BLING. EOOL. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1876. N?1922 >P. BUITENLAND. Woensdag 20 December. raken Bulleolaudsch Overzicht. De Begroutlngs-Discussiên. NG. A, J 1 sen. - w en - 12 n ig gemaakt, eren op de rden toege- e«en, zullen voor i i I» I GOUDSCHE COURANT. er Scnnoous. ig zjjn: i dat zjj wen en genoege n. en is iderhandelen, en wanneer, met hunne )T, te Eiod- te Hendrik FEN. Gouda. d e Utrecht^ rhandelaar asr, I» HT over de a, brengt ter 3AG 23 DE. één tot drie HHUVING Ike aan het Ondërwjjs yao. p.j. - 5. welke in rorden ge- irnoemd, taru. 1 FINALE School- en «TEN en le te BREDA. Maatschap of eener Zaak. VASGEIIS ale MUUie, in het geheele t bezorgen van der Nationale Vader de Heer ogen genieten. stipt voldoen it worden be- der wet van >mt, maar zjj al door hem locht kunnen 3E8 door het Onder voorzitting van Mac Mahon heeft de Franaohe ministerraad Zaterdag de lijst der prefecten nagegaan, die zich der republiek vijandig hebben getoond. I Voorloopig werd tot het ontslag van twee prefecten 1 en den procureur-generaal van het hof te Besanqon besloten. Enkele bladen keuren af, dat Simon zijn eigen zoon tot secretaris van zijn departement heeft benoemd. Het was te verwachten dat bladen als le Temp» en het Journal de» Débat» met groote ingenomenheid zouden spreken over de ministerieele verklaring, door Jules Simon in de beide kamers afgelegd. Zij weten niet, wat men daarin zou kunnen berispen, maar waarschuwen de geavanceerden hunner partij tegen al te groote eischen, vooral dal zij niet moeten meenen met één pennestreek het geheele ambtenaarspersonecl te kunnen wijzigen. Door te veel te vragen zou men de ongeruste, wantrouwende, brave leden, die nu nog van de repjibliek niets wilden weten, geheel van zien vervreemden. Met veel meer belangstelling Jachtte men het oor deel af van het orgaan van Gambetta. Welnu, de RepubUque frangai»e keurt, zonder voorbehoud, de ministerieele «verklaring goed. »We zullen niet zeg gen schrijft dat blad dat men op daden moet wachten, want het zou onrechtvaardig zijn om deze krachtige verklaringen niet reeds op zichzelf een waar borg te achten van de verbintenis, die het kabinet heeft aangegaan. Uit die verklaringen blykt, dat de heer Jules Simon wezenlyk het gezag in handen heeft, dat wil zeggen, dat hij volkomen onafhankelijk en vrij kftu handelen, dat met zijne staatkunde zyn ambtgenooten en het hoofd van den Staat zich hebben vereenigd. Die verklaringen doen ons de verwachting koesteren, dat inderdaad een nieuw tijdperk zal komen. Terecht heeft Jules Simon gezegd dat zjj hem ont sloegen van het formuleereu van een programma. ’t belang van den Staat brengt voorgegaan. Nu eerst krijgen wij een Nederland- rnim mogeljjk kan v'oot met Nedtr.andsche jongens bemand, amendement werd De memorie van toelichting der begroeting stem men. verworpen, üet niets te wenschen over, discussie was met Sneek in het vorige i uoodig- Toch had nog discussie over eenige werden aangenomen, thans behoorde ook hij raa' F abius ^werden de Ijjfstraffen aan boord der tot de afwachters. Op de behandeling van 1 voorstellen drong hij niet aan, alleen wanneer de voorstellen des ministers onvoldoende bleken, zoude hij de behandeling vragen. Een teer punt werd door den heer Bredius ter sprake gebracht; I bjj de afgeloopen examens hadden vele vreemde J dames hoofdzakelijk geestelijke zusters uit een vol- Duitschlund acte verkregen voor vreemde talen, en dezen vreemdelingen was door Z. M. verlof gegeven, hier als onderwijzeressen op te treden; daaromtrent vroeg de heer Bredius in lichting. Geen wonder dat men van katholieke zijde terstond strijdvaardig was; niet uit on verdraagzaamheid hadden zjj haar land verlaten, maar door onverdraagzaamheid waren zij daartoe gedwongen. Door de commissie waren zjj be voegd verklaard om te onderwijzen, op haar moraliteit was niets aan te merken, wat wil men meer? Gevolgen had dit onderwerp zoo min, als de aandrang van een zijde om de traktementen der inspecteurs by het lager on derwijs te verhoogen. De Minister achtte die gateen, traktementen voldoende en da kamer zweeg, misschien ook al met het oog op de wet der toekomst. Hiermede waren de debatten over het onderwjjs gesloten. «Kunst is geen regeeringszaak» kon als motto boven het zittingsverslag der kamer geplaatst worden, toen de afd. «kunsten en wetenschap pens aan de orde was. Men prees de regeering dat zij zich met kunst bemoeide, men prees de commissie, dat zjj zoo ijverig, misschien te ijverig werkzaam was, toch voerde men strijd tegen de richting der officiëele kunst en hoewel het amendement om een som van 3000 voor een derden teekenaar te schrappen met 40 tegen 25 stemmen verworpen werd, moest de minister toch toegeven om de plannen voor een kweek school voor teekenonderwyzers nogeeus te onder zoeken, waarom de ƒ25000 daarvoor uitgetrok ken, in een memoriepost veranderd werd. De inrichting voor piscicultuur of kunstma- tige vischteelt te Velp werd nog met een enkel woord besproken, waardoor de minister gele genheid had te verklaren, dat niet van overneming wel van subsidie sprake kon zijn. Van nieuwe ambten bleek de kamer afkeerig. Was door de minister een post van 1200 voorgesteld om een adviseerend collegie voor landbouwzaken te creëeren, de kamer verwierp den post met 34 tegen 32 stemmen. De landbouwer is zelf het best in staat om zjjn belangen te behartigen, staatezoi meisje op Oostersche wjjze behandeld werd; I doorhem meer ten goede gewrocht dan in hetzelfde ook de vrouw heeft niet slechts recht op goed tydsverloop door de 18 ministers die hem waren onderwjjs, maar - - ook mede, dat haar dit zoo ruim mogeljjk kan ^be vloot met ftedir.andsche jongens bemand, geschonken worden. Het amendement werd De memorie vau toelichting der begroeting dan ook met 37 tegen 24 stemmen verworpen. le^ niets te wenschen over, discussie was niet Had de aigevaardigde vak Sneek in het vorige u°odig- Toch had nog discussie over eenige jaar de voldoening, dat zjjn amendementen ondergeschikte punten plaats. Door denadmi- zjja schepen in bescherming genomen, dat een even neer krachtige bestrijding uitlokte. De minister scheen igheid tot de afschaffing het in Indië gebleken krachtige bestrijding uitlokte. De minister scheen van plan met voorzichtigheid tot de afschaffing te willen overgaan. Is het in Indië gebleken dat de afschaffing der rottingstraf geen schade lijk^ uitwerking gehad heeft, wjj mogen ge rust vaststellen dat ook de Nederlandsche ma troos zonder het eindje zyn plicht zal doen en zeer zeker strekken die straffen niet om de lust op te wekken om in den zeedienst te treden. Geheel ongedeerd kwam de begrooting in weerwil van alle loftuitingen niet uit den strjjd; een amendement tegen het aanstellen van een zee-opcier aan het ministerie werd met 29 tegen 22 stemmen aangenomen, men wenschte geen uitbreiding der zoogenaamde Haagsche marine. Ook het loodswezen kwam nog ter sprake. De amendementen door den heer de Casembroot op de posten materieel voorgesteld, werden of verworpen of ingetrokken, waarna de geheele begrooting met 41 tegen 9 stemmen werd aan- Dertig leden waren dus toen reeds afwezig. Nu het was Zaterdag; dit moge tot verschoo- ning strekken. Daarop werd nog zonder discussie met alge- meene stemmen Hoofdstuk VH A behelzende de uitgaven voor de nationale schuld aangenomen. De begroetingen voor financiën, koloniën en oorlog wachten ons in deze week. L. i staatszorg is op dat gebied niet noodig. Met 59 tegen 1 stem werd daarop de begroo ting aangenomen, alleen de heer Haffmans stemde tegen. Een Woord van hulde mag den minister niet onthouden worden voor de uitmun tende wjjze, waarop door hem zjjn begrooting verdedigd is. De algemeene instemming der kamer moge voor hem een eervolle voldoening zyn, na de inspanning der laatste dagen. Waar- lijk, slechts weinigen bezitten de bekwaamheid om zoovele en zoovelerlei onderwerpen te be handelen Heemskerk heeft zjjn talent weder bewezen, toch zoude de oprichting van een nieuw dep. van bestuur, hetzjj voor waterstaat, hetzjj voor onderwjjs, kunsten en wetenschappen nut tig zyn. Gemakkeljjk en aangenaam was de taak van den minister van marine, In twee jaren was IV. De spoorwegbegrooting voor 1877 vorderde slechts één zitting, met algemeene stemmen werd zjj door de vertegenwoordiging goedge keurd. Bjj de algemeene beschouwingen werden hoofdzakeljjk slechts twee onderwerpen bespro ken, de regeling der concessiën voor spoorwegen en de bevoegdheid der Gedeputeerde Staten om over de richting van nieuwe lynen een oordeel te vellen. Wetteljjke regeling van het eerste Onderwerp achtte men dringend noodzakelyk, Vooral ook om aan verkoopen en overdragen van concessiën, aan het spoorweggezwendel een einde te maken. Alleen op welgemeende aan vragen moest regard g.slagen worden, t- doend waarborgkapitaal moest gestort worden, en van uitstel geven aan concessionarissen moest geen sprake zyn. Beloften over dit onderwerp werden door den minister niet gedaan. Gedep. Staten werden het meest geschikt geacht om de richting van een nieuwen weg te beoordeelen. Voor het verleenen der concessie achtte men het noodig hun advies in te winnen. De minister achtte dit minder noodig, en met het oog op het tjjdverlies zelfs nadeelig. Men zou na zulk een advies waarljjk denken, dat vlugheid een kenmerk was van onze ministeriën. En toch «langzaam gaat zekers is een Nederlandsch spreekwoord, dat bjj onzen waterstaat niet on bekend is. De artikelen lokten weinig bespre king uit. Een amendement om de vastgestelde spoorwegwet te wjjzigen en Wageningeu te bevoordeelen boven llhenen, vroeger als over gangspunt aangenomen, werd afgestemd. De Noordhollaudsche spoor kostte nog eenige oogen- blikken, memorieposten voor de Friesche en voor de Langstrsatsche lyn werden door cyfers ver vangen, daar voor de eerste 2,‘/a en voor de tweede 1 ton werd uitgetrokken, zonder dat evenwel daardoor verzekerd werd dat de werk zaamheden aan die lynen reeds in 1877 zullen beginnenandere Ijjnen lokten geen bespre king uit Ook de afdeeling «Onderwjjs», die nu volgde, werd in één zitting afgehandeld; Hooger-, Mid delbaar- en Lager Onderwjjs passeerden de revue; algemeene beschouwingen werden niet gehouden, men leefde in afwachting van de dingen die komen zullen. Er was wapenstilstand; eerst bjj de behandeling van het wetsontwerp, door den minister toegezegd, en dat nog voor het reces moet inkomen, zal het lager onderwjjs grondig besproken worden, nu wilde men den nationalen tjjd niet met onvruchtbare discussiën verkwisten. Bjj het hooger onderwjjs bad men bezwaar tegen het uittrekken der verhoogingen van de tractementen der professoren. Liever wenschte nrn dit later vast te stellen bjj een afzonder!jjk ontwerp, het was volstrekt geen mistrouwen in den minister, maar toch, men achtte het meer grondwettig, dat de afgevaardigden in staat ge steld werden de zaak in hare bjjzonderheden te beoordeelen en de minister beaamde dat ge voelen door die cyfers uit de begrooting te lichten, zoodat hierop in den loop van het voorjaar zal worden teruggekomen. Meer geanimeerd werd de discussie, toen bjj de beraadslagingen over het middelbaar onder wjjs werd voorgesteld, om 6500 als subsidie voor de middelbare scholen te Deventer en te Arnhem, te doen vervallen. De Staat is niet verplicht om daarvoor gelden uit te geven; heeft men het voor Dordrecht gedaan, op dien ver keerden weg moet men niet voortgaan; gaan zoo voort, waar zal dan het einde zjjn? Het viel den minister gemakkelijk dien post te verdedigen. De tijd is toch voorbjj, toen het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1876 | | pagina 1