemd. In den Senaat heeft de minister van oorlog verzocht, dat de urgentie, aan het voorstel betreffende de mili taire rdni^irtrtfr rzrlecrd, zou worden ingetrokken. I De zaak was te ernstig om zoo ineens behandeld te worden. Men zal derhalve drie beraadslagingen houden De hertog d’ Audiffret-Pasquier, die ditmaal de taak van voorzitter aan den heer Martel had opgedragen, hield over de administrate van het leger een toespraak, die meer dan twee uren duurde, en toonde o. a. uit de gebeurtenissen van 1870 de noodzakelijkheid eener hervorming aan. Zeer karakteristiek was o. a. de volgende inededeeling. Generaal Ducrot en de intendant de Lavalette hadden sinds vier jaar herhaaldelijk in hunne rapporten er op aangedrongee, dat uit de Ojsu-lyke vestingen het nuttelooze materieel verwijderd en de bewapening voltooid worden zou. Altijd was hun verzoek niet ontvankelijk verklaard. Toen de oorlog uitbrak, kwam de minister Leboeuf te Straats burg. Hij was boos deze vesting zoo slecht voorzien te vinden, men wees hem op de verschillende inge diende vezoekschriften. die hij steeds met een weigering had beantwoord en de minister antwoordde„dan hadt gij mijn bevelen maar niet moeten gehoorzamen De hertog d’ Audiffret-Pasquier was van oordeel, dat men bij het tegenwoordig gevolgde stelsel geen goede resultaten kon verkrijgen, tenzij men op verstandelijke gronden aan de gegeven bevelen ongehoorzaam was. Dinsdag werd in den Senaat de beraadslaging over het ontwerp tot reorganisatie Van het leger voortgezet. Eigenlijk was er geen beraadslaging, maar werd er over 38 verschillende artikelen gestemd, waarby een merkwaardige eenstemmigheid tusschen ministerie, commissie van rapporteurs en vergadering bleek te bestaan. Het laatste gedeelte van het ontwerp, dat over den geneeskundigen dienst handelt, is tot Don derdag uitgesteld. De aalmoezeniers der arsenalen hebben het Dinsdag in de Kamer moeten ontgelden. Ze zyn in figuur lijken zin natuurlijk op verzoek der commissie van rapporteurs afgemaakt, zooals reeds vroeger de aalmoe zeniers van het leger afgeschaft zijn. Te vergeefs heb ben admiraal Fourichon en de heer Keijégu hen voor gesproken. De aalmoezeniers voor de vloot zijn ge bleven. Een voorstel om de begrooting voor het onder houd der marine-soldaten te verminderen, werd aange nomen, omdat deze niet veel meer dan politieagenten in de koloniën waren. De begrooting van marine werd ten einde gebracht en evenals de Senaat ging ook de Kamer tot Donderdag uiteen. Wanneer wij zeiden, dat Samuel J. Tilden, thans gouverneur van New-York, en Thomas A. Hendricks uil Indiana, den 6n dezer zijn gekozen tot President en vioe-Presideut der Unie, dan zouden wij de waarheid spreken, maar toch ons onjuist uitdrukken. Men weet, dat de President en vice-President niet rechtstreeks door de kiezers werden gekozen, maar door de kies mannen. Dit geschiedt eerst in December. Aangezien echter deze personen gekozen worden met de bepaalde opdracht om voor dezen of genen te stemmen, weet men van te voren welke de uitslag wezen Z‘l van keus, wanneer men weet, welke party ouder hen de meerderheid heeft. En de jongste verkiezingen gaven de meerderheid aan de democratische, wier candidaten wij boven hebben genoemd. (Volgens een later bericht is dit nog niet zoo zeker. De beide taire administatie verleend, partijen hebben behalve die van Florida en Zuid-Carolinu ongeveer evenveel stemmen en van deze beide staten zijn de resultaten nog niet volledig bekend.) De candidaten der republikeiusche partij waren Rutherford B. Hayes uit Ohio en William A. Wheeler uit New-York. Bekend is, dat men zeer verkeerd doen zou met aan de woorden democratisch en republikeinsch de betee- kenis te geven, die hebben. Welke van beide de partij van den vooruitgang is, kan niet zoo gemakkelijk worden aangegeven. Vier politieke quaestiën zijn het, waarin het verschil tus- schen beide partyen sterk uitkomtHet weren van de schandelyke misbruiken der staatsambtenaren, de quaestie der Zuidelijke Blaten, de gedwongen koers van papieren geld en de drukkende tollen. Sedert de glansrijke overwinning der republikeinen, waarop de confederatie uiteenspatte en vooral onder het bestuur van Grant is de verdorvenheid onder de hoogste ambtenaren van den Staat tot een hoogte geklommen, waarvan de wereld en Amerika wel nooit de wederga aanschouwden. Het beheer der stad New- York, dat der ontzaggelijke spoorwegen was geruimen tijd in handen van handige spitsboeven, en zelfs de Minister van Oorlog was niet vrij van de algemeene zonde der omkoopbaarheid. De zoognaamde refor mers stelden dit helder in het licht. Of de demo craten daarom van dergelijke zonden rein zullen blijven is de vraag. Volgens de Morningpoet heeft Engeland het voorstel tot een Europeesche conferentie gedaan op den grond slag der integriteit en onafhankelijkheid van Turkije. Het programma der conferentie zal gelijk zijn aan de vredesvoorwaarden door lord Derby aangeboden en de mogendheden die er aan deel zullen nemen moeten beloven, dat zij naar geene vergrooting van grondgebied zullen streven, het denkbeeld van annexatie door wie dan ook wordt dus by voorbaat uitdrukkelijk uitgesloten. Omtrent de plaats waar de diplomaten tullen byeenkomen, heersoht verschil van gevoelen. Rusland en Tnrkye meenen dat de vredesconferentie niet te Konstantinopel moet worden gehouden, terwyl andere mogendheden juist van oordeel zyn dat zij aldaar moet worden gehouden. Chaudordy is tot vertegenwoordiger van Frankrijk ter conferentie benoemd. Van de 517 verkiezingen voor de Italiaansche Kamer zijn thans 490 bekend hiervan behooren 269 tot de progressisten56 tot de gematigd liberalen, terwijl 165 nog onzeker zijn; de progressisten rekenen echter ook hier op het leeuwendeel. Waarschijnlijk zal binnen kort aan der. Spaanschen Senaat een wetsontwerp worden aangeboden om de constitutioneele waarborgen in alle provincies te her stellen met uitzondering van de Baskische, zoodat allengs de gewone staat van zaken, in het grootste van het rijk zal worden hersteld, in weerwil zelfs van de „ernstige* samenzwering door de regeering ontdekt. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, doen te weten, dat het 1ste Aanvullings-Kohier voor de Plnatseljjke Directe Belasting dezer Gemeente, voor het dienstjaar 1876, door den Raad veelgesteld, gedurende acht dagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 1, en van 3 tot 5 ure, ter Secretarie der gemeente, voor een ieder terlezing is nedergelegd, binnen welkeu tijd elk aangeslagene, tegen zijnen aanslag, bij Gedeputeerde Staten in beroep kan komen bij verzoekschrift op ongeregeld papier geschreven. Gouda, den lOn Nov. 1876. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, DltOOaiBBVlCB Fomüijn. van Bbbgkn IJzendoobn.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 1